NL9300468A - Stelsel en inrichting voor het continu meervoudig bedrukken. - Google Patents

Stelsel en inrichting voor het continu meervoudig bedrukken. Download PDF

Info

Publication number
NL9300468A
NL9300468A NL9300468A NL9300468A NL9300468A NL 9300468 A NL9300468 A NL 9300468A NL 9300468 A NL9300468 A NL 9300468A NL 9300468 A NL9300468 A NL 9300468A NL 9300468 A NL9300468 A NL 9300468A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
printed
printing
rollers
pair
roll
Prior art date
Application number
NL9300468A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Francisco Cremades Martinez
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to ES09102430A priority Critical patent/ES2049143B1/es
Priority to PT101222A priority patent/PT101222A/pt
Priority to BR9301184A priority patent/BR9301184A/pt
Application filed by Francisco Cremades Martinez filed Critical Francisco Cremades Martinez
Priority to NL9300468A priority patent/NL9300468A/nl
Priority to FR9302988A priority patent/FR2702704A1/fr
Priority to CA002092034A priority patent/CA2092034A1/en
Priority to BE9300268A priority patent/BE1006806A6/fr
Priority to DE4310367A priority patent/DE4310367A1/de
Priority to GB9412116A priority patent/GB2290502A/en
Publication of NL9300468A publication Critical patent/NL9300468A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F17/00Printing apparatus or machines of special types or for particular purposes, not otherwise provided for
    • B41F17/02Printing apparatus or machines of special types or for particular purposes, not otherwise provided for for printing books or manifolding sets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F13/00Common details of rotary presses or machines
    • B41F13/02Conveying or guiding webs through presses or machines
    • B41F13/04Conveying or guiding webs through presses or machines intermittently

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Inking, Control Or Cleaning Of Printing Machines (AREA)
  • Rotary Presses (AREA)
  • Controlling Rewinding, Feeding, Winding, Or Abnormalities Of Webs (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)

