NL1010936C2

NL1010936C2 - Werkwijze en systeem voor het genereren en afwerken van documenten.

Info

Publication number: NL1010936C2
Application number: NL1010936A
Authority: NL
Inventors: Bertus Karel Edens; Hendrik Theodorus Van Der Meer
Original assignee: Neopost Bv
Priority date: 1998-12-31
Filing date: 1998-12-31
Publication date: 2000-07-03
Also published as: EP1016468A1; ATE289880T1; EP1016468B1; DE69923939D1; US7333231B2; US20040168125A1; DE69923939T2

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en systeem voor het genereren en afwerken van documenten

GEBIED EN ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een systeem voor het genereren en afwerken van documenten.

5 Om effectief te communiceren met gebruikmaking van do cumenten volstaat het in het algemeen niet een document op te stellen, maar moet er ook nog voor gezorgd worden dat het document degene voor wie het bestemd is bereikt in een bruikbare vorm.

10 Wanneer het document ...een brief is, moet deze bijvoor beeld na te zijn afgedrukt verzendklaar gemaakt worden, bijvoorbeeld door het document te vouwen en in een enveloppe te steken. Het document kan echter ook een rapport of brochure zijn, waarvan de pagina's verzameld moeten worden en met een 15 omslag ingebonden moeten worden. Ook als het document een elektronisch document is, zal toch enige afwerking nodig zijn, om het document_in een voor verzending geschikte vorm te brengen en dit te voorzien van een adres.

Voor de verzending van fysieke documenten en in het 20 bijzonder poststukken was en is het gebruikelijk merktekens die afwerkingsinstructies representeren of verwijzen naar een adres waar afwerkingsinstructies zijn opgeslagen op een hoofddocument af te drukken. Wanneer een pakket hoofddocumenten is afgedrukt worden deze overgebracht naar een cou-25 verteersysteem, waarin de merktekens worden gelezen en de hoofddocumenten in overeenstemming met de hoofddocumenten worden verwerkt. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld beschreven in de Britse octrooiaanvrage 2 202 660 en de Europese octrooiaanvrage 0 265 192.

30 Teneinde de noodzaak van het afdrukken van merktekens op hoofddocumenten te vermijden is in Amerikaans octrooi-schrift 5 283 752 voorgesteld documenten direct vanuit een afdrukapparaat toe te voeren aan een afwerkingsinrichting. .. Daarbij worden de instructies voor het afdrukken van de do- 1 0 1 Ü 9 3 6 -2- cumenten en de instructies voor het afwerken van de documenten als samenhangende set instructies uitgestuurd. Doordat aldus de volgorde waarop instructies uitgestuurd worden is gekoppeld aan de volgorde waarin de documenten ter afwerking 5 worden aangeleverd kan het afdrukken van merktekens voor het aansturen van de afwerking van de documenten achterwege worden gelaten. Recentere voorbeelden van integratie van het afdrukken en afwerken van documenten zijn beschreven in Amerikaans octrooischrift 5 628 249 en in internationale oc-10 trooiaanvrage WO 97/28972.

Een probleem bij het geïntegreerd opstellen van instructies voor het afdrukken en afwerken van documenten is, dat indien dataprocessor systemen van waaruit de instructies voor het genereren en afdrukken van documenten worden uitge-15 stuurd werken onder verschillende besturingssystemen, verschillende aanstuurprogramma's (drivers) nodig zijn die zijn ingericht om te kunnen werken onder die verschillende besturingssystemen. Ook als nieuwere versies van besturingssystemen worden geïnstalleerd zijn in veel gevallen nieuwe ver-20 sies van de aanstuurprogramma's nodig. Verder zijn verschillende aanstuurprogramma's nodig voor het aansturen van verschillende afwerkingsapparaten, waarbij het grote aantal varianten en configuraties waarin afwerkingsapparatuur voorkomt de benodigde variëteit aan aanstuurprogrammatuur verder 25 vergroot. Vooral indien het gewenst is een groot aantal gebruikers documenten door middel van verschillende apparaten te kunnen laten genereren en afwerken, maakt dit systeembeheer gecompliceerd. Indien het ook nog gewenst is de instructies voor het genereren en afwerken van documenten te 30 bewerken, wordt een verder probleem gevormd doordat ook van de programmatuur voor het bewerken van de instructies voor het genereren en afwerken van documenten vele varianten nodig zijn en bij het verschijnen van nieuwe versies van besturingssystemen in veel gevallen bijgewerkte versies nodig 35 zijn.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

1 0 1 üü o U

-3-

Het is een doel van de onderhavige uitvinding, de benodigde variëteit aan aanstuurprogrammatuur die nodig is om bij een bepaalde variëteit aan besturingssystemen en/of af-5 werkingsapparatuur het genereren en afwerken van documenten te kunnen besturen te__beperken, een en ander met behoud van beheersbaarheid van document-beelden die wordt verkregen bij gebruik van bekende aanstuurprogrammatuur.

Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding be-10 reikt door een werkwijze voor het genereren en afwerken van documenten uit te voeren als is neergelegd in conclusie 1. Voor dit doel voorziet de uitvinding tevens in een systeem voor het genereren en afwerken van documenten volgens conclusie 22, welk systeem specifiek is ingericht voor het uit-15 voeren van de werkwijze volgens conclusie 1.

Doordat de informatie die de inhoud van een of meer documenten beschrijft na te zijn omgezet in een tweede format wordt bewerkt tot een bewerkt bestand alvorens de daarop gebaseerde aanstuur-instructies naar de apparatuur voor het 20 genereren en afwerken van documenten worden verzonden, kunnen instructies die zijn samengesteld onder verschillende besturingssystemen met één gemeenschappelijk afwerkingspro-gramma worden bewerken, bijvoorbeeld om de juistheid van adressen te verifiëren_.__Dit programma kan tevens worden ge-25 bruikt om de instructies voor verschillende soorten apparatuur te bewerken, zodat een versie van de bewerkingsprogram-matuur geschikt is voor het bewerken van instructies voor apparaten van verschillende typen. Aldus wordt een aanzienlijke besparing bereikt op de voor het bedienen van ver-30 schillende besturingssystemen en apparaten benodigde variëteit aan programmatuur.

Doordat het tweede format beeld-definiërende instructies bevat, wordt met het omzetten van de instructies van het eerste format naar het tweede format het beeld of de 35 beelden waar het document of de documenten uit zal bestaan vastgelegd in een universeel tussenformat. Informatie be- , treffende het beeld zoals dat bij het opstellen van het do- * r\ . ~>.a a.

I U i ü o o Ό -4- cument is gecreëerd blijft daarbij, althans in essentie, behouden, zodat een "What you see is what you get" -achtige beheersbaarheid van het beeld, die bij document-genererende programmatuur gebruikelijk is, gehandhaafd kan blijven.

