NL9300979A - Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingssysteem alsmede een postverwerkingssysteem voor het toepassen van die werkwijze en een postverwerkingsinrichting van dat systeem. - Google Patents

Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingssysteem alsmede een postverwerkingssysteem voor het toepassen van die werkwijze en een postverwerkingsinrichting van dat systeem. Download PDF

Info

Publication number
NL9300979A
NL9300979A NL9300979A NL9300979A NL9300979A NL 9300979 A NL9300979 A NL 9300979A NL 9300979 A NL9300979 A NL 9300979A NL 9300979 A NL9300979 A NL 9300979A NL 9300979 A NL9300979 A NL 9300979A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
code
sheets
document
operating system
printed
Prior art date
Application number
NL9300979A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hadewe Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hadewe Bv filed Critical Hadewe Bv
Priority to NL9300979A priority Critical patent/NL9300979A/nl
Priority to DE69415218T priority patent/DE69415218T2/de
Priority to EP94201627A priority patent/EP0628357B1/en
Publication of NL9300979A publication Critical patent/NL9300979A/nl
Priority to US08/646,694 priority patent/US5798930A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07CPOSTAL SORTING; SORTING INDIVIDUAL ARTICLES, OR BULK MATERIAL FIT TO BE SORTED PIECE-MEAL, e.g. BY PICKING
    • B07C1/00Measures preceding sorting according to destination

Landscapes

  • Information Transfer Between Computers (AREA)
  • Sorting Of Articles (AREA)
  • Accessory Devices And Overall Control Thereof (AREA)

