NL7906371A

NL7906371A - DEVICE INSULATING A RELIEF VALVE.

Info

Publication number: NL7906371A
Application number: NL7906371A
Authority: NL
Original assignee: Bs & B Safety Systems Ltd
Priority date: 1978-08-24
Filing date: 1979-08-23
Publication date: 1980-02-26
Also published as: BR7905396A; FR2434323A1; AU5021079A; IT7925038A0; BE878403A; GB2028426A; IT1122464B; GB2028426B; CA1127499A; DE2934001A1; JPS5544184A; FR2434323B1

Description

\ VO 8237 B.S. & B. Safety Systems Inc.\ VO 8237 B.S. & B. Safety Systems Inc.

Tulsa, OklahomaTulsa, Oklahoma

Verehigde Staten van AmerikaUnited States of America

Inrichting ter isolatie van een ontlastingsklep.Device to isolate a relief valve.

Be uitvinding heeft betrekking op een inrichting ter isolatie van een drukontlastingsklep.The invention relates to a device for insulating a pressure relief valve.

Ter bescherming van vaten of systemen,waarin fluïdumdruk heerst tegen het bereiken van omstandigheden,waarbij overdruk optreedt, 5 worden door een veer te bedienen ontlastingskleppen rechtstreeks aangesloten op de vaten of systemen zonder dat daar afsluitkleppen tussen worden geplaatst,zodat de ontlastingskleppen niet onbedoeld uit bedrijf kunnen worden genomen.To protect vessels or systems in which fluid pressure prevails against the achievement of overpressure conditions, 5 spring-operated relief valves connect directly to the vessels or systems with no shut-off valves placed between them so that the relief valves are not inadvertently shut down can be taken.

Van een scheurschijf voorziene drukontlastingsinrichtingen wor- — 10 den ook toegepast ter verschaffing van extra bescherming tegen te hoge druk,waarbij de door een veer te bedienen ontlastingskleppen gewoonlijk zodanig worden afgesteld, dat de te hoge druk wordt opgeheven bij een lagere druk dan nodig is ter opening van scheurschijf inrichtingen, aangezien ontlastingskleppen zich weer automa-15 tisch sluiten ,nadat een overdruktoestand is opgeheven,waardoor kan worden vermeden, dat het noodzakelijk is, dat de werking wordt onderbroken ter vervanging van onderdelen enz.Tear-type pressure relief devices are also used to provide additional overpressure protection, wherein the spring-operated relief valves are typically adjusted to release the excess pressure at a lower pressure than is necessary to opening of tear-disk devices, since relief valves close again automatically after an overpressure condition has been released, thereby avoiding the need to interrupt operation to replace parts, etc.

Wanneer de door een veer te bedienen ontlastingskleppen voortdurend worden blootgesteld aan fluïdumdruk, gaan de klepzittingen 20 dikwijls slijten of corroderen met als gevolg lekkage van fluïdum en/of onjuiste werking van de ontlastingsklep. In verband hiermee zijn veiligheidsvoorschriften vastgesteld, die periodiele beproeving en onderhoud van ontlastingskleppen vereisen,waarvoor nodig is, dat de vaten of systemen,die worden beschermd tijdelijk buiten 25 bedrijf worden gesteld.When the spring-operated relief valves are continuously exposed to fluid pressure, the valve seats 20 often wear or corrode, resulting in fluid leakage and / or improper operation of the relief valve. In this regard, safety regulations have been established that require periodic testing and maintenance of relief valves, which requires the vessels or systems to be protected to be temporarily decommissioned.

Teneinde deze moeilijkheden te overwinnen, zijn ontlastings-klepisoleerinrichtingen van het seheurbare type gemonteerd tussen de ontlastingsklep en het vat of systeem,waarbij deze inrichting is voorzien van een scheurbaar orgaan, dat dient ter isolatie van 30 de ontlastingsklep van het onder druk staande fluïdum en dat is \ \ 7906371In order to overcome these difficulties, releasable relief valve isolating devices are mounted between the relief valve and the vessel or system, this device including a tearable member, which serves to isolate the relief valve from the pressurized fluid and which is \ \ 7906371

Aa

2 ontworpen ora te scheuren bij een druk, die iets lager is dan of gelijk aan de druk,waarop de ontlastingsklep is afgesteld ora open te gaan.2 designed to rupture at a pressure slightly less than or equal to the pressure at which the relief valve is adjusted to open.