5 Daarnaast is het uiteraard ook mogelijk, bij het bewerken van het tweede bestand, doelbewust wijzigingen in het beeld of de beelden aan te brengen.

Een verder voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is - althans bij implementatie van de werkwijze vol-10 gens de uitvinding voor het aansturen van verschillende apparaten voor het genereren en afwerken van documenten binnen een organisatie -, dat gebruikers zich slechts met één interface vertrouwd hoeven te maken om documenten met behulp van verschillende apparaten te kunnen genereren en afwerken 15 en systeembeheer wordt vereenvoudigd, omdat bij wijziging van het bestand van aan te sturen apparaten voor het genereren en afwerken van documenten niet dienovereenkomstig veel wijzigingen van bij gebruikers geïnstalleerde aanstuurpro-grammatuur nodig zijn.

20 De documenten kunnen zowel fysieke documenten als elektronische documenten zijn. Het afwerken van de documenten kan vele vormen hebben, zoals het verpakken in een enveloppe, het inbinden van bij elkaar horende pagina's of het aansturen van een e-mail programma in overeenstemming met 25 adresgegevens behorend bij een geadresseerde met toevoeging van bij het opstellen van het document gespecificeerde bijlagen .

Verdere doelen, uitvoeringsaspecten, voordelen, en details betreffende de uitvinding blijken uit de afhankelijke 30 conclusies en de navolgende beschrijving van enkele uitvoe-ringsvoorbeelden, waarin wordt verwezen naar de bijgaande tekeningen.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

35

Fig. 1 is een schematische weergave van een systeem volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld de uitvinding, en

t - . . · ’ \J

-5- fig. 2 is een schematische weergave van de architectuur van een deel van een systeem volgens een tweede uitvoe-ringsvoorbeeld de uitvinding.

5 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding wordt eerst nader beschreven aan de hand van het in fig. 1 weergegeven voorbeeld. Daarbij is met een dikke lijn een locaal gebied 1 omkaderd, waarbinnen zich een 10 locale uitvoering van het systeem bevindt. Dit systeem omvat een locale netwerkstructuur 2, waarop een aantal stations zijn aangesloten. Volgens dit voorbeeld zijn de aangesloten stations: een communicatie server 3, een personal computer 4, een minicomputer 5, een netwerk fax-scanner-printer 6, 15 een printer 7, een groot volume printer 8, een couverteer-systeem 9 en een document-afhandelingsserver 10.

De communicatie-server 3 is via een adapter verbonden met een datatransmissienetwerk 11, dat bijvoorbeeld kan worden gevormd door een telefoonnetwerk, een glasvezelnetwerk 20 of een coaxiaal-kabelnetwerk, al dan niet aangevuld met daarop aangesloten netwerken.

Op dit datatransmissienetwerk 11 is een communicatie-en document-afhandelingsserver 12 aangesloten, die op zijn beurt via een locaal netwerk 13 is verbondén met onder meer 25 een printer 14 voor het printen van hoofddocumenten, een printer 15 voor het printen van bijlagen en een couverteer-systeem 16 voor het couverteren van documenten afkomstig van de afdrukapparaten 14, 15.

Verder zijn op het datatransmissienetwerk 11 aangeslo-30 ten: een post-voorbericht centrale 17, waarheen berichten betreffende te versturen mailings aangemeld kunnen worden, zodat de post daar bij het inplannen van sorteer- en distri-butiecapaciteit rekening mee kan houden, een frankeertrans-actiecentrale 18 voor het afrekenen van frankeringen, een 35 externe postproductie-opdrachtgever 19 (bijvoorbeeld een gelieerd bedrijf dat niet over faciliteiten voor het geïntegreerd genereren en afwerken van documenten beschikt) en een 1 0 1 u -· u v -6- server 20 ingericht met externe bewerkingsdiensten als alternatief voor en aanvulling op interne bewerkingsdiensten die hierna nog zullen worden besproken.

De locale dataprocessor-structuur en apparatuur voor 5 het op locatie 1 genereren en afwerken van documenten bestaat volgens dit voorbeeld uit de personal computer 4 (waarvan er in de praktijk in het algemeen meerdere op het netwerk 2 aangesloten zijn) de minicomputer 5 en de docu-ment-afhandelingsserver 10.

10 Daarbij zijn van deze dataprocessor-structuur de per sonal computer 4 en de minicomputer 5 elk ingericht voor het verschaffen van een eerste databestand in ten minste een eerste format, voor het beschrijven van de inhoud van een of meer documenten. In de personal computer 4 is dit in dit 15 voorbeeld bereikt, doordat daarop een gangbaar tekstverwerkingsprogramma met "mail merge" faciliteit is geïnstalleerd en in de minicomputer 5 is dit in dit voorbeeld bereikt, doordat daarop een database programma met faciliteit voor het genereren van standaardcorrespondentie behorend bij be-20 paalde situaties van in een informatiebestand voorkomende entiteiten is geïnstalleerd. Dit kan bijvoorbeeld een programma zijn, dat rekeningafschriften genereert in reactie op het bereiken van een bepaalde transactiesom of een bepaald aantal transacties. Op de computersystemen 4, 5 zijn verder 25 voor dergelijke computers gangbare besturingssystemen geïnstalleerd, waarop de tekstverwerkings- en database applicaties zijn af ge stemd. Dergelijke besturingssystemen zijn algemeen bekend en in verschillende vormen in de handel verkrijgbaar of althans licentieerbaar.

30 De computers 4, 5 zijn verder elk voorzien van een aanstuurprogramma (driver) voor het verwerken van het eerste databestand in het eerste format tot een tweede databestand in een tweede format dat beeld-definiërende instructies bevat. Als tweede format wordt volgens dit voorbeeld een 35 Postscript (geregistreerde merknaam van Adobe Systems Ine.) format toegepast. Bij deze printertaal omvatten de beeldde-finiërende instructies afzonderlijk uitvoerbare stellen , *

\ 'J

-7- beelddefiniërende instructies die elk beelddefiniërende instructies voor het afdrukken van een individuele pagina omvatten. Dit maakt het mogelijk, pagina's onafhankelijk van elkaar in een willekeurige volgorde en op verschillende af-5 drukapparaten af te drukken. Het is echter ook mogelijk andere formats toe te passen, zoals een PCL format of een bitmap format. ' :

Het toepassen van een printertaal als tweede format voor de instructies biedt het voordeel, dat deze vooral voor 10 tekstdocumenten beeld-definiërende instructies vormen op basis waarvan beelden met een zeer hoge resolutie kunnen worden gevormd (en derhalve ook geschikt zijn als basis voor weergaven met een minder hoge resolutie) en dat deze in het algemeen zeer gangbaar zijn, waardoor aanstuurprogramma's 15 voor een groot aantal besturingssystemen worden ondersteund. Afwerkingsinstructies kunnen bijvoorbeeld in het tweede format worden opgenomen als extensies van de printertaal. Voor nadere details betreffende het toevoegen van extensies wordt verwezen naar specificaties betreffende de desbetreffende 20 printertaal.

