NL9300462A - Inrichting voor het van onderaf ontstapelen van pakken losse voorwerpen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het van onderaf ontstapelen van pakken losse voorwerpen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting' voor het van onderaf ontstapelen van een stapel van ten opzicht van elkaar regelmatig versprongen pakken, ieder bestaande uit meerdere losse vlakke voorwerpen, met een middel voor de positionering van een stapel, stapelsij ondersteun middelen, en een beweegbare stapelsteun.

Diverse inrichtingen sijn bekend voor het van onderuit een stapel halen van vlakke voorwerpen. Zo een inrichting wordt beschreven in het Nederlandse octrooischrift No.187801. Bij die inrichting; wordt een stapel producten ontstapeld door met een zuigsysteem een hoek van de onderste voorwerp naarbeneden getroken om vervolgens tussen twee rollen van een continue, onder de stapel draaiende stapeldrager gelijd en daarna progressievelijk van onder de stapel vrij gegeven.

Het gebruik van dergelijke zuigsystemen,hebben het bezwaar dat sij alleen het afzonderlijke aan de onderkant liggend woorwerp kunnen onderscheiden van de bovenliggende stapel, maar niet een pak van losse voorwerpen. Üvergins is het toepassen van so een principe, in combinatie met een continue stapeldrager, beperkt tot het verwerken van buigzame voorwerpen.

Het herkenning van de scheiding tussen de pakken door middel van uitsluitend de verspringing is niet met dergelijke systemen te realiseren.

Inrichtingen voor het, door middel van wrijving, er van onderuit een stapel ontstapelen stuiten op gelijke problem bij het erkenning van de eene pak ten opzicht van de andere.

Het doel van deze uitvinding is het kunnen ontstapelen van op elkaar liggende pakken, ieder bestaande uit losse voorwerpen zoals papier, karton of soortgelijke materialen, waardoor onderscheid tussen de afzonderlijke pakken uitsluitend gemaakt kan worden door het feit dat de boven elkaar liggende pakken regelmatig;, in hun lengte of breedte richting, versprongen liggen ten opzichte van elkaar.

Om dit te realiseren zijn de constructie, en be weg i ng s synchronisatie van de stapelzijondersteun middelen, en stapelsteun zo uitgevoerd dat, bij het vanonder ontstapelen van de pakken, onderscheid tussen de pakken wordt gemaakt uitsluitend door het feit dat ze versprongen liggen ten opzicht, van elkaar,

Be stapelzijondersteun middelen voor het aan de versprongen uiteinden ondersteunen van de stapel zijn dermate beweegbaar uitgevoerd, dat een gegeven zij ondersteun in de ene positie de stapel steunt tot net zover dat een pak, versprongen in de richting weg van die stapelzijondersteun vrij is om naarbeneden te kiepen aan de kant van de genoemde steun, en met de sijondersteun in een andere positie, een pak versprongen in de richting van de desbetreffende stapelzij ondersteun vrij is om te vallen.

De constructie van de stapelsteun, en zijn beweging ten opzichte van de stapelzijondersteunen is zo uitgevoerd dat het zich beweegt tussen de stapel en het naarbeneden gekiepte ,te ontstapelen pak, om de daarbovenliggende stapel te steunen, op het moment dat de zij ondersteun, aan de kant waartoe het gekiepte pak versprongen is, bewogen wordt om het pak vrij te geven.

Verder is de beweging van de stapelsteun ten opzichte van de positionerings elementen zodanig te veranderen dat er zowel buigzame als stijve pakken ontstapeld kunnen worden.

De inrichting is zodanig; dat de stapelsteun tijdens zijn beweging een geringe wrijving; heeft ten opzichte van de daarop steunende stapel waardoor verstoring van de stapel, en/of' interne pakvorm, en smetten van de voorwerpen in zijn algemeenheid wordt vermeden.

De inrichting bevat wigvormige elementen die synchroon met de stapeisteun bewegen, en die de scheiding van het kiepende pak van het bovenliggende pak bedwingen.

De inrichting is zodanig geconstrueerd dat een aantal ontstapelaars aan elkaar kunnen worden verbanden en gesynchroniseerd boven een gemeenschappelijke transport middel zodat pakken uit de diverse ontstapelaars op elkaar op het transportmiddel gelegd kunnen worden waardoor zij tot een meer compleet eindprodukt worden vergaard.

De uitvinding wordt aan de hand van een, in de tekening getoond uitvoeringsvoorbeeld, nader beschreven, waarin .* fig. 1 en 2 vooraanzichten tonen.

fig. 3 een bovenaanzicht toont fig. 4 een eindaansicht toont.

fig. 5 een doorsnede volgens "AA" fig.3 fig. 6 een doorsnede volgens "CC·· fig. 5 fig. 7 een doorsnede volgens "BB" fig,3

De stapel 11, bestaande uit ten opzicht van elkaar versprongen pakken van losse voorwerpen, bijvoorbeeld papier of plastic, is zijlings opgesloten tussen de positionerings elementen 10.

Scharnierende kleppen 12 en 13 vormen de zijondersteun-middelen. De kleppen zijn gefixeerd ten opzichte van de positionerings elementen 10. De roitafel 16 vormt het supportmiddel.

De roitafel 16 ligt op geleidingselementen 20, en wordt door een kruk mechanisme 21 en 22 beurtlings van links naar rechts gedreven onder de stapel 11 en positioneringselementen 10.

Met de kleppen 12 en 13 in de naarbinnen gescharnierde positie, wordt het stapelgewicht, afhankelijk van de roitafel 16 positie en pak stijfheid, gesteund door een combinatie van de kleppen en roitafel.

Alle rallen 23 van de roltafel 16 zijn rond hun lengte as vrij roterend opgehangen en uit neembaar. Daar meer af minder rallen uit de roltafel te nemen ontstaat er een respectievelijk grotere of kleinere opening 24 in de roltafel.

Met de roltafel in zijn uiterste linker positie, zoals aangeduid in fig. 1, is de linker kant van het onderste pak 14 vrij om naarbeneden te kiepen. Tijdens het bewegen van de roltafel in de richting 18 kan pak 14 geleidelijk verder kiepen waardoor voldoende ruimte ontstaat om de aankomende rol 25 tussen pakken 14 en 15 door te laten. Bij geleidelijk verder bewegen van de roltafel 16 tot zijn uiterst rechtse positie, aangegeven in fig. 2, zakt pak 14 tot aan een transportmiddel 17, en, afhankelijk van de pak of stapel stijfheid wordt het stapelgewicht door de roltafel opgenomen. Met de roltafel in die uiterst rechtse positie, en bij beweging van klep 13 tot positie 22 wordt pak 14 vrijgelaten om op het transport middel 17 te kunnen vallen. Tijdens de opening van klep 13 wordt het stapelgewicht gesteund door de roltafel en klep 12.

Synchroon beweging van de kleppen 12 en 13 tot posities 21 en 22 wordt verzorgd door aan de roltafel bevestigde nokken 26 en 27.

Ma het laten vallen van pak 14, wordt, bij het terug bewegen van de roltafel van zijn uiterst rechtse positie volgens fig. 2 tot zijn uiterst linkse positie, op symmetrische wijze pak 15 ontstapeld.

Door een grotere of kleinere roltafelopening 24 te creeren kunnen respectievelijk stijvere of buigzamere pakken ontstapeld worden. Ook kan door de opening 24 aan te passen rekening gehouden worden met dikkere of dunnere pakken.

Visvormige elementen 28 en 29 kunnen scharnierend rond punten 38 en 39 bevestigd worden aan de roltafel. Deze bevorderen het scheiden van het kiepende pak 14 van de bovenliggende stapel vooral in die gevallen waar, vanwege relatief slappe pakken, een geringe roltafelopening 24 noodzakelijk is om doorsakken van de stapel te voorkomen. Bi.j gebruik van de wig elementen 28, en 29 sal eerst wig 28 tussen pakken 14, en 15 komen, en de voorste rand van pak 14 naarbeneden, en vervolgens onder rol 25 dwingen. Zie fig. 1. Beide wig elementen zijn door nokken tegen de stapel omhoog; gestuurd volgens pijl 40, nadat zij voorbij de kleppen 28, 29 zijn, om effectief de pakken te kunnen scheiden. Daarnaast zijn de wig elementen verend geconstrueerd waardoor zij weg kunnen draaien bij het kiepen van de pakken zoals aangegeven door wig 29 fig. 1 zonder het pak merkbaar tegen te houden bij het kiepen .

Blaasluchtorganen 30, richten een luchtstroom in de stapel volgens pijlen 31 tussen het te ontstapelen pak 14, en het bovenliggende pak 15 om scheiding van de twee pakken te bevorderen, vooral bij het ontstapelen van pakken met licht gewicht voorwerpen, of electrostatisch gevoelige voorwerpen. Zie fig. 5 en 6.

