NL9302070A - Fire hydrant. - Google Patents
Fire hydrant. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9302070A NL9302070A NL9302070A NL9302070A NL9302070A NL 9302070 A NL9302070 A NL 9302070A NL 9302070 A NL9302070 A NL 9302070A NL 9302070 A NL9302070 A NL 9302070A NL 9302070 A NL9302070 A NL 9302070A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- fire hydrant
- casing
- grooves
- spindle nut
- guide grooves
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03B—INSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
- E03B9/00—Methods or installations for drawing-off water
- E03B9/02—Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
- E03B9/08—Underground hydrants
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03B—INSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
- E03B9/00—Methods or installations for drawing-off water
- E03B9/02—Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
- E03B2009/022—Hydrants with a tubular valve seat
Description
Korte aanduiding: Brandkraan.Short designation: Fire hydrant.
De uitvinding betreft een brandkraan, bestaande uit een als buis dienende manteltalie, die met zijn benedeneinde op de waterleiding is aangesloten, van binnen een klepzitting heeft en aan zijn boveneinde net een losneembaar bovendeel, bijvoorbeeld een deksel, is afgesloten, en uit een binnengarnituur cawattende een in het bovendeel gelegerde spil net een kleplidhaam en een in axiale richting langs de mantel buis geleide spilmoer.The invention relates to a fire hydrant, consisting of a casing serving as a pipe, which is connected to the water pipe with its lower end, which has a valve seat on the inside and which has a detachable top part, for example a lid, at its top end, and which is made from an inner set. a spindle alloyed in the upper part with a valve body and a spindle nut guided in axial direction along the casing tube.
Brandkranen van het hierboven genoemde type warden toegepast als ondergrondse of bovengrondse brandkraan. Bij uitvoering als ondergrondse brandkraan heeft de mantelbuis aan zijn boveneinde, dat zich op grondniveau bevindt, een het bovendeel vormend deksel, waarin de spil van het binnengarnituur is gelegerd, alsmede een zijdelings uitstekende, naar boven gerichte aansluiting voor een standpijp met de benodigde afvoer-stcrapen en armaturen. Bij uitvoering als bovengrondse brandkraan is op de mantelbuis een axiaal cp één lijn daarmede gelegen bovenste pijp geplaatst, welke de afvoerstccpen en armaturen bevat en waar doorheen de spil loopt. Bij beide uitvoeringen bevindt zich de klepzitting in het gebied van het benedeneinde van de (onderste) manteltauis, waarbij het kleplidhaam in de regel radiaal afdicht en in het gebied van de klepzitting axiaal wordt geleid. Het kleplidhaam en de klepzitting vormen de hoofdafsluiting, welke door middel van de spil moet worden geopend, wanneer water benodigd is (DE-26 21 263 Al). Daarnaast zijn er brandkranen met een extra veiligheidsafsluiting onder de hoofdafsluiting. cp die plaats is de manteltalie dan verwijd, dan wel van een verwijd tussenstuk voorzien. In de verwijding bevindt zich een vlotterkogel of klep-schijf met veer^oorspanning, die in de sluitstand order invloed van de waterleidingdruk af dichtend tegen een klepzitting onder die van de hoofdafsluiting aanligt (EE 41 19 105 Al). Voor het openen van hoofd- en hulpafsluiting wordt het kleplichaam axiaal naar beneden bewogen, welk kleplidhaam daarbij de klepzitting aan de manteltalie passeert en de vlotterkogel (klepschijf) naar beneden drukt, zodat deze van zijn klepzitting wordt gelicht. Deze extra afsluiting werkt eveneens, wanneer het gehele binnergarnituur voor reparatie- of inspectiedoeleinden wordt gedemonteerd. Ook in dat geval wordt de vlotterkogel door de waterlei d ing-druk tegen de klepzitting gedrukt. In plaats van de beschreven veiligheidsafsluiting door middel van een vlotterkogel of klepschijf respectievelijk naast deze afsluiting zijn in de waterleiding in het gebied van de aansluiting van de brandkraan schuiforganen aangebracht cm de brand- kraan van de waterleiding af te sluiten.Fire hydrants of the above-mentioned type were used as an underground or above-ground fire hydrant. When constructed as an underground fire hydrant, the casing at its top end, which is located at ground level, has a cover forming the upper part, in which the spindle of the inner set is mounted, as well as a laterally projecting, upwardly directed connection for a standpipe