NL9400636A - Stapelbare groente- en fruitkrat. - Google Patents

Description

Titel: Stapelbare groente- en fruitkrat

De uitvinding heeft betrekking op een stapelbare groente¬en fruitkrat met rechthoekige bodem, zijwanden, aan deopeningszijde een stapelrand en aan de bodemzijde eenuitstekend stapelgedeelte, waarbij het stapelgedeelte in deopening van eenzelfde of soortgelijke daaronder gestapeldekrat voor het transport of opslag veilig kan ingrijpen,waarbij de zijwanden van de krat aan de buitenzijde zijnvoorzien van verstevigingsribben, de zijwanden met de hoogtevan de verstevigingsribben tegenover de stapelrand en de bodemten opzichte van de binnenzijde van de krat zijn verplaatst ende stapelrand ten opzichte van de binnenzijde van de krat overde zijwanden uitsteekt, waarbij verder in de krat een grootaantal rechthoekvormige opneembakjes met afgeschuinde hoekenplaatsbaar zijn, in het bijzonder steeds vijf in tweeevenwijdige rijen, de grootte daarvan is zodanig afgestemd opde open binnenbreedte van de krat tussen de zijwanden, dat devoorzijden van de opneembakjes tegen de zijwanden van de kraten de voorzijden van de naast elkaar liggende opneembakjestegen elkaar aanliggen.

Dergelijke kratten zijn volgens de stand van de techniekop zichzelf bekend. Zij hebben een bodemafmeting van400 x 600 mm en zijn in grote aantallen in omloop tussenlandbouwers en afnemers.

Voor de verpakking van bessen, fruit of dergelijke wordenin dergelijke uit kunststof vervaardigde kratten mandjes in devorm van ongeveer rechthoekvormige opneembakjes in twee rijenvan telkens vijf stuks geplaatst. Deze rechthoekvormigeopneembakjes zijn aan hun hoeken afgeschuind, waardoor tussende naast elkaar gelegen houders op het raakpunt van vier vandergelijke houders een quasi vierkante of ruitvormige ruimtevoor het ingrijpen van een vinger wordt gevormd, terwijl naarde rand van de krat toe een driehoekvormige ruimte tussen tweenaast elkaar gelegen houders en de wand van de krat wordtgevormd voor het ingrijpen van een vinger. Terwijl het plaatsen van dergelijke gevulde opneembakjes geenmoeilijkheden oplevert, is het oppakken van dergelijkeopneembakjes uit een tot nu toe gebruikelijke krat bemoeilijktdoordat de aan de zijde van de opening rondlopende stapelrandnaar het binnenste van de krat over de zijwanden uitsteekt,zodat hierdoor een hindernis wordt gevormd, waartegen de zichin dit gedeelte bevindende rand van de opneembakjes aanslaat.Hierdoor wordt het uitnemen van de opneembakjes bemoeilijkt,in het bijzonder indien, zoals dit gebruikelijk is, twee ofook vier naast elkaar gelegen mandjes tegelijkertijd wordenuitgenomen, waarbij deze met één hand ter plaatse van de tegenelkaar aanstotende randgedeelten van de mandjes wordenuitgenomen. Met de randgedeelten welke tegen de zijwandenaanliggen blijven de mandjes dan achter de onderkant van derand (stapelrand) hangen en kantelen, zodat een ongewenstledigen of gedeeltelijk ledigen van de mandjes het gevolg kanzijn.

Uitgaande van de stand van de techniek heeft deuitvinding tot doel een krat van de voorgenoemde soort teverschaffen, welke enerzijds met de zich tot nu toe in omloopbevindende kratten stapelbaar is en welke anderzijds hetzonder belemmeringen uitnemen van gevulde opneembakjes opeenvoudige wijze mogelijk maakt.

Dit doel wordt bereikt doordat tenminste de stapelrandvan de lange zijwanden van de krat slechts in gedeelten naarde binnenzijde van de krat vooruitstekend is uitgevoerd, voorde rest in hoofdzaak vlak ten opzichte van de lijn van debinnenwand eindigend is uitgevoerd, waarbij de vooruitstekendegedeelten op die plaatsen zijn aangebracht, waar deafgeschuinde hoekgedeelten van de naast elkaar gelegenopneembakjes zich bevinden.