Description

Stelsel en inrichting voor het continu meervoudig bedrukken.
De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het continu meervoudig bedrukken, waarbij het te bedrukken materiaal successievelijk langs een reeks drukstations beweegt. Tevens heeft deze betrekking op een inrichting die genoemd stelsel bevat en in overeenstemming daarmee werkt.
Het technische probleem dat moet worden opgelost heeft hoofdzakelijk betrekking op de besturing en instelling van de inrichtingen voor het continu bedrukken, zoals bijvoorbeeld meerkleurendruk door middel van een reeks drukstations of eenheden (rollen).
Bij deze soort inrichtingen beweegt het te bedrukken materiaal, bijvoorbeeld papier, stof of iets anders, langs een aantal drukstations, die in het algemeen zijn samengesteld uit rollen, op elk waarvan successievelijk een kleur of grafisch motief wordt gedrukt totdat het uiteindelijke gewenste figuur is samengesteld. Het is daarom nodig, om in het begin de inrichting te prepareren of in te stellen voor de afmeting en kleuren om de te drukken grafische voorstelling te verkrijgen, waarbij deze handeling doorgaans wordt verricht door de drukrollen te vervangen door andere die een adequate diameter hebben, of het aantal genoemde rollen te veranderen. Ook is een fijngevoelige drukinstelling nodig, die de vervelende taak van het goed letten op de overlangse en dwarse positie van het materiaal en elk van de rollen vereist. Al deze voorbereidings- en instelwerkzaamheden zijn nodig voor elke afzonderlijke drukgang, dat zowel de tijd als de kosten van de inrichting doet toenemen.
Bij de stand der techniek zijn stelsels en inrichtingen beschreven die het gemakkelijk maken om drukstations in te stellen. De europese octrooischriften 0313531 en 0364424 beschrijven bijvoorbeeld een werkwijze voor het instellen van de positie van het te bedrukken materiaal op elk van de drukstations, gebaseerd op het lezen en het vastlegggen van een aanvangswaarde van de te bedrukken materiaalpositie, en van de positiewaarde op elk van de drukstations, waarbij genoemde waarden successievelijk worden vergeleken ter verkrijging van eventuele discrepanties die worden gecorri geerd vanaf het eerste drukstation. De werkwijze wordt verbeterd door stap voor stap motoren toe te voegen aan elk drukstation, waarbij de waarden van genoemde motoren ook worden gelezen en vastgelegd.
Zowel het stelsel en de inrichting volgens de uitvinding gaan dus uit van het principe van vaststelling van de positie van het te bedrukken materiaal op elk van de druk-stations, in overeenstemming met de tussen genoemde stations af te leggen afstand, maar waarbij het doel bestaat uit het zeker stellen van een correcte positie in elk station en het gebruik van eenvoudiger en goedkopere middelen dan die welke tot dusver zijn beschreven, en het verschaffen van zeer betrouwbare exemplaren.
Een ander doel van deze uitvinding is het verschaffen van een stelsel en inrichting voor meerkleurendruk waarbij geen herhaaldelijke vervanging van de drukrollen in overeenstemming met de afmeting van het uit te voeren werk nodig is.
Volgens de uitvinding is een stelsel voor continue meervoudige bedrukking, waarbij een strook van het te bedrukken materiaal beweegt langs een reeks drukstations, die doorgaans bestaan uit drukrollen, waarin bij elk ervan aan het te bedrukken materiaal successievelijk een kleur of grafisch motief gegeven wordt, gekenmerkt door het feit dat het omvat: - drijfrollen voor het bewegen van de strook te bedrukken materiaal, die worden gevormd door tenminste een paar draairollen waartussen het te bedrukken materiaal beweegt, waarbij de rollen van elk paar axiaal en verticaal gealig-neerd zijn en elke rol een verheven cilindrisch deel en een van een uitsparing voorzien cilindrisch deel bezit, waarbij de relatieve positie van elke rol in elk paar naar wens instelbaar is, zodat het te bedrukken materiaal wordt bewogen wanneer het aangrijpt op de respectieve verheven delen van elke rol en het stopt wanneer, bij de omwenteling van elke rol de uitsparingsdelen samenvallen.
- drukmiddelen van de te bedrukken materiaalstrook, die worden gevormd door één of meer opeenvolgende paren drukrollen waartussen het te bedrukken materiaal beweegt, waarbij de rollen van elk paar axiaal verticaal gealigneerd zijn en elke rol een verheven cilindrisch deel en een van een uitsparing voorzien cilindrisch deel bezit, waarbij de relatieve positie van elke rol in elk paar naar wens instelbaar is, zodat het te bedrukken materiaal wordt bedrukt wanneer het aangrijpt op de respectieve verheven delen van elke rol, waarvan er tenminste één is uitgerust met een reliëf- of drukcliché, en het stopt wanneer, bij de omwenteling van elke rol de uitsparingsdelen samenvallen.
- spanningsmiddelen voor het spannen van het te bedrukken materiaal, die werken in tegenstelling aan de toevoer van genoemd materiaal wanneer het langs de drukstations bewogen wordt, en het te bedrukken materiaal strak houden wanneer er geen drijfkracht wordt uitgeoefend.
- markeringsmiddelen voor het markeren van de positie van het te bedrukken materiaal op een moment dat voorafgaat aan het begin van het ontvangen van een bedrukking bij elk van de stations, waarbij het te bedrukken materiaal op genoemd moment wordt stilgezet, aangezien het een samenvallende positie van de uitsparingsdelen van de drijfrollen bereikt , en - tegenhoudingsmiddelen om het te bedrukken materiaal op de gemarkeerde positie te houden in overeenstemming met het moment dat voorafgaat aan de bedrukking bij elk van genoemde stations.
Bij een voorkeuruitvoeringsvorm van het stelsel maken de tegenhoudingsmiddelen gebruik van fysieke signalen die worden gegeven door de markeringsmiddelen.
In overeenstemming met het stelsel volgens de uitvinding is de afstand of gaping tussen drukstations en tussen markerings- en tegenhoudingsmiddelen naar wens instelbaar. Bij voorkeur is de afstand of gaping tussen drukstations en tussen markerings- en tegenhoudingsmiddelen instelbaar in overeenstemming met de gekozen relatieve positie tussen elk paar drijfrollen.
