NL9201412A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL9201412A
NL9201412A NL9201412A NL9201412A NL9201412A NL 9201412 A NL9201412 A NL 9201412A NL 9201412 A NL9201412 A NL 9201412A NL 9201412 A NL9201412 A NL 9201412A NL 9201412 A NL9201412 A NL 9201412A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
projections
machine according
protrusions
support
Prior art date
Application number
NL9201412A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL8105506A external-priority patent/NL8105506A/nl
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9201412A priority Critical patent/NL9201412A/nl
Publication of NL9201412A publication Critical patent/NL9201412A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B29/00Rollers
    • A01B29/04Rollers with non-smooth surface formed of rotatably-mounted rings or discs or with projections or ribs on the roller body; Land packers
    • A01B29/045Rollers with non-smooth surface formed of rotatably-mounted rings or discs or with projections or ribs on the roller body; Land packers the soil-pressing body being a drum

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

GRONDBEWERKINGSMACHINE
De ohderhavige uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine met draaibare rol, met een drager die aan zijn omtrek is voorzien van uitsteeksels die, in de richting van de draaiingsas gezien, naast en op afstand van elkaar zijn gelegen.
Een dergelijke grondbewerkingsmachine kan bekend ' worden geacht uit het Amerikaanse octrooischrift US-B-4240510. Dit octrooischrift beschrijft enkel eén afzonderlijke, getrokken rol voor toepassing in de bosbouw. Het is· de. bedoeling van deze rol-dat op de grond aanwezige takken en planten geknakt en verkleind worden en daarbij zoveel mogelijk metde enigszins losgemaakte grond worden vermengd, en verder dat open gaten in de grond worden achtergelaten. De bedoeling van de open gaten is dat hierin vanuit een vliegtuig geworpen boomzaden terecht komen, die zo, te midden van de geknakte takmassa, enige kans hebben om tot ontwikkeling te komen.
Voor de genoemde functies is de rol voorzien van uitsteeksels in de vorm van trapezoidaal 'gevormde platen die zich, in de draairichtingonder een geringe hoek met een· 'radiaal, en tevens- in de lengterichting van de rol uitstrek-: ken. Ten opzichte van de draairichting yan de rol, is een uitsteeksel aan de achterzijde voorzien van verstevigings-ribben. Gezien vanuit zijaanzicht, is een uitsteeksel aan zijn. vrije uiteinde aan de voorzijde voorzien van puntvormige ribben die, tezamen met de. betreffende trapezoidale plaat, . een haak vormen voor het opnemen van takken die zich in of óp de grond bevinden. Tijdens·bedrijf worden takken of planten die zich in de bewegingsrichting van de rol uitstrekken door het vrije uiteinde van eeh uitsteeksel gesneden of geknakt,· terwijl takken die zich dwars op de rijrichting uitstrekken door de genoemde haken aan de uitsteeksels worden opgenomen . en in samenwerking met vast aan een om de rol aangebracht raamwerk aangebrachte uitsteeksels worden gebroken. Het effect van de hoek die een uitstekende plaat met een radiaal maakt, komt tot uiting in de reeds beschreven open gaten. Een .
dergelijke rol is ongeschikt voor de landbouw, waarin een rol primair een verkruimelende, egaliserende en een de grond enigszins verdichtende functie heeft. Bovendien is de rol uit het Amerikaanse, octrooi niet in hoogte ten opzichte van een eventueel voorlopende machine instelbaar, hetgeen bij een landbouwmachine gewenst is om de bewerkingsdiepte van de machine te kunnen aanpassen aan het te zaaien gewas.
Een rol die, volgens de uitvinding, de gewenste functies goed vervult, en bovendien gunstig te fabriceren is, wordt er door gekenmerkt, dat de rol en de machine zijn bedoeld voor landbouwkundige toepassing; waarbij de rol de machine althans gedeeltelijk kan ondersteunen, de hoogte ‘van de grondbewerkingsmachine ten opzichte van de rol instelbaar is, en waarbij de zijvlakken van twee naast elkaar gelegen uitsteeksels in buitenwaartse richting,' althans gedeeltelijk, divergeren. Op deze wijze is de verkruimeling door de uitsteeksels met het'profiel volgens de uitvinding gunstig, terwijl de neiging dat aarde tussen de' uitsteeksels blijf.t vastzitten, wordt verminderd.
