NL1016193C2

NL1016193C2 - Werkwijze voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een dergelijk kunstgrasveld.

Info

Publication number: NL1016193C2
Application number: NL1016193A
Authority: NL
Inventors: Jan Frans Marie Geerts; Roelof Guido Benning
Original assignee: Desseaux H Tapijtfab
Priority date: 2000-09-15
Filing date: 2000-09-15
Publication date: 2002-03-18
Also published as: WO2002022960A1; AU2001294398A1

Description

f

Korte aanduiding: Werkwijze voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een dergelijk kunstgrasveld.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 aanleggen van een kunstgrasveld. Het is bijvoorbeeld uit de door de onderhavige aanvrager ingediende NL-A-8602514 bekend om hiervoor matten toe te passen op de bovenzijde waarvan zich kunststof, op natuurlijk gras gelijkende, vezels uitstrekken. De toepassing van matten brengt diverse bezwaren met zich mee. Zeker indien het betreffende kunstgrasveld is 10 bestemd om te worden gebruikt voor het voetbalspel, zullen aanzienlijke af schuif krachten op de mat werkzaam zijn ten gevolge van de slidings. Hierdoor kan de mat loskomen van de ondergrond. Bovendien staat de mat een goede drainage vaak in de weg. Een recente ontwikkeling betreft het combineren van kunstgrasvezels en natuurlijk gras waarbij de 15 kunstgrasvezels hetzij op een mat in de vorm van een open structuurlaag zijn aangebracht zoals in de door de onderhavige aanvrager ingediende EP-A-0174755, hetzij individueel in de grond zijn aangebracht zoals beschreven in EP-A-0554330. Het mag duidelijk zijn dat één van de specifieke voordelen verbonden aan het kunstgrasveld hiermee verloren 20 gaat, aangezien het natuurlijke gras zal groeien en onderhoud behoeft in tegenstelling tot kunststof gras. Bovendien dient de ondergrond geschikt te zijn voor de groei van natuurlijk gras, waarbij volgens EP-A-0 554 330 op het eerder afgegraven terrein achtereenvolgens een zandpakket met een dikte van 35-20 cm en een voedingsmedium, dat bij voorkeur uit 25 humusachtig zand bestaat, met een dikte van 15-30 cm worden aangebracht. Nadat de grondconstructie aldus is samengesteld, worden kunstgrasvezels mechanisch in de grond gestoken en de toplaag wordt met natuurlijk gras ingezaaid, zodat een combinatie van natuurlijk gras en kunststofgras ontstaat.

30 De uitvinding stelt zich ten doel een werkwijze te verschaffen voor het aanleggen van een kunstgrasveld dat minimaal 101 61 93 2 onderhoud behoeft, een goede binding heeft met de ondergrond en zich bovendien onderscheidt door een uitstekende drainage.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het aanleggen van een kunstgrasveld, 5 welk kunstgrasveld geschikt is voor het beoefenen van veldsporten, zoals voetbal, hockey, tennis en dergelijke.

Hiertoe omvat de werkwijze volgens de uitvinding de stappen van A het afgraven van een stuk terrein tot een eerste niveau 10 gelegen onder het uiteindelijke maai veldniveau B het, indien nodig, aanleggen op of in de bodem van het afgegraven stuk terrein van een drainagesysteem C het aanvullen van het afgegraven stuk terrein met een onderlaag tot het uiteindelijke maai veldniveau, en 15 D het in de onderlaag aanbrengen van vezels, gekenmerkt doordat in stap D slechts kunststofvezels worden toegepast waarvan ten minste één uiteinde van iedere kunststofvezel zich uitstrekt tot boven het uiteindelijke maaiveldniveau.

20 Door de afwezigheid van natuurlijk gras behoeft een kunstgrasveld verkregen met een dergelijke werkwijze minimaal onderhoud, terwijl anderzijds de hechting van de vezels in de onderlaag uitstekend is. De afwezigheid van natuurlijk gras heeft tevens tot gevolg dat kan worden afgezien van een combinatie van zandpakket en voedingsmedium, 25 zoals omschreven in EP-A-0 554 330. Indien de van nature aanwezige drainage onvoldoende is, draagt het drainagesysteem onder de onderlaag tenslotte zorg voor een goede afvoer van overtollig water. Het moet bovendien duidelijk zijn dat de onderhavige werkwijze geen gebruik maakt van de zogenaamde backing of ruglaag waarin de vezels worden ingenaaid. 30 De kunststofvezels worden volgens de onderhavige uitvinding zodanig in de onderlaag aangebracht dat van een dergelijke backing kan worden afgezien.

1 01 61 93 3

Binnen het kader van deze uitvinding dient onder een kunstgrasveld, een veld te worden verstaan dat, behoudens ongewenste natuurlijke grasgroei zoals onkruid, uitsluitend bestaat uit kunststofvezels zonder dat daartussen nog natuurlijk graszaad is gezaaid.