Bij het stelsel volgens de uitvinding kunnen naast de paren drijf- en drukrollen, rollenparen voor het inkten van het te bedrukken materiaal worden verschaft, of de drukrollen worden vervangen door de inktrollen.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het continu meervoudig bedrukken, waarin de strook te bedrukken materiaal beweegt langs een reeks drukstations die doorgaans bestaan uit drukrollen, waarin bij elk ervan het te bedrukken materiaal successievelijk een kleur of grafische voorstelling wordt gegeven, gekenmerkt door het feit dat deze omvat: - drijfmiddelen van de strook te bedrukken materiaal, die worden gevormd door tenminste één paar draairollen waartussen het te bedrukken materiaal beweegt, waarbij de rollen van elk paar axiaal verticaal gealigneerd zijn, en elke rol een verheven cilindrisch deel en een van een uitsparing voorzien cilindrisch deel bezit, waarbij de relatieve positie van elke rol in elk paar naar wens instelbaar is, zodat het te bedrukken materiaal wordt bewogen wanneer het aangrijpt op de respectieve verheven delen van de rollen, en het stopt wanneer, bij de omwenteling van elke rol, de uitsparingsdelen samenvallen.
- drukmiddelen voor het bedrukken van de strook te bedrukken materiaal, die worden gevormd door één of meer opeenvolgende paren drukrollen waartussen het te bedrukken materiaal beweegt, waarbij de rollen van elk paar axiaal verticaal gealigneerd zijn, en elke rol een verheven cilindrisch deel en een van een uitsparing voorzien cilindrisch deel bezit, waarbij de relatieve positie van elke rol in elk paar naar wens instelbaar is, zodat het te bedrukken materiaal een indruk wordt verleend wanneer het aangrijpt op het respectieve verheven deel van elke rol, waarvan er tenminste één is uitgerust met een reliëf- of drukcliché of -plaat, en het stopt wanneer, bij de omwenteling van elke rol, de uitsparingsdelen samenvallen.
- spanningsmiddelen voor het spannen van het te bedrukken materiaal, die tegengesteld werken aan de toevoer van genoemd materiaal wanneer het langs de drukstations wordt bewogen, en het te bedrukken materiaal strak houden wanneer er geen drijfkracht wordt uitgeoefend.
- markeringsmiddelen voor het markeren van de positie van het te bedrukken materiaal op een moment voorafgaand aan het begin van de ontvangst van een bedrukking bij elk van de drukstations, waarbij het te bedrukken materiaal op genoemd moment wordt stilgezet, aangezien het overeenkomt met een samenvallingspositie van de uitsparingsdelen van de drijf-rollen, en - tegenhoudingsmiddelen om het te bedrukken materiaal op de gemarkeerde positie te houden in overeenkomst met een moment voorafgaand aan het begin van de ontvangst van een bedrukking bij elk van genoemde stations.
Bij een voorkeuruitvoeringsvorm van de inrichting, is de afstand of gaping tussen drukstations, en tussen marke-rings- en tegenhoudingsmiddelen naar wens instelbaar. Bij voorkeur is genoemde afstand of gaping tussen drukstations en tussen markerings- en tegenhoudingsmiddelen instelbaar in overeenstemming met de gekozen relatieve positie tussen elk paar drijfrollen.
Bij de inrichting volgens deze uitvinding kunnen naast paren drijfrollen ook paren inktrollen worden verschaft voor het inkten van het te bedrukken materiaal, of kunnen de drukrollen worden vervangen door de inktrollen.
Bij voorkeur worden bij een inrichting volgens de uitvinding de spanningsmiddelen gevormd door een holle rol, die doorboord is en draait in een richting tegengesteld aan de toevoer van het materiaal, en die is gemonteerd in een huis dat open is in het gebied dat correspondeert met het contacterende schuifvlak van het te bedrukken materiaal op genoemde rol, die bij het roteren via zijn boringen een een zuiging van het materiaal verricht, aangezien deze is verbonden met een luchtaanzuiginrichting. De markeringsmiddelen worden gevormd door een doorborings- of boorinrichting voor het materiaal op verscheidene locaties, bij voorkeur bij de zijranden ervan, buiten de druk- of inktzone. De tegenhoudingsmiddelen worden bij voorkeur gevormd door groepen meervoudige kleine klauwen, die afgeschuind zijn om mee te helpen aan de toevoerrichting van het te bedrukken materiaal, en zich bevinden op een positie die grenst aan de respectieve leidinggroepen via welke een aanzuiging wordt verricht, zodat het te bedrukken materiaal permanent beschikbaar wordt voor inleiding en wordt tegengehouden door genoemde kleine klauwen, zodra de door de markeringsinrich- ting in het materiaal geboorde gaten met de klauwen in ingrijping komen.
Bij een andere mogelijke uitvoeringsvorm zijn de drijf-organen schijven, waarbij een deel van de omtrek ervan een verschillende diameter heeft, die op de randen van het te bedrukken materiaal inwerken buiten de druk- of inktzone.
Ook is het mogelijk dat tenminste één van de drukrollen in elk rollenpaar volledig cilindrisch is.
Een beter begrip van het stelsel en de inrichting volgens de uitvinding zal worden verkregen uit de volgende beschrijving, die een voorbeeld is van een praktische uitvoeringsvorm, onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuren 1-3 schematische zijaanzichten zijn van een voorbeeld van drijf- en drukrollen als gebruikt in het stelsel en de inrichting volgens de uitvinding.
figuur 4 een zijaanzicht is van het ontwerp van een drukinrichting in overeenstemming met het stelsel volgens de uitvinding.
figuur 5 een schematisch detail is van een voorbeeld van een spanningsinrichting voor het te bedrukken materiaal.
figuur 6 een schematisch detail is van een voorbeeld van een tegenhoudingsinrichting voor het te bedrukken materiaal.
figuur 7 een zijaanzicht is van een drukinrichting volgens de uitvinding.
De figuren 1 tot en met 3 tonen schematisch in een zijaanzicht een voorbeeld van drijf- en drukrollen die kunnen worden gebruikt in overeenstemming met het stelsel van de uitvinding. In deze figuren zijn genoemde rollen aangeduid met de algemene verwijzing 10 en zijn opgesteld in paren van dezelfde elementen, waarbij genoemde paren verticaal gealigneerd zijn via hun draaiingsassen 13. Zoals te zien is, is elke rol het resultaat van de verbinding van twee coaxiale cilindrische delen die een verschillende diameter, maar dezelfde hoogte hebben, waarbij de verbinding gemaakt is in de richting van de generatrice ervan. Zij zouden ook kunnen worden beschreven als cilindrische rollen uitgerust met een uitsteeksel op de omtrek, onder de algeme- ne verwijzing 11.
Tijdens het roteren van de rollen 10 wordt het te bedrukken materiaal 20 tussen de paren rollen 10 getrokken, waarbij de afstand waarover genoemd materiaal 20 in aanraking komt met de uitstekende delen 11 van de rollen wordt veranderd in overeenstemming met de aanvangspositie van genoemde delen op elke rol 10, waarbij het materiaal 20 vrij van contact is wanneer bij rotatie ervan, de uitsparingen of delen 12 met kleinere diameter samenvallen.