Reeds bestaande ontlastingsklepisoleerinrichtingen bezitten 5 veelal zodanige afmetingen, dat,wanneer ze moeten worden gemonteerd in een bestaand systeem,dat is voorzien van een uitlaatleiding,die is aangesloten op de uitlaatpoort van de ontlastingsklep, deze laatstgenoemde omhoog moet worden gebracht ter opneming van de iso-leerinrichting,hetgeen wijziging van de uitlaatleiding noodzakelijk Ί0 maakt. De moeilijkheden en kosten, die aan dergelijke wijzigingen zijn verbonden, hebben er dikwijls toe geleid, dat van toepassing van de isoleerinrichting werd afgezien.Pre-existing relief valve isolators are often sized such that, when they are to be mounted in an existing system, which includes an exhaust line connected to the exhaust port of the relief valve, the latter must be raised to accommodate the iso- learning device, which necessitates modification of the exhaust pipe Ί0. The difficulties and costs associated with such changes have often led to the use of the isolator being dispensed with.

Bovendien’zijn reeds bestaande isoleerinrichtingen samengesteld uit verscheidene delen,die moeten worden gemonteerd,wanneer de in-15 richting is geïnstalleerd,hetgeen aanleiding kan geven tot het ma ken van fouten, bijvoorbeeld het onderste boven monteren van de scheurschijf, niet-uitgelijnd zijn van de scheurschijf en het op onjuiste manier monteren van het hele samenstel, zodat dit niet goed zal werken.In addition, pre-existing insulators are composed of several parts, which must be mounted when the device is installed, which may give rise to mistakes, for example mounting the tear disc upside down, being misaligned the tear disc and improperly assembling the entire assembly so that it will not function properly.

20 Volgens de uitvinding wordt een isoleerinrichting verschaft, die kan worden aangebracht tussen het ringvormige zittingsoppervlak van het inlaatmondstuk van de fluïdumdrukontlastklep en het bijbehorende oppervlak van de inlaatflens waaraan de ontlastingsklep en het inlaatmondstuk moeten worden verbonden, waarbij de 25 isoleeronrichting is voorzien van een steunorgaan,dat is uitge voerd met een cilindrisch gedeelte, dat zich uitstrekt in het inwendige van de inlaatflens en een zich radiaal uitstrekkend ringvormig vlak flensgedeelte, dat zich aan het ene einde van dat cilindrische gedeelte bevindt en een scheurbaar orgaan in de vorm 50 van een omgekeerd knikkende scheurschijf, die is voorzien van in kepingen, terwijl de scheurschijf afdichtend is vastgelast aan het andere einde van het cilindrisch gedeelte.According to the invention there is provided an isolation device which can be arranged between the annular seating surface of the inlet nozzle of the fluid pressure relief valve and the associated surface of the inlet flange to which the relief valve and the inlet nozzle are to be connected, the isolation device being provided with a support member, which is formed with a cylindrical portion extending into the interior of the inlet flange and a radially extending annular flat flange portion located at one end of that cylindrical portion and a tearable member in the form of an inverse kink tear disc, which is provided with notches, while the tear disc is welded sealingly to the other end of the cylindrical part.

Een dergelijke inrichting kan zijn uitgevoerd als een uit één geheel bestaande constructie, die niet op onjuiste wijze kan wor-55 den samengesteld of geïnstalleerd en waarbij veranderingen, die ΛSuch a device may be a one-piece construction, which cannot be assembled or installed improperly and where changes which

i Ji J

•s ' 790 63 7 1 u 3 nootzakelijk zijn aan zich stroomafwaarts bevindende leidingen van bestaande systemen tot een minimum kunnen worden beperkt.• s' 790 63 7 1 u 3 the downstream piping of existing systems can be kept to a minimum.

Wanneer de inrichting volgens de uitvinding wordt aangebracht tussen het inlaatmondstuk van een ontlastingsklep en de inlaatflens 5 waaraan de ontlastingsklep is verbonden, bevindt de scheurschijf daarvan zich op voldoende afstand van het inlaatmondstuk, waardoor volledig open gaan van de scheurschijf kan worden gegarandeerd.When the device according to the invention is arranged between the inlet nozzle of a relief valve and the inlet flange 5 to which the relief valve is connected, its tearing disc is at a sufficient distance from the inlet nozzle, so that a complete opening of the tearing disc can be guaranteed.

