NL9301493A - Methode voor de verificatie van gegevens in een telecommunicatiesysteem, alsmede telecommunicatiesysteem voorzien van verificatiemiddelen. - Google Patents

Description

Methode voor de verificatie van gegevens in een telecommunicatiesysteem, alsmede telecommunicatiesysteem voorzien van verificatiemiddelen.

A. ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een methode voor de verificatie, door een telecommunicatiesysteem, van terminalgegevens van een door dat telecommunicatiesysteem omvatte terminal, in het bijzonder betreffende de telecomraunicatie-eigenschappen of systeemrechten van die terminal, alsmede voor de verificatie van abonneegegevens van een dat telecommunicatiesysteem gebruikende abonnee, in het bijzonder betreffende de gebruiksrechten van die abonnee, welke terminalgegevens en abonneegegevens in het telecommunicatiesysteem zijn opgeslagen. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een telecommunicatiesysteem dat is voorzien van verificatiemiddelen en waarmee genoemde verificatiemethode bij uitstek kan worden toegepast.

In een (mobiel) telecommunicatienetwerk behoeft de positie van gebruikers (abonnees) ten opzichte van de terminals niet vast te zijn. Deze positie moet aan het netwerk worden bekend gemaakt en aldaar worden geregistreerd, hierna aangeduid door Location Registration (LR). Het gaat hierbij dus niet om de geografische locatie (de location area) van de (mobiele) terminal, maar om de locatie, liever gezegd de terminal, waar de gebruiker 'domicilie heeft gekozen’, bereikbaar is. In UMTS (Universal Mobile Telecommunications System), de beoogde opvolger van het huidige GSM-systeem, is een dergelijke registratie per dienst (de gewenste soort van gebruik) mogelijk, bijvoorbeeld fax via de ene terminal ontvangen, telefoon via een andere en data via een derde terminal. Om een abonnee te kunnen bereiken moet deze in het systeem geregistreerd zijn en wel voor de juiste dienst. Komt er een oproep voor de abonnee (bijvoorbeeld een faxbericht of een telefoongesprek) dan moet geverifieerd worden of de abonnee geabonneerd is op de bewuste dienst (gebruiksrechten voor die dienst), hetgeen wordt aangeduid door User Erofile Check (UEC) en, ten tweede, of de terminal waarvan de abonnee voor die dienst gebruik maakt (waar hij als het ware domicilie heeft gekozen) wel geschikt is voor de bewuste dienst, hetgeen wordt aangeduid door Terminal Erofile Check (TEC).

Tot dusverre is men er steeds van uit gegaan dat de genoemde LR

geheel los staat van de genoemde UEC en TPC. De LR vindt één keer plaats, namelijk bij de locatieregistratie van de gebruiker (registratie gebruiker - terminal). De genoemde verificaties echter, de UEC en de TEC, worden, volgens de huidige voorstelling, geacht plaats te vinden steeds wanneer er een oproep (faxbericht, electronic mail file, telefoongesprek) voor de bewuste abonnee onstaat (afkomstig van een andere abonnee op datzelfde of een ander telecommunicatiesysteem).

B. SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Aanvraagster is tot het inzicht gekomen dat het voordelen biedt om de UEC en de TEC niet steeds uit te voeren op de momenten dat er een oproep voor een abonnee komt (of als de abonnee zelf een oproep initieert), maar om dit in hoofdzaak gelijktijdig te doen met de genoemde LR, die wordt uitgevoerd op het moment dat de bewuste abonnee aan het telecommunicatiesysteem aangeeft op welke terminal hij bereikbaar is. Overigens is een en ander niet alleen van toepassing bij mobiele telecommunicatie, maar tevens binnen het gebied van de Universal Eersonal Telecommunications (UET), waarbij een abonnee domicilie kiest bij een bepaalde, mobiele of vaste terminal, waarna alle oproepen voor die abonnee naar die terminal worden gerouteerd.

Ook als de abonnee zelf oproepen genereert naar andere abonnees, kunnen op die wijze de gebruikskosten voor die dienst aan die abonnee worden toegerekend, onafhankelijk van de terminal waarvan hij gebruik maakt. UET kan worden uitgevoerd in zowel het vaste telecommunicatienetwerk als het mobiele (bijvoorbeeld UMTS of GSM), mits dat is voorzien van middelen om de lokatie van de abonnee (de gekozen terminal) te registreren.