In figuur 1 zal de contactbewegingsafstand tussen rollen 10 en materiaal 20 maximaal zijn als voor het geïllustreerde voorbeeld, en in figuur 2 zal de bewegingsaf-stand korter zijn, en in figuur 3 is er geen contact tussen rollen 10 en materiaal 20.
De regeling of instelling van de relatieve positie van elke rol 10 in elk paar wordt verkregen door hen rond hun respectieve draaiingsas 13 te verdraaien. In het algemeen zal het voldoende zijn om op slechts één draaiingsas 13 in elk paar te werken om de gewenste relatieve positie te verkrijgen.
Verwijzend naar het schema van figuur 4, zien we een reeks rollenparen die dezelfde eigenschappen hebben als de bovenstaande die zijn aangeduid met dezelfde algemene verwijzing 10, maar nu moet een onderscheid gemaakt worden tussen drukrollen met een reliëf- of clichéhouder 30, bijvoorbeeld voor flexografie, typografie, offset of andere drukmethoden, en drijf rollen 40 voor het bewegen van het te bedrukken materiaal 20, die bij voorkeur zijn aangebracht bij de uitgang van de inrichting (rechts in de figuur).
Rollen 30 zijn voorzien van het corresponderende reliëf- of drukcliché (niet weergegeven), dat zich bevindt op het deel met grotere diameter 11 van genoemde rollen; bijvoorbeeld op de bovenste van elk paar voor het bedrukken van het materiaal 20 op een zijde, of op beide van elk paar, bij het bedrukken van beide zijden van het materiaal 20.
De afmetingen van de op materiaal 20 af te drukken grafische voorstelling zijn bekend en in overeenstemming daarmee zal de positie van de drijf- en drukrollen (40, 30) worden ingesteld. De drijfrollen 40 zullen speciaal worden ingesteld voor de door de grafische voorstelling benodigde overlangse verplaatsing, aangezien de aandrijfwerking ervan in wezen geen invloed heeft op de dwarsafmeting van genoemde grafische voorstelling.
Alle rollen 30 en 40 worden roterend aangedreven met dezelfde snelheid, bijvoorbeeld met slechts één motor en aandrijfinrichting. Theoretisch gezien is het zo, dat aangezien de buitendiameter van rolen 30, 40 gelijk is aan de draaisnelheid ervan, de instelling van de positie van de respectieve rollen 30, 40 in elk paar en de afstand tussen opeenvolgende paren zal impliceren dat de op het materiaal 20 af te drukken grafische voorstelling bij elk paar rollen 30, 40 zal aankomen in de juiste positie om een andere kleur of grafische voorstelling te ontvangen. Niettemin doen zich bij het meervoudig bedrukken van een continue strook buigef-fecten, veereffecten en verschuivingen van het materiaal 20 tussen rollen 30, 40 voor, welke effecten voldoende zijn voor het veranderen van de kwaliteit van de bedrukking, om welke reden het noodzakelijk is om te beschikken over een stelsel dat de aankomst van het materiaal 20 in de juiste positie bij elk paar drukrollen of drukrollenstation 30 te garandeert.
Dit kan worden bereikt volgens het door de rollen 30, 40 verrichte werk wanneer zij de bovengenoemde vorm 10, 11, 12 hebben, in combinatie met spanningsmiddelen 50, marke-ringsmiddelen 60 en tegenhoudingsmiddelen 70, voor de continue strook te bedrukken materiaal 20.
Men moet begrijpen dat wanneer rollen 30, 40 hun omwenteling in contact met de delen van grotere diameter 11 hebben voltooid, het materiaal 20 loskomt van de rollen 30, 40, d.w.z, het is niet onderhevig aan drijf- of trekkracht, en het stopt tot het moment dat genoemde delen 11 weer ermee in contact komen. Zoals reeds vermeld, dragen de veerkracht, buiging en verschuiving tussen materiaal 20 en rollen 30 bij aan verandering van de drukkwaliteit.
Om deze gebreken in drukkwaliteit te verlichten, is het ten eerste noodzakelijk om het materiaal 20 strak te houden, wat een compensatie vormt voor de rek die specifiek is voor de veerkracht en buiging van materiaal 20, en om een eventu ele verschuiving tussen rollen 30, 40 tijdens het voortbewegen of voortslepen van genoemd materiaal te voorkomen. Middelen 50 vervullen deze functies. Ten tweede, wanneer deze strakheid is verkregen door middelen 50, zal het nodig zijn om de correcte opeenvolgende drukposities van materiaal 20 onder spanning te markeren, waarbij deze functie wordt verricht door de middelen 60. Tenslotte is er behoefte aan middelen die een vasthouding van materiaal 20 op elke correcte vastgestelde positie verschaffen, totdat het naar een nieuw drukstation wordt bewogen of getrokken, waarbij de middelen 70 deze bewerking uitvoeren.
De spanningsmiddelen 50 behoren van een type te zijn dat toestaat dat het materiaal 20 onder spanning wordt toegevoerd en de straktheid van het materiaal 20 handhaven wanneer dit vrij van de rollen 30, 40 beweegt. Figuur 5 toont details van een uitvoeringsvoorbeeld van dergelijke middelen 50 door een holle rol 51, die doorboord is op zijn omtrek en is gemonteerd met een omwentelingsmogelijkheid in een huis dat open is in een zone die correspondeert met het contactschuifgebied van het te bedrukken materiaal 20 op genoemde rol 61, die tijdens de omwenteling ervan via zijn boringen een materiaalaanzuiging 20 verricht, aangezien deze via zijn as 53 is verbonden met een aanzuiginrichting (niet weergegeven). De draairichting van rol 51 is omgekeerd ten opzichte van de toevoer van materiaal 20, wat, in combinatie met de aanzuiging, het materiaal 20 aanzet om onder weerstand op genoemde rol 51 te schuiven, en aldus de gewenste spanning te creëren die wordt vergesteld door in te werken op de snelheid en aanzuiging. De zijkanten van het open deel van het huis 52 werken tevens als een dwarsgeleider voor de strook materiaal 20.
De markeringsmiddelen 60 van de correcte of gewenste positie van het te bedrukken materiaal 20 zijn bij voorkeur aangebracht tussen de drijfrollen 40 en worden gevormd door een doorborings- of boorinrichting voor het materiaal 20. In het geïllustreerde voorbeeld (figuur 6), zijn deze middelen een gealigneerd en uit elkaar geplaatst paar meervoudige boren 61 die het materiaal 20 zullen doorboren, bij voorkeur aan de zijranden ervan, buiten de drukzone.
De tegenhoudingsmiddelen 70 worden bij voorkeur gevormd door een inrichting die gebruik maakt van de signalen van de voorgaande markering 60. Bijvoorbeeld (figuur 6) paren van groepen meervoudige klauwen 71 die zijn afgeschuind om de toevoerrichting van het materiaal 20 te begunstigen, die zijn aangebracht op een positie naast groepen openingen of leidingen 72 via welke een aanzuiging wordt gecreëerd vanuit een verzaraelkegel 73 die is aangesloten op een inlaatinrich-ting (niet weergegeven). Op deze wijze wordt het materiaal 20 permanent beschikbaar om te worden ingeleid en te worden vastgehouden door kleine klauwen 71 zodra deze klauwen samenvallen met de boringen 62, die door de markeringsin-richting 60 op een eerder punt in het te bedrukken materiaal 20 werden aangebracht.
Uitgaande van de beschreven middelen en elementen is de principiële werking van een drukinrichting in overeenstemming met het stelsel volgens de uitvinding als volgt, met speciale verwijzing naar fig. 4 en 7.
Wanneer de inrichting is voorzien van het te bedrukken materiaal 20, moeten de afstanden tussen drukrollenstations 30 en tussen de markeringsinrichting 60 en de tegenhoudings-inrichting 70 worden ingesteld. Het te bedrukken materiaal 20 wordt hoofdzakelijk bewogen door rollen 40, en in een zekere mate, door de drukrollen 30, waarbij alle 30, 40 bij dezelfde snelheid ronddraaien en in elk paar worden ingesteld voor eenzelfde positie van hun delen met grotere diameter 11. Men moet begrijpen dat de voortbeweging van het materiaal 20 alleen wordt verricht gedurende de periode van contact tussen genoemd materiaal en delen 11 van rollen, en dat de spanningsinrichting 60 draaiend gehouden wordt in een richting tegengesteld aan die van drijfinrichting 20, die de zuigingsweerstand van rol 51 overwint en gedurende de druk-cyclus onder de juiste spanning blijft.
Zodra het contact van de delen 11 op het materiaal 20 afgelopen is, stopt het materiaal 20 en neigt de spanningsinrichting 50 het te bewegen in een omgekeerde richting in zijn draaiing en aanzuiging, wat niet gebeurt wanneer het materiaal 20 wordt tegengehouden door inbrenging van de kleine klauwen 71 in groepen boringen 62 die eerder werden aangebracht door de boren 61 (fig. 6). Niettemin staat het materiaal 20 nog steeds strak door de werking van inrichting 50. Onderwijl zullen rollen 30, 40 blijven draaien en enkele momenten voordat hun delen 11 weer in contact komen met het materiaal 20, zullen de boren 61 beginnen te werken, waarbij zij de juiste positie van materiaal 20 markeren voor het starten van de drukcyclus bij elk van de opeenvolgende stations of paren rollen 30. De synchronisatiewerking tussen de rotatie van de rollen en de markeringsbewerking is niet weergegeven, en deze kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd door middel van nokken of andere middelen.
Op deze wijze wordt het materiaal 20 achtereen naar het volgende station of drukrollenpaar 30 bewogen, en wordt het buiten contact gebracht voordat het bij genoemd station aankomt, wanneer de klauwen 71 in de tijdens de markering van de voorgaande positie aangebrachte boring 62 grijpen, waardoor het materiaal wordt aangezet om naar achter te bewegen, en met hoge precisie de positie wordt bepaald waarop de volgende drukrollen 30 op het materiaal zullen 20 zullen vallen.
In feite gaat de boring 62 iets voorbij de respectieve posities van klauwen 71, en de inbrenging van deze klauwen in genoemde boringen wordt verricht wanneer het te bedrukken materiaal 20 door de inrichting 50 in omgekeerde richting licht bewogen wordt in strakke toestand. Niettemin vormt deze kleine speling of verplaatsingstolerantie, die opzettelijk gecreëerd is bij instelling van de paren drijfrollen 40, geen gevaar voor opheffing van de juiste positie van het materiaal 20, aangezien de markeringsbewerking wordt verricht op het moment dat genoemd materiaal 20 wordt tegengehouden door de klauwen 71 en vrij is van contact met de rollen 30, 40, zodat de afstand tussen opeenvolgende gemarkeerde rollen onveranderbaar is.
Figuur 7 toont in detail een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, waarin de pneumatische middelen 31, 41 te zien zijn, waarmee de paren rollen 30, 40 van elkaar worden gescheiden wanneer een drukbewerking voltooid is of bij het voorbereiden van een volgende. In die stand, gescheiden van de rollen 30, 40 door middel van de instel- lingsregelingen 32, 42, wordt de instelling van de relatieve positie tussen paren rollen 30, 40 die correspondeert met de afmeting van het af te drukken cliché of grafisch motief verkregen, met behulp van een schaal of soortgelijke op het frame of bed van de inrichting aangebrachte indicatie-in-richting, die eveneens dient om de afstand tussen de marke-ringsmiddelen 50 en de tegenhoudingsmiddelen 70 te fixeren. De drukstations of rollenparen 30 kunnen overlangs worden verplaatst op geleiders 80, en wanneer zij ingesteld zijn zullen zij uit elkaar geplaatst zijn over een afstand die een veelvoud van de overlangse afmeting van het te drukken cliché of grafisch motief zal zijn. Wanneer de inrichting in bedrijf is, kan het nodig zijn om een fijninstelling van de overlangse of dwarse positie van de paren rollen 30 uit te voeren, die wordt verkregen door de instellingsregelingen 32, 33 te bedienen.
Het te bedrukken materiaal 20 wordt bijvoorbeeld aangevoerd van een spoel 81, die de vorming van een geregelde lus 21 creëert door bijvoorbeeld een foto-elektrische cel 22, teneinde de opeenvolgende drijfbewegingen van rollen 30, 40 en kleine terugwinningen van de spanningsinrichting 50 te vergemakkeli jken.
Uit de bovenstaande beschrijving kan men, in aanvulling op de precisie die is verkregen door een bewerking van continue, opeenvolgende en meervoudige bedrukking, de snelheid en eenvoud van de onderhavige inrichting voor elke drukbewerking vaststellen en het gemak van plaatsing van de drukrollen 30 in overeenstemming met de verschillende afmeting van cliché of druk zonder dat deze vervangen hoeven te worden.
Ook zijn talrijke variaties en vervangingen door technische en gelijkwaardige middelen die kunnen worden ingébracht in een inrichting volgens de uitvinding denkbaar, in het bijzonder met betrekking tot de spannings- 50, marke-rings- 60 en tegenhoudingsinrichting 70 ervan. De drijfrol-len 40 zouden bijvoorbeeld eenvoudige schijven kunnen zijn, gevormd met twee diameters, die inwerken op de randen van het te bedrukken materiaal 20 waarop de markering is aangebracht, waardoor elk contact met het vers bedrukte oppervlak van dit materiaal wordt vermeden. Ook is het mogelijk, dat de drukrollen 30 volledig cilindrisch zijn, het trekken van het materiaal 20 alleen wordt verricht door drijfrollen of -schijven 40, of alleen de cilindrische het cliché bevattende rol.
Bovendien zouden, onder handhaving van hetzelfde principe van uitvoeringsvorm en werking van de uitvinding, aan het einde van de reeks drukrollen 30 of na de trekrollen 40, inkt- of snijrollen (niet weergegeven) voor het materiaal 20 kunnen worden opgenomen.

Claims (19)

1. Stelsel voor het continu meervoudig bedrukken van het type waarbij een strook te bedrukken materiaal (20) beweegt langs een reeks drukstations, die doorgaans zijn opgebouwd uit drukrollen, op elk waarvan het te bedrukken materiaal (20) in opeenvolging een kleur of grafische voorstelling ontvangt, met het kenmerk dat het omvat: - drijfmiddelen voor het bewegen van de strook te bedrukken materiaal (20), die worden gevormd door tenminste een paar draairollen (40) waartussen het te bedrukken materiaal beweegt, waarbij de rollen van elk paar axiaal en verticaal gealigneerd zijn en elke rol een verheven cilindrisch deel (11) en een van een uitsparing voorzien cilindrisch deel (12) bezit, waarbij de relatieve positie van elke rol in elk paar naar wens instelbaar is, zodat het te bedrukken materiaal (20) wordt bewogen wanneer het aangrijpt op de respectieve verheven delen (11) van elke rol en het stopt wanneer, bij de omwenteling van elke rol (40) de uitsparingsdelen (12) samenvallen; - drukmiddelen voor de strook te bedrukken materiaal (20), die worden gevormd door één of meer opeenvolgende paren drukrollen (30) waartussen het te bedrukken materiaal (20) beweegt, waarbij de rollen van elk paar axiaal verticaal gealigneerd zijn en elke rol een verheven cilindrisch deel (11) en een van een uitsparing voorzien cilindrisch deel (12) bezit, waarbij de relatieve positie van elke rol in elk paar naar wens instelbaar is, zodat het te bedrukken materiaal (20) eent bedrukking krijgt wanneer het aangrijpt op de respectieve verheven delen (11) van elke rol (30), waarvan er tenminste één is uitgerust met een reliëf- of drukcliché, en het stopt wanneer, bij de omwenteling van elke rol (30) de uitsparingsdelen (12) samenvallen; - spanningsmiddelen (50) voor het spannen van het te bedrukken materiaal (20), die tegengesteld werken aan de toevoer van genoemd materiaal wanneer het langs de drukstations bewogen wordt, en het te bedrukken materiaal (20) strak houden wanneer daarop geen drijfkracht wordt uitgeoefend. - markeringsmiddelen (60) voor het markeren van de positie van het te bedrukken materiaal (20) op een moment dat voorafgaat aan het begin van het ontvangen van een bedrukking bij elk van de stations, waarbij het te bedrukken materiaal (20) op genoemd moment wordt stilgezet, aangezien het correspondeert met een samenvallende positie van de uitsparingsdelen (12) van de drijfrollen (40), en - tegenhoudingsmiddelen (70) om het te bedrukken materiaal (20) op de gemarkeerde positie te houden in overeenstemming met het moment dat voorafgaat aan de bedrukking bij elk van genoemde stations.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tegenhoudingsmiddelen (70) gebruik maken van fysieke signalen die worden voortgebracht door de markeringsmiddelen (60).
3. Stelsel volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de afstand of gaping tussen drukstations (3) instelbaar is.
4. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat de afstand of gaping tussen markeringsmiddelen (60) en tegenhoudingsmiddelen (70) instelbaar is.
5. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de afstand of gaping tussen drukstations (30) en tussen markeringsmiddelen (60) en tegenhoudingsmiddelen (70) instelbaar is in overeenstemming met de gekozen relatieve positie tussen elk paar drijfrollen (40).
6. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat het naast paren drijfrollen (40) en drukrollen (30), paren inktrollen bevat.
7. Stelsel volgens conclusie 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat de drukrollen (30) kunnen worden vervangen door inktrollen.
8. Inrichting voor het continu meervoudig drukken, van het type waarbij een strook te bedrukken materiaal (20) wordt bewogen langs een reeks drukstations, die doorgaans zijn opgebouwd uit drukrollen, waarin bij elk ervan het te bedrukken materiaal (20) successievelijk een kleur of grafische voorstelling wordt gegeven, gekenmerkt door het feit dat deze omvat: - drijfmiddelen voor de strook te bedrukken materiaal (20), die worden gevormd door tenminste één paar draairollen (40) waartussen het te bedrukken materiaal (20) beweegt, waarbij de rollen van elk paar axiaal verticaal gealigneerd zijn, en elke rol een verheven cilindrisch deel (11) en een van een uitsparing voorzien cilindrisch deel (12) bezit, waarbij de relatieve positie van elke rol in elk paar naar wens instelbaar is, zodat het te bedrukken materiaal (20) wordt bewogen wanneer het aangrijpt op de respectieve verheven delen (11) van de rollen (40), en het stopt wanneer, bij de omwenteling van elke rol (40), de uitsparingsdelen (12) samenvallen; - drukmiddelen voor het bedrukken van de strook te bedrukken materiaal (20), die worden gevormd door één of meer opeenvolgende paren drukrollen (30) waartussen het te bedrukken materiaal (20) beweegt, waarbij de rollen van elk paar axiaal verticaal gealigneerd zijn, en elke rol een verheven cilindrisch deel (11) en een van een uitsparing voorzien cilindrisch deel (12) bezit, waarbij de relatieve positie van elke rol in elk paar naar wens instelbaar is, zodat het te bedrukken materiaal (20) een bedrukking krijgt wanneer het aangrijpt op de respectieve verheven delen van elke rol (30), waarvan er tenminste één is uitgerust met een reliëf- of drukcliché, en het stopt wanneer, bij de omwenteling van elke rol (30), de uitsparingsdelen (12) samenvallen; - spanningsmiddelen (50) voor het spannen van het te bedrukken materiaal (20), die tegengesteld werken aan de toevoer van genoemd materiaal (20) wanneer het langs de drukstations wordt bewogen, en het te bedrukken materiaal (20) strak houden wanneer het niet wordt aangedreven; - markeringsmiddelen (60) voor het markeren van de positie van het te bedrukken materiaal (20) op een moment voorafgaand aan het begin van de ontvangst van een bedrukking bij elk van de drukstations, waarbij het te bedrukken materiaal (20) op genoemd moment wordt stilgezet, aangezien het correspondeert met een samenvallingspositie van de uitsparingsdelen (12) van de drijfrollen (40), en - tegenhoudingsmiddelen (70) om het te bedrukken mate- riaal (20) op de gemarkeerde positie te houden in overeenstemming met het moment voorafgaand aan het begin van de ontvangst van een bedrukking bij elk van genoemde stations.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de tegenhoudingsmiddelen (70) gebruik maken van fysieke signalen die worden voortgebracht door de markeringsmiddelen (60).
10. Inrichting volgens conclusie 8 en 9, met het kenmerk, dat de afstand of gaping tussen drukstation (30) instelbaar is.
11. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 10, met het kenmerk, dat de afstand of gaping tussen markeringsraid-delen (60) en tegenhoudingsmiddelen (70) instelbaar is.
12. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 11, met het kenmerk, dat de afstand of gaping tussen drukstations (30) en markeringsmiddelen (60) tegenhoudingsmiddelen (70) instelbaar is in overeenstemming met de relatieve gekozen positie tussen elk paar drijfrollen (40).
13. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 12, met het kenmerk, dat deze naast de paren drijf rollen (40) en drukrollen (30) een paar inktrollen bezit.
14. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 13, met het kenmerk, dat de drukrollen (30) kunnen worden vervangen door inktrollen.
15. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 14, met het kenmerk, dat de spanningsmiddelen (50) worden gevormd door een holle, doorboorde en draaiende rol (51) die draait in een richting tegengesteld aan de toevoer van het materiaal (20), is gemonteerd op een huis (52) dat open is in de zone die correspondeert met het contactschuifgebied van het te bedrukken materiaal (20) op genoemde rol (51), die tijdens draaiing ervan via zijn boringen een aanzuiging van het materiaal (20) verricht, aangezien deze is verbonden met een aanzuiginrichting.
16. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 15, met het kenmerk, dat de markeringsmiddelen (60) worden gevormd door een doorborings- of boorinrichting voor het materiaal (20) op meerdere punten (52), bij voorkeur aan de zijranden buiten de druk- of inktzone.
17. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 16, met het kenmerk, dat de tegenhoudingsmiddelen (70) worden gevormd door een groep meervoudige klauwen (71), die zijn afgeschuind om de toevoer van het materiaal (20) te vergemakkelijken, en zich bevinden op een plaats naast de respectieve groepen leidingen (71) via welke een aanzuiging wordt verricht, zodat het materiaal (20) constant beschikbaar is om te worden vastgehouden door genoemde klauwen (71) zodra de in het materiaal (20) aangebrachte boring (62) ermee samenvalt. Genoemde boringen worden gemaakt door de markeringsinrichting (50).
18. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 17, met het kenmerk, dat de drijfmiddelen (40) schijven zijn waarvan een deel van de omtrek een verschillende diameter heeft, die werken op de randen van het te bedrukken materiaal (20), buiten de druk- of inktzone.
19. Inrichting volgens conclusie 8 tot en met 18, met het kenmerk, dat tenminste één van de drukrollen (30) in elk paar rollen volledig cilindrisch is.
NL9300468A 1991-11-04 1993-03-16 Stelsel en inrichting voor het continu meervoudig bedrukken. NL9300468A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
ES09102430A ES2049143B1 (es) 1991-11-04 1991-11-04 Sistema y maquina de impresion multiple en continuo.
PT101222A PT101222A (pt) 1991-11-04 1993-03-15 Sistema e maquina de impressao multipla em continuo
BR9301184A BR9301184A (pt) 1991-11-04 1993-03-15 Sistema para impressão contínua, múltipla e impressora contínua, múltipla
NL9300468A NL9300468A (nl) 1991-11-04 1993-03-16 Stelsel en inrichting voor het continu meervoudig bedrukken.
FR9302988A FR2702704A1 (fr) 1991-11-04 1993-03-16 Système et machine d'impression multiple en continu.
CA002092034A CA2092034A1 (en) 1991-11-04 1993-03-19 Continuous multiprinting system and machine
BE9300268A BE1006806A6 (fr) 1991-11-04 1993-03-19 Systeme et machine d'impression multiple en continu.
DE4310367A DE4310367A1 (de) 1991-11-04 1993-03-30 Kontinuierliches Mehrfach-Drucksystem und -Maschine
GB9412116A GB2290502A (en) 1991-11-04 1994-06-16 Continuous multiprinting machine

Applications Claiming Priority (18)

Application Number Priority Date Filing Date Title
ES9102430 1991-11-04
ES09102430A ES2049143B1 (es) 1991-11-04 1991-11-04 Sistema y maquina de impresion multiple en continuo.
PT10122293 1993-03-15
BR9301184A BR9301184A (pt) 1991-11-04 1993-03-15 Sistema para impressão contínua, múltipla e impressora contínua, múltipla
BR9301184 1993-03-15
PT101222A PT101222A (pt) 1991-11-04 1993-03-15 Sistema e maquina de impressao multipla em continuo
FR9302988A FR2702704A1 (fr) 1991-11-04 1993-03-16 Système et machine d'impression multiple en continu.
FR9302988 1993-03-16
NL9300468A NL9300468A (nl) 1991-11-04 1993-03-16 Stelsel en inrichting voor het continu meervoudig bedrukken.
NL9300468 1993-03-16
CA2092034 1993-03-19
BE9300268A BE1006806A6 (fr) 1991-11-04 1993-03-19 Systeme et machine d'impression multiple en continu.
CA002092034A CA2092034A1 (en) 1991-11-04 1993-03-19 Continuous multiprinting system and machine
BE9300268 1993-03-19
DE4310367 1993-03-30
DE4310367A DE4310367A1 (de) 1991-11-04 1993-03-30 Kontinuierliches Mehrfach-Drucksystem und -Maschine
GB9412116A GB2290502A (en) 1991-11-04 1994-06-16 Continuous multiprinting machine
GB9412116 1994-06-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9300468A true NL9300468A (nl) 1994-10-17

Family

ID=27575694

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300468A NL9300468A (nl) 1991-11-04 1993-03-16 Stelsel en inrichting voor het continu meervoudig bedrukken.

Country Status (9)

Country Link
BE (1) BE1006806A6 (nl)
BR (1) BR9301184A (nl)
CA (1) CA2092034A1 (nl)
DE (1) DE4310367A1 (nl)
ES (1) ES2049143B1 (nl)
FR (1) FR2702704A1 (nl)
GB (1) GB2290502A (nl)
NL (1) NL9300468A (nl)
PT (1) PT101222A (nl)

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3874576A (en) * 1972-05-04 1975-04-01 George Ross Vines Printing machine
FR2454369A1 (fr) * 1979-04-18 1980-11-14 Codimag Procede et dispositif pour commander le defilement d'une nappe dans une machine d'impression
JPS606463A (ja) * 1983-06-24 1985-01-14 Toshin Kogyo Kk 連続多色印刷方法及び装置
GB2190042B (en) * 1986-05-01 1990-11-21 Rofrep Ltd Printing of successive images onto an elongate web.
BE1000365A6 (nl) * 1987-03-06 1988-11-08 Web Converting Equipment Nv Werkwijze voor het drukken van kettingformulieren en daarbij gebruikte inrichting.
FR2633871B1 (fr) * 1988-07-07 1991-05-17 Sarda Jean Presses a imprimer offset multicolores, a format variable, pour impression de bandes continues
ES2099078T3 (es) * 1989-09-29 1997-05-16 Landis & Gyr Tech Innovat Dispositivo y procedimiento para estampar texturas delicadas.

Also Published As

Publication number Publication date
ES2049143B1 (es) 1997-11-16
FR2702704A1 (fr) 1994-09-23
BR9301184A (pt) 1994-10-18
BE1006806A6 (fr) 1994-12-13
CA2092034A1 (en) 1994-09-20
ES2049143R (nl) 1997-04-01
GB9412116D0 (en) 1994-08-03
DE4310367A1 (de) 1994-10-06
PT101222A (pt) 1994-09-30
ES2049143A2 (es) 1994-04-01
GB2290502A (en) 1996-01-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1132203B1 (fr) Procede de mise en reperage automatique d'impressions dans une machine rotative et dispositif pour la mise en oeuvre du procede
JP2545389B2 (ja) ウェブ材料の印刷装置
CN101054032B (zh) 带驱动器和打印设备
US3998156A (en) Rotary screen registration system
KR910003002B1 (ko) 계속적 가요성 웨브(web)의 연속적인 일정한 길이를 간헐적으로 처리하는 방법과 장치
CN102216082A (zh) 橡胶凸版印刷方法和橡胶凸版印刷设备
CH660465A5 (fr) Machine d'impression en couleurs.
US4084505A (en) Device for adjusting phase of flat screen
US4072225A (en) Combined pin feed and pressure roll forms advancement apparatus
EP0771623B1 (en) Cutting device for cutting continuous webs
CN102202890A (zh) 印刷方法和印刷设备
US3974766A (en) Process for imprinting spaced-apart web sections with a composite pattern
US3640213A (en) Hot stamping machines for roll marking cylindrical items
US3572601A (en) Web feed system suitable for use in high-speed printers
NL9300468A (nl) Stelsel en inrichting voor het continu meervoudig bedrukken.
US4706863A (en) Intermittent feeding apparatus for a continuous sheet
CN100551709C (zh) 用于打印可沿进给方向移动的一个或多个物件的装置
KR19990037811A (ko) 라벨자동절단장치
US3834309A (en) Rotary screen printer with programmable screen interrupt
US3406628A (en) Web feed control means in multiple numbering and imprinting press
FR2623127A1 (fr) Dispositif d'alimentation et de reception d'une bande continue destine aux presses a imprimer du type feuille a feuille
US4220081A (en) Sheet feeding, registering and printing apparatus
JPS587477B2 (ja) イタ カンルイノインサツソウチ
FR2828833A1 (fr) Procede d'impression en continu multi-modes
US3893393A (en) Platen alignment control

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BV The patent application has lapsed