2e uitvinding zal thans worden bescnreven onder verwijzing naar de tekening, waarin : 10 Fig. 1 een verticale doorsnede is van een ontlastingsklep, die is aangesloten op een inlaatflens,waarbij de inrichting volgens de uitvinding daartussen is geplaatst; fig, 2 is een verticale doorsnede op grotere schaal van een gedeelte van de inrichting volgens fig. 1, na het scheuren van de 15 scheurschijf ; en fig. 3 is een aan—zicht in perspectief van de verschillende uiteengenomen delen van de inrichting volgens de uitvinding,voordat die delen aan elkaar zijn gelast.2nd invention will now be described with reference to the drawing, in which: FIG. 1 is a vertical sectional view of a relief valve connected to an inlet flange with the device of the invention interposed therebetween; FIG. 2 is an enlarged vertical sectional view of a portion of the device of FIG. 1 after tearing the tear disc; and FIG. 3 is a perspective view of the various exploded parts of the device according to the invention before those parts are welded together.

In fig. 1 van de tekening is de inrichting volgens de uitvin-20 ding, in het algemeen aangeduid met nummer 10, afgeheeld zoals de ze is gemonteerd tussen een ontlastingsklep 12 en de inlaatflens 14 daarvan, 2e ontlastingsklep 12 omvat een huis 16, dat is voorzien van een flens 18 ter verbinding aan de inlaatflens 14 door een aantal tapeinden en moeren.In Fig. 1 of the drawing, the device according to the invention, generally denoted by number 10, is tilted as it is mounted between a relief valve 12 and its inlet flange 14, 2nd relief valve 12 includes a housing 16, which includes a flange 18 for connection to the inlet flange 14 through a number of studs and nuts.

25 Sen uitlaatflens 20 is verschaft ter verbinding aan een comple mentaire flens, die op zijn beurt kan worden bevestigd aan een stroomafwaarts gelegen leiding (niet afgebeeld) ter geleiding van fluïdums, die door de ontlastingsklep 12 naar een daarvoor bestemde plaats stromen.An outlet flange 20 is provided for connection to a complementary flange, which in turn can be attached to a downstream conduit (not shown) to conduct fluids flowing through relief valve 12 to a designated location.

30 Een inlaatmondstuk 22 is vastgeschroefd in het inwendige van de flens 18 en steekt uit in het inwendige van het huis 16. Het boveneinde 24 van het inlaatmondstuk 22 eindigt in een cirkelvormige poort,waartegen aansluit een klepschijf 36,die wordt gedragen door een klepsteel 38, welke schuifbaar is opgenomen in een bus 39» 35 waarbij die delen gezamenlijk een kleporgaan 26 vormen. Het onder» 7906371 « 4 einde van het inlaatmondstuk 22 omvat een ringvormige flens 28,die is uitgevoerd met een ringvormig zittingsoppervlak 30 voor ingrij-ping met een ringvormig zittingsoppervlak 32, dat is aangebracht aan de inlaatflens 14« 5 Bus 39 is verbonden aan een plaat 40, die klephuis 16 af sluit en fluïdums naar de doorgang in uitlaatflens 20 leidt.An inlet nozzle 22 is screwed into the interior of the flange 18 and protrudes into the interior of the housing 16. The top end 24 of the inlet nozzle 22 terminates in a circular port, against which adjoins a valve disc 36 carried by a valve stem 38 which is slidably received in a sleeve 39 »35, said parts together forming a valve member 26. The lower end of the inlet nozzle 22 includes an annular flange 28 formed with an annular seating surface 30 for engagement with an annular seating surface 32 mounted on the inlet flange 14 5 Bush 39 connected to a plate 40, which closes valve housing 16 and directs fluids to the passage in outlet flange 20.

Aan klephuis 16 is door bouten bevestigd een veerhuis 42, waarin is aangebracht een veerbelastingmiddel 44 omvattende een klepsteel 46, die onderaan is voorzien van een bolvormig einde, 10 dat aansluit tegen het boveneinde van de klepsteel 38. Het boven einde 50 van de klepsteel 46 is op en neer beweegbaar gemonteerd in een veerafstelbus 52, die in veerhuis 42 is geschroefd. Een veer 58 is gemonteerd tussen een bovenste en een onderste onderlegring-54 en 58, en rond de klepsteel 48,teneinde de klepsteel 48 en het 15 kleporgaan 26 in de gesloten stand te drukken. De op klepsteel 48 en kleporgaan 26 uitgeoefende druk kan worden vergroot of verkleind door de in veerhuis 42 geschroefde veerafstelbus 52 te draaien,waardoor deze omlaag of omhoog zal worden verplaatst.Bolt-mounted to valve housing 16 is a spring housing 42, into which is mounted a spring load means 44 comprising a valve stem 46 which is provided at the bottom with a spherical end 10 which abuts against the upper end of valve stem 38. The upper end 50 of valve stem 46 is movably up and down in a spring adjusting sleeve 52 screwed into spring housing 42. A spring 58 is mounted between an upper and a lower washer 54 and 58, and around the valve stem 48 to push the valve stem 48 and the valve member 26 into the closed position. The pressure applied to valve stem 48 and valve member 26 can be increased or decreased by rotating the spring adjusting sleeve 52 screwed into spring housing 42, which will displace it down or up.