Bij het ontstapelen van pakken dunne voorwerpen zoals licht papier worden er beveiligings schakelingen aangebracht ieder bestaand uit een op de roltafel 16 bevestigde as 36, waarrond een tuimelaar 33 scharniert, die een set niet smettende haren 35 bevat die, omdat de tuimelaar omhoog wordt gehouden door veer 37, onder de stapel wrijft, en die, wanneer het een omhoog gehouden vel 32 tegenkomt er aan haakt, waardoor de tuimelaar naar achteren draait volgens pijl 41 en de electrische schakelaar arm 34 vrijgeeft. Zie fig. 7.

Verbindingsstang 40 zorgt voor gesynchroniseerde beweging van de roltafels van eventueel andere, in de richting van de roltafelbeweging , aan elkaar verbonden ontstapelaars bij het gebruik van de stapelaars voor vergaren van pakken.

Zie fig. 2.

Claims (9)

1. De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het van onderaf ontstapelen van een stapel van ten opzichte van elkaar regelmatig versprongen pakken, ieder bestaande uit meerdere losse vlakke voorwerpen, met een middel voor de positionering van een stapel, stapelsij ondersteun middelen, en een beweegbare stapelsteun, met het kenmerk dat de constructie, en bewegingssynchronisatie van de stapelzijondersteun middelen, en stapelsteun zo is uitgevoerd dat, bij het van onder ontstapelen van de pakken, onderscheid tussen de pakken wordt gemaakt uitsluitend door het feit dat ze versprongen liggen ten opzichte van elkaar.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de stapelsij ondersteun middelen voor het aan de versprongen uiteinden ondersteunen van de stapel zijn dermate beweegbaar uitgevoerd, dat een gegeven zij ondersteun in de ene positie de stapel steunt tot net zover dat een pak, versprongen in de richting weg van die stapelzijondersteun vrij is om naarbeneden te kiepen aan de kant van de genoemde steun, en met de zij ondersteun in een andere positie, een pak versprongen in de richting van de desbetreffende stapelzij ondersteun vrij is om te vallen.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de constructie van de stapelsteun, en zijn beweging ten opzichte van de stapelsij ondersteunen so is uitgevoerd dat liet zich beweegt tussen de stapel en het naar beneden gekiepte , te ontstapelen pak, om de daarbovenliggende stapel te steunen, op het moment dat de zij ondersteun, aan de kant waartoe het gekiepte pak versprongen is, bewogen wordt om het pak vrij te geven.

4. Inrichting volgens conclusie 3. met het kenmerk dat de beweging van de stapelsteun ten opzichte van de positioneringselementen te veranderen zodanig is dat er zowel buigzame als stijve pakken ontstapeld kunnen worden.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de stapelsteun tijdens zijn beweging een geringe wrijving heeft ten opzichte van de daarop steunende stapel waardoor verstoring van de stapel, en/οχ intern pakvorm, en smetten van de voorwerpen in zijn algemeenheid wordt vermeden.

6. Inrichting volgens conclusie 5. met het kenmerk dat de inrichting ten minste een wigvormig element bevat dat synchroon met de stapelsteun beweegt, en die de scheiding van het kiepende pak van het bovenliggende pak bedwingt.

7. Inrichting volgens conclusie 5. met het kenmerk dat er tenminste een baasluchtorgaan 30 bestaan voor het richten van een luchtstroom in de stapel volgens pijlen 31 tussen het te ontstapelen pak 14, en het bovenliggende pak 15 om scheiding van de twee pakken te bevorderen, vooral bij het ontstapelen van pakken met licht gewicht voorwerpen, of electrostatisch gevoelige voorwerpen.

8. Inrichting volgens conclusie 7. met het kenmerk dat het voorzien is van tenminste een beveiligingsschakeling bestaande uit een op de roltaf'el 16 bevestigde as 36, waarrond een tuimelaar 33 scharniert, die een set niet smettende haren 35 bevat die, omdat de tuimelaar omhoog wordt gehouden door veer 37, onder de stapel wrijft, en die, wanneer het een omhoog gehouden vel tegenkomt er aan haakt, waardoor de tuimelaar naar achteren draait en de electrische schakelaar arm 34 vrijgeeft.

9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de inrichting zodanig is geconstrueerd dat een aantal ontstapelaars aan elkaar kunnen worden verbonden en gesynchroniseerd boven een gemeenschappelijk transport, middel zodat pakken uit de diverse ontstapelaars op elkaar op het transportmiddel gelegd kunnen worden waardoor zij tot een meer compleet eindprodukt worden vergaard.