De document-afhandelingsserver 10 is ingericht voor het bewerken van het tweede databestand tot een bewerkt tweede databestand omvattende aanstuur-instructies voor het genereren van documenten en bijbehorende aanstuur-25 instructies voor het afwerken van documenten. Hiertoe is de document-afhandelingsserver 10 volgens dit voorbeeld ingericht voor het ontvangen van databestanden 21-25 in een af-handelingsbestand 26. Verder is de document-afhandelingsserver 10 ingericht met programmatuur in de vorm 30 van bewerkingsdiensten 27 die al naar gelang de behoefte van de gebruiker van het systeem verschillende faciliteiten kunnen bieden, bijvoorbeeld door verschillende programma-modules al dan niet te installeren.

Deze bewerkingsdiensten 27 kunnen bijvoorbeeld voor-35 zien in het bepalen van een frankeerwaarde, het aangaan van frankeertransacties met de frankeertransactie-centrale 18, 1 0 1 o ·.

• ^ 4 u <j ij o -8- het bepalen van frankeerinstructies en het dienovereenkomstig bewerken van databestanden in het afhandelingsbestand.

Andere op afwerkingsinstructies betrekking hebbende bewerkingsdiensten zijn bijvoorbeeld: het verzorgen van bij-5 lage-instructies voor het couverteersysteem 9 in overeenstemming met de instructies in het desbetreffende databestand 21-25 en in een bewerkingsdatabestand 28 aanwezige gegevens betreffende bijlage-feeders waarin de desbetreffende bijlagen zich bevinden of gegevens betreffende betreffende 10 bijlagen die bij bepaalde categorieën documenten behoren.

De geïnstalleerde bewerkingsdiensten 27 kunnen verder zijn ingericht voor het selecteren van apparatuur voor het genereren en afwerken van documenten en, zo nodig, voor het converteren van de instructies voor het genereren en afwer-15 ken van documenten naar een voor het geselecteerde apparaat of de geselecteerde apparaten geschikt format. Aldus hoeft de gebruiker zich niet te bekommeren om de keuze van een apparaat voor te genereren en af te werken documenten. Dit is in het bijzonder voordelig indien, zoals bij het voorgestel-20 de systeem, de apparatuur voor het genereren en afwerken van documenten apparatuur voor het genereren en afwerken van fysieke documenten en apparatuur voor het genereren en afwerken van elektronische documenten omvat. Het versturen van fysieke en elektronische documenten kan dan via gemeenschap-25 pelijk'e bedieningsinterface. In combinatie met bereikbaar-heidsgegevens van geadresseerden en eventueel gegevens betreffende de locatie van geadresseerden, de aard en urgentie van documenten en de kosten van verschillende verzendmoge-lijkheden, kunnen daarbij verschillende verzendopties voor-30 gesteld worden en eventueel automatisch worden geselecteerd. Ook dergelijke voorzieningen kunnen deel uitmaken van de bewerkingsdiensten 27.

Een verdere bewerking, waarvoor de bewerkingsdiensten 27 met voordeel kunnen zijn ingericht is het bepalen van be-35 drukkingen van enveloppen in overeenstemming met bijbehorende beeld-definiërende instructies voor het afdrukken van documenten. Dit maakt het op eenvoudige wijze mogelijk geper- 101 o::&u -9- sonaliseerde post te verzenden zonder gebruik van vensteren-veloppen. Er hoeft overigens geen sprake te zijn van een één-op-één relatie tussen de inhoud van een document en de bedrukking op een enveloppe. Zo kan het bedrukken van enve-5 loppen bijvoorbeeld bestaan uit het op de enveloppen afdrukken van verschillende logo's of bijschriften, bijvoorbeeld in afhankelijkheid van de afdeling van een organisatie waarmee de geadresseerde in relatie staat.

De bewerkingsdiensten 27 kunnen voorts zijn ingericht 10 voor het genereren van bijbehorende afwerkingsinstructies in de vorm van het samenstellen van verzendgegegevens betreffende een groep documenten, bijvoorbeeld in overeenstemming met een relatieprofiel dat voor die groep documenten is vastgesteld. De verzendgegevens kunnen bijvoorbeeld worden 15 bepaald aan de hand van gegevens die zijn opgeslagen in het bewerkingsdatabestand 28.

Een verdere toepassing, waarvoor de bewerkingsdiensten 27 met voordeel kunnen .zijn ingericht is het verifiëren van ten minste een gedeelte van de aanstuurinstructies. Dit kan 20 bijvoorbeeld dienen om adressen of postcodes te verifiëren of de validiteit of beschikbaarheid van opgegeven bijlagen of bijlage-bestanden te controleren. De data aan de hand waarvan de .validatie wordt uitgevoerd kunnen zijn opgeslagen in het bewerkingsdatabestand. Vooral indien het gaat om re-25 latief weinig voorkomende bewerkingen of indien het gaat om adressen die voortkomen uit extensief beheerde adressenbestanden, kan het voordelig zijn te voorzien in communicatie tussen de bewerkingsdienst programmatuur 27 en externe bewerkingsdiensten 20 teneinde de beoogde verificatie uit te 30 voeren. ____

De bewerkingsdiensten 27 die op de document-afhandelingsserver 10 zijn geïnstalleerd kunnen dus zowel zijn ingericht voor het toevoegen van afwerkingsinstructies als voor het wijzigen of converteren van als onderdeel van 35 het tweede databestand ontvangen afwerkingsinstructies.

De bewerkingsdiensten kunnen voorts zijn ingericht voor het converteren van beeld-definiërende instructies in 1 Ü 1 ü & 3 o -10- een eerste afdruktaal tot beeld-definiërende instructies in een tweede afdruktaal. In dit voorbeeld, waar de databestanden 21-25 als Postscript programmatuur binnenkomen kan bijvoorbeeld zijn voorzien in een vertalingsfacilieit voor het 5 vertalen van Postscript naar een andere printertaal, zoals PCL, of naar een format waarin het document als faxbericht, e-mail bericht of web-pagina op Internet of een Intranet gegenereerd kan worden, inclusief toevoeging van een adres (telefoonnummer, e-mail adres, pagina-locatie), en naar de 10 desbetreffende apparatuur 3, 6 voor het genereren en afwerken van een document kan worden verzonden.

Andere bewerkingen van ten minste een gedeelte van de beeld-definiërende instructies waarvoor de bewerkingsdien-sten 27 kunnen zijn ingericht zijn: het lezen van ten minste 15 gedeeltes van de beeld-definiërende instructies en het sorteren van elk bij een bepaald document behorende sets van de beeld-definiërende instructies in overeenstemming met de gelezen gedeeltes. Dit maakt het mogelijk, documenten te sorteren, bijvoorbeeld op een wijze die besparingen op de dis-20 tributiekosten oplevert.

Doordat de bewerkingsdiensten 27 de te verwerken data in het tweede format steeds op' een gestandaardiseerde wijze aangeboden krijgen, ongeacht de applicatie en het besturingssysteem waaronder deze data zijn gegenereerd, hoeft van 25 deze bewerkingsdiensten in beginsel slechts een versie te worden ontwikkeld.

De document-afhandelingsserver 10 is verder ingericht voor het beheer van communicatie met de apparatuur 3, 6, 8, 9 voor het genereren en afwerken van documenten en via het 30 netwerk 2 met die apparatuur 3, 6, 8, 9 werkzaam verbonden voor het aansturen van die apparatuur 3, 6, 8, 9 in overeenstemming met aanstuur-instructies uit het, bewerkte tweede databestand. Hiertoe is de document-afhandelingsserver 10 voorzien van afhandelingsbeheerder-programmatuur 29.

35 De apparatuur 3, 6, 8, 9 voor het genereren en afwer ken van documenten is ingericht voor het genereren en afwer-ken van documenten in overeenstemming met de aanstuur-

| Ü s ut' J

-11- instructies. In dit voorbeeld is de communicatie-server 3 ingericht voor het verzenden van instructies betreffende elders te genereren en af te werken documenten, het genereren van e-mail berichten, alsmede web-paginaTs voor Internet en 5 Intranet toepassingen in overeenstemming met instructies gegenereerd door de afhandelingsbeheerder-programmatuur 29. De bewerkingsdiensten 27 zijn volgens dit voorbeeld verder ingericht om tweede databestanden, in plaats van deze over te dragen aan de eigen afhandelingsbeheerder-programmatuur 29, 10 te verzenden naar een externe afhandelingsbeheerder die bijvoorbeeld kan zijn geïnstalleerd in de server 12. Dit kan bijvoorbeeld voordelig zijn, indien de afdruk- en couver-teeraparatuur 14-16 die door die server 12 aangestuurd wordt dichter bij geadresseerden is gelegen of uitsluitend dan 15 (beter) geschikt is om de desbetreffende documenten te drukken en af te werken. Het_verdient in het algemeen de voorkeur de instructies in het onbewerkte of slechts gedeeltelijk bewerkte tweede format te versturen, zodat locatie-afhankelijke bewerkingen uitgaande van dit universele format 20 uitgevoerd kunnen worden.

Verder is in dit voorbeeld het faxapparaat 6 ingericht voor het verzenden van faxberichten in overeenstemming met instructies gegenereerd door de afhandelingsbeheerder-programmatuur 29. Tenslotte zijn het afdrukapparaat 8 en het 25 couverteersysteem 9 elk afzonderlijk via het netwerk 2 verbonden met de document-afhandelingsserver 10.

Het couverteersysteem 9 is in-lijn met het afdrukapparaat 8 opgesteld voor het afwerken van rechtstreeks vanuit het afdrukapparaat ontvangen documenten. Dit maakt het moge-30 lijk zonder handmatig ingrijpen documenten te genereren en af te werken.

Het afdrukapparaat 8 en het couverteersysteem 9 hebben elk een eigen besturingseenheid 31, 32. Dit maakt het in de eerste plaats mogelijk beide apparaten 8, 9 afzonderlijk van 35 elkaar te laten werken.,..„Hierdoor is bijvoorbeeld het afdrukapparaat 8 beschikbaar._voor andere taken als het couverteersysteem 9 wordt ingezet voor het couverteren van reeds eer- / -12- der gedrukte documenten. Verder wordt hierdoor de mogelijkheid verkregen, verschillende couverteersystemen 9 te combineren met verschillende afdrukapparaten 8, voor zover de aansturing wordt ondersteund door de converteermogelijkheden 5 van de bewerkingsdiensten 27. Aldus wordt op eenvoudige wijze de mogelijkheid verkregen een grote variëteit aan afdrukapparaten en couverteersystemen met elkaar te combineren. In het bijzonder biedt dit het voordeel dat enerzijds in veel gevallen reeds beschikbare apparatuur in het voorgestelde 10 systeem kan worden geïntegreerd en anderzijds relatief weinig inspanning noodzakelijk is om te waarborgen dat bij installatie van een nieuw systeem of vervanging van afdrukapparatuur steeds zeer recente modellen kunnen worden ingepast .

15 . Voor het onafhankelijk van elkaar toe kunnen passen van verschillende afdrukapparaten 8 en couverteersystemen 9 is het verder voordelig, dat de besturingseenheden 31, 32 elk een eigen poort 33, 34 voor communicatie met een externe dataprocessor hebben.

20 Het couverteersysteem 9 is verder ingericht voor het overbrengen van verwerkingscapaciteit weergevende signalen naar de document-afhandelingsserver 10 en de document-afhandelingsserver 10 is ingericht voor het in reactie op die verwerkingscapaciteit weergevende signalen aansturen van 25 het afdrukapparaat 8 voor het afdrukken van ten minste een volgend document. Door het toevoeren van aanstuurinstructies naar het afdrukapparaat 8 uit te voeren in overeenstemming met opnamecapaciteit weergevende signalen afkomstig van het systeem 9 voor het afwerken van documenten, kan op eenvoudi-30 ge wijze worden gewaarborgd dat de hoeveelheid afdrukin- structies in het geheugen van het afdrukapparaat binnen bepaalde grenzen blijft. Dit is op zijn beurt voordelig, omdat het aantal documenten in bewerking tijdens een storing dan beperkt blijft, hetgeen het hervatten van het genereren en 35 afwerken van documenten zonder verlies of doublures ("job recovery") vereenvoudigt. De verwerkingscapaciteit weerge- .

i Ü * Ub o D

-13- vende signalen zijn in de tekening weergegeven als met "terugkoppeling" aangeduide pijlen.

De afhandelingsbeheerder-programmatuur 29 is ingericht voor het beheren van afzonderlijke communicatie met het af-5 drukapparaat 8 en het couverteersysteem 9, waarbij coördinatie tussen het afdrukken en de te verrichten afwerkingshan-delingen geschiedt op basis van informatie betreffende het aantal bij elkaar horende vellen per set afkomstig van het afdrukapparaat 8 en door het couverteersysteem 9 gedetec-10 teerde aantallen aangekomen vellen. Het couverteersysteem 9 is overigens voorzien van_ een tweede afdrukapparaat 30, waarmee enveloppen kunnen worden bedrukt met onder meer adressen, logo's en frankeerindicia.

De dataprocessorstructuur die in dit voorbeeld is be-15 stemd voor het beheer van het genereren en afwerken van documenten is verdeeld over eerste dataprocessorstations - al naar gelang de bron waar de gegevens betreffende de te genereren en af te werken documenten worden samengesteld gevormd door de personal computer 4 of de minicomputer 5 - en een 20 tweede dataprocessorstation in de vorm van de document- afhandelingsserver 10, welke dataprocessorstations via het netwerk 2 onderling gekoppeld zijn voor het overdragen van data van het eerste dataprocessorstation naar het tweede dataprocessorstation. Door de verdeling van applicaties voor 25 het genereren of althans inspecteren van informatie en aan-stuurprogramma's op de eerste dataprocessorstations 4, 5 en programmatuur voor het_bewerken en uitvoeren van instructies in het tweede format op de daarmee verbonden document-afhandelingsserver 10, hoeven de bewerkingsdiensten 27 uit-30 sluitend op de document-afhandelingsserver 10 te worden geïnstalleerd, hetgeen uit het oogpunt van vereenvoudiging van het systeembeheer zeer voordelig is. Op de eerste dataprocessorstations 4, 5 van gebruikers die aangewezen zijn om documenten te genereren en laten uitgaan - waarvan typi-35 scherwijs een groot aantal in een organisatie aanwezig is -hoeft bij toepassing van dit voorbeeld alleen een bij het

1 IJ 1 Ü-J ü O

-14- desbetreffende besturingssysteem passend aanstuurprogramma te worden geïnstalleerd.

In bedrijf verloopt het genereren en afwerken van documenten volgens dit voorbeeld als volgt: 5 Een eerste databestand wordt verschaft in een eerste format, dat in het algemeen applicatiespecifiek zal zijn.

Dit databestand beschrijft de inhoud van een document of meerdere documenten.

Het eerste databestand wordt verwerkt tot een tweede 10 databestand in een tweede format. Dit tweede databestand bevat beeld-definiërende instructies, zodat informatie die beelden definieert die tijdens het opstellen van het document of de documenten zijn gecreëerd behouden blijven. Voor het verwerken van het eerste databestand tot een tweede da-15 tabes.tand wordt vanuit de applicatie een aanstuurprogramma-tuur geactiveerd dat, na te zijn geactiveerd eerst keuzemogelijkheden wat betreft afwerkingsmogelijkheden aanbiedt. Deze keuzemogelijkheden kunnen zowel directe aanwijzing van afwerkingsinstructies als aanwijzing van bewerkingsdiensten 20 die vervolgens resulteren in (verdere) afwerkingsinstructies omvatten.

Het tweede databestand wordt in overeenstemming met de gemaakte keuzes bewerkt tot een bewerkt tweede databestand met aanstuur-instructies voor het genereren van documenten 25 en bijbehorende aanstuur-instructies voor het afwerken van documenten. Deze bewerking kan verschillende vormen hebben, zoals uit de bovenstaande beschrijving blijkt. In hoofdlijnen zijn te onderscheiden: inhoudelijke wijziging, zoals toevoeging of verandering, van beeld-definiërende instruc-30 ties en/of afwerkingsinstructies en het converteren van instructies naar een ander format teneinde communicatie met een specifiek apparaat mogelijk te maken. De bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl het tweede databestand in een tijdelijke opslag voor document-generatie en afwerkings-35 instructies ("spooler") blijft.

Vervolgens wordt, in overeenstemming met de aanstuur-instructies, de apparatuur 3, 6, 8, 9, 14-16 aangestuurd '] ~ · - - - " -15- voor het genereren en afwerken van documenten en worden de documenten in overeenstemming met die aanstuur-instructies door de aangestuurde apparatuur gegenereerd en afgewerkt.

Het bovenomschreven voordeel, dat de werkwijze met 5 weinig variëteit aan programmatuur op een breed scala aan besturingssystemen, apparatuur voor het genereren en afwerken van documenten kan worden toegepast is vooral van voordeel wanneer het gaat om toepassingen, waarbij de aanstuur-instructies voor het genereren van documenten instructies 10 voor het afdrukken van documenten vormen en worden toegevoerd aan een afdrukapparaat en waarbij de aanstuur-instructies voor het afwerken van documenten instructies voor het verwerken van fysieke documenten afgedrukt door het afdrukapparaat vormen en worden toegevoerd aan een systeem 15 voor het afwerken van fysieke documenten, welk systeem documenten afgedrukt door het afdrukapparaat afwerkt in overeenstemming met de instructies voor het afwerken van fysieke documenten. Apparaten voor het afwerken van fysieke documenten, zoals couverteermachines en inbindmachines worden in 20 relatief kleine aantallen vervaardigd, waardoor de kosten van het ontwikkelen van varianten van aanstuurprogramma's relatief zwaar drukt op de kosten van dergelijke apparatuur. Verder is het in veel gevallen wenselijk dergelijke apparaten in combinatie met verschillende groot volume afdrukappa-25 raten te kunnen gebruiken.

Verder worden in gebruik de documenten vanuit de af-drukapparaten 8, 14, 15_rechtstreeks afgegeven aan het systeem 9, 16 voor het afwerken van documenten. Hierdoor is de kans op het optreden onregelmatigheden bij het overbrengen 30 van de documenten beperkt. Verder hoeven in veel gevallen minder hoge eisen te worden gesteld aan de verwerkingssnelheden van het couverteersysteem, omdat met het afwerken van de documenten niet hoeft te worden gewacht tot een pakket documenten gereed is om over te worden overgebracht naar het 35 couverteersysteem.

Voor het beheersen van de documentstroom is het daarbij voordelig indien de documenten vanuit het afdrukapparaat ιΛ .0 i \J » \J Cj 'w O . .

-16- 8 stuksgewijs worden afgegeven aan het systeem 9 voor het afwerken van documenten. Indien het afdrukapparaat beschikt over faciliteiten voor het tot stapels verzamelen van afgedrukte documenten en het afgeven van die stapels, is het 5 echter ook mogelijk erin te voorzien dat documenten stapels-gewijs rechtstreeks worden afgegeven aan het afwerksysteem, bijvoorbeeld in de vorm van stapels uit twee of meer bij elkaar behorende documenten die samen moeten worden ingebonden of samen in een enveloppe moeten worden verpakt.

10 In fig. 2 is een voorbeeld van een architectuur weer gegeven waarmee verdere besparingen op de benodigde varianten aan programmatuur kunnen worden bereikt. In plaats van een aangepast aanstuurprogramma wordt een standaard aan-stuurprogramma ("printer driver") 137 toegepast voor het 15 verwerken van het eerste databestand in een bij een applicatie 136 (zoals een tekstverwerkingsprogramma of een database programma met een document-samenstellingsfaciliteit) behorend format tot een tweede databestand 121-125, dat naar een afhandelingsbestand 126, zoals een spooler, wordt verstuurd. 20 Ook hier kan met voordeel een Postscript aanstuurprogramma 137 worden toegepast, omdat dit paginagewijze afhandeling in een willekeurige volgorde mogelijk maakt.