Door de UEC en de TPC niet steeds uit te voeren op de momenten dat er een oproep voor de abonnee komt, maar in plaats daarvan bij de LR, worden de volgende voordelen bereikt: UPC en TPC bij registratie (van de te gebruiken terminal) levert eerder foutmeldingen op (namelijk als de UEC of TEC negatief uitvallen), hetgeen gebruikervriendelijker is dan dat die foutmeldingen pas bij een oproep verschijnen; het uitvoeren van de UEC en de TPC kost tijd; deze tijd is kostbaarder bij het tot stand brengen van een oproep dan bij de registratie (LR) vooraf.

Indien de terminal waarop een abonnee zich heeft geregistreerd (domicilie heeft gekozen) een mobiele (UMTS) terminal is, zou het telecommunicatiesysteem volgens de traditionele werkwijze de volgende handelingen moeten uitvoeren: aan de hand van de lokatie informatie (afkomstig van de LR) de terminal opzoeken via welke de abonnee bereikbaar is; aan de hand van de Location Area (LA) informatie —dat is de informatie betreffende het gebied van welk basisstation of cluster van basisstations, aangeduid door Location Area, de terminal zich bevindt— wordt de LA opgezocht via welke de verbinding tussen het vaste telecommunicatienetwerk en de mobiele terminal zal gaan verlopen; de UPC en de TPC worden uitgevoerd, teneinde te onderzoeken of de terminal en de gebruiker van de aangeboden dienst kunnen en mogen gebruikmaken.

Daar de verschillende soorten gegevens, met name in een mobiel systeem, zeer verspreid kunnen zijn opgeslagen, kan het maken van een verbinding veel tijd kosten. Door de laatstgenoemde stap, de UPC en de TPC reeds tijdens de LR, dus voorafgaand aan de oproepen, uit te voeren wordt aanzienlijk in tijd bespaard.

C. REFERENTIES

Een inleiding kan worden gevonden in:

Nakajima, A.; Kuramoto, M.; Watanabe, K.; Eguchi, M.

Intelligent digital mobile Communications network architecture for universal personal telecommunications (UPT) services {IN 41st IEEE Vehicular Technology Conference. Gateway to the Future Technology in Motion (Cat. No.91CH2944-7), St. Louis, MO, USA, 19-22 May 1991} 41st IEEE Vehicular Technology Conference. Gateway to the Future Technology in Motion (Cat. No.91CH2944-7), IEEE, 924 PP., PP.83-7, 1991,

D. UITVOERINGSVOORBEELDEN

Figuur 1 toont een voorbeeld van een telecommunicatiesysteem dat een telecommunicatienetwerk omvat met daarop aangesloten een aantal basisstations BS, dienend voor het maken van draadloze verbinding met mobiele terminals MT. Bovendien omvat het telecommunicatiesysteem een aantal vaste terminals FT die op het (vaste) netwerk zijn aangesloten.

De basisstations BS zijn geclusterd tot verschillende location area's LA. Abonnees kunnen domicilie kiezen op een bepaalde terminal. Zij kunnen dat doen bijvoorbeeld door middel van een magneetkaart of smart card die in de terminal kan worden gestoken, waarbij een persoonlijke (of collectieve) abonneecode van de abonnee wordt ingelezen. Over het algemeen zal deze daarna naar het netwerk (de netwerkserver) worden overgedragen waardoor, zodra de netwerkserver een oproep voor die abonnee heeft, die oproep naar die terminal kan worden gerouteerd waarop de abonnee domicilie heeft gekozen. Tot dusverre was gebruikelijk om pas als de netwerkserver een oproep voor een abonnee had, te onderzoeken of de terminal waar de abonnee domicilie had gekozen, wel in staat is om de door de oproep gevraagde dienst (telefonie, fax, data, videofonie, etc.) te ondersteunen (TPC), terwijl van de abonnee werd nagegaan of deze wel gerechtigd is voor gebruik van die dienst (TJPC). Deze checks worden bijvoorbeeld door de netwerkserver uitgevoerd met behulp van de terminalgegevens en abonneegegevens die bij initialisatie van de terminal resp. abonnee in de netwerkserver werden ingevoerd (let wel, het invoeren van die gegevens gebeurt initieel, het verifiëren van die gegevens —naar gebruiksgeschiktheid en -bevoegdheid van terminal en abonnee— gebeurt tot dusverre steeds direct voorafgaand aan het opzetten van een verbinding. Deze traditionele handelwijze is geïllustreerd in figuur 2.