with the required discharge pipe. scraping and fixtures. When constructed as an overhead fire hydrant, an axially aligned top pipe is placed on the casing tube, which contains the discharge pipes and fittings and through which the spindle runs. In both embodiments, the valve seat is located in the region of the lower end of the (lower) casing tube, the valve body generally sealing radially and guided axially in the region of the valve seat. The valve body and valve seat form the main seal, which must be opened by means of the spindle when water is required (DE-26 21 263 Al). In addition, there are fire hydrants with an additional safety shut-off under the main shut-off. At that location, the jacket is then widened or provided with a widened intermediate piece. In the widening is a float ball or valve disc with spring ear tension, which in the closed position orders the influence of the water pipe pressure sealing against a valve seat below that of the main shut-off (EE 41 19 105 A1). To open the main and auxiliary shut-off, the valve body is moved axially downwards, the valve body thereby passing the valve seat on the jacket and pushing the float ball (valve disc) downwards, so that it is lifted from its valve seat. This additional closure also works when the entire inner set is dismantled for repair or inspection purposes. In that case, too, the float ball is pressed against the valve seat by the water line pressure. Instead of the described safety shut-off by means of a float ball or valve disc, or next to this shut-off, sliders are arranged in the water pipe in the area of the connection of the fire hydrant to shut off the fire hydrant from the water pipe.
In de praktijk is gebleken, dat het ondanks de veiligheids-afsluiting met vlotterkogel en de mogelijkheid de brandkraan van de waterleiding af te sluiten, bij het uitnemen van de binnengamituur van de brandkraan voor inspectie- of reparatiedoeleinden scans tot ongelukken kcmt, doordat de binnengarnituur na het losnemen van het deksel van de mantel buis met een slag en als een projectiel naar tuiten wordt gedrukt. De oorzaak kan daarin zijn gelegen, dat verzuimd is de afsluitschuiven in de waterleiding te sluiten of dat deze niet goed afsluiten. In geval van een veiligheidsafsluiting met vlotterkogel of. klepschijf, die op zich voor een zelfstandige afsluiting moet zorgdragen, kan de oorzaak daarin zijn gelegen, dat zich in de verwijding van de mantelbuis een luchtkussen onder druk opbouwt en daardoor de vlotterkogel (klepschijf) niet op zijn klepzitting komt dan wel een vreemd lichaam daartussen geklemd zit en de kogel zijn veiligheidsfunctie dus niet kan vervullen.It has been found in practice that despite the safety shut-off with a float ball and the possibility to shut off the hydrant from the water pipe, scans can become accidents when the internal fittings of the hydrant are removed for inspection or repair purposes, because the interior fittings detaching the cover from the jacket tube with a stroke and being pushed to spouts like a projectile. The cause may lie in the failure to close the shut-off valves in the water pipe or that they do not close properly. In case of a safety shut-off with float ball or. valve disc, which itself must ensure an independent closure, can be caused by the fact that an air cushion builds up under pressure in the widening of the casing pipe and as a result the float ball (valve disc) does not get on its valve seat or a foreign body in between is clamped and the ball cannot fulfill its safety function.
De uitvinding nu beoogt de in de aanhef beschreven brandkraan onafhankelijk van zijn speciale type zo uit te voeren, dat het veiligheidsrisico bij demontage van de binnengarnituur wordt uitgeschakeld.The object of the invention is to design the fire hydrant described in the preamble, independently of its special type, in such a way that the safety risk when removing the interior fittings is eliminated.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat de axiale beweegbaarheid van de spilmoer in de richting van het bovendeel door een aanslag is begrensd en de spilmoer ten behoeve van het uitnemen van de binnengarnituur uit de mantelbuis kan worden vrijgemaakt van de aanslag.According to the invention, this object is achieved in that the axial movability of the spindle nut in the direction of the top part is limited by a stop and the spindle nut can be released from the stop for removing the inner set from the casing tube.