Description

Titel: Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingssysteem alsmede een postverwerkings-systeem voor het toepassen van die werkwijze en een postverwerkingsinrichting van dat systeem.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingsinrichting die een aantal verwerkingsstations zoals bijvoorbeeld een drukinrich-ting en een vulinrichting omvat en een besturingssysteem, welke ten minste een verwerkingsstation stuurt voor het bedrukken van vellen en/of samenstellen van vellen tot ten minste een te verzenden document.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een postverwerkingssysteem voorzien van een postverwerkingsinrichting die een aantal verwerkingsstations waaronder bijvoorbeeld een drukinrichting en een vulinrichting omvat en een besturingssysteem, welke ten minste een verwerkingsstation stuurt voor het bedrukken van vellen en/of samenstellen van vellen tot ten minste een te verzenden document. Daarnaast heeft de uitvinding eveneens betrekking op een postverwerkingsinrichting voor gebruik in bovengenoemd postverwerkingssysteem.
Veelal wordt gebruik gemaakt van een dergelijke werkwijze en een postverwerkingssysteem voor het uitvoeren van die werkwijze wanneer grote hoeveelheden documenten, zoals brieven, rekeningen, bankafschriften en dergelijke moeten worden verzonden. Een moeilijkheid hierbij is dat geen efficiënte methode voorhanden is om aan te geven hoe een te verzenden document precies moet worden samengesteld en op welke wijze het te verzenden document moet worden samengesteld. Zo is het veelal noodzakelijk om aan te geven of een brief alleen moet worden bedrukt, moet worden verpakt in een enveloppe, bijlagen moeten worden toegevoegd etc.
In de Nederlandse octrooiaanvrage 8901557 wordt een voorstel gedaan om aan boven genoemde problemen tegemoet te komen. Hiertoe wordt de postverwerkingsinrichting voorzien van een informatiebron waarin informatie is ingébracht en opgeslagen voor het vervaardigen en samenstellen van een hoeveelheid documenten. Deze informatiebron genereert een real-time informatiestroom en stuurt hiermee rechtstreeks en real-time een aantal verwerkingsstations aan. Hiertoe is de postverwerkingsinrichting nog voorzien van een interface om verschillende soorten instructies in de informatiestroom van elkaar te scheiden.
Een dergelijke postverwerkingsinrichting blijkt op praktische bezwaren te stuiten. Zo blijkt de ruimte waarin een postverwerkingsinrichting staat opgesteld veelal niet de meest ideale plaats om documenten, die moeten worden verzonden, aan te maken en op te slaan in de informatiebron. De praktijk leert dat de tekst van een te verzenden document veelal wordt aangemaakt op een geheel andere locatie dan bijvoorbeeld de postkamer waarin de postverwerkingsinrichting staat opgesteld. Vaak wordt op de locatie waar het document wordt aangemaakt eveneens de beslissing genomen op welke wijze het document uit vellen moet worden samengesteld. Hierbij kan worden gedacht aan snijden van vellen, vouwen van vellen, het sorteren van vellen, het bepalen van bijlagen en het vullen van enveloppen die in dit verband eveneens als een vel of samenstel van vellen worden betiteld. Behalve dat genoemde documenten op een andere locatie worden aangemaakt, treedt bovendien het probleem op dat genoemde documenten met apparatuur wordt aangemaakt, die van een geheel ander fabrikaat zijn dan de postverwerkingsinrichting. Zo worden genoemde documenten veelal aan gemaakt op een mainframe waardoor het niet mogelijk is, of in ieder geval economisch niet haalbaar, om de programmatuur van het mainframe aan te passen aan de postverwerkingsinrichting zodat met de mainframe niet alleen de tekst van het document kan worden gegenereerd, maar eveneens kan worden aangegeven op welke wijze vellen in de postverwerkingsinrichting moeten worden verwerkt.
Bovendien is zo'n aanpassing in de programmatuur veelal niet eenduidig uit te voeren daar vaak verschillende soorten postverwerkingsmachines aanwezig zijn die niet op eenduidige wijze kunnen worden aangestuurd.
De uitvinding komt aan al bovengenoemde nadelen tegemoet en wordt hiertoe gekenmerkt doordat met behulp van een niet tot de postverwerkingsinrichting behorende teksteenheid ten minste een digitaal document wordt gegenereerd in digitale vorm waarin, ten minste een eveneens met de teksteenheid gegenereerde digitale code wordt opgenomen welke informatie omvat omtrent de wijze waarop het besturingssysteem de verwerkingsstations moet sturen, het digitale document in digitale vorm aan het besturingssysteem wordt toegevoerd, het besturingssysteem het digitale document in digitale vorm opneemt, de code herkent en tenminste één verwerkingsstation stuurt in afhankelijkheid van de code. Doordat met behulp van iedere willekeurige separate teksteenheid het mogelijk is om een digitaal document aan te maken dat een digitale tekst en een digitale code omvat, zijn bovengenoemde problemen opgelost. Overeenkomstig de uitvinding wordt derhalve niet een teksteenheid aangepast aan de postverwerkingsinrichting maar wordt de postverwerkingsinrichting aangepast opdat deze met alle gangbare teksteenheden kan samenwerken. Natuurlijk kan de postverwerkingsinrichting overeenkomstig de uitvinding eveneens worden aangepast aan niet gangbare teksteenheden.
Het grote voordeel is echter dat het aanpassen van de postverwerkingsinrichting eenvoudig en snel kan worden uitgevoerd. Een teksteenheid is in dit verband bijvoorbeeld een computer of mainframe die is voorzien van een tekstverwerkingsprogramma. Een digitaal document is een met een teksteenheid gegenereerd document in digitale vorm en kan zijn opgeslagen op een diskette, in een elektronische geheugen en alle andere gangbare methoden voor opslag. Het aldus verkregen document kan op alle gangbare wijzen aan de besturingseenheid worden toegevoerd. Dit kan bijvoorbeeld middels genoemde diskette maar eveneens middels een directe verbinding tussen teksteenheid en besturingseenheid.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding worden bedrukte vellen in afhankelijkheid van de code door de verwerkingsstations samengesteld tot het te verzenden document. De code kan dan bijvoorbeeld informatie omvatten omtrent de wijze waarop vellen worden gevouwen, bijlagen worden toegevoegd, het aantal vellen waarmee een enveloppe wordt gevuld en hoe gevulde enveloppen moeten worden gesorteerd. Hierbij is het zelfs mogelijk dat een deel van de vellen of alle vellen zijn voorgedrukt zodat het digitale document alleen digitale codes omvat. Anderzijds is het natuurlijk eveneens mogelijk dat de vellen met de drukin-richting van de postverwerkingsinrichting worden bedrukt. In het bijzonder wordt ten minste een deel van een vel in afhankelijkheid van de code bedrukt door de drukinrichting. Zo is het mogelijk dat de code een verkorte aanduiding voor een naam, adres en woonplaats omvat, die door de drukinrichting geheel wordt afgedrukt.