Figuur 2 toont een protocol zoals dat tot dusverre werd voorgesteld, waarbij de UPC en de TPC steeds direct worden voorafgaan aan elke verbindingsoproep van een abonnee A naar een abonnee B. Achtereenvolgens vraagt de terminal van de oproepende abonnee TA aan zijn lokale terminalserver VNA een verbinding met een andere abonnee (B) en wel voor een bepaalde dienst (bijvoorbeeld het verzenden van een faxbericht). De terminalserver VNA zoekt in een centraal register LI van de netwerkserver (via welke de verbinding tussen de lokale terminalservers tot stand komt) de terminal waarop abonnee B domicilie heeft gekozen (en voor welke diensten). Vervolgens wordt in lokale terminalserver VNB waarop de terminal van abonnee B is aangesloten onderzocht of abonnee B gebruiksrechten heeft voor de dienst die abonnee A wil gebruiken in zijn contact met abonnee B (UPC).

Vervolgens wordt onderzocht of de terminal waarop abonnee B domicilie heeft gekozen, wel geschikt is die dienst en daarvoor wel rechten heeft bij terminalserver en netwerkserver (TPC). In dit voorbeeld wordt er van uit gegaan dat de gegevens betreffende de gebruiksrechten van abonnee B en de geschiktheid en gebruiksrechten van de terminal waarvan abonnee B gebruik maakt, lokaal zijn opgeslagen, namelijk in de lokale terminalserver VNB aan de zijde van abonnee B. Als de UPC of de TPC negatief uitvalt wordt een reject signaal naar de terminal van abonnee A teruggezonden; zijn de checks positief, dan wordt de verbinding tussen de terminals van abonnee A en abonnee B geactiveerd.

Figuur 3 toont een voorbeeld van het protocol van de nieuw voorgestelde werkwijze volgens de uitvinding. Er wordt daarbij van uitgegaan dat de UPC en de TPC reeds tevoren heeft plaats gehad. Daardoor wordt reeds bij het opvragen van de location Information LI in het centrale register tevens onderzocht of met abonnee B en de terminal waar hij domicilie heeft gekozen en onder gebruikmaking van de door abonnee A gewenste dienst, al dan niet verbinding kan worden gemaakt, hetgeen resulteert in een setup of een reject. Duidelijk is te zien dat de UPC en de TPC niet meer in de lokale terminalserver VNB behoeft te worden uitgevoerd daar die reeds tevoren, bij de LR zijn uitgevoerd. Als bij die tevoren uitgevoerde UPC en TPC het resultaat daarvan negatief was, heeft abonnee B zich dus niet kunnen registreren (d.w.z. zijn domicilie) en komt hij niet voor in het LI register, als gevolg waarvan abonnee A een reject terugontvangt. Overigens ontvangt abonnee A eveneens een reject indien abonnee B wel in het LI register voorkomt, maar voor een andere dienst dan de door abonnee A gevraagde dienst (B is bijvoorbeeld geregistreerd voor uitsluitend telefonie, terwijl A hem een faxbericht wil toezenden).

Claims (2)

1. Methode voor de verificatie, door een telecommunicatiesysteem, van terminalgegevens van een door dat telecommunicatiesysteem omvatte terminal, in het bijzonder betreffende de telecommunicatie-eigenschappen of systeemrechten van die terminal, alsmede voor de verificatie van abonneegegevens van een dat telecommunicatiesysteem gebruikende abonnee, in het bijzonder betreffende de gebruiksrechten van die abonnee, welke terminalgegevens en abonneegegevens in het telecommunicatiesysteem zijn opgeslagen, MET HET KENMERK DAT door de abonnee locatiegegevens worden overgedragen aanduidende de terminal waarop, voor het telecommunicatiesysteem, de abonnee domicilie kiest, al dan niet met inbegrip van gegevens betreffende de gewenste soort van gebruik, waarbij in hoofdzaak tezelfder tijd met dat overdragen van locatiegegevens de genoemde abonneegegevens en terminalgegevens worden geverifieerd.

2. Telecommunicatiesysteem, omvattende middelen voor de verificatie van terminalgegevens van een door dat telecommunicatiesysteem omvatte terminal, in het bijzonder betreffende de telecommunicatie-eigenschappen of systeemrechten van die terminal, alsmede voor de verificatie van abonneegegevens van een dat telecommunicatiesysteem gebruikende abonnee, in het bijzonder betreffende de gebruiksrechten van die abonnee, welke terminalgegevens en abonneegegevens in het telecommunicatiesysteem zijn opgeslagen, MET HET KENMERK DAT door de abonnee locatiegegevens worden overgedragen aanduidende de terminal waarop, voor het telecommunicatiesysteem, de abonnee domicilie kiest, al dan niet met inbegrip van gegevens betreffende de gewenste soort van gebruik, waarbij in hoofdzaak tezelfder tijd met dat overdragen van locatiegegevens de genoemde abonneegegevens en terminalgegevens worden geverifieerd.