NL9202289A - Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9202289A NL9202289A NL9202289A NL9202289A NL9202289A NL 9202289 A NL9202289 A NL 9202289A NL 9202289 A NL9202289 A NL 9202289A NL 9202289 A NL9202289 A NL 9202289A NL 9202289 A NL9202289 A NL 9202289A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- space
- gas
- gas mixture
- intoxicating
- conveyor
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B3/00—Slaughtering or stunning
- A22B3/08—Slaughtering or stunning for poultry or fish, e.g. slaughtering pliers, slaughtering shears
- A22B3/086—Stunning devices specially adapted for poultry
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B3/00—Slaughtering or stunning
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22B—SLAUGHTERING
- A22B3/00—Slaughtering or stunning
- A22B3/005—Slaughtering or stunning by means of gas
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22C—PROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
- A22C21/00—Processing poultry
- A22C21/0015—Killing poultry entering the processing machine
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Processing Of Meat And Fish (AREA)
Description
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van een slachtdier dat met behulp van een transporteur in een ruimte wordt gebracht waarin zich een gas of gasmengsel bevindt dat in de aanwe-i zige concentratie een bedwelmende uitwerking op het slachtdier heeft.
Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn bekend uit FR-A-2 534 469. Hierin is beschreven, hoe varkens - voorafgaand aan het slachten daarvan - hangend in een gestel van 1 een eindloze transporteur worden gevoerd door een put die met koolzuurgas is gevuld. Het koolzuurgas is zwaarder dan lucht en zal derhalve nauwelijks ontsnappen uit de put, temeer daar de toe- en afvoeropeningen aan de bovenzijde van de put bij afwezigheid van een slachtdier zijn afgesloten door middel van een veerbediende deur, en aanvullend nabij de toe- en afvoeropeningen een luchtgordijn is aangebracht .
Wanneer een levend slachtdier in de bekende inrichting in de met koolzuurgas gevulde put wordt gebracht, zal het als gevolg van de afwezigheid van zuurstof aldaar sneller gaan ademhalen, en als gevolg van het inademen van het koolzuurgas tevens dieper gaan ademhalen. Het gevolg van deze elkaar versterkende effecten is een snel optredende benauwdheid van het slachtdier die gepaard gaat met ernstige convulsies. Dit is niet alleen een zeer onplezierige toestand voor het slachtdier, maar leidt tevens in het algemeen tot kneuzingen, botbreuken of dergelijke, terwijl de kwaliteit van het vlees van het slachtdier door de optredende biochemische afweerreacties in het lichaam daarvan nadelig wordt beïnvloed.
Het is bekend, dat het ongemak van dieren bij het bedwelmen met een bedwelmend gas in hoge mate voorkomen kan worden door in eerste instantie een bepaald volumedeel zuurstof te mengen met het bedwelmende gas, waardoor enerzijds benauwdheidsverschijnselen achterwege blijven, maar anderzijds het bedwelmende gas langzamerhand tot bewusteloosheid van het dier leidt. Wanneer de bewusteloze toestand eenmaal is ingetreden, kan de zuurstofconcentratie verlaagd worden en de concentratie van het bedwelmende gas verhoogd worden. De hiervoor beschreven werkwijze werd tot nog toe uitgevoerd door aan een ruimte zowel zuurstof als bedwelmend gas toe te voeren totdat bewusteloosheid van het dier intrad, waarna de zuurstoftoevoer werd gestaakt, hetgeen tot een diepe bedwelming en eventueel uiteindelijk tot de dood van het dier leidde.
Wanneer een dergelijke werkwijze zou worden toegepast bij het op industriële schaal bedwelmen van slachtdieren voorafgaand aan het slachten daarvan, zou een groot verlies van zuurstof en bedwelmend gas optreden als gevolg van de steeds wisselende concentraties van deze componenten van het gasmengsel in de ruimte.