Aangezien het gedeelte van de inrichting 10,dat is vastge-20 klemd tussen het inlaatmondstuk 22 en de inlaatflens 14 dun is, zal door het aanbrengen ervan de ontlastingsklep 12 ten opzichte van de inlaatflens 14 slechts over heel kleine afstand omhoog worden verplaatst,waardoor veranderingen,die daarvoor noodzakelijk zijn aan stroomafwaartse..leidingen bij een reeds bestaand systeem 25 overbodig worden of tot een minimum worden beperkt.Since the portion of the device 10 clamped between the inlet nozzle 22 and the inlet flange 14 is thin, applying it will relieve the relief valve 12 relative to the inlet flange 14 only a very short distance, causing changes , which are necessary for this purpose on downstream lines in an already existing system 25 become superfluous or kept to a minimum.

De inrichting 10 omvat een steunorgaan 60, dat is uitgevoerd met een cilindrisch gedeelte 64 en een zich radiaal uitstrekkend ringvormig vlak flensgedeelte 62. Een vlakke ring 66,wanneer deze wordt gebruikt, en een van inkepingen voorziene omgekeerde knik-30 kende scheurschijf 68 zijn afdichtend vastgelast over het einde 70 van het cilindrische gedeelte 64 van het steunorgaan, zodat het cilindrisch gedeelte 64 is afgesloten door de scheurschijf 68.The device 10 includes a support member 60, which is formed with a cylindrical portion 64 and a radially extending annular flat flange portion 62. A flat washer 66, when used, and a notched reverse buckling tear disc 68 are sealing welded over the end 70 of the cylindrical portion 64 of the support member so that the cylindrical portion 64 is closed by the tearing disc 68.

Een cilindrische scheurschijfafschermring 72 is, naar keuze,vastgelast aan de scheurschijf 68 en heeft bij voorkeur dezelfde bin-35 nendiameter en dikte als het cilindrisch gedeelte 64 van het steun orgaan 60.A cylindrical tear disc shield ring 72 is optionally welded to the tear disc 68 and preferably has the same inner diameter and thickness as the cylindrical portion 64 of the support member 60.

\ 7906371 5\ 7906371 5

De van inkepingen voorziene omgekeerde knikkende scheurschijf 68 is bij voorkeur uitgevoerd met een ringvormig flensgedeelte 74» dat is verbonden aan een hol-bol gedeelte 76 door een ringvormige overgangsverbinding 78. Een aantal inkepingen 80 zijn gevormd in 5 een oppervlak van het hol-bol gedeelte 78 van de scheurschijf 68, zodat zwakke lijnen worden verschaft in het hol-bol gedeelte 76.The notched reverse buckling tear disc 68 is preferably formed with an annular flange portion 74 connected to a convex portion 76 by an annular transition joint 78. A plurality of notches 80 are formed in a surface of the convex portion 78 of the tearing disc 68 so that weak lines are provided in the concave-convex section 76.

Bij voorkeur zijn vier inkepingen 80 aangebracht, die radiaal buitenwaarts lopen vanaf het midden van het hol-bol gedeelte 76, zodat dit gedeelte daardoor in vier kwadranten wordt verdeeld.Preferably, four notches 80 are provided which extend radially outward from the center of the concave portion 76, thereby dividing this portion into four quadrants.

10 Se diameter van het hol-bol gedeelte 76 van de scheurschijf 68 is bij voorkeur gelijk aan of slechts iets kleiner dan de bin-nendiameter van het cilindrische gedeelte 64 van het steunorgaan 60 en het ringvormige flensgedeelte 74 ervan is afdichtend vastgelast aan het einde 7° van het cilindrisch gedeelte 64.The diameter of the convex portion 76 of the tear disc 68 is preferably equal to or only slightly smaller than the inner diameter of the cylindrical portion 64 of the support member 60 and the annular flange portion 74 thereof is sealingly welded to the end 7 ° of the cylindrical part 64.

