NL9400345A - Inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte, rotatiesymmetrische wikkellichamen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte, rota-tiesymmetrische wikkellichamen.

De vernieuwing heeft betrekking op een inrichting voorhet vervaardigen van vezelversterkte, rotatiesymmetrischewikkellichamen volgens de aanhef van conclusie 1.

Een inrichting volgens de soort, voor het opwikkelenvan holle lichamen bestaande uit samengestelde vezels, zoalsbijvoorbeeld rotoren voor centrifuges, is bekend uit DE-3029 890 C2. Daarbij treden bij een toenemende lengte van de1 wikkeldoorns overeenkomstige doorbuigingen van de doorn op.Hierdoor wordt tijdens het wikkelproces een doorvolling vande vezel-hars-verbinding veroorzaakt en daardoor een onge¬wenste neiging tot delaminering van de afzonderlijke verbin-dingslagen teweeggebracht. Dit effect is in het bijzonderbij dunne en lange wikkeldoorns van groot belang, aangezienhier logischerwijs een grote doorndoorbuiging optreedt. Tervermindering van deze doorbuiging kan men mechanisch ofhydraulisch werkende axiale klerainrichtingen voor doornsinzetten. De hiermee op te brengen axiale krachten zijnechter aanzienlijk en vereisen, als reactiekracht op dedoornaandrijvingszijde inwerkend, een overeenkomstig kostba¬re uitvoering van de doornaandrijving,

De vernieuwing heeft tot doel, bij een inrichtingvolgens de soort met eenvoudige constructieve middelen enzonder het neerleggen van de vezels op de wikkeldoorn tij¬dens het wikkelproces te storen de doorbuiging van de wik¬keldoorn te verminderen en daarmee het delamineringsgevaarvan de vezelverbindingslagen tegen te werken.

Dit doel wordt met de in het kenmerk van conclusie 1i opgenomen maatregelen bereikt. De hierop betrekking hebbendevolgconclusies bevatten gunstige constructieve uitvoerings¬vormen en bijzonderheden van deze oplossing.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de vernieuwing wordt inhet volgende aan de hand van de tekeningen toegelicht:

Figuur 1 toont schematisch een wikkelinrichting met demagnetische steunlagers volgens de vernieuwing; figuur 2 toont het aanzicht van een doorsnede van dewikkeldoorn in het gebied van een magnetisch steunlager; figuur 3 toont het aanzicht van een langsdoorsnedelangs de snijlijn A-A van figuur 2.

Volgens figuur 1 omvat de inrichting voor het vervaar¬digen van vezelversterkte, rotatiesymmetrische wikkellicha-men een langgerekte wikkeIdoorn 1, waarvan de penvormigeeinden 2, 3 draaibaar gelagerd zijn in een lager 4, 5. Inaansluiting op het lager 4 bevindt zich een aandrijfaggre¬gaat 6, dat de wikkeldoorn om 2ijn lengteas in draaiingbrengt. De lagers 4, 5 en het aandrijf aggregaat 6 zijngemonteerd op een staander 7. Verder bezit de inrichting eenop een geleider evenwijdig aan de lengteas van de wikkel¬doorn 1 verrijdbare slede 9, die is uitgerust met een vezel-toevoerinrichting 10, met behulp waarvan de in een hardbarekunststof gedrenkte vezels of vezelstrengen 11 op de wikkel¬doorn 1 worden gewikkeld.

Zoals verder in fig. 1 te zien is, zijn tussen de beidelagers 4 en 5 twee als tussenlagering dienende magnetischesteunlagers 12a, b en 13a, b verschaft, die de doorbuigingvan de wikkeldoorn 1 tegenwerken. De dragers 12b en 13b zijneveneens op de staander 7 gemonteerd.

Volgens de figuren 2 en 3 bestaat de wikkeldoorn terplaatse van de steunlagers uit twee in één vlak samengevoeg¬de en door een schroefverbinding ld, le axiaal tegen elkaargeklemde delen la en lb. Het ene deel lb bezit een perifereringkamer 1c, waarin elkaar tot een magneetring 12a aanvul¬lende afzonderlijke magneten 12c door middel van een kleef-laag 14 zijn vastgelijmd. Na het vastlijmen van de afzonder¬lijke magneten 12c en het tegen elkaar klemmen van de doorn-delen la en lb worden de laatstgenoemde gemeenschappelijkdolgedraaid.

Onder de magneetring 12a is op de staander een 120*-magneetdrager 12b aangebracht, die eveneens uit afzonderlij¬ke magneten is samengesteld.

Tussen de magneetdrager 12b en het wikkeldoorndeel lbmet de magneetring 12a is een spleet 15 overgelaten, waarvande wijdte kan worden ingesteld door het verstellen van demagneetdrager 12b.

De afzonderlijke elementen 12c bestaan uit sterk ener-giedichte magneetmaterialen zoals Sm,C0„ of NdFeB (handels- naam "Vacomax" resp. "Vacodym"). Daarbij is de aanbrengingvan de afzonderlijke magneten zo getroffen, dat hun naar despleet 15 gekeerde polen gelijkgericht zijn. Voor de dragerskunnen ook elektromagneten met gescheiden ingebrachte in' regelbare bekrachtigingsstromen verschaft worden, zoals ditbijvoorbeeld in DE-32 12 834 C2 voor een doorbuigingswalsmet magnetische doorbuigingscompensatie is beschreven.

Bij wikkeldoorns met een lengte van verscheidene metersen diameters van bijvoorbeeld 20 tot 100 mm kan de doorbui-i ging verscheidene millimeters bedragen. Het aantal aan tebrengen steunlagers richt zich daarom naar de in het afzon¬derlijke geval toelaatbare maximale doorbuiging en de magne¬tische compensatiekrachten. De hoek a, waarmee de dragers12b, 13b de wikkeldoorn 1 op de steunplaatsen omsluiten,richt zich eveneens naar de benodigde magneetlagerkracht ende ingestelde wijdte van de spleet 15 en bedraagt bij voor¬keur tot 120*.

Claims (6)

1» Inrichting voor het vervaardigen van vezelversterk-te, rotatiesymmetrische wikkellichamen, bestaande uit a) een langgerekte wikkeldoorn met twee penvormigeeinden, die b) elk in een op een staander gemonteerd lager draai¬baar gelagerd zijn, c) een draaiaandrijving voor de wikkeldoorn, evenals d) tenminste één evenwijdig aan de lengteas van dewikkeldoorn verrijdbare slede, die is uitgerust met één ofmeer vezeltoevoerinrichtingen, met behulp waarvan de in eenhardbare kunststof gedrenkte vezels of vezelstrengen op dewikkeldoorn worden gewikkeld, met het kenmerk, dat e) tussen de beide lagers (4, 5) één of meer als tus-senlagering dienende magnetische steunlagers (12a/b, 13a/b)zijn verschaft, die de doorbuiging van de wikkeldoorn (l)tegenwerken.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de wikkeldoorn fl) ter plaatse van de steunlagers eenringvormige kamer (lc) bezit, waarin een uit afzonderlijkemagneten (12c) samengestelde magneetring (12a) aangebrachtis, en dat onder vrijlating van een spleet (15) op de staan¬der (7) een met de magneetring (12a) corresponderende tegen-magneet in de gedaante van een magneetdrager (12b) is aange¬bracht, die eveneens uit afzonderlijke magneten (12c) issamengesteld, waarbij de naar de spleet (15) toegekeerdepolen van de afzonderlijke magneten (12c) van magneetring(12a) en drager (12b) gelijk gericht zijn, en dat de wijdtevan de spleet (15) kan worden ingesteld door het verstellenvan de drager (12b).

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat tenminste de afzonderlijke magneten (12c) van de mag¬neetring (12a) bestaan uit sterk energiedichte magneetmate-rialen zoals SmaC0i7 of NdFeB.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat de wikkeldoorn (1) ter plaatse van de steunlagers be¬staat uit twee samengevoegde en axiaal tegen elkaar geklemde delen (la en lb) bestaat, waarbij het ene deel (lb) de peri¬fere ringkamer (lc) bezit, waarin de elkaar tot de magneet-ring (12a) aanvullende afzonderlijke magneten (12c) zijnvastgelijmd.

5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat de magneten van de dragers elektromagneten zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat afhankelijk van de benodigde magneetlagerkracht eningestelde wijdte van de spleet (15) de drager een hoek (a)tot 120" maakt.