Een ander nadeel van de beschreven werkwijze is de betrekkelijk lange tijdsduur die door een dergelijk bedwel-mingsproces in beslag wordt genomen, aangezien gasconcen-tratieveranderingen door het verdrijven van gassen uit een ruimte slechts geleidelijk kunnen plaatsvinden.
De uitvinding beoogt een werkwijze van de voornoemde soort te verschaffen met een laag verlies van de werkzame gassen en een hoge verwerkingssnelheid bij het bedwelmen van een slachtdier, welke werkwijze daardoor is gekenmerkt, dat het slachtdier in een eerste ruimte wordt gebracht waarin zich een eerste bedwelmend gas of gasmengsel bevindt dat is gemengd met zuurstof, en vervolgens in een tweede ruimte wordt gebracht die van de eerste ruimte is gescheiden en waarin zich een tweede bedwelmend gas of gasmengsel bevindt. Doordat in de eerste ruimte zowel zuurstof als een bedwelmend gas of gasmengsel aanwezig is, kan het slachtdier vrijwel zonder het te merken worden bedwelmd, eventueel zodanig dat bewusteloosheid optreedt, aangezien be-nauwdheidsverschijnselen achterwege blijven, evenals con-vulsies. Zodra in de eerste ruimte de gewenste bedwelming is ingetreden, kan het slachtdier overgebracht worden naar de tweede ruimte voor een zodanig verdiepen van de bedwel ming dat het slachtdier voorafgaand aan het slachtproces niet meer volledig bij bewustzijn komt. Indien het verblijf van het slachtdier in de tweede ruimte voldoende lang wordt aangehouden, zal bij een gelijktijdige lage concentratie van zuurstof de dood intreden. De tijd is derhalve een belangrijke factor voor het bepalen van de toestand waarin het slachtdier, de eerste en de tweede ruimte verlaat. De verblijftijd van het slachtdier in de eerste en de tweede ruimte kan naar aanleiding van empirische gegevens vooraf bepaald zijn, maar het is ook mogelijk de verblijftijd afhankelijk te kiezen van een meting van de concentratie van het gasmengsel in de eerste of de tweede ruimte, of van een meting aan het zich in de ruimte bevindende slachtdier, bijvoorbeeld een meting van de hartslag daarvan. Voor een verdere verhoging van de effectiviteit van het bedwelmings-proces kan zijn voorzien in meer dan twee ruimten, waarin zich eventueel andere bedwelmende gassen of gasmengsels bevinden, in andere concentraties.
Voor een goede aanpassing van het bedwelmingsproces volgens de uitvinding op een volgend gedeelte van een slachtlijn waarin de slachtdieren gewoonlijk met een constante snelheid door een transporteur voortbewogen worden, kan de transporteur die wordt gebruikt bij het bedwelmingsproces continu met een bepaalde snelheid worden aangedreven, waarbij de afmeting van de eerste ruimte in de trans-portrichting zodanig is, dat bij de gegeven snelheid de gewenste bedwelming van het slachtdier in de eerste ruimte optreedt. Bij de gebruikelijke slachtdiertransportsnelheden zullen dan echter in het algemeen aanzienlijke afmetingen van de eerste ruimte noodzakelijk zijn, hetgeen soms bezwaarlijk is. In een dergelijk geval is voorzien in een andere uitvoeringsvorm, waarbij de transporteur intermitterend wordt aangedreven, en het slachtdier zich in twee opeenvolgende perioden van stilstand van de transporteur in de eerste respectievelijk tweede ruimte bevindt. In deze uitvoeringsvorm kunnen de afmetingen van de eerste en de tweede ruimte, gezien in de transportrichting, zeer beperkt zijn.