Terwijl bij de bekende brandkraan de axiale geleiding van de spilmoer naar boven toe epen is en dus bij druk van beneden en geopend bovendeel respectievelijk deksel de gehele binnengarnituur zich vrij naar boven kan bewegen, wordt door de uitvinding gewaarborgd, dat bij losgenomen bovendeel de spilmoer bij druk van onderen tegen de aanslag stuit en daardoor via de spilschroefdraad de spil en de gehele binnengarnituur wordt tegengehouden. Het in de mantelbuis dringende water loopt dan via de opening in het bovendeel weg en geeft dus aan, dat de afsluitschuiven niet of niet goed zijn gesloten. In geval van een veiligheidsafsluiting met vlotterkogel of klepschijf zal deze in de regel reeds tijdens de axiale beweging van de spilmoer, doch cp zijn laatst nadat deze tegen de aanslag is gestuit, cp zijn zitting kamen en daarmede de watertoevoer afsluiten. Is de afsluiting tot stand gekomen, dan kan de binnengarnituur door een extra handeling van de aanslag worden vrijgemaakt en tenslotte zonder gevaar uit de mantelbuis worden genomen.While in the known fire hydrant the axial guiding of the spindle nut is upwards and thus the entire inner set can move freely upwards when the pressure is pressed from below and the open top part or cover, the invention ensures that the spindle nut when the top part is removed pressure from below meets the stop and thereby the spindle and the entire inner set is stopped via the spindle thread. The water penetrating into the jacket pipe then drains through the opening in the top part and thus indicates that the shut-off slides are not closed or not closed properly. In the case of a safety shut-off with a float ball or valve disc, it will usually already come into its seat during the axial movement of the spindle nut, but at the latest after it has come into contact with the stop and thereby shut off the water supply. Once the closure has been effected, the inner set can be released from the stop by an extra action and finally removed from the casing without danger.
Gewoonlijk wordt de axiale geleiding van de spilmoer gevormd door tenminste twee tegenover elkaar gelegen, evenwijdig aan de as ver lopende geleidingsgroeven in de binnenwand van de mantelbuis en daarin grijpende geleidingsneuzen op de spilmoer. Zoals reeds is cpgemerkt, zijn deze geleidingsgroeven bij brandkranen volgens de stand van de techniek naar beven toe epen. Volgens een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm, van de uitvinding zijn de geleidingsgroeven aan hun boveneinde in een radiaal vlak, aider vorming van de aanslagen, gesloten en staan deze geleidingsgroeven in verbinding met naar beven toe open groeven, die ever gelijke hoeken ten opzichte van de geleidingsgroeven versprongen liggen.Usually, the axial guide of the spindle nut is formed by at least two opposite guide grooves running parallel to the axis in the inner wall of the casing and guide noses on the spindle engaging therein. As already noted, these guide grooves in prior art hydrants are flared. According to a preferred embodiment of the invention, the guiding grooves are closed at their upper end in a radial plane, forming the stops, and these guiding grooves are in communication with grooves open towards each other, which are ever equal angles to the guiding grooves staggered.
Bij deze uitvoeringsvorm wordt een soort bayonetsluiting gevormd, doordat de tegen de aanslag stuitende spilmoer pas na draaien ever een bepaalde hoek met zijn uitstékende geleidingsneuzen in de naar boven toe open groeven komt te vallen, zodat dan de binnengarnituur naar boven toe kan warden uitgenomen.In this embodiment, a type of bayonet closure is formed in that the spindle bouncing against the stop only falls after a certain angle with its protruding guide noses into the grooves open upwards, so that the inner set can then be removed upwards.