Volgens de uitvinding worden voorts op eenvoudige wijze stevige uitsteeksels verkregen wanneer de uitsteeksels een door profilering gevormde ruimte- omvatten·, die begrensd is door twee draaiingsvlakken, de rand van het uitsteeksel en de omtrek van de drager. Verder wordt genoemde gunstige verkruimeling, eveneens overeenkomstig de uitvinding, in het bijzonder bereikt indien de raaklijn van de, ten opzichte van de draaiingsrichting, voorste rand van een üitsteeksel, in het verloop van de omtrek van de rol in de richting van de drager, overgaat van althans hoofdzakelijk tangentiaal naar radiaal.
Aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader worden uiteengezet.
Figuur 1 geeft· in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer, voorzien van een rol volgens de uitvinding;’
Figuur 2 geeft een aanzicht weer volgens de lijn II - II in Figuur 1;
Figuur 3 is een aanzicht volgens pijl III in
Figuur 2;
Figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens Figuur 2 van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een rol volgens de uitvinding, terwijl
Figuur 5 een aanzicht weergeeft volgens de pijl V in Figuur 4.
De in Figuur 1 weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1. In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstanden van bij voorkeur 25 cm, zich in opwaartse, bij voorkeur verticale,, richting uitstrekkende'assen 2 gele- ' gerd van rotors 3. De rotors 3 zijn elk. voorzien van twee. diametraal tegenover elkaar geplaatste werktuigen in de vorm van tanden 4, die aan een drager 5 zijn aangebracht.
Aan de einden is het kokervormig gesteldeel 1 voorzien van platen 6. Aan de voorzijde van de platen 6 zijn door middel van tappen 7 zich aan de binnenzijde langs de plaat naar achteren uitstrekkende armen 8 verzwenkba.ar aangebracht. De armen 8 zijn door- middel van een spindel 9 aan de achterzijde van de platen 6 in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar. Tussen de achtereinden van de annen 8 is vrij draaibaar een rol 10 aangebracht. De rol 10 omvat een cilindervormige drager 11, waarop op onderling gelijke afstanden van elkaar groepen of kransen langwerpige uitsteeksels in de vorm van pennen of staven zijn aangebracht.
Tussen de kransen uitsteeksels zijn afstrijk-organen 17 aangebracht. Eén drager 19 voor de afstrijkorganen is door middel van bouten 20 bevestigd aan een uit plaat gevormde U-vormige profielbalk 21 die tussen steunen 22 is bevestigd. De steunen 22 zijn op de bovenzijde van de-armen 8 'aangebracht (zie Fig. 1). Aan de einden van het' gesteldeel 1 zijn door middel van armen 23 verzwenkbaar platen 24 aangebracht, die tijdens het bedrijf met de buitenste rotors 3 samenwerken en hierbij in hoofdzaak een althans nagenoeg verticale stand innemen; Elk van de assen 2 is binnen het kokervormig gesteldeel 1 voorzien van een tandwiel 25 dat met het naastgelegen tandwiel in aandrijvende verbinding staat.
Nabij het midden is de as van een rotor 3 naar boven verlengd en reikt tot in een tandwielkast 26. De tot in de tandwielkast 26 reikende verlenging van de as 2 van de betreffende rotor staat via een toerenvariator 27 in aandrijvende verbinding met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt en met behulp van een tussenas 28 met de aftakas van een trekker koppelbaar is.
Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van een bok 29 met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden en kan vanaf de aftakas via de tussenas en de in het voorgaande beschreven overbrenging elk van de rotors 3 in draaiing worden gebracht, een en ander zodanig dat naast elkaar gelegen rotors in tegengestelde richting draaien en met hun tanden 4 elkaar overlappende stroken grond bewerken. Met behulp van de aan de achterzijde aangebrachte, van uitsteeksels voorziene rol 10 kan de werkdiepte van de rotors 3 worden ingesteld.
Tijdens het bedrijf vormen de afgebogen einden van opvolgende uitsteeksels van de respectieve kransen door hun relatief grote aanrakingsvlak met de grond een voldoende ondersteuning. Met behulp van dit relatief grote aanrakingsvlak kunnen de afgebogen delen tevens een effectieve· verdere verkruimeling van de door de rotors 3 waaiervormig naar achteren geworpen aarde teweegbrengen, terwijl zij bovendien een zekere verdichting van de grond veroorzaken. Met behulp van de tussen de kransen uitsteeksëls aangebrachte afstrijkorganen 17 wordt ervoor gezorgd dat tussen de uit-' steeksels praktisch geen grond blijft kleven. Hierbij is de taps verlopende uitvoering van de uitsteeksels van- belang, waardoor de naar elkaar toegekeerde zijden van de langwerpige uitsteeksels draaiingsvlakken B - B hebben, die, gerekend vanaf de draaiingsas van de rol, divergeren (Fig. 3 -en 5).
Bij het in de Figuren 2 en 3 weergegeven uit-voeringsvoorbeeld is een rol 10A afgebeeld, die is voorzien van paren langwerpige uitsteeksels 30 en 31. De paren langwerpige uitsteeksels 30 en 31 zijn uit één' stuk plaat door stansen en profilering vervaardigd. Een doorlopende verstevi- gingsrib 32, die zich nabij de omtrek van elk van de uitsteeksels bevindt, begrenst een vlak deel 33 dat, evenals de rib, op de drager 11 aansluit (Fig. 2). De .rib 32. gaat over in een rand 32A. Elk paar uitsteeksels 30 en 31 omvat een uitsteeksel, waarvan de langshartlijn nagenoeg, tangentiaal ten opzichte van de langshartlijn a van de cilindervormige drager 11 verloopt en dat, zowel in de richting van de langshartlijn a als loodrecht gezien, taps is (Fig. 3). Het andere uitsteeksel 31'heeft een langshartlijn die, vanaf de drager 11 gerekend, aanvankelijk althans nagenoeg radiaal verloopt om vervolgens in een althans nagenoeg tangentiaal ‘gericht deel over te gaan. - De o.vergang tussen de beide delen van het uitsteeksel 31 bevindt zich althans nagenoeg nabij het midden van het uitsteeksel 31. Zoals- uit Fig. 2 blijkt, zijn de uitsteeksels 30 en 31 ten opzichte van de draairichting die de rol tijdens het bedrijf verkrijgt, naar achteren gericht. Ook hier verlopen naar elkaar gekeerde draaiingsvlakken B - B vanaf de drager'11 divergerend (Fig.
3). De einden van de respectieve uitsteeksels zijn door de aanwezigheid van de rib 32 voorzien van een voet, waarvan het tot de rand 32A behorend deel drie zaagtanden 34 omvat. ·
De van tanden 34 voorziene gedeelten van de rand 32A zijn zodanig in dezelfde richting gebogen dat zij met het vlak- A - A loodrecht op de langshartlijn a. van de drager 11 een hoek van ± 30° insluiten. Evenals bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld, kunnen de uitsteeksels 30 en 31 door middel van - lasnaden, die althans nagenoeg evenwijdig aan de langshartlijn a verlopen, op snelle wijze worden- bevestigd.
De vervaardiging uit één stuk plaat betekent een goedkope en toch betrouwbare oplossing, waarbij de voeten aan de einden, die worden gevormd door delen van de rand·. 3'2A, een goed - · steunvlak creëren, terwijl de tanden 34 voor een. aanvullende-verkruimeling kunnen zorgdragen.
Bij het in de Figuren 4 en 5 weergegeven uit-voeringsvoorbeeld zijn overeenkomende onderdelen eveneens met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven als bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn bij een rol 10B kransen uitsteeksels 35-aanwezig, die uit één stuk plaat door stansen en profileren zijn gevormd.' De langwerpige uitsteeksels 35'die, vanaf de drager gerekend zowel in de langsrichting van de langshartlijn a als loodrecht hierop gezien, taps verlopen, zijn ten opzichte van de draairichting die de rol 10B tijdens het bedrijf verkrijgt naar achteren gericht. Ter verstijving zijn de uitsteeksels voorzien van een langwerpige, in de langsrichting van een uitsteeksel verlopende profilering 36, die met een langs de omtrek van de uitsteeksels gelegen doorlopende rand 37 een draaiingsvlak vormt. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld verlopen naar elkaar gerichte draaiingsvlakken B - B divergerend (Fig. 5). Door het aanbrengen van de rand 37 verkrijgen de. einden van de uitsteeksels steunvoeten die aansluiten op een randdeel dat van een zaagvertanding 38 is voorzien (Fig. 4). De vertanding is op dezelfde wijze uitgevoerd als de vertan-, ding 34.
De 'plaat, waaruit op de bovenomschreven wijze de uitsteeksels 35 zijn gevormd, is voorzien van een centraal gelegen cirkelvormige uitsparing die wordt begrensd doof een rand 39, waarmee de plaat voor het aanbrengen over de drager 11 schuifbaar is. Zoals uit Fig. 5 blijkt, worden de diverse platen aangebracht door middel van plaatselijk lassen.
Naast elkaar gelegen kransen langwerpige uitsteeksels 35 zijn'zodanig opgesteld dat een schroeflijnvormig verloop van de uitsteeksels van opvolgende kransen wordt verkregen. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld is op eenvoudige en snelle wijze de vervaardiging van langwerpige uitsteeksels en hun bevestiging op een cilindervormige drager mogelijk. De rol 10, respectievelijk 10A, respectievelijk 10B. heeft bij voorkeur een diameter van ± 40 cm, terwijl de diameter van de cilindrische drager 11 bij voorkeur ± 15 cm bedraagt.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de· figuren, al of ' niet beschreven.

Claims (6)

1. Grondbewerkingsmachine met draaibare rol, met een drager die aan'zijn omtrek is voorzien van uitsteeksels die, in de langsrichting van de drager gezien, naast en op afstand van elkaar zijn gelegen, met het kenmerk, dat de rol en de 'machine zijn bedoeld voor landbouwkundige toepassing, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, waarbij de rol de machine althans gedeeltelijk kan ondersteunen, de hoogte van de grondbewerkingsmachine ten opzichte van de rol instelbaar is, en waarbij de zijvlakken van twee naast elkaar gelegen uitsteeksels in buitenwaartse richt.ing, althans gedeeltelijk, divergeren.
2. Grondbewerkingsmachine volgens -conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitsteeksels een door profilering gevormde ruimte omvatten, die begrensd is door twee draai-ingsvlakken, de rand van het uitsteeksel en de omtrek van de drager.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 óf 2, met het kenmerk, dat de raaklijn van de, ten opzichte van de draaiingsrichting van de rol, voorste rand van een uitsteeksel, in het verloop van de omtrek van de rol in de richting van de drager, overgaat van althans hoofdzakélijk tangentiaal naar althans hoofdzakelijk· radiaal.
4. · Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, 2 of' 3, met het kenmerk, dat de uitsteeksels uit plaat .zijn geperst.
5. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het. kenmerk, dat de langwerpige uitsteeksels in een krans zijn aangebracht.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een uitsteeksel een profiel- rib omvat, die zich langs de omtrek van de uitsteeksels uitstrekt.
NL9201412A 1981-12-08 1992-08-05 Grondbewerkingsmachine. NL9201412A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201412A NL9201412A (nl) 1981-12-08 1992-08-05 Grondbewerkingsmachine.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105506A NL8105506A (nl) 1981-12-08 1981-12-08 Grondbewerkingsmachine.
NL8105506 1981-12-08
NL9201412A NL9201412A (nl) 1981-12-08 1992-08-05 Grondbewerkingsmachine.
NL9201412 1992-08-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201412A true NL9201412A (nl) 1992-11-02

Family

ID=26645743

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201412A NL9201412A (nl) 1981-12-08 1992-08-05 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9201412A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2015202832B2 (en) Plough comprising a plurality of plough bodies attached to a plough bar
NL8004448A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US4267891A (en) Soil cultivating machines
US2754744A (en) Rotary moldboard plow
US4533000A (en) Soil cultivating implements
EP0183321B1 (en) Soil tilling machine
US3920077A (en) Ploughs
US4415041A (en) Minimum till rotary hoe
NL9201412A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US2826133A (en) Hoe drill stubble remover
US4641713A (en) Soil cultivating machines
GB1559864A (en) Soil cultivating implements
NL7809814A (nl) Grondbewerkingsmachine.
GB2127262A (en) A soil cultivating machine
NL8105506A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305601B1 (en) A soil cultivating machine
NL7810716A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0304120B1 (en) A soil cultivating machine
US4042042A (en) Soil cultivating machines
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
JP7368839B2 (ja) 農作業機
JPH0622603A (ja) 作業の進行方向に対して斜めに延びたロータを有する土地を耕す農業機械
JPH084809Y2 (ja) 深耕用農耕機
GB2265534A (en) Improvements in or relating to tillage elements.
GB1592590A (en) Soil cultivating implements

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable