NL9301798A - Werkwijze voor het vervaardigen van garen voor een kunstgrasveld. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: werkwijze voor het vervaardigen van garen voor een kunstgrasveld.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van garen voor een kunstgrasveld door een polymeer materiaal te extruderen tot een monofilament, de monofilament te verstrekken bij verhoogde temperatuur, te relaxeren ter verkrijging van een bandje en meerdere bandjes te torsen tot een garen.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit ΕΡ-Α-4Ί7.832 waarbij garen wordt vervaardigd door het granulaat te extruderen en uit het extrusieprodukt bandjes te vervaardigen met een breedte van 2-3 mm die na verstrekken een breedte hebben van 1-2 mm terwijl de dikte 50-70% is van de oorspronkelijke dikte van de geëxtrudeerde bandjes, waarna 5-10 bandjes worden getorst tot garen. Het is thans gebleken dat de mechanische eigenschappen van het garen kunnen worden verbeterd door het garen een bepaalde structuur te geven na het extruderen en het verstrekken onder nader gespecificeerde omstandigheden uit te voeren.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt hierdoor gekenmerkt dat het extruderen plaats heeft via een spinplaat met een zodanige configuratie dat monofi1 amenten worden verkregen met op regelmatige afstand van elkaar uitstulpingen met een hoogte van 10-40% van de dikte van de monofilament zonder uitstulping, met een dikte van 100-700 pm en een breedte van 1-5 mm, het verstrekken plaats heeft bij een verstrekverhouding van 1:2 tot 1:10, waarbij na afkoelen bandjes worden verkregen met een dikte 50-350 pm en een breedte van 0,5-2 mm en daarna worden 5-10 bandjes getorst ter verkrijging van het garen.

Het verdient verder volgens de uitvinding de voorkeur dat als polymeer een blokcopolymeer wordt gebruikt met een smeltindex van ongeveer 4 waartoe een blokcopolymeer bestaande uit polypropeen en polyetheen in de handel gebracht door Solvay, België de voorkeur verdient. Met name hebben de monofi1 amenten na verstrekking een dikte van 100-150 pm en een breedte van 1-1,5 mm. Dit wordt met name bereikt bij een strekverhouding van 1:3-5.

Het garen dat is vervaardigd volgens EP-A-417.832 heeft gewenste eigenschappen met betrekking tot de postfibrillatie waardoor de levensduur van het garen wordt verlengd en het uit dit garen vervaardigde kunstgrasveld langer kan worden bespeeld. Door het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding wordt bovendien nog bereikt dat het garen minder gevoelig wordt voor afbreken. Dit wordt met name bereikt door aan het garen na extruderen een knobbel vormige structuur te geven waarbij de knobbels op regelmatige afstanden zijn aangebracht op de monofi1 amenten en daardoor op het hieruit verkregen garen. De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving waarbij is verwezen naar de bijgevoegde tekening waarin de vorm van een geëxtrudeerd filament is aangegeven.

In fig. 1 is met 1 de kern aangegeven van het monofilament en met 2 de uitstulpingen. De dikte van de monofi 1 amenten is ongeveer 100 pm en de uitstulpingen hebben een hoogte van 10-20 pm. De monofi 1 amenten zoals weergegeven in fig. 1 hebben een breedte van 1-5 mm en de uitstulpingen kunnen bij voorkeur aan beide zijden van het monofilament zijn aangebracht.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van het voorbeeld waarbij het duidelijk zal zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot dit voorbeeld.

Voorbeeld.

Een extruder werd gevoed met een blokcopolymeer samengesteld uit polyetheen en polypropeen, zoals in de handel gebracht doot Solvay, met een smeltindex van 4. Door het gebruik van een spinplaat met een groot aantal openingen werd een monofilament vervaardigd zoals weergegeven in fig. 1, welk monofilament voor het verstrekken een dikte heeft van 300 pm en een breedte van 2,25 mm. Het verstrekken had plaats bij een temperatuur van 130 °C in een hete luchtoven bij een verstrekverhouding van 1 op 3. Na relaxatie werd een bandje verkregen met een breedte van 1,2 mm en een dikte van 135 pm. Met deze bandjes werd het garen vervaardigd door 8 bandjes te torsen. Van het aldus verkregen garen werd door een tuftprocëdê een kunstgrasveld vervaardigd.

Het aldus verkregen garen werd onderworpen aan proeven ter bepaling van de mechanische eigenschappen. Deze mechanische eigenschappen werden met name bepaald door middel van tretrad-proeven. Deze werden uitgevoerd bij 2250 toeren en 5000 toeren en het nieuwe garen volgens de uitvinding werd vergeleken met garen vervaardigd volgens de Europese octrooiaanvrage 417.832. Daarbij werden de volgende resultaten verkregen.

Het bekende garen vertoont reeds afbraakverschijnselen na 3500 toeren terwijl met het garen volgens de uitvinding 7500 toeren worden bereikt voordat de eerste verschijnselen van pool afbraak tot uitdrukking komen.

Claims (5)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een garen voor kunstgrasveld door een polymeer materiaal te extruderen tot een monofilament, de monofilament te verstrekken bij verhoogde temperatuur, te relaxeren ter verkrijging van een bandje en meerdere bandjes te torsen tot een garen, met het kenmerk, dat het extruderen plaats heeft via een spinplaat met een zodanige configuratie dat monofi1 amenten worden verkregen met op regelmatige afstand van elkaar uitstulpingen met een hoogte van 10-40% van de dikte van de monofilament zonder uitstulping, met een dikte van 100-700 pm en een breedte van 1-5 mm, het verstrekken plaats heeft bij een verstrekverhouding van 1:2 tot 1:10, waarbij na afkoelen bandjes worden verkregen met een dikte van 50-350 pm en een breedte van 0,5-2 mm en daarna worden 5-10 bandjes getorst ter verkrijging van het garen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als polymeer een blokcopolymeer wordt gebruikt opgebouwd uit polypropeen en polyetheen.

3. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de monofilament wordt verstrekt tot een dikte van 100-150 pm en een breedte van 1-1,5 mm.

4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de strekverhouding 1:3-5 bedraagt.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat 7-9 bandjes worden getorst tot een garen.