Eventueel kunnen in het radiale vlak ook meerdere naar boven toe epen groeven zijn aangebracht, waarvan het aantal een geheel veelvoud van de geleidingsgroeven is en waarvan telkens twee tegenover elkaar zijn gelegen, zodat de geleidingsneuzen op de spilmoer in meerdere hoék-posities in de naar boven open groeven kunnen treden.Optionally, a plurality of upwardly directed grooves can also be provided in the radial plane, the number of which is an integer multiple of the guide grooves and of which two are each located opposite each other, so that the guide noses on the spindle nut are positioned in several angled positions in the upwardly angled positions. open grooves can occur.
Volgens een doelmatige uitvoeringsvorm heeft de mantelbuis aan het boveneinde van de geleidingsgroeven een naar binnen gerichte, rondgaande verdikking, die de aanslag vormt en die naar boven open groeven heeft. Deze rondgaande verdikking kan giettechnisch zender problemen aan de mantelbuis worden gevormd. Voor het overige komt de breedte van de rondgaande verdikking ongeveer overeen met de diepte van de geleidingsgroeven, zodat de verdikking bij het uitnemen van het binnengarnituur het passeren van het kleplichaam niet hindert.According to an effective embodiment, the casing at the upper end of the guide grooves has an inwardly directed, circular thickening, which forms the stop and which has open grooves upwards. This circumferential thickening allows casting technology transmitter problems to be formed on the casing. Otherwise, the width of the circumferential thickening roughly corresponds to the depth of the guide grooves, so that the thickening does not hinder the passage of the valve body when the inner set is removed.
In het onderstaande wordt de uitvinding aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm nader beschreven. In de tekening tonen: fig. l een langsdoorsnede door een ondergrondse brandbraan met veiligheidsafsluiting in de sluitpositie; fig. 2 een met fig. 1 overeenkomende doorsnede tijdens het uitnemen van het binnengarnituur; fig. 3 een met fig. 2 overeenkomende doorsnede van een uitvoeringsvorm van de brandkraan zonder veiligheidsaf sluiting ; fig. 4 een doorsnede door een gedeelte van de mantelbuis, overeenkomstig fig. 1-3 en fig. 5 een doorsnede door een gedeelte van de mantelbuis volgens fig. 4, doch over 90° gedraaid.The invention will be described in more detail below with reference to an embodiment shown in the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a longitudinal section through an underground fire hydrant with safety shut-off in the closed position; Fig. 2 shows a section corresponding with Fig. 1 during the removal of the inner set; fig. 3 shows a cross-section corresponding with fig. 2 of an embodiment of the fire hydrant without safety shut-off; Fig. 4 is a section through a part of the casing tube, according to Fig. 1-3 and Fig. 5 is a section through a part of the casing tube according to Fig. 4, but rotated through 90 °.
De in fig. 1 en 2 getoonde brandkraan heeft een mantelbuis 1, die aan zijn boveneinde door een deksel 2 met schroeven 3 is afgesloten. Aan zijn benedeneinde heeft de mantel buis l een buikvormige verwijding 4, via welke de brandkraan op de niet getoonde waterleiding is aangesloten.The fire hydrant shown in Figs. 1 and 2 has a jacket pipe 1, which is closed at its top end by a cover 2 with screws 3. At its lower end, the jacket pipe 1 has a belly-shaped widening 4, via which the fire hydrant is connected to the water pipe (not shown).