Voor het invoeren van de afwerkingsinstructies en communicatie betreffende de status van een serie te genereren 25 en af 'te werken documenten wordt echter gebruik gemaakt van universele cliënt-server bedieningsinterface programmatuur die bij voorkeur interactief is. Een gastheer-gedeelte daarvan is volgens dit voorbeeld op de web server 135 geïnstalleerd en werkt samen met een cliënt-gedeeltes 138 dat op een 30 cliënt-systeem 104 is geïnstalleerd. Dit cliënt-gedeelte worden in dit voorbeeld gevormd door web browser programmatuur 138. Via een geschikt ingedeelde pagina op de web server 135 kunnen afwerkingsinstructies en bewerkingsdiensten 127 worden geselecteerd en ingesteld. Voor de direct te be-35 dienen functies van een systeem voor het afwerken van documenten wordt volgens dit voorbeeld een webpagina toegepast .

1 0 1 03 36 -17- die een virtueel bedieningspaneel van een systeem voor het afwerken van documenten weergeeft.

De tweede databestanden 121-125 worden vanuit het af-handelingsbestand 126 als objecten opgenomen in een kern 129 5 van een object model dat opdrachten tot het genereren en verwerken van documenten in de vorm van de hiervoor besproken tweede databestanden, gegevens betreffende de volgorde van uitvoer van documenten en series bij elkaar behorende documenten, gegevens betreffende verwerkingsmogelijkheden 10 en, in voorkomende gevallen, foutmeldingen bevat. Lagen daaromheen worden gevormd door programmatuur zoals de bewer-kingsdiensten 127, het bewerkingsdatabestand 128 en appa-raat-specifieke aansturingsprogrammatuur 139 om apparatuur aan te sturen in overeenstemming met in de kern 129 bepaalde 15 instructies. In overeenstemming met middels de web browser programmatuur 138 ingevoerde opties worden vanuit de web server 135 beeld-definiërende instructies en afwerkingsin-structies als objecten opgenomen in het object model. De be-werkingsdiensten 127 die door de web server programmatuur 20 zijn aangewezen bewerken de in het object model ingevoerde instructies, tot een bewerkt tweede databestand. In overeenstemming daarmee verzorgt de apparaat-specifieke aansturingsprogrammatuur 139 vervolgens het aansturen van de apparatuur 108, 109, 130 voor het genereren en afwerken van do-25 cument'en. Daarbij worden de volgordes en snelheden van verzending van aanstuurinstructies voor het bedrukken van de documenten en van de aanstuurinstructies voor het beheersen van de afwerking van gedrukte documenten op elkaar en op van de apparatuur 108, 109 en 130 ontvangen gereedheids- of be-30 reidheidssignalen afgestemd.

Doordat de instructies voor het bewerken van het tweede databestand tot het_bewerkte tweede databestand worden ingevoerd met gebruikmaking van een universele server-cliënt interface en dergelijke universele interfaces voor vele be-35 sturingssystemen beschikbaar zijn en voor nieuwe besturingssystemen worden ontwikkeld, kan de toegankelijkheid van het systeem voor het invoeren van afwerkingsinstructies en het 1 0 ί Ü~' O J .

-18- opgeven van bewerkingsdiensten voor een grote diversiteit aan bedieningssystemen worden gewaarborgd, zonder dat daartoe verschillende uitvoeringen van een speciale, bij de af-werkingsapparatuur behorende bedieningsinterface voor ver-5 schillende besturingssystemen hoeven te worden ontwikkeld.

De universele interface kan bovendien eenvoudig worden ingericht voor het bieden van toegang tot informatie over de resultaten van de opdracht tot het genereren.en afwerken van bestanden, de stand van zaken betreffende de verwerking van 10 een bepaalde opdracht en het verwachte tijdstip van completering van een opdracht. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld voor het genereren van opstellen van web pagina's gebruikelijke instrumenten als html formats en onder naam Java bekende programmatuur worden toegepast.

15 - Doordat het tweede bestand voorafgaand aan het bewer ken vrij is van afwerkingsinstructies, is ook aan de kant van het verwerken van informatie in een bij de applicatie 136 behorend format tot een tweede databestand met beeld-definiërende aanstuurinformatie geen specifieke programma-20 tuur voor deze toepassing nodig. Er kan gebruik worden gemaakt van aanstuurprogrammatuur voor bijvoorbeeld afdrukap-paraten die in het algemeen voor een grote variëteit aan besturingssystemen wordt aangeboden door fabrikanten van af-drukapparaten. Doordat het niet nodig is afwerkingsinstruc-25 ties in het tweede databestand te verwerken is het bovendien beter mogelijk als tweede databestand desgewenst andere formats dan Postscript te gebruiken, zoals PCL bestanden of platte ASCII bestanden.

Bij toepassing van de voorgestelde programmatuur op 30 een netwerk is een verder belangrijk voordeel, dat specifiek voor het geïntegreerd genereren en afwerken van documenten bestemde programmatuur alleen op de document-afhandelingsserver hoeft te worden geïnstalleerd, hetgeen uit het oogpunt van vereenvoudiging van het systeembeheer 35 zeer voordelig is. Het bijwerken van de voor het geïntegreerd genereren en afwerken van documenten specifieke programmatuur, bijvoorbeeld in vanwege het beschikbaar komen

S U i ÜO O O

-19- van een nieuwe versie of het toevoegen of verwijderen van functionele modules, hoeft bijvoorbeeld alleen op de server 135 te gebeuren. Gebruikers kunnen op een eenvoudige manier van voor hen relevante wijzigingen op de hoogte worden ge-5 bracht via de eerste webpagina die zij openen bij het selecteren van de programmatuur voor het opgeven van afwerkings-instructies. Op cliënt-systemen 104 hoeft alleen een universeel aanstuurprogramma 137 en het cliënt gedeelte 138 van het universele interactieve interface te worden geïnstal-10 leerd. Laatstgenoemde soort programmatuur hoort, bijvoorbeeld in de vorm van web browser programmatuur, in veel gevallen tot de standaarduitrusting van cliënt-systemen.

Als het afhandelingsbestand 126, de bewerkingsdiensten 127, het bewerkingsdatabestand 128, de kern 129 van het ob-15 ject model en het gastheer-gedeelte van de bedieningsinter-face op een systeem zijn geïnstalleerd dat werkt onder een eerste besturingssysteem, bijvoorbeeld een systeem dat onder de merknaam Windows NT in het verkeer wordt gebracht, kunnen opdrachten tot het genereren en afwerken van documenten wor-20 den verstrekt vanuit cliënt-systemen die onder verschillende andere besturingssystemen draaien, zoals besturingssystemen die bekend zijn onder de namen Unix, Linux, Mac OS en OS/2, zonder dat het nodig is specifiek voor de toepassing van het geïntegreerd genereren en afwerken van documenten bestemde 25 programmatuur te ontwikkelen en aan te passen aan ontwikkelingen op het gebied van besturingssystemen.

Overigens kunnen in plaats van web browser programma's ook verschillende andere soorten programma's worden gebruikt die voor verschillende besturingssystemen beschikbaar zijn, 30 zoals e-mail programma's. Met een e-mail programma kan de bediening bijvoorbeeld worden gerealiseerd door ontvangst van een specificatie-overzicht met ingevulde standaard af-werkingsinstellingen en een opgave van mogelijke alternatieve afwerkingsinstellingen alsmede voorzieningen om aan te 35 geven bij welke instructies voor het genereren van documenten de afwerkingsinstructies behoren. Deze instellingen kunnen vervolgens naar wens gewijzigd worden, waarna het speci-

'\ Ü ! ÜC1 O O

-20- ficatie-overzicht als antwoord teruggestuurd wordt. Uiteraard kan elke gebruiker voorkeursinstellingen als sjabloon opslaan en kunnen dynamische afwerkingssystematieken, zoals bijvoeging van ter verzending aan geadresseerden opge-5 slagen minder urgente berichten, via bewerkingsdiensten automatisch beheerst worden.

Elektronische documenten en documenten die op afstand moeten worden gegenereerd en afgedrukt worden volgens dit voorbeeld gegenereerd en afgewerkt door met de applicatie 10 136 gegenereerde documenten rechtstreeks naar de web server te verzenden. Het is ook mogelijk vanuit de applicatie 136 een web gebaseerd e-mail of fax programma aan te sturen dat op de server is geïnstalleerd.

Opgemerkt wordt overigens, dat het met een universeel 15 cliënt-server bedieningsinterface bedienen van een printer en/of een systeem voor het afwerken van documenten, zoals een couverteersysteem, ook buiten de context van hetgeen hiervoor is voorgesteld, of althans delen daarvan, voordelig is, omdat reeds daardoor dergelijke apparatuur aan kan wor-20 den gestuurd vanuit systemen die onder vele verschillende besturingssystemen kunnen draaien, zonder dat voor het desbetreffende apparaat specifieke aanstuurprogrammatuur voor werking onder het desbetreffende besturingssysteem beschikbaar hoeft te zijn.

25 Volgens het onderhavige voorbeeld is het bewerkte, tweede bestand samengesteld uit een eerste deelbestand bevattende beeld-definiërende instructies, een tweede deelbestand bevattende bijbehorende afwerkingsinstructies en verwijzingen die de beeld-definiërende instructies aan bijbeho-30 rende van de afwerkingsinstructies koppelen. Aangezien de afwerkingsinstructies apart worden opgegeven, via een apart kanaal binnen komen en worden omgezet in aparte communicatiestromen met afdrukapparaten 108, 130 en couverteersyste-men 109, is het voordelig ook in het bestand waarop de com-35 municatiestromen worden gebaseerd de afwerkingsinstructies gescheiden te houden van de beeld-definiërende instructies. Dit biedt verder het voordeel, dat men niet gebonden is aan \ 0 *i \jv o ö -21- conventies betreffende het format van de beeld-definiërende instructies, zoals een printertaal.

'I vj I ü v ^ u

Claims

1. Werkwijze voor het genereren en afwerken van documenten, omvattende: het verschaffen van een eerste databestand in ten minste een eerste format, welk databestand de inhoud van ten 5 minste een document beschrijft; het verwerken van genoemd eerste databestand in genoemd eerste format tot een tweede databestand (21-25; 121-125) in een tweede format, omvattende beeld-definiërende instructies ; 10 het bewerken van genoemd tweede databestand (21-25; 121-125) tot een bewerkt tweede databestand (21-25) omvattende aanstuur-instructies voor het genereren van ten minste een document en bijbehorende aanstuur-instructies voor het afwerken van ten minste een document; 15 het ..vervolgens in overeenstemming met genoemde aan stuur-instructies aansturen van apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130) voor het genereren en afwerken van documenten; en het door middel van genoemde apparatuur (3, 6, 8, 9, 20 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130) genereren en afwerken van ten minste een document in overeenstemming met genoemde aanstuur-instructies.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij genoemde beeld-definiërende instructies worden gevormd door instruc- 25 ties voor het aansturen van een afdrukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) .

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemde aanstuur-instructies voor het genereren van documenten instructies voor het afdrukken van documenten omvatten en 30 worden toegevoerd aan een afdrukapparaat (8, 14, 15; 108, 130. en waarbij genoemde aanstuur-instructies voor het afwerken van documenten instructies voor het afwerken van fysieke documenten afgedrukt door genoemd afdrukapparaat (8, 1 ϋ , · - J -23- 14, 15; 108, 130) omvatten en, afzonderlijk van genoemde aanstuur-instructies voor het genereren van documenten, worden toegevoerd aan een systeem voor het afwerken van fysieke documenten (9, 16; 109), en waarbij documenten afgedrukt 5 door genoemd afdrukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) in overeenstemming met genoemde instructies voor het afwerken van fysieke documenten.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij genoemde documenten vanuit genoemd afdrukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) 10 rechtstreeks worden afgegeven aan genoemd systeem voor het afwerken van fysieke documenten (9, 16; 109).

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij genoemde documenten vanuit genoemd afdrukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) stuksgewijs worden afgegeven aan genoemd systeem voor 15 het afwerken van fysieke documenten (9, 16; 109).

6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij het toevoeren van aanstuurinstructies naar genoemd afdrukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) wordt uitgevoerd in overeenstemming met opnamecapaciteit weergevende signalen afkomstig van 20 genoemd systeem voor het afwerken van fysieke documenten (9, 16; 109).

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij, bij het bewerken van genoemd tweede databestand (21-25; 121-125), bijbehorende afwerkingsinstructies worden 25 gegenereerd.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het genere ren van bijbehorende afwerkingsinstructies het bepalen van frankeerwaardes omvat......

9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, waarbij het ge- 30 nereren van bijbehorende afwerkingsinstructies het selecteren van apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130. voor het genereren en afwerken van documenten omvat.

10. Werkwijze volgens een der conclusies 7-9, waarbij het genereren van bijbehorende afwerkingsinstructies het be- 35 palen van bedrukkingen van enveloppen in overeenstemming met bijbehorende beeld-definiërende instructies voor het afdrukken van documenten omvat. i ui ooou -24-

11. Werkwijze volgens een der conclusies 7-10, waarbij het genereren van bijbehorende afwerkingsinstructies het samenstellen van verzendgegevens betreffende een groep documenten omvat.

12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bewerken van genoemd tweede databestand (21-25; 121-125) het verifiëren van ten minste een gedeelte van genoemde aanstuurinstructies omvat.

13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij het bewerken van genoemd tweede databestand (21-25; 121-125) het bewerken van ten minste een gedeelte van genoemde beeld-definiërende instructies omvat.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het bewerken van ten minste een gedeelte van genoemde beeld- 15 definiërende instructies het lezen van ten minste gedeeltes van genoemde beeld-definiërende instructies en het sorteren van elk bij een bepaald document behorende sets van genoemde beeld-definiërende instructies in overeenstemming met genoemde gelezen gedeeltes omvat.

15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde instructies voor het bewerken van genoemd tweede databestand (121-125) tot genoemd bewerkte tweede databestand (121-125) worden ingevoerd met· gebruikmaking van een universele interactieve cliënt-server bedieningsinterfa- 25 ce.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij genoemd interface web browser programmatuur omvat.

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij genoemd tweede databestand (121-125) ten minste voorafgaand 30 aan het bewerken vrij is van afwerkingsinstructies.

18. Werkwijze volgens een der conclusies 15-17, waarbij genoemd bewerkte, tweede databestand (121-125) omvat: een eerste deelbestand bevattende beeld-definiërende instructies, een tweede deelbestand bevattende bijbehorende 35 afwerkingsinstructies en verwijzingsinstructies die genoemde beeld-definiërende instructies aan bijbehorende van genoemde afwerkingsinstructies koppelen. 1 r' i -25-

19. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bewerken.van genoemde beeld-definiërende instructies in genoemd afhandelingsformat het converteren van beeld-definiërende instructies in een eerste afdrukapparaat- 5 taal tot beeld-definiërende instructies in een tweede af-drukapparaat-taal omvat.____

20. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde beeld-definiërende instructies ten minste twee afzonderlijk uitvoerbare stellen beeld-definiërende in- 10 structies omvatten die elk beeld-definiërende instructies voor het afdrukken van een individuele pagina omvatten.

21. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij meerdere documenten inclusief elektronische en fysieke documenten worden gegenereerd. 15

.22. Systeem voor het genereren en afwerken van docu menten, omvattende een dataprocessor-structuur (2, 4, 5, 10; 104) en apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130. voor het genereren en afwerken van documenten, waarbij genoemde dataprocessor-structuur (2, 4, 5, 10; 20 104) is ingericht voor: het verschaffen van een eerste databestand in ten minste een eerste format, voor het beschrijven van de inhoud van documenten; het verwerken van genoemd eerste databestand in ge- 25 noemd eerste format tot een tweede databestand (21-25; 121-125) in een tweede format, omvattende beeld-definiërende instructies; en het bewerken van genoemd tweede databestand (21-25; 121-125) tot een bewerkt tweede databestand (21-25) omvat- 30 tende aanstuur-instructies voor het genereren van documenten en bijbehorende aanstuur-instructies voor het afwerken van documenten; waarbij genoemde dataprocessor-structuur (2, 4, 5, 10; 104) en genoemde apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 35 108, 109, 130) voor het genereren en afwerken van documenten werkzaam zijn verbonden voor het aansturen van genoemde apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130) voor / ‘r'\ 'r »·''*« ^ ' i O ί ü ί c'J 6 υ -26- het genereren en afwerken van documenten in overeenstemming met aanstuur-instructies uit genoemd, bewerkte, tweede databestand (21-25); en waarbij genoemde apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 5 16; 108, 109, 130) voor het genereren en afwerken van docu menten is ingericht voor het genereren en afwerken van documenten in overeenstemming met genoemde aanstuur-instructies.

23. Systeem volgens conclusie 22, waarbij genoemde, dataprocessor-structuur (2, 4, 5, 10; 104) een eerste data- 10 processorstation (4, 5; 104) en een tweede dataprocessorsta-tion (10) omvat, welke dataprocessorstations onderling gekoppeld zijn voor het overdragen van data van genoemd eerste eerste dataprocessorstation (4, 5; 104) naar genoemd tweede dataprocessorstation (10), 15 waarbij genoemd eerste eerste dataprocessorstation (4, 5; 104) is ingericht voor het verschaffen van een eerste databestand in ten minste een eerste format, voor het beschrijven van de inhoud van documenten; voor het verwerken van genoemd eerste databestand in genoemd eerste format tot 20 genoemd tweede databestand (21-25; 121-125) in genoemd tweede format; en voor het overdragen van genoemd tweede databestand (21-25; 121-125) naar genoemd tweede dataprocessorstation (10) ; waarbij genoemd tweede dataprocessorstation (10) is 25 ingericht voor het genoemde bewerken van genoemd tweede databestand (21-25; 121-125) tot een bewerkt tweede databestand (21-25) en werkzaam is verbonden met genoemde apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130) voor het genereren en afwerken van documenten voor het aansturen van 30 genoemde apparatuur.

24. Systeem volgens conclusie 23, waarbij genoemd eerste dataprocessorstation (4, 5; 104) vrij is van programmatuur aangepast aan genoemde apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130) voor het afwerken van documenten.

25. Systeem volgens een der conclusies 22-24, waarbij genoemde dataprocessor-structuur (104) is ingericht voor samenwerking met web browser programmatuur (138), zodanig dat 0 i Ü·^ ^ -27- het bewerken van genoemd tweede databestand (121-125) tot aanstuur-instructies voor het genereren van documenten en bijbehorende aanstuur-instructies voor het afwerken van documenten wordt uitgevoerd in reactie op in samenwerking met 5 web browser programmatuur (138) ingevoerde instructies.

26. Systeem volgens een der conclusies 22-25, waarbij genoemde apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130) voor het genereren en afwerken van documenten een af-drukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) en afwerkingsapparatuur 10 (9, 16; 109) omvat, welke afwerkingsapparatuur (9, 16; 109) in-lijn met genoemd afdrukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) is opgesteld voor het afwerken van rechtstreeks vanuit genoemd afdrukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) ontvangen documenten.

27. Systeem volgens conclusie 26, waarbij genoemd af- 15 drukapparaat (8, 14, 15; 108, 130) en genoemde afwerkingsapparatuur (9, 16; 109) elk een eigen besturings-eenheid (31, 32) hebben.

28. Systeem volgens conclusie 27, waarbij genoemde be-sturings-eenheden (31, 32) elk een eigen poort (33, 34) voor 20 communicatie met een externe dataprocessor (10) hebben.

29. Systeem volgens een der conclusies 26-28, waarbij genoemde afwerkingsapparatuur (9, 16; 109) en genoemde data-processor-structuur (2, 4, 5, 10; 104) zijn gekoppeld en zijn ingericht voor het overbrengen van verwerkingscapaci- 25 teit weergevende signalen van genoemde afwerkingsapparatuur (9, 16; 109) naar genoemde dataprocessor-structuur (2, 4, 5, 10; 104) en voor het in reactie op genoemde verwerkingscapaciteit weergevende signalen aansturen van genoemd _afdrukap-paraat (8, 14, 15; 108, 130) voor het afdrukken van ten min- 30 ste een volgend document.

30. Systeem volgens een der conclusies 22-29, waarbij genoemde apparatuur (3, 6, 8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130) voor het genereren en afwerken van documenten apparatuur (8, 9, 30, 14, 15, 16; 108, 109, 130) voor het genere- 35 ren en afwerken van fysieke documenten en apparatuur (3, 6) voor het genereren en afwerken van elektronische documentep omvat. 0 ï ü ·-> ^ >J