15 Ingeval deze wordt toegepast, heeft de ring 66 een zodanige ” " ~ binnendiameter,dat de ring zich uitstrekt in het inwendige van het cilindrisch gedeelte 64 van het steunorgaan 60 over een afstand, die ligt in het bereik van ongeveer 1,59 mm tot ongeveer 3>18 mm voorbij de overgangsverbinding 78 van de scheurschijf 68.When used, the ring 66 has an inner diameter such that the ring extends into the interior of the cylindrical portion 64 of the support member 60 by a distance ranging from about 1.59 mm to about 3> 18 mm past the transition joint 78 of the tear disc 68.

20 In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvin ding 10 worden de scheurschijf 68, afschermring 72 en ring 66, indien deze wordt gebruikt, vastgelast aan het einde 70 van het cilindrisch gedeelte 64 van het steunorgaan 60 door een enkele doorlopende las, zoals is afgebeeld in fig. 2.In a preferred embodiment of the invention 10, the tear disc 68, shield ring 72 and ring 66, if used, are welded to the end 70 of the cylindrical portion 64 of the support member 60 by a single continuous weld, as is shown in fig. 2.

25 Zoals hierboven reeds is vermeld, is het aan brengen van de ring 66 in de inrichting 10 naar keuze. Het is echter gebleken,dat bij kleinere afmetingen van de inrichting 10, dat wil zeggen afmetingen, die worden toegepast bij 76 mm en kleinere ontlastingsklep-pen, de ring 66 overmatig scheuren van de scheurschijf 68 en de vor-30 ming van losse stukken daarvan voorkomt, wanneer de scheurschijf omkeert en scheurt. De ring 66 dient tevens ter mede voorkoming van * abnormale werking van de scheurschijf 68 als gevolg van niet-uitge-lijnde positie van de scheurschijf 68, enz.,door verschaffing van een zich binnenwaarts uitstrekkend schoudervlak, dat een onder-35 steuning voor de overgangsverbinding 78 daarvan vormt.As already mentioned above, the mounting of the ring 66 in the device 10 is optional. However, it has been found that with smaller sizes of device 10, ie sizes used with 76 mm and smaller relief valves, ring 66 tears excessively from tearing disc 68 and forming loose pieces thereof. occurs when the tear disc reverses and tears. The ring 66 also serves to help prevent abnormal operation of the tear disc 68 due to the misaligned position of the tear disc 68, etc., by providing an inwardly extending shoulder surface that provides support for the transitional connection 78 thereof.

790 63 71 6790 63 71 6

Zonder een dergelijke ondersteuning kan scheuren en op ver -keerde wijze breken optreden, dat wil zeggen, beweging in omgekeerde richting, die begint aan de overgangsverbinding 78 in plaats van in of nabij het midden van het hol-bol gedeelte 76 van de scheur-5 schijf 68,waardoor slechts gedeeltelijke opening of een andere on gunstige werking plaats heefte.Without such support, cracking and misalignment can occur, that is, reverse motion beginning at the transition joint 78 instead of in or near the center of the concave portion 76 of the tear-5. disk 68, whereby only partial opening or other unfavorable operation took place.

Wanneer de druk aan de bolle zijde/zan de scheurschijf de ont-werpdruk overschrijdt, zal de scheurschijf zelf worden omgekeerd en scheuren langs de zwakke lijnen, die worden gevormd door de in -10 kepingen 80,waardoor bloembladvormige gedeelten 82 worden verschaft, welke omhoog worden gebogen vlakbij de binnenkant van cilindrisch gedeelte 64»terwijl tevens enig scheuren optreedt aan weerszijden van de bloembladvormige gedeelten in de overgangsverbinding in het gebied,dat in fig. 2 met nummer 85 is aangegeven.When the pressure on the convex side of the tear disc exceeds the design pressure, the tear disc itself will be reversed and tear along the weak lines formed by the notches 80, providing petal-shaped portions 82, which rise are bent near the inside of cylindrical portion 64, while also some cracks occur on either side of the petal-shaped portions in the transition joint in the region indicated by number 85 in FIG. 2.