De brandkraan heeft voorts een met 5 aangegeven binnen-gamituur, dat in hoofdzaak uit een axiaal in het deksel 2 geleide klep-spil 6, een spilmoer 7 en een hiermede verbonden klepstang 8, alsmede een aan het einde daarvan aangébracht kleplichaam bestaat. De mantelbuis 1 heeft in het bovenste gedeelte twee aan de binnenzijde tegenover elkaar gelegen, evenwijdig aan de buisas lopende geleidingsgroeven 10, die de van overeenkomstig uitgevoerde geleidingsneuzen 11 voorziene spilmoer 7 in axiale richting geleiden can de draaibeweging van de spil 6 in een hef-beweging van de klepstang 8 om te zetten.The fire hydrant furthermore has an inner score indicated by 5, which essentially consists of a valve spindle 6 guided axially in the cover 2, a spindle nut 7 and a valve rod 8 connected thereto, as well as a valve body arranged at the end thereof. The jacket pipe 1 has in the upper part two internally opposite guiding grooves 10 running parallel to the pipe axis, which guide the spindle nut 7 provided with correspondingly designed guide noses 11 in the axial direction to rotate the spindle 6 in a lifting movement. valve stem 8.
Het kleplichaam 9 werkt radiaal af dichtend samen met een bus-vormige klepzitting 12 in het onderste gedeelte van de mantelbuis 1. Het onderste gedeelte van het kleplichaam 1 is hiertoe in hoofdzaak cilindrisch uitgevoerd, terwijl het in hoofdzaak axiaal naar boven toe verlopende vleugels 13 voor het geleiden van de klepstang 8 heeft. Het kleplichaam 9 vormt roet de klepzitting 12 de hoofdafsluiting van de brandkraan.The valve body 9 acts radially sealingly together with a sleeve-shaped valve seat 12 in the lower part of the jacket pipe 1. The lower part of the valve body 1 is designed for this purpose essentially cylindrical, while the wings 13 extending substantially axially upwards guiding the valve rod 8. The valve body 9 forms the valve seat 12 in the main shut-off of the fire hydrant.
In de buikvormige verwijding 4 is een vlotterkogel 14 aangebracht, die als veiligheidsafsluiting dient en met een klepzitting 15 op de overgang tussen de mantelbuis 1 en de buikvormige verwijding 4 samenwerkt. In plaats daarvan kan ook een onder veer-voorspanning staande klepschijf zijn toegepast.A float ball 14 is provided in the belly-shaped widening 4, which serves as a safety seal and cooperates with a valve seat 15 on the transition between the casing 1 and the belly-shaped widening 4. A spring-loaded valve disc may also be used instead.
In de in fig. 1 getoonde sluitpositie van de brandkraan dicht het kleplichaam 9 tegen de klepzitting 12 af, terwijl bovendien onder invloed van de van beneden af werkende waterdruk de vlotterkogel 14 tegen de klepzitting 15 af dicht. Voor het openen van de brandkraan wordt de 1 klepstang 8 door middel van de spil 6 naar beneden bewogen, zodat de in een uitholling van het kleplichaam 9 grijpende vlotterkogel 14 naar beneden toe in de buikvormige verwijding 4 wordt teruggedrukt. Het kleplichaam 9 treedt met zijn af dichtende gedeelte door de klepzitting 12 heen en ligt in dit gebied nog slechts roet de vleugels 13 tegen de klep-i zitting aan, zodat het water tussen deze vleugels door naar boven in de mantelbuis 1 kan stromen. Voor het afsluiten van de brandkraan wordt de spil 6 teruggedraaid totdat - eventueel met een desbetreffende aanwijzing cp de handgreep van de spil - het kleplichaam 9 zich weer in de sluitpositie bevindt.In the closing position of the fire hydrant shown in Fig. 1, the valve body 9 seals against the valve seat 12, while, moreover, under the influence of the water pressure acting from below, the float ball 14 seals against the valve seat 15. To open the fire hydrant, the valve rod 8 is moved downwards by means of the spindle 6, so that the float ball 14 engaging a hollow of the valve body 9 is pushed downwards into the belly-shaped widening 4. The valve body 9 passes with its sealing part through the valve seat 12 and in this area only the wings 13 sootly rest against the valve seat, so that the water between these wings can flow upwards into the jacket pipe 1. To shut off the fire hydrant, the spindle 6 is turned back until - if necessary with a corresponding indication on the spindle handle - the valve body 9 is again in the closed position.
Voor het uitnemen van het binnengarnituur 5 voor inspectie- of reparatiedoeleinden wordt de klepstang 8 door middel van de spil 6 en de spilmoer 7 naar boven bewogen en worden de moer 3 en daarmpdA het deksel 2 losgenomen, zoals aangegeven in fig. 2. Bij deze demontage wordt de mantel buis 1 door middel van de vlotterkogel 14, die ander invloed van de waterdruk tegen de klepzitting 145 wordt aangedrukt, van de waterleiding afgesloten.To remove the inner set 5 for inspection or repair purposes, the valve rod 8 is moved upwards by means of the spindle 6 and the spindle nut 7 and the nut 3 and therefore the cover 2 are loosened, as shown in fig. disassembly, the jacket pipe 1 is closed off from the water pipe by means of the float ball 14, which other pressure of the water pressure is pressed against the valve seat 145.
Bij de in fig. 3 getoonde uitvoering zonder extra afsluiting, waarbij zich in de buikvormige verwijding dus geen vlotterkogel bevindt, dienen voor de demontage van het binnengarnituur 5 de in de waterleiding aanwezige afsluitschuiven te worden gesloten.In the embodiment shown in fig. 3 without an additional closure, so that there is no float ball in the belly-shaped widening, the shut-off valves present in the water pipe must be closed before disassembling the inner set 5.
Wanneer bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 de afsluitschuiven in de waterleiding niet of niet voldoende worden gesloten, of wanneer de vlotterkogel 14 bij de uitvoeringsvorm volgens fig. l en 2 niet naar boven tegen de klepzitting 15 wordt aangedrukt, omdat zich bijvoorbeeld in de buikvormige verwijding 4 een onder druk staand luchtkussen of een vreemd lichaam bevinden, kan onder invloed van de van beneden af op het kleplichaam 9 werkende druk het binnengarnituur 5 bij geopend deksel 3 naar boven en naar buiten worden gedrukt. Cm dit te verhinderen zijn de evenwijdig aan de as van de mantelbuis verlopende geleidingsgroeven 10 aan hun boveneinden gesloten door een aanslag 16, waartegen bij het naar boven drukken van het binnengarnituur 5 de spilmoer 7 stuit, zodat het gehele binnengarnituur wordt tegengehouden. Dit wordt nader getoond in fig. 4 en 5. De aanslag 16 wordt gevormd door een rondgaande verdikking 17, die vanaf de binnenwand van de mantelbuis 1 naar binnen uitstekend is aangegoten. De breedte van de verdikking 17 komt ongeveer overeen met de diepte van de geleidingsgroeven 10; de binnendiameter ervan is in elk geval een weinig groter dan de buitendiameter van het kleplichaam 9. De rondgaande verdikking 17 is voorzien van tenminste twee tegenover elkaar liggende, in axiale richting open groeven 18, die in gelijke mate ten opzichte van de geleidingsgroeven 10 versprongen zijn aangebracht, zoals dit in het bijzonder blijkt uit fig. 5. Elke geleidingsgroef 10 staat aldus via een in cmtreksrichting verlopende groef 19 in verbinding met een der beide open groeven 18. De aan de onderzijde tegen de rondgaande verdikking 17 stuitende spilmoer kan door draaien over een met de hoekafstand tussen de geleidingsgroef 10 en de groef 18 overeenkomende hoek worden gébracht in een positie, waarin de geleidingsneuzen 11 aan de spilmoer 7 in de axiaal open groeven 18 grijpen. In deze positie kan dan het gehele biraïengarnituur 5 uit de mantelbuis i worden genomen, doch dan wel eerst dan, wanneer bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 en 2 de vlotterkogel 14 na het verdringen van de lucht of het wegspoelen van eventueel aanwezige vreemde lichamen in de verwijding 4 in de gesloten stand is gekomen, dan wel bij de uit-ί voeringsvorm volgens fig. 3 de afsluitschijven in de waterleiding op de jusite wijze zijn gesloten. Een aanwijzing daarvoor is, dat van boven geen water meer uit de mantelbuis 1 treedt.When the shut-off valves in the water pipe are not closed or not closed sufficiently in the embodiment according to Fig. 3, or when the float ball 14 in the embodiment according to Figs. 1 and 2 is not pressed upwards against the valve seat 15, because, for example, the belly-shaped widening 4 are a pressurized air cushion or a foreign body, under the influence of the pressure acting on the valve body 9 from below, the inner set 5 can be pressed upwards and outwards with the lid 3 open. To prevent this, the guide grooves 10 running parallel to the axis of the casing are closed at their upper ends by a stop 16, against which the spindle nut 7 abuts when the inner set 5 is pressed upwards, so that the entire inner set is retained. This is shown in more detail in Figs. 4 and 5. The stop 16 is formed by a circular thickening 17, which is cast inwards from the inner wall of the casing 1. The width of the bead 17 approximately corresponds to the depth of the guide grooves 10; the inner diameter thereof is in any case slightly greater than the outer diameter of the valve body 9. The circumferential thickening 17 is provided with at least two opposite axially open grooves 18 which are offset in equal measure with respect to the guide grooves 10 as shown in particular in fig. 5. Each guiding groove 10 is thus connected via a circumferential groove 19 to one of the two open grooves 18. The spindle nut bouncing against the circumferential thickening 17 can rotate over an angle corresponding to the angular distance between the guide groove 10 and the groove 18 is brought into a position in which the guide noses 11 on the spindle nut 7 engage in the axially open grooves 18. In this position, the entire birai set 5 can then be taken out of the casing tube i, but only then, if, in the embodiment according to fig. 1 and 2, the float ball 14 after displacing the air or flushing away any foreign bodies present in the widening 4 has come to the closed position, or in the embodiment according to Fig. 3 the sealing discs in the water pipe are closed in the correct manner. An indication of this is that no more water exits from the jacket pipe 1 from above.
Slechts berwille van de volledigheid wordt nog opgemerkt, dat het bij de in fig. 1-5 getoonde brandkraan om een ondergrondse brandkraan i gaat. Deze heeft derhalve, zoals fig. 5 laat zien, in het bovenste gedeelte een zijdelingse verbreding 20 met een afzonderlijke opening 21, die cp een niet nader weergegeven wijze is afgesloten en waarop na het openen van de afsluiting een standpijp met de armaturen kan worden aangesloten. Bij een bovengrondse brandkraan, die in de tekening niet is i getoond, ontbreekt die zijdelingse verbreding 20 en is op de mantelbuis 1 een als huis dienende bovenste buis met een aan het kopse einde afgesloten bovenste buis geplaatst, welks de afvoerstcmpen en armaturen heeft. De spil is in de bovenste afsluiting gelegerd en strekt zich door deze buis heen tot in de mantelbuis.It is only noted for the sake of completeness that the fire hydrant shown in Figs. 1-5 is an underground fire hydrant. It therefore has, as shown in Fig. 5, in the upper part a lateral widening 20 with a separate opening 21, which is closed in a manner not shown in more detail and to which a standpipe with the fittings can be connected after opening the closure . In an above-ground fire hydrant, not shown in the drawing, this lateral widening 20 is missing and on top of the jacket pipe 1 a top tube serving as a housing with a top tube closed at the end end, which has the discharge pipes and fittings, is placed. The spindle is alloyed in the top closure and extends through this tube into the casing.
))
Claims (5)
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE4243756 | 1992-12-23 | ||
DE4243756A DE4243756C2 (en) | 1992-12-23 | 1992-12-23 | hydrant |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9302070A true NL9302070A (en) | 1994-07-18 |
NL192532B NL192532B (en) | 1997-05-01 |
NL192532C NL192532C (en) | 1997-09-02 |
Family
ID=6476320
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9302070A NL192532C (en) | 1992-12-23 | 1993-11-30 | Fire hydrant. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT399741B (en) |
DE (1) | DE4243756C2 (en) |
LU (1) | LU88432A1 (en) |
NL (1) | NL192532C (en) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5901738A (en) * | 1997-10-20 | 1999-05-11 | Miller; Wayne Edwin | Portable fire hydrant |
RS62309B1 (en) * | 2017-10-16 | 2021-09-30 | Vonroll Infratec Invest Ag | Shut-off device for use in a hydrant, hydrant and main valve seat |
EP4256143A1 (en) * | 2020-12-01 | 2023-10-11 | vonRoll infratec (investment) ag | Hydrant, method for disassembly of a spindle arrangement from a hydrant and method for assembly of a spindle arrangement in a hydrant |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7307524U (en) * | 1973-02-28 | 1973-06-07 | Waldenmaier J Erben Sueddeutsche Armaturenfabrik | ABOVE FLOOR HYDRANT IN PERFORMANCE |
DE2621163C3 (en) * | 1976-05-13 | 1978-11-16 | Bopp & Reuther Gmbh, 6800 Mannheim | Underground hydrant |
FR2499417A1 (en) * | 1981-02-12 | 1982-08-13 | Pont A Mousson | CONTROL MECHANISM FOR FIRE POST |
DE4119105C2 (en) * | 1991-03-22 | 1994-09-01 | Bopp & Reuther Ag | Underfloor hydrant |
-
1992
- 1992-12-23 DE DE4243756A patent/DE4243756C2/en not_active Expired - Lifetime
-
1993
- 1993-11-10 AT AT0227793A patent/AT399741B/en not_active IP Right Cessation
- 1993-11-30 NL NL9302070A patent/NL192532C/en not_active IP Right Cessation
- 1993-12-01 LU LU88432A patent/LU88432A1/en unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AT399741B (en) | 1995-07-25 |
NL192532C (en) | 1997-09-02 |
DE4243756A1 (en) | 1994-07-07 |
ATA227793A (en) | 1994-11-15 |
NL192532B (en) | 1997-05-01 |
LU88432A1 (en) | 1994-10-03 |
DE4243756C2 (en) | 1996-08-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3586019A (en) | Fire hydrant | |
US7516751B2 (en) | Wet barrel fire hydrant flow preventer | |
US3532109A (en) | Tamper proof fire hydrant | |
US3036594A (en) | Universal position check valve | |
AU2006312793A1 (en) | Double seat valve | |
US6149125A (en) | Positively controlled ball valve | |
NL9302070A (en) | Fire hydrant. | |
US5948128A (en) | Flanged condensate removal system with removable insert | |
US4922950A (en) | Unitized disc flow control assembly for a restrictor valve | |
NL7906371A (en) | DEVICE INSULATING A RELIEF VALVE. | |
US4512363A (en) | Slide valve | |
US6206021B1 (en) | Sleeve valve with clean out section | |
US4790342A (en) | Fire hydrant valve actuator | |
US2611644A (en) | Projectable nozzle lawn sprinkler | |
US2630823A (en) | Main valve for fire hydrants | |
US2094812A (en) | Flow control heab | |
DK164713B (en) | Shut-off valve | |
CN210164915U (en) | Small and medium drift diameter lifting type water hammer prevention stop valve | |
US3543789A (en) | Receiving valve | |
KR100758995B1 (en) | Water control valve system | |
US5915846A (en) | Drain apparatus with unclogging device | |
GB2309063A (en) | Valve with removable control member | |
RU2154725C1 (en) | Gear to render mouth well-head tight | |
AU751891B2 (en) | Spring hydrant | |
US242243A (en) | Fire-hydrant |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
SNR | Assignments of patents or rights arising from examined patent applications |
Owner name: JOHANNES ERHARD, H. WALDENMAIER ERBEN SUEDDEUTSCHE Owner name: IWKA INDUSTRIEANLAGEN GMBH |
|
TNT | Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications |
Owner name: JOHANNES ERHARD, H. WALDENMAIER ERBEN SUEDDEUTSCHE Owner name: VAG - ARMATUREN GMBH |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20070601 |