Overeenkomstig een aspect van de uitvinding wordt het digitale document met de teksteenheid voorzien van een code die een niet-printcode omvat die door de drukinrichting niet kan worden afgedrukt. Dit heeft als voordeel dat de digitale code in een digitale tekst kan worden geplaatst zonder dat deze code later in het gedrukte document kan worden gelezen. Ook hier treedt overeenkomstig de uitvinding het enorme voordeel op dat dergelijke codes veelal reeds voorhanden zijn op standaard tekstverwerkende programma's. Zo kan de niet-printcode bijvoorbeeld een escape-sequence omvatten. Het is echter eveneens mogelijk om bijvoorbeeld een code op te nemen die begint en eindigt met respectievelijk een shift-in en shift-out code uit de bekende ASCII-tabel. De besturingseenheid is in dit geval afgestemd om dergelijke codes te herkennen en de verwerkingsinrichtingen dienovereenkomstig aan te sturen.
Het is echter eveneens mogelijk dat het digitale document door de teksteenheid wordt voorzien van een code die een print-code omvat die wel door de drukinrichting kan worden afgedrukt. Hierbij wordt, overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding, de print-code door het besturingssysteem uit het digitale document verwijderd waarna het restant van het digitale document aan de drukinrichting wordt toegevoerd. De verwijderde print-code wordt door het besturingssysteem geïnterpreteerd voor het aansturen van de verwerkings stat ions. Anderzijds is het overeenkomstig de uitvinding mogelijk, dat de print-code niet door het besturingssysteem uit het digitale document wordt verwijderd zodat het gehele digitale document inclusief de print-code door de drukinrichting wordt afgedrukt. Uiteraard kan de print-code dan eveneens worden gebruikt voor het aansturen van verwer-kingsstations als hiervoor omschreven. Indien de print-code niet wordt verwijderd, kan de print-code met behulp van de teksteenheid bijvoorbeeld worden voorzien van een aanduiding die karakteristiek is voor een adressant of groep van adressanten. Wanneer een dergelijke aanduiding wordt gedrukt op een te verzenden vel papier zal dit veelal niet als bezwarend worden ervaren of zelfs als wenselijk worden gezien. De print-code kan door het besturingssysteem direct worden herkend op een zelfde wijze als waarop een niet-printcode kan worden herkend, dat wil zeggen, herkenning vindt plaats aan de hand van het digitale document dat (nog) is opgeslagen in het besturingssysteem. Het is echter eveneens mogelijk dat het besturingssysteem is voorzien van een optische leeseenheid die door de drukinrichting bedrukte vellen aftast, een op een vel gedrukte print-code detecteert en doorgeeft aan de rest van het besturingssysteem, waarna het besturingssysteem genoemde verwerkings stations stuurt voor het in afhankelijkheid van ten minste de print-code bedrukken van vellen en/of samenstellen van vellen tot het te verzenden document. In dit laatste geval wordt de print-code dus pas herkent nadat deze door een drukinrichting van de postverwerkingsinrichting is af gedrukt.
Het toevoegen van een code aan een digitaal document behoeft niet te worden uitgevoerd met het tekstverwerkend programma van de teksteenheid waarmee de tekst van het digitale document wordt gegenereerd. Het is eveneens mogelijk om vanuit of naast het tekstverwerkend programma tijdelijk een ander programma te starten dat bijzonder geschikt is voor het toevoegen van een code aan het digitale document. Nadat de code is ingevoerd, kan laatstgenoemd programma worden beëindigd waarna eventueel verder gewerkt kan worden met het tekstverwerkend programma. Dit laatstgenoemde programma kan zowel via de keyboard-data-stroom als rechtstreeks een geheugen van een teksteenheid aanspreken. Bovendien is het mogelijk de code in te voeren via een separate invoereenheid die aan de teksteenheid is gekoppeld.
Voor het herkennen van codes, dat wil zeggen, print-codes of niet-printcodes, zijn overeenkomstig de uitvinding vele mogelijkheden denkbaar. De hierna gegeven voorbeelden moeten derhalve niet als limitatief worden beschouwd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een code of deel van een code door het besturingssysteem wordt herkend aan de hand van zijn plaats in het document. Dit kan bijvoorbeeld de eerste of laatste regel van het document zijn. Overeenkomstig een andere methode is het mogelijk dat een code of deel van een code door het besturingssysteem wordt herkend aan de hand van zijn inhoud. Hierbij kan worden gedacht aan een bank- of girorekeningnummer die een code representeert waarmee bijvoorbeeld wordt aangegeven naar welk adres een bedrukt vel moet worden opgestuurd. Anderzijds kan worden gedacht aan een aantal regels aan het einde van een document waarin de bijlagen van het document worden opgesomd. Door dit aantal te tellen, is een print-code gedefinieerd die aangeeft hoeveel bijlagen tot het document behoren.
Overeenkomstig een geheel ander aspect van de uitvinding is het besturingssysteem voorzien van een data-bestand welke adresseerbaar met een code is uitgevoerd waarbij het besturingssysteem aan de hand van een uit een digitaal document verkregen code het data-bestand adresseert, de informatie die op het met de code corresponderende adres in het bestand is opgeslagen uitleest en aan de hand van deze informatie de verwerkingsstations stuurt voor het bedrukken van vellen en/of het samenstellen van deze vellen tot het te verzenden document. Volgens deze opzet van de uitvinding kan bijvoorbeeld de lengte van een code in een digitaal document worden beperkt terwijl met deze korte code toch grote hoeveelheden besturingsinformatie naar de diverse verwerkingsstations kan worden gestuurd. Zo kan de informatie uit het data-bestand een gepredetermineerd tekstdeel omvatten waarmee de vellen door de drukinrichting worden bedrukt. Het is echter ook mogelijk dat het data bestand series van besturingsopdrachten voor andere verwerkingsstations omvat, die met behulp van de code kunnen worden opgeroepen.
