NL9201975A - Werkwijze en inrichting voor het perforeren van de wand van een riet. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het perforeren van de wand van een riet.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het perforeren van de wand van een riet door met een naald of een dergelijk orgaan in de wand ten minste één gaatje aan te brengen.

Voor het introduceren van lucht in frisdrank en dergelijke, is het bekend deze drank op te zuigen door een riet, waarbij in de wand van het riet ten minste één gaatje is aangebracht op een zodanige afstand van een uiteinde van het riet, dat het gaatje zich in gebruik boven de op te zuigen drank bevindt. Een dergelijk riet is in het bijzonder geschikt voor het drinken van schuimvormende dranken. Bij het opzuigen van de drank wordt door het gaatje lucht aangezogen, die zich met de drank vermengt en daardoor in het riet schuimvorming teweeg brengt. De drank bereikt aldus in schuimvormige toestand de mond van de consument. Wanneer de drank reeds in de houder in een schuimvormige toestand wordt gebracht heeft een dergelijk riet een schuimverhogende werking.

Een verder voordeel van het gebruik van een dergelijk riet met een gaatje in de wand is dat de drank over een minder lang traject in schuimvormige, dikke toestand hoeft te worden opgezogen, aangezien de schuimvorming pas boven in het riet optreedt of tot volle ontwikkeling komt. Daardoor wordt het drinken van schuimvormende dranken door een riet aanzienlijk eenvoudiger.

Ook bij het drinken van andere, minder stabiel schuimvormende dranken heeft het gebruik van een dergelijk riet een smaakversterkende werking.

Een dergelijk riet is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2 943 794, waarbij het of de gaatjes worden gevormd door de wand van een riet te doorboren met een warme of koude naald.

De uitvinding beoogt een-werkwijze voor het op eenvoudige en economische wijze voorzien van rieten met ten minste één aaat-ie in de wand.

Daartoe wordt volgens de uitvinding het of elk riet in folie-materiaal verpakt en vervolgens door de verpakking heen geperforeerd.

Doordat de rieten in reeds verpakte toestand worden geperforeerd is het op eenvoudige wijze mogelijk de rieten met behulp van de verpakking zodanig in een perforatie-inrichting te positioneren dat het of elk gaatje steeds op de juiste plaats wordt aangebracht.

Het eenduidig positioneren van opeenvolgende rieten kan verder worden vereenvoudigd door een reeks rieten op regelmatige onderlinge afstand onder vorming van een streng in folie-materiaal te verpakken, waarbij elk riet in een afzonderlijk verpakkingscompartiment is ondergebracht.

Volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt het perforeren van de achtereenvolgende rieten tegelijkertijd uitgevoerd met het van de streng afscheiden van elk een riet bevattend verpakkingscompartiment.

Volgens een alternatieve uitvoering van de werkwijze wordt de of elke naald bewogen door een in hoofdzaak in de lengterichting van de streng verpakte rieten relatief ten opzichte daarvan bewegend orgaan, waarbij de rieten achtereenvolgens worden geperforeerd.

De uitvinding beoogt verder een inrichting voor het op eenvoudige en economische wijze perforeren van de wand van een riet.

Daartoe is een inrichting, voorzien van een mes en een met het mes samenwerkend contra-snijvlak, en voorzien van transportmiddelen voor het tussen het mes en het contra-sni jvlak door bewegen van een streng in afzonderlijke compartimenten verpakte rieten, waarbij het mes en het contra-snijvlak zijn ingericht voor het van elkaar lossnijden van de compartimenten, volgens de uitvinding gekenmerkt doordat ten minste één naald of dergelijk orgaan is aangebracht, in hoofdzaak haaks gelegen ten opzichte van de streng, waarbij middelen zijn voorzien voor het bewegen van de of elke naald door ten minste één van de oppervlakken van de streng, wanneer het mes wordt bewogen voor het lossnijden van de afzonderlijke compartimenten, zodanig dat de of elke naald een gaatje vormt in elk van de in de los te snijden compartimenten verpakte rieten.

Bij een dergelijke inrichting worden in één beweging zowel de compartimenten met de daarin verpakte rieten van elkaargescheiden, als elk van de rieten voorzien van het gewenste aantal gaatjes, waarbij geen extra handelingen of afzonderlijke inrichtingen noodzakelijk zijn voor het aanbrengen van de gaatjes in de rieten. Daarbij kan in nadere uitwerking van de uitvinding de of elke naald zodanig aan het mes is bevestigd, dat het de beweging van het mes direct volgt.

In een variant-uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de transportmiddelen worden gevormd door een rolinrichting, waarbij ten minste één transportrol is voorzien van één of meer langs de omtrek daarvan aangebrachte naalden of dergelijke organen, op zodanige onderlinge afstand dat bij het doorvoeren van de streng verpakte rieten elk riet door een of de naald wordt voorzien van ten minste één gaatje.

Een dergelijke inrichting heeft het voordeel dat de voor de doorvoer van een streng verpakte rieten noodzakelijke beweging van de transportmiddelen tevens wordt aangewend voor het aanbrengen van de gaatjes in de rieten. Ook op deze wijze is het op eenvoudige en economische wijze mogelijk rieten op de juiste plaats van het juiste aantal gaatjes te voorzien, zonder dat daarvoor extra inrichtingen of bewegingen noodzakelijk zijn.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen enkele uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven

Fig. 1 toont een aantal rieten, elk voorzien van een harmonicavormig tussenstuk; fig. 2 toont een reeks rieten, die in afzonderlijke compartimenten in folie-materiaal zijn verpakt, onder vorming van een streng; fig. 3 A en B tonen schematisch het gelijktijdig scheiden van de compartimenten en het met een naald perforeren van de rieten; fig. 4 toont een inrichting volgens de uitvinding waarin een naald met het mes meebewegend is aangebracht; fig. 5 toont een inrichting volgens de uitvinding waarin de rieten door op een transportrol aangebrachte naalden worden geperforeerd; en fig. 6 toont op grotere schaal een gedeelte van het achteraanzicht van de inrichting volgens fig. 5.

In figuur 1 is een riet 1, bij voorkeur uit kunststof materiaal, met een harmonicavormig ombuigbaar gedeelte 2 weergegeven. Toepassing van een dergelijk op zich bekend riet 1 bij het drinken van drank uit een houder biedt het voordeel, dat het harmonicavormige gedeelte 2, dat dichter bij het ene dan bij het andere uiteinde van het riet 1 is gesitueerd, het boveneinde van het riet 1 definieert.

Figuur 2 toont een reeks in fig. 1 getoonde rieten 1, die zijn verpakt in folie-materiaal 3. Elk riet is daarbij nauw omsloten ondergebracht in een afzonderlijk compartiment 4, onder vorming van een streng 5, waarin de rieten op regelmatige onderlinge afstand D liggen.

Teneinde schuimvorming van de door het riet 1 opgezogen drank te verkrijgen of te versterken wordt in het riet 1 een gaatje 6 (zie fig. 2) aangebracht, waarvan het doorlaatoppervlak afhankelijk is van de diameter van het riet. Zo wordt bij een riet met een diameter van 3,0 mm gekozen voor een doorlaatoppervlak tussen de 0,01 en 0,09 mm2, en bij een riet met een diameter van 5,2 mm voor een doorlaatoppervlak tussen de 0,01 en 0,16 mm2. Het gaatje wordt in het gedeelte van het riet 1 boven het harmonicavormige gedeelte 2 aangebracht, zodat het gaatje 6 bij normaal gebruik van het riet 1 niet onder het drankoppervlak in de houder komt.

Teneinde het gaatje 6 in het riet 1 aan te brengen is het bekend een naald 7 door de wand 8 van het riet 1 te steken. Daartoe dient elk riet 1 zodanig ten opzichte van de naald 7 gepositioneerd te worden dat het gaatje 6 in elk riet 1 op in hoofdzaak dezelfde plaats wordt aangebracht. Daartoe wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding het riet 1 met behulp van ten minste één naald 7 door het foliemateriaal 3 van de verpakking heen voorzien van ten minste één gaatje 6, waarbij voor de positionering van de rieten ten opzichte van de of elke naald 7 gebruik wordt gemaakt van de verpakking van de rieten 1. Juist het feit dat de rieten 1 in de streng 5 op een regelmatige onderlinge afstand D zijn aangebracht, maakt het mogelijk de positie van de rieten 1 ten opzichte van de naald 7 op eenvoudige wijze vast te stellen, waardoor het mogelijk wordt elk riet 1 in de streng 5 op dezelde plek van een gaatje 6 te voorzien als het voorgaande en volgende riet 1 in de streng 5.

In fig. 3 A en B is weergegeven dat de afzonderlijke compartimenten 4, die elk een riet 1 bevatten, van de streng 5 worden afgesneden met behulp van een mes 9 en een daarmee samenwerkend contra-snijvlak 10. Doordat de naald 7 aan het mes 9 is bevestigd, in hoofdzaak haaks op het oppervlak van de streng 5, wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding telkens wanneer een compartiment 4 van de streng 5 wordt afgesneden, door de beweging van het mes 9 de naald 7 door het foliemateriaal 3 en de wand 8 van het zich in het op het afgesneden compartiment 4 volgende compartiment 4' bevindende riet 1' gestoken, waardoor het gaatje 6 op zeer eenvoudige en economische wijze steeds op dezelfde, gewenste plaats wordt aangebracht.

In fig. 4 is op schematische wijze een inrichting weergegeven voor het aanvoeren van een streng in afzonderlijke compartimenten verpakte rieten, en het van de streng afsnijden van de afzonderlijke compartimenten. Een streng 5 verpakte rieten 1 wordt vanaf een niet getoonde opslaginrichting, bijvoorbeeld een voorraadrol, aangevoerd aan een om een lengteas draaibare trommel 11. Rond ten minste een gedeelte van de omtrek van de trommel 11 is een geleidingsvlak 12 aangebracht, voor het tegen de trommel 11 aandrukken van de op elkaar volgende, verpakte rieten 1. Een transportrol 13 zorgt, tezamen met de trommel 11 voor het bewegen van de streng 5. Langs het oppervlak van de trommel 11 is in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas daarvan een aantal contra-snijvlakken 10 aangebracht, op zodanige wijze dat de booglengte B langs het oppervlak van de trommel 11, ingesloten tussen twee naast elkaar gelegen contra-snijvlakken 10 overeenkomt met de onderlinge afstand D tussen de in de streng 5 verpakte rieten 1. Evenwijdig aan de contra-snijvlakken 6 en op enige afstand van het trommeloppervlak is een mes 9 aangebracht, dat haaks op het trommeloppervlak tussen twee uiterste standen kan worden bewogen door niet getoonde, bekende aandrijfmiddelen, bijvoorbeeld een pneumatische cilinder. Wanneer het mes 9 zich in één uiterste stand bevindt kan de streng 5 tussen het mes 9 en het oppervlak van de trommel 11 of de contrasnijvlakken 6 worden doorgevoerd, terwijl het mes 9 in de andere uiterste stand snijdend aanligt tegen het contra-snijvlak.

Volgens een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is aan het mes 9 een naald 7 bevestigd, in hoofdzaak haaks op het oppervlak van de streng 5, waarbij de punt van de naald 7 zich in een zodanige positie ten opzichte van de snijvlakken bevindt, dat deze op enige afstand van de streng 5 ligt wanneer het mes 9 zich in de ene uiterste stand bevindt, terwijl de punt van de naald 7 zich in een door het folie-materiaal van een compartiment 4 van de streng 5 en de wand van het zich daarin bevindende riet 1 gestoken positie bevindt wanneer het mes zich in de andere uiterste stand bevindt.

Met behulp van deze inrichting is het derhalve mogelijk een streng verpakte rieten aan te voeren, waarbij steeds een compartiment met een zich daarin bevindend, door de verpakking heen geperforeerd riet wordt afgesneden terwijl tegelijkertijd het riet in het daarop in de streng volgende compartiment wordt geperforeerd.

Bij een alternatieve uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is, zoals is weergegeven in fig. 5, de trommel 12 voorzien van een met het aantal contra-snijvlakken 6 corresponderend aantal naalden, welke op zodanige wijze zijn aangebracht dat naast elk contra-snijvlak 6 de punt van een naald 7 uit het oppervlak van de trommel 12 steekt. Wanneer een compartiment 4 van de streng 5 door de transportrol 13 tussen twee opeenvolgende contra-snijvlakken 6 tegen de trommel 12 wordt gedrukt, wordt, zoals duidelijk blijkt uit figuur 6, tegelijkertijd de punt van de daar aangebrachte naald 7 door het folie-materiaal 3 van het compartiment en de wand 8 van het zich in dat compartiment bevindende riet 1 gestoken.

Met behulp van deze inrichting is het derhalve mogelijk een streng verpakte rieten aan te voeren, waarbij tijdens het aanvoeren automatisch de in de streng verpakte rieten door de verpakking heen worden geperforeerd, voordat de compartimenten op de bovenbeschreven, op zich bekende wijze van de streng worden afgesneden.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Zo is het eveneens mogelijk één of meer naalden aan de transportrol 13 te bevestigen, en kan het riet zijn uitgevoerd als een recht riet, zonder harmonicagedeelte. Voorts kunnen het mes en het contra-snijvlak zodanig zijn uitgevoerd dat de compartimenten na het snijden gedeeltelijk met elkaar verbonden blijven. Essentieel is dat het riet eerst wordt verpakt, en vervolgens door de verpakking heen wordt geperforeerd.

Claims (7)

1. Werkwijze voor het perforeren van de wand van een riet door met een naald of een dergelijk orgaan in de wand ten minste één gaatje aan te brengen, met het kenmerk, dat het of elk riet (1, 1') in folie-materiaal (3) wordt verpakt en vervolgens door de verpakking heen wordt geperforeerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een reeks rieten (1, 1') op regelmatige onderlinge afstand (D) onder vorming van een streng (5) in folie-materiaal (3) wordt verpakt, waarbij elk riet (1, 1') in een afzonderlijk verpakkingscompartiment (4) is ondergebracht en de rieten (1, 1') achtereenvolgens worden geperforeerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het perforeren van de achtereenvolgende rieten (1, 1’) tegelijkertijd wordt uitgevoerd met het van de streng (5) afscheiden van elk een riet (1, 1') bevattend verpakkingscompartiment (4).

4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de of elke naald wordt bewogen door een in hoofdzaak in de lengterichting van de streng (5) verpakte rieten (1, 1'), relatief ten opzichte daarvan bewegend orgaan, waarbij de rieten (1, X') achtereenvolgens worden geperforeerd.

5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1-3, voorzien van een mes en een met het mes samenwerkend contra-snijvlak, en voorzien van transportmiddelen voor het tussen het mes en het contra-snijvlak door bewegen van een streng in afzonderlijke compartimenten verpakte rieten, waarbij het mes en het contra-snijvlak zijn ingericht voor het van elkaar lossnijden van de compartimenten, met het kenmerk, dat ten minste één naald (7) of dergelijk orgaan is aangebracht, in hoofdzaak haaks gelegen ten opzichte van de streng (5), waarbij middelen zijn voorzien voor het bewegen van de of elke naald (7), in hoofdzaak haaks ten opzichte van en door ten minste één van de oppervlakken van de streng (5), wanneer het mes (9) wordt bewogen voor het lossnijden van de afzonderlijke compartimenten (4), zodanig dat de of elke naald (7) een gaatje (6) vormt in het in het los te snijden compartiment (4) verpakte riet (1, 1’).

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat ten minste één naald (7) op zodanige wijze aan het mes (9) is bevestigd dat de bewegingen van de naald (7) en het mes (9) in de richting van het contra-snijvlak (10) met elkaar overeenkomen.

7. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 4, voorzien van een mes en een met het mes samenwerkend contra-snijvlak, en voorzien van transportmiddelen voor het tussen het mes en het contra-snijvlak door bewegen van een streng in afzonderlijke compartimenten verpakte rieten, waarbij het mes en het contra-sni jvlak zijn ingericht voor het van elkaar lossnijden van de compartimenten, met het kenmerk, dat de transportmiddelen worden gevormd door een rolinrichting (11, 13), waarbij ten minste één transportrol (11 of 13) is voorzien van één of meer langs de omtrek daarvan aangebrachte naalden (7) of dergelijke organen, op zodanige onderlinge afstand (B) dat bij het doorvoeren van de streng (5) verpakte rieten (1, 1’) elk riet (1, 1’) door een of de naald (7) wordt voorzien van ten minste één gaatje (6).