15 Eén of meer bloembladvormige gedeelten 82 kunnen de neiging hebben helemaal los te scheuren als gevolg van de kleine krommings·*· straal van de overgangsverbinding, maar ring 66 voorkomt dit,doordat de bloembladvormige gedeelten 82 daardoor rond de ring 66 binnenwaarts van de overgangsverbinding worden omgebogen.One or more petal-shaped portions 82 may tend to tear completely away due to the small radius of curvature of the transition joint, but ring 66 prevents this, as the petal-shaped portions 82 thereby become inwardly around the ring 66 inward of the transition joint. bent over.

20 Bij grotere afmetingen van de inrichting 10 is de krommings- straal van de overgangsverbinding 78 groot genoeg om te voorkomen, dat het materiaal volledig wordt losgescheurd ter plaatse van de overgangsverbinding en dan is de ring 66 niet nodig.With larger dimensions of the device 10, the radius of curvature of the transition joint 78 is large enough to prevent the material from being completely torn off at the transition joint and then the ring 66 is unnecessary.

»»

Wanneer een omgekeerd knikkende scheurschijf zonder inke-25 pingen wordt vastgelast aan een steunorgaan op een manier, zoals hierboven is beschreven, zullen bij daarna optredende verhitting van de scheurschijf daarin spanningen worden opgewekt, vooral in de overgangsverbinding, die dikwijls drastische veranderingen veroorzaken in de voor de omkeerbeweging vereiste druk.When a reverse buckling tear disc is welded to a support member without notches in a manner as described above, subsequent heating of the tear disc will generate stresses therein, especially in the transition joint, which often cause drastic changes in the front the reverse movement required pressure.

50 Het is echter gebleken, dat aangezien een van inkepingen voorziene omgekeerde knikkende scheurschijf wordt omgekeerd vanaf het midden buitenwaarts, in plaats van vanaf de overgangsverbinding binnenwaarts, zoals andere omgekeerd knikkende scheurschijven doen, de spanningen, die worden opgewekt in het gebied van de over-55 gangsverbinding van geen invloed zijn op de werking van de scheur- ' 7906371 > V- ' 7 schijf en daardoor zal de inrichting volgens de uitvinding betrouwbaar werken·50 However, it has been found that since a notched reverse buckling tear disc is reversed from the center outward, rather than from the transition joint inward, as other reverse buckling tear discs do, the stresses generated in the region of the transverse 55 joint connection do not affect the operation of the tear-'7906371> V- '7 disc and therefore the device according to the invention will work reliably ·

Vanneer de delen aan elkaar zijn gelast, zal een uit één stuk bestaande bij een bepaalde druk scheurende ontlastingsklep-5 isoleerinrichting worden verschaft,die niet onderste boven kan wor den gemonteerd en die niet in precies uitgelijnde positie behoeft te worden aangebracht ter verkrijging van een Juiste werking.When the parts are welded together, a one-piece, pressure-tearing relief valve-5 isolator will be provided, which cannot be mounted upside down and does not need to be mounted in a precisely aligned position to obtain a Correct operation.

Vanneer de inrichting wordt gemonteerd zoals is afgebeeld kan,aangezien het cilindrische gedeelte 64»dat zich uitstrekt in 10 het inwendige van de inlaatflens 14, van grotere diameter is dan de binnendiameter van het inlaatmondstuk 22, de inrichting 10 niet onderste boven worden gemonteerd tussen de inlaatflens 14 en de ontlastingsklep 12·When the device is mounted as shown, since the cylindrical portion 64 extending into the interior of the inlet flange 14 is larger in diameter than the inside diameter of the inlet nozzle 22, the device 10 cannot be mounted upside down between the inlet flange 14 and relief valve 12

Bovendien wordt de uitgelijne positie van de scheurschijf 68 15 en steunring 66, indien deze wordt gebruikt, ten opzichte van het steunorgaan 60 nauwkeurig ingesteld op de fabriek en uitgelijnde positie van de inrichting 10 tussen de ontlastingsklep 12 en inlaatflens 14 is niet noodzakelijk.In addition, the aligned position of the tear disc 68 and support ring 66, if used, with respect to the support member 60 is accurately set at the factory, and the aligned position of the device 10 between relief valve 12 and inlet flange 14 is not necessary.

Ook de lengte van het cilindrisch gedeelte 64 wordt zodanig 20 gekozen,dat de scheurschijf 68 op voldoende afstand onder het in laatmondstuk 22 van de ontlastingsklep 12 is geplaatst,waardoor volledige opening van de scheurschijf kan worden gegarandeerd,dat wil zeggen de bloembladvormige gedeelten 82 ondervinden geen belemmering door aanraking met het inlaatmondstuk 22 van kleinere 25 diameter, zodat ze volledig kunnen worden geopend·Also, the length of the cylindrical portion 64 is chosen such that the tear disc 68 is spaced sufficiently below the inlet nozzle 22 of the relief valve 12, thereby ensuring full opening of the tear disc, i.e., the petal-shaped portions 82 no obstruction by contact with the inlet nozzle 22 of smaller diameter, so that they can be fully opened ·

Een paar conventionele pakkingen 84 kunnen worden toegepast tussen het ringvormig flensgedeelte 62 van het steunorgaan 60 en het zittingsoppervlak van de inlaatflens 14 en inlaatmondstuk 22 ter verschaffing van een drukafdichting en ter voorkoming van 30 het ontsnappen van onder druk staand fluïdum naar de omgeving.A pair of conventional gaskets 84 may be used between the annular flange portion 62 of the support member 60 and the seating surface of the inlet flange 14 and inlet nozzle 22 to provide a pressure seal and prevent the escape of pressurized fluid to the environment.

Zoals is afgebeeld in fig. i, is de bolle zijde van de van inkepingen voorziene omgekeerd knikkende scheurschijf 68 blootgesteld aan het onder druk staand fluïdum in het systeem,dat wordt beschermd en daarbij kan door de inrichting 10 worden voorkomen, 35 dat fluïdum het inlaatmondstuk 22 van de ontlastingsklep 12 bin nentreedt· 7906371As shown in Fig. I, the convex side of the notched reverse buckling tear disc 68 is exposed to the pressurized fluid in the system, which is protected and thereby prevented by the device 10 from entering the inlet nozzle 22 from relief valve 12 enters · 7906371

VV

88

De scheurkarakteristieken van de scheurschijf 68 worden zodanig gekozen, dat omkeren en scheuren van de scheurschijf plaats heeft bij een fluïdumdruk,die iets lager is dan of gelijk aan de fluïdumdruk, waarop de ontlastingsklep 12 is ingesteld om open te gaan.The tearing characteristics of the tearing disc 68 are selected such that reversing and tearing of the tear disc occur at a fluid pressure slightly less than or equal to the fluid pressure at which the relief valve 12 is set to open.

5 Daardoor zal het onder druk staand fluïdum de inwendige ge deelten van de ontlastingsklep 12 pas bereiken,wanneer een onder-druktoestand wordt bereikt in het systeem,dat wordt beschermd, waarbij de scheurschijf 68 wordt omgekeerd en scheurt, zoals is afgebeeld in fig. 2. Na scheuring zal het onder druk staand fluïdum 10 het inlaatmondstuk 22 van de ontlastingsklep 12 binnentreden en wordt het kleporgaan 26 daarvan geopend ter opheffing van de overdruk toe stand.Therefore, the pressurized fluid will not reach the interior portions of the relief valve 12 until an underpressure condition is reached in the protected system, whereby the tear disc 68 is inverted and ruptured, as shown in Fig. 2. After rupture, the pressurized fluid 10 will enter the inlet nozzle 22 of the relief valve 12 and its valve member 26 is opened to release the overpressure condition.

De omgekeerd knikkende scheurschijf 68 kan een grotere fluïdumdruk,die wordt uitgeoefend op de holle zijde van het hol-bol ge-' 15 deelte 76 daarvan weerstaan dan op de bolle zijde ervan. Dit maakt het mogelijk, dat de ontlastingsklep 12 periodiek wordt beproefd door uitoefening van fluïdumdruk in het inwendige gedeelte van de mondstukinlaat 22 zonder daarbij de scheurschijf 68 van de inrichting 10 te scheuren en zonder demontage van het drukontlastingssys-20 teem of verwijdering van de ontlastingsklep 12 uit het systeem.The reverse buckling tear disc 68 can withstand greater fluid pressure applied to the concave side of the concave-spherical portion 76 than to the convex side thereof. This allows the relief valve 12 to be periodically tested by applying fluid pressure in the interior portion of the nozzle inlet 22 without thereby tearing the tearing disc 68 of the device 10 and without disassembling the pressure relief system or removing the relief valve 12 out of the system.

Voor dit doel is een doorgang 100 zijdelings aangebracht door het flensgedeelte 28 van het inlaatmondstuk 22,terwijl een leiding 102 is aangesloten op de doorgang 100 en op een poort van een vier-weg-afsluiter 104 of een andere dergelijke afsluiteroonstructie.For this purpose, a passage 100 is laterally fitted through the flange portion 28 of the inlet nozzle 22, while a conduit 102 is connected to the passage 100 and to a port of a four-way valve 104 or other such valve structure.