Het code-concept volgens de uitvinding opent een scala van mogelijkheden waarin deze code kan worden toegepast. De code kan bijvoorbeeld uniek zijn, zoals een naam, adres en woonplaats maar eveneens een groep van adressanten aanduiden. Bij dit laatste kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een postcode. Aan de hand van zo’n code kan bijvoorbeeld worden bepaald welke bijlagen bij een brief dienen te worden gevoegd. Ook kan met behulp van een dergelijke code een tot de postverwerkingsinrichting behorende frankeermachine worden aangestuurd. De datum van een document kan eveneens fungeren als code of onderdeel van een code zodat afhankelijk van de datum van het te verzenden document kan worden bepaald welke bijlage wordt toegevoegd. Aan de hand van zowel een print-code als een niet-printcode kan de volgorde van te verwerken documenten worden bepaald. Indien bijvoorbeeld reclamemateriaal aan een grote groep adressanten op persoonlijke titel dient te worden verstuurd, kunnen de documenten aan de hand van de code, alvorens deze worden gedrukt, worden gesorteerd op postcode.
Indien een print-code wordt gebruikt die niet door het besturingssysteem kan worden herkend alvorens te zijn geprint, kan uiteraard alleen worden gesorteerd na het printen.
Het is eveneens mogelijk dat aan de hand van een door het besturingssysteem herkende code een nieuwe code wordt gegenereerd die vervolgens wordt gedrukt. De nieuwe code kan bijvoorbeeld een streepjescode of barcode omvatten die wordt gegenereerd aan de hand van een sofinummer dat als de door het besturingssysteem te herkennen code fungeert.
Een andere bijzondere toepassing van het code-concept volgens de uitvinding is het controleren van de juistheid van gegevens aan de hand van een door het besturingssysteem herkende code. Zo kan een bankrekeningnummer bijvoorbeeld fungeren als code waarmee genoemde data-base wordt geadresseerd. In deze data-base zijn alle adressen opgeslagen die bij een dergelijk rekeningnummer behoren zodat het besturingssysteem kan nagaan of het door de code geadresseerde adres overeenkomt met het adres dat in het digitale document is vermeld.
Volgens een zeer bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt met behulp van het besturingssysteem een data-bestand opgebouwd aan de hand van door het besturingssysteem herkende codes. Indien de code bijvoorbeeld een adressant of groep van adressanten betreft, kan worden bijgehouden wat aan wie op een bepaald tijdstip is verzonden. Hierdoor wordt het mogelijk om aan de hand van de data-base (alsnog) statistische informatie te genereren over verzonden documenten. Tevens kan worden bijgehouden hoe intensief bepaalde verwerkstations zijn gebruikt. Aan de hand van deze informatie kan worden vastgesteld of bepaalde onderdelen -verwerkingsstations- van de postverwerkingsinrichting aan een onderhoudsbeurt toe zijn, dienen te worden vervangen of bijvoorbeeld met vellen moeten worden bijgevuld. Daarnaast kunnen aan de hand van de opgebouwde data-base statusrappor-ten worden gegenereerd waarin vermeld staat op welk tijdstip een document aan een adressant is verzonden.
Het toevoeren van een met de separate teksteenheid gegenereerd digitaal document aan het besturingssysteem van de postverwerkingsinrichting kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Volgens een voordelige methode wordt het door de teksteenheid aangemaakte digitale document op een informatiedrager opgeslagen zoals bijvoorbeeld een diskette, waarna de informatiedrager naar het besturingssysteem wordt gébracht en vervolgens door het besturingssysteem wordt uitgelezen. Het is echter eveneens mogelijk dat het door de teksteenheid aangemaakte digitale document met behulp van een leiding aan het besturingssysteem wordt toegevoerd.
Volgens een zeer vooruitstrevend aspect van de uitvinding wordt door het besturingssysteem terugmeldingsinformatie genereert die gegevens omvat omtrent door de postverwerkings-inrichting verwerkte vellen en/of documenten. Deze terugmel-dingsinformatie kan op een diskette worden opgeslagen om bijvoorbeeld op een later tijdstip op een andere locatie te worden geëvalueerd. Het is eveneens mogelijk dat deze informatie aan een separate mainframe wordt toegevoerd zodat daar een bestand kan worden aangelegd welke gegevens omvat omtrent de door de postverwerkingsinrichting verwerkte vellen. De toepassingen van dit bestand zijn vergelijkbaar als hierboven is aangegeven bij het door het besturingssysteem zelf opgébouwde bestand.
Een postverwerkingssysteem overeenkomstig de uitvinding wordt gekenmerkt door dat het systeem verder is voorzien van een niet tot de postverwerkingsinrichting behorende separate teksteenheid waarmee ten minste een digitaal document kan worden gegenereerd in digitale vorm waarin, tenminste een eveneens met de teksteenheid gegenereerde digitale code is opgenomen, welke informatie omvat omtrent de wijze waarop het besturingssysteem de verwerkingsstations moet aansturen voor het bedrukken en samenstellen van vellen en waarbij het besturingssysteem, wanneer hieraan het digitale document in digitale vorm wordt toegevoerd, het digitale document in digitale vorm opneemt, de code herkent en tenminste één verwerkingsstation stuurt in afhankelijkheid van de code.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van figuur 1 waarin een postverwerkingssysteem overeenkomstig de uitvinding is weergegeven. Met referentie nummer 1 is in figuur 1 een postverwerkingssysteem weergegeven. Het postverwerkingssysteem 1 is voorzien van een postverwerkingsinrichting 2 en een teksteenheid 4. De teksteenheid 4 betreft bijvoorbeeld een separate mainframe-computer die in het geheel niet tot de postverwer-kingsinrichting 2 behoort. Een dergelijke mainframe-computer kan zijn voorzien van een tekstverwerkingsprogramma van de soort welke algemeen bekend is en aldus kan fungeren als teksteenheid waarmee digitale documenten kunnen worden aangemaakt. Een digitaal document is een met de teksteenheid 4 gegenereerd document dat in digitale vorm kan worden opgeslagen op een diskette, in een elektronisch geheugen van bijvoorbeeld de teksteenheid 4 of alle andere gangbare middelen voor opslag.
De standaard teksteenheid 4 is vaak reeds voor handen wanneer de postverwerkingsinrichting wordt aangeschaft en zal zich veelal op een geheel andere locatie in een gebouw bevinden dan de postverwerkingsinrichting 2. Essentieel is derhalve dat de teksteenheid 4 en de postverwerkings-inrichting 2 geheel gescheiden van elkaar kunnen zijn uitge-voerd en gestationeerd.