Voor een beperking van de tijdens bedrijf optredende gasverliezen wordt ernaar gestreefd, de eerste en de tweede ruimte zoveel mogelijk gasdicht van de omgeving af te sluiten en ook de eerste ruimte in hoofdzaak gasdicht van de tweede ruimte te scheiden. Desondanks is niet te vermijden, dat tijdens het toevoeren van de slachtdieren aan, en afvoeren van de slachtdieren uit de eerste respectievelijk tweede ruimte enig gasverlies naar de omgeving plaatsvindt, terwijl ook door de slachtdieren zelf gassen worden meegevoerd uit de eerste en tweede ruimte, bijvoorbeeld tussen de veren daarvan indien de slachtdieren bestaan uit vogels. Teneinde gevaar voor zich in de buurt van de eerste en tweede ruimte bevindende personen zoveel mogelijk uit te sluiten zorgt men er bij voorkeur voor, dat het bedwelmende gas of gasmengsel niet-giftig is.
Goede bedwelmingsresultaten worden verkregen, wanneer zich in de eerste ruimte een bedwelmend gas of gasmengsel bevindt, dat is gemengd met zuurstof in een concentratie van tenminste 15 vol.%. Bij voorkeur bestaat het bedwelmende gas dan uit koolzuurgas in een concentratie van tenminste 25 vol.%, maar ook kan met voordeel als bedwelmend gas lachgas, ether, cyclopropaan of halothaan toegepast worden.
Bijzonder goede bedwelmingsresultaten worden behaald, wanneer zich in de eerste ruimte een gasmengsel met ongeveer 60 vol.% koolzuurgas en tenminste ongeveer 30 vol.% zuurstof bevindt. Het blijkt dat bij dergelijk gasmengsel slachtdieren afhankelijk van hun lichaamsgewicht reeds binnen een halve tot enkele minuten bewusteloos raken, terwijl binnen de genoemde tijdsduur nauwelijks ongemak voor het slachtdier waar te nemen is.
Voor een zo laag mogelijk gasverbruik in het samenstel van de eerste en tweede ruimte wordt een gedeelte van het gas of gasmengsel uit de tweede ruimte afgevoerd, en wordt dit gemengd met zuurstof voor het bereiden van het gasmengsel voor de eerste ruimte.
Een ongewenste onaangename prikkeling van de slijmvliezen van het slachtdier bij het inademen van het zich in de eerste ruimte bevindende gas wordt voorkomen door het aan de eerste ruimte toe te voeren gas of gasmengsel te bevochtigen, bijvoorbeeld door het gas door een bak met water te voeren, door waterdruppels in het gas of gasmengsel te vernevelen, of daarin stoom te injecteren. Bij voorkeur heeft het water waarmee het gas of gasmengsel in contact wordt gebracht een temperatuur van tenminste 25ÖC.
Bij het op een conventionele wijze met behulp van elektrische stroom bedwelmen van slachtdieren voorafgaand aan het slachten daarvan is het uit praktisch oogpunt gebruikelijk, de slachtdieren één voor één te bedwelmen. Alhoewel deze werkwijze zonder meer gehandhaafd kan blijven in de werkwijze volgens de uitvinding, biedt deze laatste de voordelige mogelijkheid, meer slachtdieren tegelijk in een krat of een container achtereenvolgens in de eerste en de tweede ruimte te brengen. Dit kan de verwerkingssnelheid van het bedwelmingsproces aanzienlijk verhogen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de hiervoor beschreven werkwijze, omvattende een eerste ruimte met een of meer afsluitbare openingen waardoor het slachtdier in de eerste ruimte gebracht kan worden en daaruit afgevoerd kan worden, en een tweede ruimte met een of meer afsluitbare openingen waardoor het slachtdier in de tweede ruimte gebracht kan worden en daaruit afgevoerd kan worden, waarbij de eerste ruimte is voorzien van middelen voor het daaraan toevoeren van een eerste bedwelmend gas of gasmengsel dat is gemengd met zuurstof, en de tweede ruimte is voorzien van middelen voor het daaraan toevoeren van een tweede bedwelmend gas of gasmengsel.
Voor een compacte opbouw van de inrichting valt de afvoeropening van de eerste ruimte samen met de toevoerope-ning van de tweede ruimte.
Een adekwate afsluiting van een opening van de eerste of de tweede ruimte wordt verkregen met behulp van een strokengordijn of een luchtgordijn, welke enerzijds lekkage van gas buiten de eerste en tweede ruimte tegengaan, en anderzijds gemakkelijk te passeren zijn door slachtdieren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de middelen voor het toevoeren van een gas of gasmengsel aan de eerste en de tweede ruimte een reservoir met een bedwelmend gas of gasmengsel, dat via een eerste leiding waarin eerste gas-stroominstelmiddelen zijn opgenomen, is verbonden met de tweede ruimte, en via een tweede leiding is verbonden met een mengkamer; en een reservoir met zuurstof, dat via een derde leiding waarin tweede gasstroominstelmiddelen zijn opgenomen is verbonden met de mengkamer, welke mengkamer via een vierde leiding is verbonden met de eerste ruimte.
Een gasrecirculatie voor het beperken van het gasverbruik van de inrichting wordt verkregen door de tweede leiding te vervangen door een vijfde leiding die de tweede ruimte met de mengkamer verbindt.
Een bevochtiging van het aan de eerste ruimte toe te voeren gas of gasmengsel wordt verkregen, door in de vierde leiding een luchtbevochtiger op te nemen.
De inrichting volgens de uitvinding kan worden opgenomen in een bestaande slachtlijn, terwijl het anderzijds ook mogelijk is een in een bestaande slachtlijn opgenomen conventionele bedwelmingsinstallatie te vervangen door een inrichting volgens de uitvinding. In beide gevallen zullen slechts eerste en tweede ruimten en gastoevoermiddelen geïnstalleerd behoeven te worden in en langs de baan van een reeds aanwezige transporteur. Anderzijds is het ook mogelijk, dat de bedwelmingsinrichting zelf een transporteur omvat waarvan de baan zich uitstrekt door de openingen van de eerste en de tweede ruimte en in de eerste en de tweede ruimte zelf. Bij voorkeur bestaat deze transporteur uit een bandtransporteur die is ingericht voor het transporteren van een krat of container.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een schematisch, gedeeltelijk opengewerkt overzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van een bedwelmingsinrichting voor vogels volgens de uitvinding; en fig. 2a-2c een schematisch, gedeeltelijk opengewerkt overzicht tonen van delen van een tweede uitvoeringsvorm van een bedwelmingsinrichting voor vogels volgens de uitvinding.
In de figuren hebben gelijke verwijzingscijfers betrekking op gelijke onderdelen of onderdelen met een gelijke functie.
Fig. 1 toont een transportrail, transportketting 2 of dergelijke, die is voorzien van haken 6 waaraan vogels 8a, 8b, 8c en 8d aan de poten zijn opgehangen en die kunnen worden voortbewogen in de richting van de pijl 4. In de baan van de vogels 8a, 8b, 8c en 8d is een bedwelmingsin-richting 10 opgesteld met een door wanden 12, 14, 16, 18, 20 en 22 begrensde eerste ruimte 23 en een door wanden 24, 26, 28, 30, 22 en 32 begrensde tweede ruimte 33. De eerste ruimte 23 en de tweede ruimte 33 zijn via ondersteuningen 34 bevestigd op een ondergrond 36. De wanden 20, 22 en 32 zijn zodanig gevormd, dat een vogel deze wanden kan passeren, maar dat zij bij afwezigheid van een vogel in hoofdzaak gesloten zijn. Daartoe zijn de wanden 20, 22 en 32 bijvoorbeeld gevormd door een strokengordijn of een luchtgordijn. De overige wanden 12, 14, 16, 18 van de eerste ruimte 23 en de wanden 24, 26, 28, 30 van de tweede ruimte 33 zijn in hoofdzaak permanent gesloten en bestaan bijvoorbeeld uit panelen van staalplaat.
Een voorraadhouder 40 is gevuld met een bedwelmend gas of gasmengsel onder druk, en staat via een leiding 42 waarin een afsluiter 44 is opgenomen, in verbinding met de tweede ruimte 33. De voorraadhouder 40 staat voorts via een leiding 46 in verbinding met een mengkamer 48. Een voorraadhouder 50 voor zuurstof onder druk staat via een leiding 52, waarin een afsluiter 58 is opgenomen, in verbinding met de mengkamer 48. De mengkamer 48 staat via een leiding 54, waarin een bevochtiger 56 is opgenomen, in verbinding met de eerste ruimte 23. Het is ook mogelijk, in plaats van leiding 46 tussen voorraadhouder 40 en mengkamer 48, voor een recirculatie van gas een leiding 60 aan te brengen die een verbinding vormt tussen de tweede ruimte 33 en de mengkamer 48. De leiding 60 is in fig. 1 met een streeplijn aangegeven.
De werking van de inrichting volgens fig. 1 is als volgt. Door het openen van de afsluiters 44 en 58 wordt in de eerste ruimte 23 een mengsel van de uit voorraadhouders 40 en 50 afkomstige gassen gebracht. De afsluiters 44 en 58 worden daarbij zodanig ingesteld, dat een vooraf bepaalde concentratie van de gassen in de eerste ruimte 23 wordt bereikt. Daarnaast is de afsluiter 44 ingesteld voor het toevoeren van een zodanige uit voorraadhouder 40 afkomstige hoeveelheid gas aan de tweede ruimte 33, dat daarin een vooraf bepaalde concentratie van het gas wordt bereikt. Vervolgens wordt de transporteur 2, 6 in werking gesteld, waarmee levende vogels 8a aan de eerste ruimte 23 worden toegevoerd. Eenmaal aangekomen in de eerste ruimte 23, ondergaan de vogels 8b de bedwelmende uitwerking van het uit voorraadhouder 40 afkomstige gas of gasmengsel. De vogels worden vervolgens door het passeren van de wand 22 toegevoerd aan de tweede ruimte 33. Eenmaal daarin aangekomen, wordt de in de eerste ruimte 23 bereikte graad van bedwelming van de vogels 8c verder verdiept door het zich in de tweede ruimte 33 bevindende bedwelmende gas, waarbij een zodanig lange verblijftijd in de tweede ruimte 33 kan worden gekozen, dat de vogels 8c deze ruimte bedwelmd, bewusteloos of dood verlaten via de wand 32. De bedwelmde, bewusteloze of dode vogels 8d worden vervolgens onderworpen aan een gebruikelijk slachtproces. Het transport van de vogels door de eerste ruimte 23 en de tweede ruimte 33 kan zowel met een constante als een variabele transportsnelheid of intermitterend geschieden.
In fig. 2a is een bedwelming sinrichting 10 afgebeeld die in hoofdzaak overeenkomt met die volgens fig. l. Een transportband 70 strekt zich uit door de eerste ruimte 23 en de tweede ruimte 33 en kan een met levende slachtdieren - in dit geval vogels - gevulde container 72 in de richting van de pijl 74 met een vooraf bepaalde, eventueel variërende snelheid achtereenvolgens door de wand 20 voeren in de eerste ruimte 23, door de wand 22 voeren van de eerste ruimte 23 naar de tweede ruimte 33, en uit de tweede ruimte 33 wegvoeren door de wand 32. Wanneer de vogels in de container 72 zich in de eerste ruimte 23 bevinden, kunnen zij onderworpen worden aan de bedwelmende invloed van het gasmengsel afkomstig uit de voorraadhouders 40 en 50; evenzo kunnen zij in de tweede ruimte 33 onderworpen worden aan de bedwelmende invloed van het gas of gasmengsel afkomstig uit voorraadhouder 40.
Fig. 2b illustreert het stadium van de vogelverwerking dat volgt op de volgens fig. 2a tot stand gebrachte bedwelming. De container 72 wordt geleegd boven een in de richting van de pijl 76 bewegende transportband 78, waardoor de bedwelmde, bewusteloze of dode vogels 8 meegevoerd zullen worden. Zich langs de baan van de transportband 78 bevindende personen kunnen de vogels 8 van de transportband 78 afnemen en ophangen aan haken 6 van een in de richting van de pijl 4 bewegende transporteur 2, zoals fig. 2c weergeeft. Vervolgens kunnen de gebruikelijke slachtbewerkingen op de vogels uitgevoerd worden, zoals uitbloeden, ontvede-ren, uithalen, delen, fileren, en dergelijke.
Claims (20)
1. Werkwijze voor het bedwelmen van een slachtdier dat met behulp van een transporteur in een ruimte wordt gebracht waarin zich een gas of gasmengsel bevindt dat in de aanwezige concentratie een bedwelmende uitwerking op het slachtdier heeft, met het kenmerk, dat het slachtdier in een eerste ruimte wordt gebracht waarin zich een eerste bedwelmend gas of gasmengsel bevindt dat is gemengd met zuurstof, en vervolgens in een tweede ruimte wordt gebracht die van de eerste ruimte is gescheiden en waarin zich een tweede bedwelmend gas of gasmengsel bevindt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transporteur continu met een bepaalde snelheid wordt aangedreven, waarbij de afmeting van de eerste ruimte in de transportrichting zodanig is, dat bij de gegeven snelheid de gewenste bedwelming van het slachtdier in de eerste ruimte optreedt.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transporteur intermitterend wordt aangedreven, waarbij het slachtdier zich in twee opeenvolgende perioden van stilstand van de transporteur in de eerste resp. tweede ruimte bevindt.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het bedwelmende gas of gasmengsel niet-giftig is.
5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat zich in de eerste ruimte een bedwelmend gas of gasmengsel bevindt, dat is gemengd met zuurstof in een concentratie van tenminste 15 vol.%.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het bedwelmende gas bestaat uit koolzuurgas in een concentratie van tenminste 25 vol.%.
7. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het bedwelmende gas bestaat uit lachgas, ether, cyclopropaan of halothaan.
8. Werkwijze volgens een van de conclusies 4-6, met het kenmerk, dat zich in de eerste ruimte een gasmengsel met ongeveer 60 vol.% koolzuurgas en tenminste ongeveer 30 vol.% zuurstof bevindt.
9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een gedeelte van het gas of gasmengsel uit de tweede ruimte wordt afgevoerd, en wordt gemengd met zuurstof voor het bereiden van het gasmengsel voor de eerste ruimte.
10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aan de eerste ruimte toe te voeren gas of gasmengsel wordt bevochtigd.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het gas of gasmengsel in contact wordt gebracht met water met een temperatuur van tenminste 25°C.
12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat meerdere slachtdieren tegelijk in een krat of een container achtereenvolgens in de eerste en de tweede ruimte worden gebracht.
13. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een eerste ruimte met een of meer afsluitbare openingen waardoor het slachtdier in de eerste ruimte gebracht kan worden en daaruit afgevoerd kan worden, en een tweede ruimte met een of meer afsluitbare openingen waardoor het slachtdier in de tweede ruimte gebracht kan worden en daaruit afgevoerd kan worden, waarbij de eerste ruimte is voorzien van middelen voor het daaraan toevoeren van een eerste bedwelmend gas of gasmengsel dat is gemengd met zuurstof, en de tweede ruimte is voorzien van middelen voor het daaraan toevoeren van een tweede bedwelmend gas of gasmengsel.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afvoeropening van de eerste ruimte samenvalt met de toevoeropening van de tweede ruimte.
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat een of meer van de openingen zijn afgesloten door een strokengordijn of een luchtgordijn.
16. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het toevoeren van een gas of gasmengsel aan de eerste en de tweede ruimte omvatten: een reservoir met een bedwelmend gas of gasmengsel, dat via een eerste leiding waarin eerste gasstroominstel-middelen zijn opgenomen, is verbonden met de tweede ruimte, en via een tweede leiding is verbonden met een mengkamer; en een reservoir met zuurstof, dat via een derde leiding waarin tweede gasstroominstelmiddelen zijn opgenomen, is verbonden met de mengkamer, welke mengkamer via een vierde leiding is verbonden met de eerste ruimte.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de tweede leiding is vervangen door een vijfde leiding die de tweede ruimte met de mengkamer verbindt.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat in de vierde leiding een luchtbevochtiger is opgenomen.
19. Inrichting volgens een van de conclusies 13-18, met het kenmerk, dat deze een transporteur omvat waarvan de baan zich uitstrekt door de openingen van de eerste en de tweede ruimte en in de eerste en de tweede ruimte zelf.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de transporteur een bandtransporteur is die is ingericht voor het transporteren van een krat of container.
Priority Applications (9)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9202289A NL9202289A (nl) | 1992-12-30 | 1992-12-30 | Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. |
NL9300254A NL9300254A (nl) | 1992-12-30 | 1993-02-09 | Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. |
ES94904349T ES2108971T3 (es) | 1992-12-30 | 1993-12-30 | Procedimiento y dispositivo para matar aves. |
US08/448,389 US5643072A (en) | 1992-12-30 | 1993-12-30 | Method and device for stunning of poultry |
JP51589094A JP3414401B2 (ja) | 1992-12-30 | 1993-12-30 | 家禽を気絶させるための装置 |
PCT/NL1993/000284 WO1994015469A1 (en) | 1992-12-30 | 1993-12-30 | Method and device for stunning of poultry |
EP94904349A EP0680259B1 (en) | 1992-12-30 | 1993-12-30 | Device for stunning of poultry |
DK94904349.1T DK0680259T3 (da) | 1992-12-30 | 1993-12-30 | Indretning til bedøvelse af fjerkræ. |
DE69313467T DE69313467T2 (de) | 1992-12-30 | 1993-12-30 | Vorrichtung zum betäuben von geflügel |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9202289 | 1992-12-30 | ||
NL9202289A NL9202289A (nl) | 1992-12-30 | 1992-12-30 | Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9202289A true NL9202289A (nl) | 1994-07-18 |
Family
ID=19861703
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9202289A NL9202289A (nl) | 1992-12-30 | 1992-12-30 | Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9202289A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN110074160A (zh) * | 2019-05-16 | 2019-08-02 | 山东省农业科学院农产品研究所 | 一种用于驴屠宰的致晕装置 |
-
1992
- 1992-12-30 NL NL9202289A patent/NL9202289A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN110074160A (zh) * | 2019-05-16 | 2019-08-02 | 山东省农业科学院农产品研究所 | 一种用于驴屠宰的致晕装置 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL9300254A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. | |
US7744449B2 (en) | Method for processing poultry | |
US5595066A (en) | Method and device for preserving the meat of a slaughtered bird | |
US2526037A (en) | Process for immobilizing livestock prior to slaughtering | |
EP0827695A2 (en) | Minimizing microbial growth during food processing | |
RU2480013C2 (ru) | Способ гуманного оглушения и забоя домашней птицы с применением контролируемого низкого атмосферного давления | |
BR9714209A (pt) | Processo e equipamento para o tratamento de aves com gás antes do abate a fim de anestesiar ou matar as aves | |
US10757948B2 (en) | Pre-stunning or stunning of animals with a combination of O2, CO2 and NO2 | |
ATE390848T1 (de) | Verfahren zur konservierung von schlachtgeflügelfleisch | |
CA2986546C (en) | Method for humanely stunning and slaughtering animals using low atmospheric pressure and inert gas | |
Fletcher | Slaughter technology | |
NL9202289A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bedwelmen van slachtdieren. | |
BR102016016532A2 (pt) | Sistema de processamento em frigorífico, extração da crista para processar alimentos derivados da crista das aves, sistema de processamento de alimentos, com partes para agroindustria familiar e embalagem, armazenamento, conservação e transporte dos mesmos e produto final | |
NL9201430A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verdoven van dieren. | |
UA134680U (uk) | Спосіб зберігання охолодженого м'яса | |
GB2306096A (en) | The treatment of small animals | |
TH10958EX (th) | การทำให้สัตว์ปีกสลบโดยภาวะการขาดออกซิเจน | |
JPH0510053B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |