NL9201411A

NL9201411A - Ground-working machine

Info

Publication number: NL9201411A
Application number: NL9201411A
Authority: NL
Original assignee: Texas Industries Inc
Priority date: 1992-08-05
Filing date: 1992-08-05
Publication date: 1992-11-02

Abstract

The invention relates to a ground-working machine which is provided with a frame and ground-working components; a number of wheels 55, which are arranged in a transverse row, being arranged behind the primary ground-working components 13, 16, 45 which work the ground, with the aid of which wheels the ground is displaced sideways during operation. The wheels are mounted rotatably in the frame of the machine and are at an angle to a vertical plane in the direction of movement. <IMAGE>

Description

GRONDBEWERKINGSMACHINESOIL TILLER

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine, voorzien van een gestel en van grondbewerkingsorganen. Dergelijke machines zijn algemeen bekend, maar werken niet altijd naar tevredenheid.The present invention relates to a tillage machine provided with a frame and tillage members. Such machines are well known, but are not always satisfactory.

Volgens.de onderhavige uitvinding kan een gunstige grondbewerking worden bereikt, wanneer achter de primair - de grond bewerkende grondbewerkingsorganen een aantal in een dwarsrij aangebrachte schijven zijn aangebracht, met behulp waarvan, tijdens het bedrijf, de grond zijwaarts wordt verplaatst. Een dergelijke machine heeft het voordeel dat de te bewerken grond eerst wordt losgemaakt, waarna ze door de schijven wordt gekeerd, hetgeen met name bij de bewerking van stoppelland tot een goede, vermenging van het stro leidt. Hierbij is het, conform de uitvinding, van belang dat de . schijven· draaibaar zijn- en onder een hoek staan ten opzichte van een verticaal vlak in de bewegingsrichting.According to the present invention, a favorable tillage can be achieved if a number of discs arranged in a transverse row are arranged behind the primary tillage tillage members, by means of which the soil is moved sideways during operation. Such a machine has the advantage that the soil to be worked is first loosened, after which it is turned through the discs, which leads to a good mixing of the straw, in particular when working on stubble land. In accordance with the invention, it is important that the. discs · rotatable and angled with respect to a vertical plane in the direction of movement.

Ten einde tot een in verdergaande mate gunstig zaaibed · te komen, is, eveneens conform de uitvinding, achter.de schijven een verkruimel rol aanwezig, die in hoogterichting bewegingsvrijheid heeft- Een goed effect wordt, volgens de uitvinding, bereikt, wanneer de'schijven grondgedrèven zijn en 'de primaire grondbewerkingsorganen cultivatortanden omvatten, die in een gunstige uitvoering wegneembaar zijn aange-. bracht. ·In accordance with the invention, a crumbling roller is present behind the discs, which has a freedom of movement in height, in order to achieve a further favorable seed bed. A good effect is achieved, according to the invention, when the discs are soil-driven and the primary soil-working members comprise cultivator tines, which in a favorable embodiment are removably attached. brought. ·

Aan de hand van· een aantal in de figuren weergegeven üitvoeringsvoorbeelden zal'· de uitvinding hieronder nader worden uiteengezet.The invention will be explained in more detail below with reference to a number of exemplary embodiments shown in the figures.

Figuur. 1 geeft een bovenaanzicht weer van een machine volgens de uitvinding, die, met'weglating van de zaaimachine 41, tevens een eenheid vormt welke als basis kan .dienen voor combinatie met verdere inrichtingen;Figure. 1 shows a top view of a machine according to the invention, which, with the omission of the seeder 41, also forms a unit which can serve as a basis for combination with further devices;

Figuur 2 geeft, in een zijaanzicht volgens de pijl II in figuur 1, een combinatie weer van de machine volgens de' uitvinding met een verkruimelrol;Figure 2 shows, in a side view according to the arrow II in Figure 1, a combination of the machine according to the invention with a crumbling roller;