De postverwerkingsinrichting 2 is voorzien van een besturingssysteem 6 en een postverwerkingsstraat 8. De postverwer-kingsstraat omvat bijvoorbeeld de volgende verwerkings-stations: een drukinrichting 10, een snij inrichting 12, een verzamelstation 14, een bijlagetoevoeger 16, een vouwmachine 18, een vulmachine 20 en een frankeermachine 22. Met nadruk wordt er op gewezen dat soort, volgorde en aantal van de genoemde verwerkingsstations uitsluitend bij wijze van voorbeeld is gegeven en op velerlei wijzen kan worden gevarieerd. De pijl 24 geeft de richting aan waarin de verwerking van vellen tot gerede poststukken voortschrijdt. De vellen kunnen in dit verband eveneens enveloppen omvatten die met andere vellen worden gevuld. Bovendien wordt voor de volledigheid nog opgemerkt dat de snij inrichting 12 het verwerken van kettingformulieren suggereert. Het is natuurlijk eveneens mogelijk losse vellen te verwerken zodat de snij inrichting 12 achterwege kan blijven.
De pijlen tussen het besturingssysteem 6 enerzijds en de verwerkingsstations 10-22 anderzijds geven telkens een kanaal weer voor het doorgeven van informatie van het besturingssysteem 6 naar de verwerkingsstations 10-22 en omgekeerd. Het besturingssysteem 6 is in dit voorbeeld voorzien van een computer 24 en een interface 26 die via een leiding 28 met elkaar zijn verbonden.
Het postverwerkingssysteem 1 volgens de uitvinding werkt als volgt. Met behulp van de teksteenheid 4 wordt een digitaal document aangemaakt welke een tekst omvat voor een te verzenden document. Een digitaal document is een met de teksteenheid 4 gegenereerd document in digitale vorm en kan zijn opgeslagen op een diskette, in een elektronisch geheugen en alle andere gangbare middelen voor opslag. Met behulp van de teksteenheid 4 wordt het digitale document tevens voorzien van een digitale code, welke informatie omvat omtrent de wijze waarop het besturingssysteem 6 de verwerkingsstations 10-22 of een aantal van deze verwerkingsstations moet sturen. De digitale code kan een niet-printcode omvatten en/of een print-code . Een niet-printcode is een verzameling digitale karakters die door de drukinrichting 10 niet worden herkend en dus ook niet kunnen worden af gedrukt. Indien de teksteenheid 4 bijvoorbeeld gebruik maakt van de ASCII-tabel voor het binair registreren van data kunnen verschillende combinaties van codes uit deze tabel worden gebruikt als een niet-printcode. Een voorbeeld hiervan is de escape-sequence wat echter niet uitsluit dat andere mogelijkheden denkbaar zijn. Uiteraard kunnen eveneens andere tabellen, zoals de vijf bits telex-tabel of de acht bits EBCDIC-tabel, worden gebruikt voor het aanmaken en registreren van het digitale document.
Een code kan echter eveneens een print-code omvatten. Onder print-code wordt in dit verband verstaan een code die door de drukinrichting 10 kan worden herkend en resulteert in het afdrukken van een karakter, getal, leesteken, een ander teken of een coiribinatie hiervan wanneer de print-code aan de drukinrichting wordt toegevoerd. Een spatie kan in dit verband eveneens worden gezien als een mogelijke print-code of deel van een print-code. Praktisch gezien, betreft een print-code vaak een verzameling karakters in het digitale document die zichtbaar zijn als normale tekst op een scherm van de teksteenheid 4.
Wanneer het digitale document is aangemaakt, wordt het aan het besturingssysteem 6 van de postverwerkingsinrichting 2 toegevoerd. De aanvoerlijn 30 is in de figuur schematisch gestippeld weergegeven en representeert ieder mogelijke manier om het digitale document aan het besturingssysteem 6 toe te voeren. Zo is het mogelijk dat het digitale document door de teksteenheid 4 op een diskette wordt opgeslagen. De diskette wordt vervolgens gelezen door een hier niet weergegeven disk-drive van de computer 24. Het is echter eveneens mogelijk dat de stippellijn 30 een electrische leiding representeert waarmee het digitale document kan worden overgebracht van de teksteenheid 4 naar de computer 24.
Het aldus aan de computer 24 toegevoerde document wordt verder verwerkt voor het aansturen van de werkstations 10-22 van de postverwerkingsstraat 8. Overeenkomstig een eerste uitvoeringsvorm herkent het besturingssysteem 6 de codes uit het digitale document. Deze codes kunnen bijvoorbeeld worden herkend aan hun specifieke inhoud (lengte van de code, opbouw van de code, etc) of aan een specifieke gepredetermineerde plaats in het digitale document waar codes kunnen zijn opgeslagen. Het is uiteraard eveneens mogelijk een combinatie van genoemde voorbeelden te gébruiken. In het onderhavige voorbeeld wordt het digitale document van de computer 24 naar de interface 26 getransporteerd en wordt het herkennen van de code door de computer 24 uitgevoerd. De computer 24 geeft de code door aan de interface 26. De interface 26 zet de gedetecteerde code om in stuursignalen, die naar de betreffende verwerkingsstations worden verzonden. Tevens wordt het digitale document via de interface 26 aan de drukinrichting 10 toegevoerd. Indien de code bestaat uit een niet-printcode kan het gehele document via interface 26 rechtstreeks aan de drukinrichting 10 worden toegevoerd. De niet-printcode zal dan niet worden af gedrukt. Indien de code een print-code omvat, kan desgewenst de print-code door de computer 24 worden verwijderd uit het digitale document dat vervolgens via interface 26 aan de drukinrichting 10 wordt toegevoerd. Daarnaast is het mogelijk de print-code te vervangen door een blanco ruimte of regel, dan wel een standaardtekst, zoals een vaste kopregel, uiteraard is het eveneens mogelijk dat de print-code niet wordt verwijderd en door de drukinrichting wordt afgedrukt.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm is het besturingssysteem 6 verder nog voorzien van een optische leeseenheid 32 die via een leiding 34 met de computer 24 is verbonden. Deze leeseenheid kan worden gébruikt wanneer het digitale document een print-code omvat die door de drukinrichting 10 wordt afgedrukt. De print-code kan bijvoorbeeld worden afgedrukt op een scheurrand van een ketting-formulier maar ook op een willekeurige of vaste positie in de rest van het geprinte of gedrukte document. De computer 24 scant met behulp van de optische leeseenheid 32 het door de drukinrichting 10 gedrukte document en herkent de print-code, bijvoorbeeld volgens een of meer van eerder genoemde methoden. De door de computer herkende print-code wordt aan de interface toegevoerd die deze print-code vervolgens omzet in stuursignalen waarmee de verwerkingsstations of een aantal van de verwerkingsstation worden aangestuurd. Met nadruk wordt er op gewezen dat de op een vel afgedrukte print-code niet alleen besturingsinstructies voor de verwerkingsstations kan om vatten voor het verder verwerken van het betreffende vel maar eveneens voor het verwerken van geheel andere vellen die nog niet zijn afgedrukt, dan wel die reeds wel zijn afgedrukt maar zich nog ergens in het traject van de postverwerkings-straat 8 bevinden.