25 Een fluïdumdrukbron is aangesloten op een poort van de afslui ter 104 door een leiding 106, terwijl een manometer 108 is aangesloten op een andere poort van afsluiter 104. Een leiding 110 is aangesloten op de vierde poort van de afsluiter 104 en op een afvoerbuis, 30 Bij het beproeven van de ontlastingsklep 12 wordt de afslui ter 104 zodanig bediend ,dat het onder druk staand fluïdum vanuit leiding 106 inlaatmondstuk 22 in kan stromen, waarbij de op de manometer 108 afgelezen druk wordt opgevoerd,totdat het kleporgaan 26 open gaat.A fluid pressure source is connected to a port of the valve 104 through a conduit 106, while a pressure gauge 108 is connected to another port of the valve 104. A conduit 110 is connected to the fourth port of the valve 104 and to a discharge pipe, When testing relief valve 12, valve 104 is actuated to allow the pressurized fluid to flow from conduit 106 inlet nozzle 22, increasing the pressure read on manometer 108 until valve member 26 opens.

35 Wanneer de ontlastingsklep 12 eenmaal is beproefd en is af- A 790 6 3 7 1 V_^/ \ 9 gesteld,zodat deze op het gewenste drukniveau zal open gaan,indien noodzakelijk, kan vervolgens de afsluiter 104 zodanig worden bediend, dat het onder druk staand fluïdum uit de ontlastingsklep 12 kan worden afgevoerd via de leidingen 102 en 110.Once relief valve 12 has been tested and adjusted so that it will open at the desired pressure level, if necessary, valve 104 can then be operated to lower pressurized fluid from the relief valve 12 can be discharged through lines 102 and 110.

5 Zoals hierboven reeds is beschreven, is het ringvormige flens gedeelte 62 van het steunorgaan 60 met minimale dikte uitgevoerd, waardoor als gevolg van het monteren van de inrichting 10 de ontlastingsklep 12 ten opzichte van de inlaatflens 14 zo weinig mogelijk omhoog zal behoeven te worden verplaatsteAs already described above, the annular flange portion 62 of the support member 60 is of minimal thickness, so that as a result of mounting the device 10 the relief valve 12 will have to be moved upwards as little as possible relative to the inlet flange 14.

OO

\ 7906371\ 7906371

VV

Claims

1. Isolating device, which may be arranged between the annular seating surface of the inlet nozzle of a fluid pressure relief valve and the associated surface of the inlet flange, to which the relief valve and inlet nozzle are to be connected, the isolating device having a tearable member characterized in that the device (10) is formed with a support member (6θ) including a cylindrical portion (64) extending into the interior of the inlet flange (14) and a radially extending annular flat flange portion (62) - 10 brought to one end of the cylindrical part, the tearable member (6δ) being in the form of an inverted buckling tear disc, which is provided with notches (80) and the tear disc is welded sealingly to the other end (70 ) of the cylindrical part.

Insulating device according to claim 1, wherein the tear disc comprises an annular flange portion (74) connected to a convex portion (76) by an annular transition connection (78), characterized in that the tear disc is welded to the support member ( 60) by means of the annular flange section (74) · 20

Insulating device according to claim 1 or 2, characterized in that the end of a cylindrical shielding ring (72) for protecting the tear disc (68) is welded to the tear disc on the surface thereof which is spaced from the cylindrical portion (64) of the support body. 25

Insulating device according to claims 2 and 3, characterized in that the cylindrical shielding ring is welded to the annular flat part (74) of the tear disc.

Insulating device according to claim 3 or 4, characterized in that the cylindrical portion (64) of the support member and the cylindrical shielding ring (72) have the same inner diameter and the same thickness.

Insulating device according to claims 2 and 5, characterized in that the diameter of the concave portion (76) of the tear disc is equal to the inner diameter of the cylindrical portion (64) of the support member and that of the cylindrical shield ring (72). SsJ I 790 63 71

Insulating equipment according to claim 2 or a claim based on it, characterized in that a flat ring (66) is arranged between, and welded to, the end (70) of the cylindrical portion of the support member and the annular flange portion (74). ) of the tear disc and in that said ring (66) extends into the cylindrical portion of the support member inwardly of the tear disc transition joint (78), thereby preventing excessive tearing of the tear disc when reversing and tearing thereof. I 790 6371 4