Figuur 3 geeft, eveneens in 'een zijaanzicht volgens de pijl II in figuur 1, een combinatie weer van de machine volgens de' uitvinding met schuin op de bewegingsrichting aangebrachte schijven;Figure 3 shows, also in a side view according to the arrow II in figure 1, a combination of the machine according to the invention with discs arranged obliquely to the direction of movement;

Figuur 4 geeft, in een bovenaanzicht volgens de pijl IV in Figuur.3, een gedeelte van de in Figuur 3 met de machine gecombineerde grondbewerkingsinrichting weer.Figure 4 shows, in a plan view according to the arrow IV in Figure 3, part of the soil tillage implement combined with the machine in Figure 3.

De in Figuur 1 afgeheelde inrichting ’ betreft een grondbewerkingsmachine voorzien van twee ten opzichte van de •voortbewegingsrichting A van de machine achter -elkaar gelegen, zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende gestel-balken 1 en 2 (Figuur 2). De gestelbalken 1 en 2 zijn althans nagenoeg horizontaal gelegen en strekken zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uit. Zoals uit Figuur 2 blijkt, is de gestelbalk 2 hoger gelegen dan de gestelbalk 1. De einden van de gestelbalken 1 en 2 zijn met elkaar verbonden door middel van zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, opwaarts gerichte platen 3 (-Figuur 2). Bovendien zijn de gestelbalken tussen de einden door middel van steunen 4 met elkaar verbonden. De voor- en achterzijden van de platen 3 strekken zich althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar uit en verlopen schuin naar beneden en naar achteren. De onderzijde van elke plaat 3 is althans nagenoeg horizontaal gelegen. Nabij de overgang van de voorzijde in de. onderzijde is tussen de platen 3 door middel van tappen'en legers een buisvormige drager draaibaar aangebracht. De buisvormige drager 5 is voorzien van schijven 6 die zich althans nagenoeg loodrecht op de draaiingsas van de drager uitstrekken. De buisvormige drager 5 en de schijven 6 vormen een. roterend bewerkingsorgaan- 7. De schijven 6 zijn op een ondèrling gelijke afstand van elkaar aangebracht. De afstand tussen de schijven 6 bedraagt bij voorkeur 15 cm, terwijl hun diameter bij voorkeur 50 cm bedraagt. Tussen de achterzijdèn van de platen 3 is een rol 14 aangebracht, waarvan de einden door middel van tappen en legers in legerhuizen roteerbaar zijn ondersteund. De rol. 14 omvat eveneens een buisvormige drager die is voorzien van op afstand van elkaar gelegen kransen tanden 16. De kransen zijn zodanig aangebracht dat de tanden 16 van elke .krans midden tussen twee schijven' 6 van. het bewerkingsorgaan 7 bewegen, waarbij de tanden, die recht zijn uitgevoerd en radiaal zijn aangebracht, over hun gehele werkzame lengte tot tussen de schijven 6 kunnen reiken. Elke krans omvat vier tanden 16 die radiaal zijn aangebracht over omtrekshoeken van ± 90° en met hun einden een baan beschrijven, waarvan de diameter bij voorkeur ± 50 cm bedraagt. Boven elke, gestelbalk 1, respectievelijk 2 bevindt zich een beugel- . vormige balk 19 (zie Figuur 1), die elk nabij de einden van de balken 1 en 2 zijn aangebracht en in het midden zijn voorzien van een horizontaal deel. De horizontale delen zijn door middel van'zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende steunen 20 met elkaar verbonden.' Het horizontale middendeel van de voorste balk 19 is aan de voorzijde nabij · het midden voorzien van een paar lippen 21 voor aankoppeling van de bovenste arm van een driepuntsbevestiging van een trekker. Op gelijke afstand van het midden zijn aan de voorzijde van de gestelbalk 1 paren lippen 22 aangebracht voor het aanbrengen van de onderste armen van de driepuntsbevestiging. Het middendeel van de achterste balk 19 is nabij het midden voorzien van een lippenpaar 22A, terwijl op gelijke afstand van het midden aan de achterzijde van de gestelbalk 2 paren lippen 23 zijn bevestigd. De paren lippen 22A en 23 vormen aankoppelpunten voor een driepuntsbevestiging van een met de machine te combineren inrichting, op welke combinaties in het hiernavolgende verder zal worden ingegaan.The device shown in Figure 1 relates to a soil tillage implement provided with two frame beams 1 and 2, which are arranged one behind the other in relation to the direction of travel A of the machine, (Figure 2). The frame beams 1 and 2 are at least substantially horizontal and extend transversely to the direction of travel A of the machine. As can be seen from Figure 2, the frame beam 2 is located higher than the frame beam 1. The ends of the frame beams 1 and 2 are connected to each other by means of upwardly oriented plates 3 extending in the direction of advancement A (Figure 2). In addition, the frame beams are connected between the ends by means of supports 4. The front and back sides of the plates 3 extend at least substantially parallel to each other and extend obliquely downwards and backwards. The bottom side of each plate 3 is at least substantially horizontal. Near the transition from the front to the. a tubular support is rotatably mounted between the plates 3 by means of taps and bearings. The tubular support 5 is provided with discs 6 which extend at least substantially perpendicular to the axis of rotation of the support. The tubular carrier 5 and the discs 6 form one. rotary processor 7. The disks 6 are spaced an equal distance apart. The distance between the disks 6 is preferably 15 cm, while their diameter is preferably 50 cm. A roller 14 is arranged between the rear sides of the plates 3, the ends of which are rotatably supported in tapered housings by means of taps and bearings. The roll. 14 also includes a tubular support provided with spaced apart crowns of teeth 16. The crowns are arranged such that the teeth 16 of each crown are centered between two disks 6. the processing member 7 moves, wherein the teeth, which are straight and radially arranged, can extend between their disks 6 over their entire working length. Each ring comprises four teeth 16 which are arranged radially over circumferential angles of ± 90 ° and describe a path with their ends, the diameter of which is preferably ± 50 cm. Above each frame beam 1 and 2, respectively, there is a bracket. shaped beam 19 (see Figure 1), each disposed near the ends of beams 1 and 2 and having a horizontal portion in the center. The horizontal parts are connected to each other by means of supports 20 extending in the direction of travel A. The horizontal center section of the front beam 19 is provided at the front near the center with a pair of lips 21 for coupling the upper arm of a three-point attachment of a tractor. Equally distant from the center, on the front of the frame beam 1, pairs of lips 22 are provided for mounting the lower arms of the three-point attachment. The middle part of the rear beam 19 is provided with a lip pair 22A near the center, while 2 pairs of lips 23 are equidistant from the center at the rear of the frame beam. The pairs of lips 22A and 23 form attachment points for a three-point attachment of a machine-combinable device, which combinations will be discussed further below.

Aan de, in de voortbewègingsrichting A gezien, linkerzijde is een tap van de buisvormige drager van het bewerkingsorgaan 7 verlengd (Figuur 1) en reikt met deze verlenging 24 tot in een aan de buitenzijde van de plaat 3 aanwezige schermkast 25' (Figuur 2). Binnen de schermkast 25 is op de verlenging 24 een kettingwiel aangebracht, waarover een ketting is geslagen die tevens is geslagen over een kettingwiel op het verlengde 29 van een tap.van de buisvormige drager 15 van de rol 14. Op de verlenging 24 is een tweede kettingwiel aangebracht, dat in een schermkast 31 aan de binnenzijde van de plaat ·3 is gelegen. Over dit tweede kettingwiel en . een kettingwiel op de as 34 is eveneens een ketting geslagen ten behoeve van eventuele aandrijving. De as 34 is nabij de bovenzijde van de schermkast 31 gelegerd en verder in een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine en evenwijdig aan de gestelbalken 1 en 2 uitstrekkende pijp 35, die met zijn andere einde is bevestigd aan een tandwielkast 36 tot waarbinnen de as reikt. De tandwielkast 36 is ondersteund door middel van de gestelbalken 1 en 2. en omvat een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 37 die via een toerenvariator 38, die zich aan de achterzijde van de tandwielkast bevindt, in aandrijvende verbinding staat met de as 34. De as 37 steekt aan de voorzijde buiten de tandwielkast 36 uit en kan door middel van een tussenas 39 met de aftakas van een trekker worden verbonden.On the left side, viewed in the direction of propagation A, a tap of the tubular support of the processing member 7 is extended (Figure 1) and with this extension 24 extends into a screen box 25 'present on the outside of the plate 3 (Figure 2). . Within the screen box 25, a sprocket wheel is mounted on the extension 24, over which a chain is also driven, which is also passed over a sprocket wheel on the extension 29 of a tap of the tubular carrier 15 of the roller 14. On the extension 24, a second chain wheel, which is located in a screen box 31 on the inside of the plate · 3. About this second chain wheel and. a sprocket wheel on shaft 34 is also chain driven for possible drive. The shaft 34 is alloyed near the top of the screen box 31 and further in a pipe 35 extending transversely to the direction of advancement A of the machine and parallel to the frame beams 1 and 2, its other end being attached to a gear box 36 into which the axis reaches. The gearbox 36 is supported by the frame beams 1 and 2. and comprises a shaft 37 extending in the direction of advancement A which is in drive connection with the shaft 34 via a speed variator 38 located at the rear of the gearbox. The shaft 37 protrudes from the front outside the gearbox 36 and can be connected to the power take-off shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 39.

Door middel van de aankoppelmiddelen 20 en 21 aan de voorzijde van de balken 1 en 19, is de machine tijdens het bedrijf met de driepuntshefinrichting van de trekker verbonden en kan het geheel in een.richting worden voortbewogen volgens pijl A. Hierbij kan doormiddel .van de tussenas 39 vanaf de aftakas van de trekker via de in het voorgaande beschreven overbrenging het .voorliggende bewerkingsorgaan 7 in draaiing worden gebracht in een richting die met een pijl B in figuur 2 en 3 is aangegeven. Tijdens de draaiing wordt door de schijven 6 de grond in stroken verdeeld, waarna deze stroken door de tanden 16 van de rol 14. die, . zoals . vermeld qua werkzame diameter met de diameter van het bewerkingsorgaan 7 overeenkomt, verder worden bewerkt. 'Bij deze bewerking wordt de grond door de tanden 16 tussen twee schijven aangegrepen en vervolgens de tussen twee schijven opgesloten grond naar achteren verplaatst. De machine is- bijzonder geschikt voor het uitvoeren.van een primaire bewerking, hetT zij in het voorjaar, hetzij in-het najaar. Vooral op sterk vervuild land en/of op stoppelvelden zijn de schijven door hun specifieke uitvoering in staat effectief met de tanden 16 samen te werken om het aanwezige materiaal onder een intensieve vermenging met de grond verder te verwerken. Met behulp van aan de voorzijde van de gestelbalk 1 aangebrachte, in hoogte verstelbare loopwielen 40 kan de werkdiepte van het bewerkingsorgaan 7 en de rol 14 worden ingesteld. Indien men de loopwielen 40 in een stand brengt, zoals bijvoorbeeld in Figuur 2 is weergegeven, kan de rol 14 met zijn buisvormige drager op de grond rusten. Hierdoor wordt niet alleen de stabiliteit van de machine tijdens het bedrijf vergroot doch kan men- een grondstructuur creëren, die zeer geschikt is voor inzaai. In deze werkstand kan de machine zeer effectief met een zaaimachine 41 samenwerken, die door middel van armen met de aankoppelmiddelen 22 en 23 koppelbaar is..By means of the coupling means 20 and 21 on the front of the beams 1 and 19, the machine is connected during operation to the three-point lifting device of the tractor and the whole can be moved in one direction according to arrow A. This can be done by means of the intermediate shaft 39 from the power take-off shaft of the tractor, through the transmission described above, to rotate the present processing member 7 in a direction indicated by an arrow B in figures 2 and 3. During the rotation, the discs 6 divide the soil into strips, after which these strips are divided by the teeth 16 of the roller 14. which,. as . stated in terms of effective diameter corresponds to the diameter of the processing member 7, to be further processed. In this operation, the soil is engaged by the teeth 16 between two disks and then the soil trapped between two disks is moved backwards. The machine is particularly suitable for performing a primary operation, be it in the spring or in the autumn. Particularly on heavily polluted land and / or on stubble fields, the discs are, due to their specific design, able to effectively cooperate with the tines 16 to further process the material present under intensive mixing with the soil. The working depth of the working member 7 and the roller 14 can be adjusted by means of height-adjustable running wheels 40 arranged on the front side of the frame beam 1. If the running wheels 40 are brought into a position, as is shown, for example, in Figure 2, the roller 14 with its tubular carrier can rest on the ground. This not only increases the stability of the machine during operation, but it is also possible to create a soil structure which is very suitable for sowing. In this working position, the machine can cooperate very effectively with a seed drill 41, which can be coupled to the coupling means 22 and 23 by means of arms.