Doordat de stapelrand aan de langere zijwanden van dekrat niet doorloopt, doch slechts in gedeelten is uitgevoerd,zoals dit in conclusie 1 is beschreven, is het mogelijk,ondanks de aanwezige en noodzakelijke stapelrand gevuldeopneembakjes van voornoemde soort in de krat te plaatsen ofdeze ook weer daaruit te nemen, zonder dat de mandjesachtige opneembakjes bij het uitnemen tegen hindernissen stoten, welkedoor de stapelranden worden gevormd. Toch is het mogelijk opdergelijke kratten dezelfde kratten te stapelen of ook tot nutoe gebruikelijke kratten te stapelen, welke met het aan debodemzijde uitstekende stapelgedeelte tussen de gedeelten vande stapelrand grijpen en daarmee bijdragen tot een zekervastzetten en stapelen van de kratten.

Een voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvindingbestaat daarin dat de vooruitstekende gedeelten van destapelrand in het bovenaanzicht trapeziumvormig zijnuitgevoerd, met van de zijwand naar de binnenzijde van de kratconvergerende trapeziumranden.

Hierdoor wordt in toegenomen mate vermeden dat bij hetuitnemen van de daarin geplaatste opneembakjes, deze achter deuitstekende gedeelten kunnen blijven hangen. Om dezelfde redenis bij voorkeur voorzien dat de naar de bodem van de krattoegekeerde onderzijde van de vooruitstekende gedeelten eenvan de zijwand naar de opening van de krat wijzendeafschuining hebben.

Deze uitvoeringsvorm is ook voordelig en heeft namelijkde voorkeur omdat in de krat bijvoorbeeld ook een inlegwerkmet opneemverdiepingen voor fruit (appels, peren, perziken ofdergelijke) tussen de zijwanden passend kan worden geplaatsten omdat dit inlegwerk met een groot oppervlak ook weer opeenvoudige wijze uit de krat kan worden verwijderd, daar ditinlegwerk door de afschuining van de uitsteeksels langs deuitstekende gedeelten kan worden geleid, zodat ook eendergelijk inlegwerk niet achter de uitsteeksels blijft hangen,doch eenvoudig kan worden uitgenomen.

In het bijzonder is bij voorkeur voorzien dat de kortezijwanden van de krat zijn voorzien van een doorlopende naarde binnenzijde van de krat uitstekende stapelrand, waarbijdeze stapelrand aan de onderzijde daarvan is afgeschuind, ende afschuining naar de opening van de krat is gericht.

Ook deze uitvoeringsvorm is voor de hiervoor beschrevenopstelling en toepassing voordelig.

Bovendien is bij voorkeur voorzien dat de in de hoekenvan de krat in doorsnede driehoekige kolomgedeelten zijngevormd en dat het naar de binnenzijde van de krat wijzendevlak van de kolomgedeelten op afstand van de bodem beginnendeen naar de opening hellende geleidingsribben bezit.

Ook hierdoor wordt de toepassing van de hiervoorbeschreven enkele elementen, in het bijzonder bij het uit dekrat nemen ervan vergemakkelijkt.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is in detekeningen weergegeven en hieronder nader toegelicht. Hierintoont: fig. 1 een krat volgens de uitvinding in bovenaanzicht; fig. 2 meerdere op elkaar gestapelde kratten in doorsnedevolgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 een krat in doorsnede volgens de lijn III-III infig. 1.

De stapelbare groente- en fruitkrat heeft eenrechthoekige bodem 1, zijwanden 2, 3, aan de openingszijde eenstapelrand 4, 5 en aan de bodemzijde een uitstekendstapelgedeelte 6. Zoals in het bijzonder in fig. 2 zichtbaaris, is het stapelgedeelte 6 in de opening van eenzelfde ofsoortgelijke daaronder gestapelde krat insteekbaar, waarbijdoor het in elkaar grijpen van de kratten een zekere liggingvan de kratten ten opzichte van elkaar wordt bereikt.

De zijwanden 2, 3 zijn aan de buitenzijde voorzien vanverstevigingsribben. Deze verstevigingsribben zijn bijdergelijke kratten noodzakelijk om een voldoende stevigheidvan de wand van de uit kunststof vervaardigde kratten tebereiken, waarbij van de andere kant door de ribben aan debuitenzijde is gewaarborgd dat de binnenwanden glad zijn,zodat daarin opgestapeld fruit of dergelijke niet wordtbeschadigd door druk tegen de ribben of dergelijke.

De zijwanden met de diepte van de verstevigingsribbentegenover de stapelrand 4, 5 en de bodem 1 ten opzichte van debinnenzijde van de krat zijn teruggeplaatst, waarbij destapelrand bovendien ten opzichte van de binnenzijde van dekrat over de zijwanden 3 uitsteekt.

Zoals in het bijzonder uit fig. 1 duidelijk is enoverigens in fig. 2 is weergegeven, zijn in een dergelijkekrat bijvoorbeeld een veelvoud aan rechthoekige opneembakjes 7met afgeschuinde hoeken 8 geplaatst, waarbij telkens vijf vandergelijke bakjes 7 in twee evenwijdige rijen zijn opgesteld.

De grootte van de opneembakjes 7 is zodanig nauwafgestemd op de open binnenbreedte van de krat tussen dezijwanden 2, 3, dat de voorzijden van de opneembakjes 7 tegende zijwanden 2, 3 van de krat en de voorzijden van de naastelkaar liggende opneembakjes 7 tegen elkaar aanliggen.

Om nu het uitnemen van dergelijke gevulde bakjes 7 uit dekrat te vergemakkelijken, is tenminste de stapelrand 5 van delange zijwanden 2 van de krat slechts in gedeelten naar debinnenzijde van de krat vooruitstekend uitgevoerd, voor derest in hoofdzaak vlak uitgevoerd ten opzichte van de lijn vande binnenwand. De vooruitstekende gedeelten 9 zijn op dieplaatsen aangebracht, waar de afgeschuinde hoekgedeelten 8 vande naast elkaar gelegen opneembakjes 7 zich bevinden. Verderzijn de vooruitstekende gedeelten 9 van de stapelrand 5 in hetbovenaanzicht trapeziumvormig uitgevoerd, zoals in hetbijzonder uit fig. 1 duidelijk is, en wel met van de zijwand 2naar de binnenzijde van de krat convergerende trapeziumranden.

De naar de bodem 1 van de krat toegekeerde onderzijde 10van de vooruitstekende gedeelten 9 hebben een van de zijwand 2naar de opening van de krat wijzende afschuining. De kortezijwanden 3 van de krat zijn voorzien van een doorlopende naarde binnenzijde van de krat uitstekende stapelrand 4, waarbijdeze stapelrand 4 aan de onderzijde daarvan is afgeschuind. Deafschuining 11 is van de zijwand 3 naar de opening van de kratgericht. In de hoeken van de krat zijn in doorsnededriehoekige kolomgedeelten 12 gevormd, waarbij het naar debinnenzijde van de krat wijzende vlak van de kolomgedeelten 12op afstand van de bodem 1 beginnend en naar de openinghellende geleidingsribben 13 bezit. Door deze opstelling enuitvoering is gewaarborgd, dat bij het uitnemen van gevuldebakjes 7 deze niet door uitstekende gedeelten van destapelrand 4 of 5 worden tegengehouden of gehinderd, doch door de afschuining aan de onderzijde van de stapelrand 4, degedeeltelijk vooruitstekende uitvoering van de stapelrand 5bij de gedeelten 9 en tenslotte door de afschuining door deribben 13 in de hoekgedeelten 12 wordt een geleiding van debakjes 7 bij het uit de krat nemen bewerkstelligd, zodat debakjes eenvoudig en zonder te blijven haken uit de krat kunnenworden genomen. Dit in het bijzonder wanneer bijvoorbeeld tweemet de smalle voorzijde naar elkaar toegekeerde bakjes 7tegelijkertijd uit de krat worden genomen, waarbij met devingers van één hand de naast elkaar gelegen smalle voorzijdenvan de beide bakjes 7 samen worden vastgepakt en beidebakjes 7 tegelijkertijd worden uitgenomen.

Door de uitvoering volgens de uitvinding is het ook opeenvoudige wijze mogelijk, in de krat een inlegwerk teplaatsen, waarop dan grotere vruchten worden geplaatst,waarbij een dergelijk inlegwerk ook op relatief eenvoudigewijze uit de krat kan worden genomen, daar door de hellenderibben 13 van de kolomhoeken 12 een soepele geleiding bij hetuitnemen van dergelijke inlegwerken uit de krat isgewaarborgd.

De uitvinding is niet tot deze uitvoeringsvorm beperkt,doch in het kader van deze openbaarmaking veelvuldig tevariëren. Alle nieuwe, in de beschrijving en/of tekeningengeopenbaarde afzonderlijke of gecombineerde kenmerken zijn vanbelang voor de uitvinding.

Claims (5)

1. Stapelbare groente- en fruitkrat met rechthoekige bodem,zijwanden, aan de openingszijde een stapelrand en aan debodemzijde een uitstekend stapelgedeelte, waarbij hetstapelgedeelte in de opening van eenzelfde of soortgelijkedaaronder gestapelde krat voor het transport of opslag veiligkan ingrijpen, waarbij de zijwanden van de krat aan debuitenzijde zijn voorzien van verstevigingsribben, dezijwanden met de diepte van de verstevigingsribben tegenoverde stapelrand en de bodem ten opzichte van de binnenzijde vande krat zijn verplaatst en de stapelrand ten opzichte van debinnenzijde van de krat over de zijwanden uitsteekt, waarbijverder in de krat een groot aantal rechthoekvormigeopneembakjes met afgeschuinde hoeken plaatsbaar zijn, in hetbijzonder steeds vijf in twee evenwijdige rijen, waarvan degrootte zodanig is afgestemd op de open binnenbreedte van dekrat tussen de zijwanden, dat de voorzijden van deopneembakjes tegen de zijwanden van de krat en de voorzijdenvan de naast elkaar liggende opneembakjes tegen elkaaraanliggen, met het kenmerk, dat tenminste de stapelrand (5)van de lange zijwanden (2) van de krat slechts in gedeeltennaar de binnenzijde van de krat vooruitstekend is uitgevoerd,voor de rest in hoofdzaak vlak ten opzichte van de lijn van debinnenwand eindigend is uitgevoerd, waarbij de vooruitstekendegedeelten (9) op die plaatsen zijn aangebracht, waar de afgeschuinde hoekgedeelten (8) van de naast elkaar gelegenopneembakjes (7) zich bevinden.

2. Krat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat devooruitstekende gedeelten (9) van de stapelrand (5) in hetbovenaanzicht trapeziumvormig zijn uitgevoerd, met van dezijwand (2) naar de binnenzijde van de krat convergerendetrapeziumranden.

3. Krat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat denaar de bodem (1) van de krat toegekeerde onderzijde (10) vande vooruitstekende gedeelten (9) een van de zijwand (2) naarde opening van de krat wijzende afschuining hebben.

4. Krat volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk,dat de korte zijwanden (3) van de krat zijn voorzien van eendoorlopende naar de binnenzijde van de krat uitstekendestapelrand (4), waarbij deze stapelrand (4) aan de onderzijdedaarvan is afgeschuind, en de afschuining naar de opening vande krat is gericht.

5. Krat volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk,dat de in de hoeken van de krat in doorsnede driehoekigekolomgedeelten (12) gevormd zijn en dat het naar debinnenzijde van de krat wijzende vlak van de kolomgedeelten(12) op afstand van de bodem (1) beginnende en naar de openinghellende geleidingsribben (13) bezit.