De in stuursignalen omgezette instructies voor het besturen van de verwerkingsstations worden, zoals reeds vermeld, doorgegeven aan de verwerkingsstations 10 - 22. De stuursignalen dienen, op het moment waarop het document of een set bij elkaar horende documenten het verwerkingsstation waarop deze instructies betrekking hébben bereikt, te resulteren in de gewenste behandeling. Indien een aantal gescheiden te houden documenten of sets documenten gelijktijdig in de postverwerkingsstraat 8 aanwezig is, kan het moment, waarop de betreffende behandeling dient te worden uitgevoerd, op uiterst betrouwbare wijze worden bepaald middels de interface 26 en de daaraan teruggevoerde gereedmeldingssignalen van de stations dan wel aan de hand van synchronisatie-signalen die de interface 26 zelf genereert. In het laatste geval kan het terugsturen van signalen van de verwerkingsstations 10 - 22 naar de interface 26 eventueel achterwege blijven.
Het verdient echter aanbeveling ten minste te voorzien in het signaleren van storingen aan de interface 26 om het genereren van documenten en/of sets documenten in de postverwerkingsstraat 8 automatisch stop te kunnen zetten in geval zich storingen voordoen.
Voor het verkrijgen van een set documenten kan in de postverwerkingsstraat 8 direct na de drukinrichting 10 of in geval van kettingbaanpapier na de snij inrichting 12 een verzamelstation 14 zijn opgenomen. Het tot een set verzamelen van de documenten is dan te realiseren door overeenkomstig de onderhavige uitvinding de desbetreffende codes direct om te zetten in stuursignalen. Bestaat de set bijvoorbeeld uit een te ondertekenen brief, dan kan deze daartoe uit de postverwerkingsstraat 8 worden genomen door een desbetreffende sturing in bijvoorbeeld het verzamelstation 14 of elk ander daarop volgend verwerkingsstation. Dient de set naderhand weer in de postverwerkingsstraat, of een andere gelijksoortige postverwerkingsstraat, te worden ingevoegd, dan kan het de voorkeur verdienen door de eerder genoemde drukinrichting verdere verwerkingsinstructies in de vorm van print-codes op de documenten aan te brengen, in dat geval wordt derhalve een deel van de codes direct omgezet in stuursignalen en een ander deel in print-codes. In een dergelijk geval kan gebruik worden gemaakt van een inrichting, die voorzien is van de optische leesinrichting 32.
Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Opgemerkt is reeds, dat de postverwerkingsstraat 8 uit elk gewenst aantal delen van elke gewenste soort en in elke gewenste volgorde kan zijn samengesteld. Verder zijn de pijlen, die de diverse informatiestromen tussen de diverse onderdelen van de inrichting weergeven, telkens aan beide uiteinden voorzien van een pijlpunt, waarmee is aangegeven, dat terugmeldingssignalen zijn af te geven voor het verkrijgen van een optimale sturing van de inrichting. Bedoelde terugmeldings signalen kunnen allerlei informatie bevatten, zoals het voltooien van een bepaalde bewerking, het passeren van een document of set documenten, het constateren van een storing, etc.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm van de postverwerkingsinrichting is de computer 24 voorzien van een data-bestand welke adresseerbaar met een code is uitgevoerd. Dit data-bestand kan bijvoorbeeld zijn opgeslagen op een harde schijf van de computer. De computer 24 adresseert aan de hand van een uit een digitaal document verkregen code het data-bestand. De informatie die op het met de code corresponderende adres in het bestand is opgeslagen, wordt vervolgens uitgelezen en aan de interface 26 toegevoerd. De interface 26 zet deze informatie om in stuursignalen waarmee de verwer-kingsstations worden gestuurd voor het bedrukken van vellen en/of het samenstellen van deze vellen tot het te verzenden document. Volgens deze opzet van de uitvinding kan bijvoorbeeld de lengte van een code worden beperkt terwijl met deze korte code toch grote hoeveelheden besturingsinformatie naar de diverse verwerkingsstations kan worden gestuurd.
Het is eveneens mogelijk dat aan de hand van een door de computer 24 herkende code een nieuwe code wordt gegenereerd, die vervolgens wordt gedrukt. De nieuwe code kan bijvoorbeeld een streepjescode of barcode omvatten die aan de hand van een sofinummer dat als de door het besturingssysteem te herkennen code fungeert.
Een andere bijzondere toepassing van het code-concept volgens de uitvinding is het controleren van de juistheid van gegevens aan de hand van een door het besturingssysteem herkende code. Zo kan met een door de computer herkende code genoemde data-base wordt geadresseerd. Vervolgens kan de op het betreffende adres opgeslagen informatie door de computer worden vergeleken met een ander deel van het digitale document wat met deze informatie zou moeten corresponderen.
Volgens een zeer bijzondere uitvoeringsvorm van de post-verwerkingsinrichting 2 wordt met behulp van de computer 24 een data-bestand opgebouwd aan de hand van door de computer 24 herkende codes. Hiermee wordt bijvoorbeeld statistische informatie gegenereerd over verzonden documenten. Tevens wordt bijgehouden hoe intensief bepaalde werkstations 10 - 22 zijn gebruikt. Aan de hand van deze informatie wordt vastgesteld of bepaalde onderdelen -verwerkingsstations- van de postverwerkingsinrichting aan een onderhoudsbeurt toe zijn, dienen te worden vervangen of bijvoorbeeld met vellen moeten worden bijgevuld. Daarnaast wordt aan de hand van de opgebouwde data-base statusrapporten gegenereerd waarin vermeld staat op welk tijdstip een document aan een adressant is verzonden. Deze statusrapporten worden door de drukinrich-ting 24 afgedrukt.
Volgens een zeer geavanceerde uitvoeringsvorm van de postverwerkingsinrichting 2 genereert de computer 24 terug-meldingsinformatie die gegevens omvat omtrent door de postverwerkingsinrichting verwerkte vellen en/of documenten. Deze terugmeldingsinf onnat ie kan op een diskette worden opgeslagen om bijvoorbeeld op een later tijdstip op een andere locatie te worden geëvalueerd. Het is eveneens mogelijk dat deze informatie via een leiding 30 aan de teksteenheid 4 wordt toegevoerd zodat daar een bestand kan worden aangelegd welke gegevens omvat omtrent door de postverwerkingsinrichting verwerkte vellen. De toepassingen van dit bestand zijn vergelijkbaar als hierboven is aangegeven bij het door het besturingssysteem zelf opgebouwde bestand.
Tenslotte wordt opgemerkt dat het herkennen van een code eveneens door de interface 26 kan worden uitgevoerd. Tevens kunnen interface 24 en computer 26 zijn geïntegreerd tot een eenheid van het besturingssysteem 6.

Claims (38)

1. Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingsinrichting die een aantal verwerkingsstations zoals bijvoorbeeld een drukinrichting en een vulinrichting omvat en een besturingssysteem, welke ten minste een verwerkingsstation stuurt voor het bedrukken van vellen en/of samenstellen van vellen tot ten minste een te verzenden document, met het kenmerk, dat met behulp van een niet tot de postverwerkingsinrichting behorende teksteenheid ten minste een digitaal document wordt gegenereerd in digitale vorm waarin, ten minste een eveneens met de teksteenheid gegenereerde digitale code wordt opgenomen welke informatie omvat omtrent de wijze waarop het besturingssysteem de verwerkingsstations moet sturen, het digitale document in digitale vorm aan het besturingssysteem wordt toegevoerd, het besturingssysteem het digitale document in digitale vorm opneemt, de code herkent en tenminste één verwerkingsstation stuurt in afhankelijkheid van de code.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bedrukte vellen in afhankelijkheid van de code door de verwerkingsstations worden samengesteld tot het te verzenden document.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vellen met de drukinrichting worden bedrukt.
4. Werkwijze volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat ten minste een deel van een vel in afhankelijkheid van de code worden bedrukt door de drukinrichting.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het digitale document met de teksteenheid wordt voorzien van een code die een niet-printcode omvat die door de drukinrichting niet kan worden afgedrukt.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de niet-printcode een escape-sequence of een shift-in/shift-out omvat.
7. Werkwij ze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het digitale document door de teksteenheid wordt voorzien van een code die een print-code omvat die door de drukinrichting kan worden afgedrukt.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de print-code door het besturingssysteem uit het digitale document wordt verwijderd waarna het restant van het digitale document aan de drukinrichting wordt toegevoerd.
9. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de print-code niet door het besturingssysteem uit het digitale document wordt verwijderd zodat het gehele digitale document inclusief de print-code door de drukinrichting wordt af gedrukt.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de print-code met behulp van de teksteenheid wordt voorzien van een aanduiding die karakteristiek is voor een adressant of groep van adressanten.
11. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het besturingssysteem is voorzien van een optische lees-eenheid die door de drukinrichting bedrukte vellen aftast, een op een vel gedrukte print-code detecteert en doorgeeft aan de rest van het besturingssysteem waarna het besturingssysteem genoemde verwerkingsstations stuurt voor het in afhankelijkheid van ten minste de print-code bedrukken van vellen en/of samenstellen van vellen tot het te verzenden document.
12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een code of deel van een code door het besturingssysteem wordt herkend aan de hand van zijn plaats in het document.
13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een code of deel van een code door het besturingssysteem wordt herkend aan de hand van zijn inhoud.
14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het besturingssysteem is voorzien van een data-bestand welke adresseerbaar met een code is uitgevoerd waarbij het besturingssysteem aan de hand van een uit een digitaal document verkregen code het data-bestand adresseert, de informatie die op het met de code corresponderende adres in het bestand is opgeslagen uitleest en aan de hand van deze informatie de verwerkingsstations stuurt voor het bedrukken van vellen en/of het samenstellen van deze vellen tot het te verzenden document.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de informatie uit het data-bestand een gepredetermineerd tekstdeel omvat waarmee de vellen door de drukinrichting worden bedrukt.
16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat met behulp van het besturingssysteem een data-bestand wordt opgebouwd aan de hand van door het besturingssysteem herkende codes.
17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het door de teksteenheid aangemaakte digitale document op een informatiedrager wordt opgeslagen waarna de informatiedrager door het besturingssysteem wordt uitgelezen.
18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-16, met het kenmerk, dat het door de teksteenheid aangemaakte digitale document met behulp van een leiding aan het besturingssysteem wordt toegevoerd.
19. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het besturingssysteem terugmeldings-informatie genereert die gegevens omvat omtrent door de post-verwerkingsinrichting verwerkte vellen en/of documenten.
20. Postverwerkingssysteem voorzien van een postverwer-kingsinrichting die een aantal verwerkingsstations omvat, waaronder bijvoorbeeld een drukinrichting en een vulinrich-ting, en een besturingssysteem welke de drukinrichting en ten minste een ander verwerkingsstation stuurt voor het bedrukken van vellen en samenstellen van vellen tot ten minste een te verzenden document, met het kenmerk, dat het systeem verder is voorzien van een niet tot de postverwerkingsinrichting behorende separate teksteenheid waarmee ten minste een digitaal document kan worden gegenereerd in digitale vorm waarin, ten minste een eveneens met de teksteenheid gegenereerde digitale code is opgenomen welke informatie omvat omtrent de wijze waarop het besturingssysteem de verwerkings-stations moet aansturen voor het bedrukken en samenstellen van vellen en waarbij het besturingssysteem, wanneer hieraan het digitale document in digitale vorm wordt toegevoerd, het digitale document in digitale vorm opneemt, de code herkent en tenminste één verwerkingsstations stuurt in afhankelijkheid van de code.
21. Postverwerkingssysteem volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat bedrukte vellen in afhankelijkheid van de code door verwerkingsstations worden samengesteld tot het te verzenden document.
22. Postverwerkingssysteem volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat ten minste een deel van een vel in afhankelijkheid van de code worden bedrukt door de drukin-richting.
23. Postverwerkingssysteem volgens conclusie 20, 21 of 22, met het kenmerk, dat de teksteenheid het digitale document voorziet van een code die een niet-printcode omvat die door de drukinrichting niet kan worden afgedrukt.
24. Postverwerkingssysteem volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de niet-printcode een escape-sequence of een shift- in/shift-out omvat.
25. Postverwerkingssysteem volgens één der voorgaande conclusies 20-24, met het kenmerk, dat de teksteenheid het digitale document voorziet van een code die een print-code omvat die door de drukinrichting kan worden af gedrukt.
26 Postverwerkingssysteem volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het besturingssysteem de print-code uit het digitale document verwijdert waarna het restant van het digitale document aan de drukinrichting wordt toegevoerd.
27. Postverwerkingssysteem volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het besturingssysteem de print-code niet uit het digitale document verwijdert zodat het gehele digitale document inclusief de print-code door de drukinrichting wordt afgedrukt.
28. Postverwerkingssysteem volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de print-code met behulp van de teksteenheid wordt voorzien van een aanduiding die karakteristiek is voor een adressant of groep van adressanten.
29. Postverwerkingssysteem volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het besturingssysteem is voorzien van een optische leeseenheid die een door de drukinrichting bedrukte vellen aftast, een op een vel gedrukte print-code detecteert en doorgeeft aan de rest van het besturingssysteem . waarna het besturingssysteem genoemde verwerkingsstations stuurt voor het in afhankelijkheid van tenminste de print-code bedrukken van vellen en/of samenstellen van vellen of de bedrukte tot het te verzenden document.
30. Postverwerkingssysteem volgens één der voorgaande conclusies 20-29, met het kenmerk, dat het besturingssysteem een code of deel van een code herkent aan de hand van zijn plaats in het document.
31. Postverwerkingssysteem volgens één der voorgaande conclusies 20-30, met het kenmerk, dat het besturingssysteem een code of deel van een code herkent aan de hand van zijn inhoud.
32. Postverwerkingssysteem volgens één der voorgaande conclusies 20-31, met het kenmerk, dat het besturingssysteem is voorzien van een data-bestand welke adresseerbaar met een code is uitgevoerd waarbij het besturingssysteem aan de hand van een uit een digitaal document verkregen code het databestand adresseert, de informatie die op het met de code corresponderende adres in het bestand is opgeslagen uitleest en aan de hand van deze informatie de verwerkingsstations stuurt voor het bedrukken van vellen en het samenstellen van vellen tot het te verzenden document.
33. Postverwerkingssysteem volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat de informatie uit het data-bestand een geprede- termineerd tekstdeel omvat waarmee de vellen door de drukin-richting worden bedrukt.
34. Postverwerkingssysteem volgens één der voorgaande conclusies 20-33, met het kenmerk, dat het besturingssysteem een data-bestand opgebouwd aan de hand van door het besturingssysteem herkende codes.
35. Postverwerkingssysteem volgens één der voorgaande conclusies 20-34, met het kenmerk, dat de teksteenheid is voorzien van middelen om het met de teksteenheid aangemaakte digitale document op een informatie drager op te slaan en dat het besturingssysteem is voorzien van middelen om de informatie van de informatiedrager uit te lezen.
36. Postverwerkingssysteem volgens één der voorgaande conclusies 20-34, met het kenmerk, dat het systeem verder is voorzien van een leiding waarmee het door de teksteenheid aangemaakte digitale document aan het besturingssysteem wordt toegevoerd.
37. Postverwerkingssysteem volgens één der voorgaande conclusies 20-36, met het kenmerk, dat het besturingssysteem terugmeldingsinformatie genereert die gegevens omvat omtrent door de postverwerkingsinrichting verwerkte vellen en/of documenten.
38. Postverwerkingsinrichting volgens één der voorgaande conclusies 20-37.
NL9300979A 1993-06-07 1993-06-07 Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingssysteem alsmede een postverwerkingssysteem voor het toepassen van die werkwijze en een postverwerkingsinrichting van dat systeem. NL9300979A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300979A NL9300979A (nl) 1993-06-07 1993-06-07 Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingssysteem alsmede een postverwerkingssysteem voor het toepassen van die werkwijze en een postverwerkingsinrichting van dat systeem.
DE69415218T DE69415218T2 (de) 1993-06-07 1994-06-07 Blattverarbeitungsverfahren in einem Postverarbeitungssystem, Postverarbeitungssystem und zugehörige Vorrichtung zur Durchführung dieses Verfahrens
EP94201627A EP0628357B1 (en) 1993-06-07 1994-06-07 Method for processing sheets in a mail processing system, mail processing systemand related apparatus for implementing such method
US08/646,694 US5798930A (en) 1993-06-07 1996-05-03 Method for processing sheets in mail processing system; a mail processing system for the practice of such method; and a mail processing apparatus of such system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300979 1993-06-07
NL9300979A NL9300979A (nl) 1993-06-07 1993-06-07 Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingssysteem alsmede een postverwerkingssysteem voor het toepassen van die werkwijze en een postverwerkingsinrichting van dat systeem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9300979A true NL9300979A (nl) 1995-01-02