De in het voorgaande beschreven inrichting kan, door de aanwezigheid van de aan de achterzijde gelegen aan-koppelpunten gevormd door de paren lippen 22 en 23, naar keuze worden gekoppeld met een cultivator 42A, zoals bijvoorbeeld in Figuur 1 en 2 is weergegeven. De cultivator 42A omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende gestelbalk, waaraan door middel van.op gelijke afstand van elkaar gelegen paren lippen 44 verzwenkbaar een rij cultivatortanden 45 is aangebracht. Elk van de cultivator-tanden 45 kan door de aanwezigheid van een veermechanisme 46 tegen veerwerking in uitwijken indien overbelasting dreigt. De gestelbalk van. de cultivator is op gelijke afstand van het midden voorzien van paren lippen 47 en in het midden van een steun 48, die tezamen een driepuntsbevestiging vormen die met de aankoppelpunten gevormd door de lippen 22, 23 aan de achterzijde van de gestelbalken 2 en'19 kan worden verbonden. Zoals uit Figuur 2 blijkt, kunnen bij de voorgestelde aankop-peling de cultivatortanden 45 met het vrije einde tot onder de rol 14 rëiken. De combinatie met de cultivator 42A is bij ' uitstek geschikt om te worden gebruikt bij het .bewerken van velden met· een relatief harde grond, -zoals dit het geval kan . zijn gedurende de zomer of vooral tegen het einde van de zomer. Zo is de combinatie met de cultivator 42A, dié in Figuur 2 is weergegeven, bij uitstek geschikt voor het bewerken van stoppelvelden. Indien men het-geheel op' een diepte brengt waarbij de buisvormige drager van de rol 14' tijdens het bedrijf op de grond rust, kan men - daar de.cultivatortanden 45 praktisch tot onder de rol reiken - met behulp van de buisvormige drager eveneens een soort pakkerwerking en een stabilisatie verkrijgen, zodat het geheel gecombineerd- kaii worden met een zaaimachine die op dezelfde wijze als in Figuur 1 door middel van eën driepuntsbevestiging, ditmaal aan aankoppelmiddelen die zich aan de achterzijde van de gestelbalk van de cultivator bevinden, kan worden aangebracht .Due to the presence of the coupling points located at the rear formed by the pairs of lips 22 and 23, the device described above can be optionally coupled to a cultivator 42A, as is shown for instance in Figures 1 and 2. The cultivator 42A comprises a frame beam extending transversely of the direction of travel A, to which a row of cultivator tines 45 is pivotally mounted by means of equidistant pairs of lips 44. Each of the cultivator tines 45 can deflect due to the presence of a spring mechanism 46 against spring action when overloading is imminent. The frame bar of. the cultivator is equidistant from the center with pairs of lips 47 and in the center of a bracket 48, which together form a three-point attachment which, with the coupling points formed by the lips 22, 23, can be attached to the rear of the frame beams 2 and 19 be connected. As shown in Figure 2, in the proposed coupling, the free-end cultivator tines 45 can extend below the roller 14. The combination with the cultivator 42A is ideally suited for use in working fields with relatively hard soil, as may be the case. during the summer or especially towards the end of the summer. Thus, the combination with the cultivator 42A, which is shown in Figure 2, is ideally suited for working stubble fields. If the whole is brought to a depth at which the tubular support of the roller 14 'rests on the ground during operation, since the cultivator teeth 45 practically extend below the roller, one can also use the tubular support to type of packer operation and obtain a stabilization, so that the whole can be combined with a seeder that can be applied in the same way as in Figure 1 by means of a three-point mounting, this time to coupling means that are located on the back of the frame beam of the cultivator .

De in het voorgaande beschreven machine, of een combinatie daarmee, kan eveneens worden gecombineerd met. een inrichting die een gestel 49 omvat, dat door middel van een bok 50 en armen 51 en 52, waarvan de bovenste arm qua lengte instelbaar is, met de aankoppelpunten 22, 23 aan de achterzijde van de gestelbalken 19 en 2 kan worden aangebracht (zie Figuur 3). Het gestel 49 omvat een dwarsbalk 53, waaraan een rij naast elkaar gelegen, door middel van armen 54 ondersteunde, vrij draaibare schijven 55 is aangebracht. De rij strekt zich dwars op de voortbewegingsrichting A uit en de draaiingsassen van de respectieve schijven 55. zijn althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar gelegen. Een vlak loodrecht op ' de draaiingsassen van de schijven .55 sluit- een hoek van ± 60° met de voortbewegingsrichting. A in.' De schijven 55 zijn elk voorzien van een naaf 56, waaraan’ zich in radiale richting uitstrekkende, taps toelopende ribben 57 zijn aangebracht, die zich tot althans nagenoeg de helft van de schijf uitstrekken. De omtrek van elke schijf 55 is voorzien van een. zaagvormige vertanding, een en ander zodanig dat zij tijdens bedrijf door hun aanraking met de grond in draaiing worden gebracht en hierbij een zijdelingse verplaatsing van de grond teweegbrengen.,The machine described above, or a combination thereof, can also be combined with. a device comprising a frame 49, which can be mounted by means of a trestle 50 and arms 51 and 52, the upper arm of which is adjustable in length, with the coupling points 22, 23 at the rear of the frame beams 19 and 2 (see Figure 3). The frame 49 comprises a cross beam 53, to which a row of adjacent freely rotatable discs 55 supported by arms 54 is arranged. The row extends transversely to the direction of advancement A and the rotational axes of the respective disks 55 are at least substantially parallel to each other. A plane perpendicular to the axes of rotation of the discs 55 closes an angle of ± 60 ° with the direction of travel. A in. " The disks 55 each include a hub 56 to which radially extending, tapered ribs 57 are provided, which extend to at least about half of the disk. The circumference of each disc 55 is provided with a. saw-shaped teeth, such that they are rotated during operation by their contact with the ground, thereby causing a lateral displacement of the ground.,

Achter de rij schijven 55 is een pakkerwals 58 aangebracht, die door middel van schuin naar beneden en naar achteren gerichte, aan het raam aangebrachte steunen 59 vrij draaibaar is ondersteund. De in Figuur 3 weergegeven combinatie kan op effectieve wijze worden gebruikt voor een grondbewerking die bijvoorbeeld gedurende of aan het einde van de zomer plaatsvindt, waarbij de als . schijven 55 uit gevoerde organen, die grond zijdelings kunnen verplaatsen, onder andere op hellingen zeer goed kuiinen voldoen.A packer roller 58 is mounted behind the row of disks 55, which is supported rotatably by means of supports 59 arranged at an angle downwards and backwards. The combination shown in Figure 3 can be effectively used for a tillage that takes place during or at the end of summer, for example, where the as. discs 55 made of padded members, which can move soil sideways, are particularly good on slopes, for example on slopes.

Een combinatie met de in het voorgaande beschreven machine of combinatie daarmee, die men op zwaardere, dus aan het eind van de zomer zeer harde grond kan inzetten, is afgebeeld in Figuur 2. Deze combinatie omvat de met de machine gecombineerde cultivator, waarbij achter de 'cultivator door middel van een driepuntsbevestiging die armen 59A en 60A omvat, een van een bok 60 voorzien gestel 61 is aangebracht, in welk gestel vrij draaibaar een pakkerwals 62 is gelegerd. De pakkerwals 62 omvat tevens aan de achterzijde gelegen afschrapers 63, die tussen de . tandkransen van de pakkerrol reiken en. onder een horizontaal vlak door de draaiingsas tegen de buisvormige drager van de pakkerwals zijn gelegen. De respectieve afschrapers 63 zijn aangebracht aan een dwarsdrager 64 die zich nabij de achterzijde van het gestel 61 bevindt. Door middel van een schroefspindel 65 tussen een onderste arm 60A en de bok 60 op het gestel 61 kan de stand van de pakkerwals ten opzichte van de overige werktuigen van de combinatie worden ingestëld.A combination with the machine described above or a combination with it, which can be used on heavier, so very hard soil at the end of summer, is shown in Figure 2. This combination comprises the cultivator combined with the machine, behind which the A three-point mounting comprising arms 59A and 60A includes a frame 61 provided with a trestle 60, in which frame a packer roller 62 is mounted for free rotation. The packer roller 62 also comprises scrapers 63 located at the rear, which are located between the. sprockets from the packer roller and. are positioned horizontally through the axis of rotation against the tubular carrier of the packer roller. The respective scrapers 63 are mounted on a cross support 64 located near the rear of the frame 61. The position of the packer roller relative to the other tools of the combination can be adjusted by means of a screw spindle 65 between a lower arm 60A and the trestle 60 on the frame 61.

De in het voorgaande beschreven machine, die de van schijven 6 met een specifieke uitvoering voorziene bewer-kingsorganen 7 en de daarmee samenwerkende, van tanden 16 voorziene rol 14 omvat, kan - zoals uit het voorgaande is gebleken - als basis-eenheid op zodanige wijze met andere inrichtingen worden gecombineerd dat in elk jaargetijde de grond effectief kan worden bewerkt, waarbij verder door combinatie met een zaaimachine op rationele wijze zowel in het voor- als in het najaar in. één werkgang zaad kan worden ingebracht. De beschreven machine is op deze wijze geschikt om op elk. tijdstip te worden ingezet en hierbij een aan de omstandigheden aangepaste en gewenste grondbewerking uit te voeren.The machine described above, which comprises the working members 7 provided with discs 6 with a specific design and the roller 14 provided with teeth 16 cooperating therewith, can - as has been shown from the above - act as a basic unit in such a way be combined with other establishments that the soil can be effectively cultivated at any time of the year, and furthermore, in combination with a seed drill, in a rational manner in both spring and autumn. one pass of seed can be introduced. The described machine is thus suitable for use on any. time and to carry out a tillage adapted to the circumstances and desired.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren, al of niet beschreven. .The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described. .

Claims

A soil tillage implement provided with a frame and with soil tillage members, characterized in that a number of discs arranged in a transverse row (55) are arranged behind the primary soil tillage members (13, 16, 45), with the aid of which the soil is moved sideways.

2. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the discs are rotatable.

Soil cultivation machine according to claim 1 or 2, characterized in that a disc is at an angle to a vertical plane in the direction of travel during operation.

Soil cultivation machine according to claim 3, characterized in that a crumbling roller (58) is present behind the discs.

Soil cultivation machine according to claim 4, characterized in that the crumbling roller has freedom of movement in the height direction.

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the discs are ground-driven. .

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the primary soil cultivation members comprise cultivator tines.

Soil cultivation machine according to claim 7, characterized in that the cultivator tines are disposable.