5 Bij voorkeur onderscheidt de werkwijze volgens de uitvinding zich zoals omschreven in de conclusies 2 tot en met 12.

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een kunstgrasveld of gedeelte daarvan omvattende een korrel vormige onderlaag, waarvan het bovenoppervlak op het maai veldniveau is gelegen, en vezels 10 die zich uitstrekken in de onderlaag en waarvan ten minste een uiteinde zich uitstrekt tot boven het maai veldniveau.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een kunstgrasveld of gedeelte daarvan omvattende een korrel vormige onderlaag, een op de onderlaag gelegen bovenlaag bestaande uit zand en/of rubber en 15 waarvan het bovenoppervlak op het maai veldniveau is gelegen en vezels die zich uitstrekken door de onderlaag en de bovenlaag en waarvan tenminste één uiteinde zich uitstrekt tot boven het maai veldniveau. De voordelen die aan een dergelijk kunstgrasveld zijn verbonden zijn reeds toegelicht met betrekking tot de werkwijze volgens de uitvinding.

20 Bij voorkeur onderscheidt het kunstgrasveld volgens de onderhavige uitvinding zich zoals omschreven in de conclusies 13-21.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld waarbij verwezen wordt naar het bijgaande figuur. Het moet echter duidelijk zijn dat de onderhavige 25 uitvinding in geen geval tot een dergelijk bijzonder voorbeeld is beperkt maar dat een dergelijk voorbeeld slechts ter verduidelijking dient. Dit figuur toont een dwarsdoorsnede van een gedeelte van een kunstgrasveld. Het kunstgrasveld is aangebracht in terrein 1 en bestaat in hoofdzaak uit drie lagen 2, 3, 4. Drainagelaag 2 bestaat uit kiezels. De drainagelaag 2 30 is circa 3 cm dik en bewerkstelligt een goede afvoer van overtollig regenwater. In plaats van kiezels zou drainagelaag 2 101 61 93 4 ook een drainagesysteem met buizen kunnen omvatten afhankelijk van de natuurlijke drainagecapaciteit van de onderliggende grond en van het klimaat waarin het kunstgrasveld zal worden gebruikt. Onderlaag 3 bestaat uit aarde die beschikbaar is gekomen door het uitgraven van terrein 1 en 5 die vervolgens, indien gewenst, is gezeefd. Het is derhalve niet nodig deze afgegraven aarde af te voeren. De onderlaag 3 is circa 12 cm dik. In de onderlaag 3 zijn vezels 5 op regelmatige afstand van elkaar aangebracht dusdanig dat deze zich U-vormig uitstrekken in de onderlaag 3 waarbij de vrije uiteinden zich circa 5 cm uitstrekken boven de 10 bovenzijde van onderlaag 3. Het aanbrengen van de vezels in onderlaag 3 is mede op gemakkelijke wijze mogelijk doordat de onderlaag 3 uit gezeefde aarde bestaat. De vezels 5 zijn bijvoorbeeld opgebouwd uit zes of acht in elkaar gedraaide filamenten, welke vezels bekend zijn uit de ten name van de onderhavige aanvrager ingediende EP-0 648 868, die voor 15 zover de vezels 5 zich uitstrekken boven de onderlaag 3 eventueel zijn losgerafeld zodat per vezel twaalf of zestien filamentuiteinden beschikbaar zijn. In bepaalde uitvoeringsvormen is het gewenst gefibrill eerde vezels toe te passen. Tussen deze filament-uiteinden en op de onderlaag 3 is in dit voorbeeld een bovenlaag 4 aangebracht. Deze 20 bovenlaag van circa 3 cm dik bestaat uit zand en/of rubber. De eventueel toegepaste rubber draagt er zorg voor dat de ondergrond veerkrachtig aanvoelt, terwijl het zand zorgdraagt voor een dichte pakking en daarmee voor een goede boring van de vezels in de ondergrond. Het is echter ook mogelijk dat bovenlaag 4 wordt weggelaten en dat slechts sprake is 25 onderlaag 3 waarvan het bovenoppervlak in een dergelijke uitvoeringsvorm het maai veldniveau vormt.

Voor het aanleggen van een dergelijk kunstgrasveld is in de eerste plaats het terrein 1 tot een diepte van 18 cm afgegraven. Op de bodem van het af gegraven deel zijn kiezels aangebracht voor de 30 drainagelaag 2. De tijdens het afgraven verwijderde grond is gezeefd en is vervolgens als onderlaag 3 op de drainagelaag 2 gestort. Doordat 1 01 61 93 5 onderlaag 3 uit gezeefde aarde bestaat kunnen vezels 5 probleemloos in onderlaag 3 worden aangebracht. In bepaalde uitvoeringsvormen is het gewenst dat de onderlaag 3 naast de eventueel gezeefde aarde ook rubber en/of zand omvat. Vervolgens worden de uiteinden van de hiervoor 5 besproken bijzondere vezels 5 losgedraaid zodat per vezel uiteinde twaalf of zestien filamentuiteinden ontstaan. Tenslotte wordt, indien gewenst, een bovenlaag 4 tussen de filamenten geborsteld. Om ongewenste groei van onkruid, schimmels, bacteriën en andere gewassen te voorkomen is het in bepaalde uitvoeringsvormen gewenst om in de bovenlaag groei remmende 10 middelen in te bouwen, zoals onkruidbestrijdingsmiddelen, schimmel dodende middelen en dergelijke.

101 618 3

Claims

1. Werkwijze voor het aanleggen van een kunstgrasveld omvattende de stappen van 5. het afgraven van een stuk terrein tot een eerste niveau gelegen onder het uiteindelijke maai veldniveau B het, indien nodig, aanleggen op of in de bodem van het afgegraven stuk terrein van een drainagesysteem C het aanvullen van het afgegraven stuk terrein met een 10 onderlaag tot het uiteindelijke maai veldniveau, en D het in de onderlaag aanbrengen van vezels, met het kenmerk dat in stap D slechts kunststofvezels worden toegepast waarvan ten minste één uiteinde van iedere kunststofvezel zich uitstrekt tot boven het uiteindelijke maai veldniveau. 15

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat stap C wordt vervangen door stap C', welke stap C' het aanvullen van het afgegraven stuk terrein met een onderlaag tot een tweede niveau gelegen tussen het eerste niveau en het uiteindelijke maai veldniveau omvat, en dat na stap D een aanvullende stap E wordt toegepast, omvattende het op 20 de onderlaag aanbrengen van een bovenlaag tot het uiteindelijke maai veldniveau.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bovenlaag volgens stap E een deeltjesachtig materiaal omvat dat het kunstgrasveld het voor het uitoefenen van de beoogde sportactiviteit 25 gewenste dempende vermogen verschaft.

4. Werkwijze volgens conclusies 2-3, met het kenmerk, dat de bovenlaag volgens stap E zand en/of rubber omvat.

5. Werkwijze volgens conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de onderzijde van de onderlaag volgens stap C' is gelegen tussen 5 en 25 cm 30 onder het uiteindelijke maai vel dniveau.

6. Werkwijze volgens conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de 101619 3 uiteinden van de kunststofvezels zich na stap D tussen 2,5 en 8 cm uitsteken boven het tweede niveau volgens stap C'.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderlaag volgens stap C, C' aarde omvat.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de aarde afkomstig is van het afgegraven gedeelte volgens stap A.

9. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aarde wordt gezeefd voordat stap C, C' wordt uitgevoerd.

10. Werkwijze volgens een der voorafgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat de onderlaag volgens stap C, C' verder rubber en/of zand omvat.

11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kunststofvezels volgens stap D ieder ten minste drie filamenten omvatten waarvan de uiteinden zich uitstrekken tot boven het 15 uiteindelijk maai veldniveau.

12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand tussen naburige kunststofvezels tussen 0,5 en 1,5 cm is gelegen.

13. Kunstgrasveld of gedeelte daarvan omvattende een 20 korrel vormige onderlaag, waarvan het bovenoppervlak op het maai veldniveau is het gelegen, en kunststofvezels die zich uitstrekken in de onderlaag en waarvan ten minste één uiteinde zich uitstrekt tot boven het maai veldniveau.

14. Kunstgrasveld of gedeelte daarvan omvattende een 25 korrelvormige onderlaag, een op de onderlaag gelegen bovenlaag bestaande uit zand en/of rubber en waarvan het bovenoppervlak op het maaiveldniveau is gelegen, en kunststofvezels die zich uitstrekken door de onderlaag en de bovenlaag en waarvan ten minste één uiteinde zich uitstrekt tot boven het maai veld-niveau.

15. Kunstgrasveld of gedeelte daarvan volgens conclusies 13-14, met het kenmerk, dat de dikte van de onderlaag tussen 5 en 25 cm bedraagt 101 61 93 en de dikte van de eventuele bovenlaag tussen 1,5 cm en 6 cm bedraagt.

16. Kunstgrasveld of gedeelte daarvan verkregen met een werkwijze volgens een der conclusies 1-12.

17. Kunstgrasveld volgens conclusies 13-16, met het kenmerk, 5 dat de kunststofvezels zijn vervaardigd uit een materiaal waaruit kunstgras is vervaardigd.

18. Kunstgrasveld volgens conclusies 13-16, met het kenmerk, dat de kunststofvezels zijn vervaardigd uit een natuurlijk of ander materiaal dat bestand is tegen slijtage onder mechanische belasting.

19. Kunstgrasveld volgens conclusies 13-18, met het kenmerk, dat de dichtheid van de kunststofvezels per eenheid oppervlak groter in die gebieden is waar het veld meer intensief wordt bespeeld.

20. Kunstgrasveld volgens conclusies 15-19, met het kenmerk, dat de kunststofvezels zijn voorzien van uitstulpingen langs in wezen de 15 volledige lengte hiervan, of in elkaar zijn gedraaid ter verkrijging van een verbeterde verankering van de vezels in de onderlaag en/of bovenlaag.

21. Kunstgrasveld volgens conclusies 13-20, met het kenmerk, dat de kunststofvezels de vorm van een lus of van een V bezitten nadat zij in de onderlaag en/of bovenlaag zijn aangebracht. 101 61 93