Family

ID=19862499

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300979A NL9300979A (nl) 1993-06-07 1993-06-07 Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingssysteem alsmede een postverwerkingssysteem voor het toepassen van die werkwijze en een postverwerkingsinrichting van dat systeem.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5798930A (nl)
EP (1) EP0628357B1 (nl)
DE (1) DE69415218T2 (nl)
NL (1) NL9300979A (nl)

Families Citing this family (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9221329D0 (en) 1992-10-10 1992-11-25 Delta Biotechnology Ltd Preparation of further diagnostic agents
US5628249A (en) * 1994-12-27 1997-05-13 Pitney Bowes Inc. Apparatus and method for preparing a mail piece
NL1000867C2 (nl) * 1995-07-21 1997-01-22 Hadewe Bv Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van poststukken.
US5873073A (en) * 1996-12-24 1999-02-16 Pitney Bowes Inc. Method and system for mail piece production utilizing a data center and inter-related communication networks
NL1004918C2 (nl) 1996-12-31 1998-07-01 Hadewe Bv Werkwijze voor het vervaardigen van een document.
US6167326A (en) * 1998-10-23 2000-12-26 Quad/Graphics, Inc. Multi-mailer combining pre-personalized items with items not pre-personalized to produce zip code bundles
NL1010936C2 (nl) 1998-12-31 2000-07-03 Neopost Bv Werkwijze en systeem voor het genereren en afwerken van documenten.
US6202005B1 (en) 1999-02-05 2001-03-13 First Data Corporation System for selectively printing messages and adding inserts to merchant statements
US6205373B1 (en) 1999-08-30 2001-03-20 Pitney Bowes Inc. Method and system for tracking manually repaired mailpieces or the like
US6714835B1 (en) 1999-10-04 2004-03-30 Pitney Bowes Inc. System and apparatus for preparation of mailpieces and method for file based setup of such apparatus
US6732011B1 (en) 1999-10-04 2004-05-04 Pitney Bowes Inc. Apparatus for preparation of mailpieces and method for downstream control of such apparatus
US6311103B1 (en) 1999-12-10 2001-10-30 Pitney Bowes Inc. Method for run-time performance tuning of an inserter system
NL1014003C2 (nl) * 1999-12-31 2001-07-03 Neopost Bv Werkwijze voor het ten minste verzendklaar maken van ten minste een bericht en datastructuur voor gebruik daarbij.
NL1017005C2 (nl) 2000-12-29 2002-07-02 Neopost Ind B V Systeem voor het genereren van geprinte poststukken en computer programmacode daarvoor.
NL1017017C2 (nl) * 2000-12-31 2002-07-02 Neopost Ind B V Instellen van een systeem voor het samenstellen van poststukken.
US7072736B2 (en) * 2003-08-06 2006-07-04 Xerox Corporation Method to determine when a media handling system configuration is valid and a media handling system arranged in accordance with the same method
NL1025163C2 (nl) * 2003-12-31 2005-07-04 Neopost Sa Werkwijze en inrichting voor het samenstellen van poststukken.
US8621826B2 (en) 2003-12-31 2014-01-07 Neopost Technologies Apparatus for assembling mail pieces
NL1027930C2 (nl) * 2004-12-31 2006-07-03 Dutch Document Company B V Werkwijze en systeem voor het afdrukken van een document.
US8528890B2 (en) 2009-03-27 2013-09-10 Quad/Graphics, Inc. In-line shell processing
US9211692B2 (en) * 2009-03-27 2015-12-15 Quad/Graphics, Inc. In-line shell processing
US9008884B2 (en) 2010-12-15 2015-04-14 Symbotic Llc Bot position sensing
TWI622540B (zh) 2011-09-09 2018-05-01 辛波提克有限責任公司 自動化儲存及取放系統
EP3451299B1 (en) 2017-08-30 2024-07-03 Quadient Technologies France Method for uniquely identifying mailpieces having non-personalized enclosures

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2202660A (en) * 1987-03-13 1988-09-28 Pitney Bowes Inc Mail preparation system
EP0404264A1 (en) * 1989-06-21 1990-12-27 Hadewe B.V. Method of preparing an item to be mailed and system for carrying out that method
EP0447179A2 (en) * 1990-03-12 1991-09-18 Pitney Bowes Inc. System and method for controlling an apparatus to produce mail pieces in non-standard configurations

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5161109A (en) * 1988-12-16 1992-11-03 Pitney Bowes Inc. Up/down loading of databases
US5283752A (en) * 1989-06-21 1994-02-01 Hadewe B.V. Method of preparing an item to be mailed and system for carrying out that method
US5142482A (en) * 1989-10-03 1992-08-25 Pitney Bowes Inc. Mailing system with information feedback
US5321624A (en) * 1992-10-06 1994-06-14 Bell & Howell Phillipsburg Company Insertion machine having multiple document detector

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2202660A (en) * 1987-03-13 1988-09-28 Pitney Bowes Inc Mail preparation system
EP0404264A1 (en) * 1989-06-21 1990-12-27 Hadewe B.V. Method of preparing an item to be mailed and system for carrying out that method
NL8901557A (nl) * 1989-06-21 1991-01-16 Hadewe Bv Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingsstraat alsmede een inrichting voor het toepassen van die werkwijze.
EP0447179A2 (en) * 1990-03-12 1991-09-18 Pitney Bowes Inc. System and method for controlling an apparatus to produce mail pieces in non-standard configurations

Also Published As

Publication number Publication date
EP0628357B1 (en) 1998-12-16
DE69415218T2 (de) 1999-07-29
US5798930A (en) 1998-08-25
DE69415218D1 (de) 1999-01-28
EP0628357A1 (en) 1994-12-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9300979A (nl) Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingssysteem alsmede een postverwerkingssysteem voor het toepassen van die werkwijze en een postverwerkingsinrichting van dat systeem.
US5317654A (en) Selective collating and inserting apparatus
CA2238896C (en) Document control page interface
US6337743B1 (en) Method and system of print stream address extraction
DE69228100T2 (de) System zum automatischen Drucken von Poststücken
JP2001523161A (ja) 配送情報を認識する方法および装置
CN1643507A (zh) 混合邮件的电子混合方法和系统
GB2317731A (en) Digital postage indicia verification for inserting system
US5680742A (en) Method and apparatus for preparing postal items
US20060150848A1 (en) Personalization of printed items, especially subscription newspapers/magazines
DE60313424T2 (de) Methode und System für eine automatisierte Dokumentverarbeitung
DE69811460T2 (de) Druck und Endbearbeitung von Dokumenten
EP0447581A1 (en) Reading mechanism
US20030084068A1 (en) Method and system for providing control marks on a document
NL8901557A (nl) Werkwijze voor het verwerken van vellen in een postverwerkingsstraat alsmede een inrichting voor het toepassen van die werkwijze.
CN1404418A (zh) 通过使用扩展的客户代码来消除邮件的地址差错
JP4354021B2 (ja) 画像処理装置及び該画像処理装置を用いた振分方式及び方法
EP1683585A1 (en) Method and system for printing a document
US8060242B2 (en) System, apparatuses, methods and computer program for producing a batch of mail items and providing and generating identification codes
JP3383491B2 (ja) 帳票認識分類システム
US8109067B2 (en) System for managing documents without printed mark recognition
DE10300071A1 (de) Personalisierung von Druckerzeugnissen, insbesondere von Zeitungen/Zeitschriften im Abonnementvertrieb
EP1953651A1 (en) A method for preparing mail pieces and a data carrier and mail preparation systems for use therein
EP3451299A1 (en) Method for uniquely identifying mailpieces having non-personalized enclosures
US20080211225A1 (en) Method and apparatus for printing multiple pages

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed