NL9201094A - Televisiestelsel. - Google Patents

Televisiestelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL9201094A
NL9201094A NL9201094A NL9201094A NL9201094A NL 9201094 A NL9201094 A NL 9201094A NL 9201094 A NL9201094 A NL 9201094A NL 9201094 A NL9201094 A NL 9201094A NL 9201094 A NL9201094 A NL 9201094A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
signals
chrominance
luminance
frequency
Prior art date
Application number
NL9201094A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rca Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rca Corp filed Critical Rca Corp
Publication of NL9201094A publication Critical patent/NL9201094A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N7/00Television systems
    • H04N7/08Systems for the simultaneous or sequential transmission of more than one television signal, e.g. additional information signals, the signals occupying wholly or partially the same frequency band, e.g. by time division
    • H04N7/0803Systems for the simultaneous or sequential transmission of more than one television signal, e.g. additional information signals, the signals occupying wholly or partially the same frequency band, e.g. by time division using frequency interleaving, e.g. with precision offset
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N11/00Colour television systems
    • H04N11/24High-definition television systems
    • H04N11/28High-definition television systems involving bandwidth reduction, e.g. subsampling
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N7/00Television systems
    • H04N7/12Systems in which the television signal is transmitted via one channel or a plurality of parallel channels, the bandwidth of each channel being less than the bandwidth of the television signal

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Processing Of Color Television Signals (AREA)
  • Color Television Systems (AREA)
  • Television Systems (AREA)

Description

Titel: Televisiestelsel.
De uitvinding voorziet in een inrichting voor het vormen van een samengesteld videosignaal in combinatie met een onafhankelijk signaal voor gemeenschappelijke overdracht van beide signalen, voorzien van filterorganen voor het in hoofdzaak verwijderen van een gedeelte van het frequentiespectrum van een basisband-chrominantiesignaal (I) uit dit chrominantiesignaal, organen voor het introduceren van het onafhankelijke signaal in het genoemde gedeelte van het frequentiespectrum van het chrominantiesignaal, en organen voor het vormen van een samengesteld videosignaal, welke een basisbandluminantiesignaal en het chrominantiesignaal waarin het onafhankelijke signaal is geïntroduceerd ontvangen voor het daaruit vormen van het samengestelde signaal.
Een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding betreft een televisiestelsel met een grotere verticale resolutie en welk stelsel compatibel is met een standaard kleurentelevisie-stelsel, zoals NTSC of PAL. Bij de normale NTSC-televisie worden bijvoorbeeld 525 lijnen per raster in de vorm van twee sequentiële velden van 262,5 lijnen afgetast. De lijnen van elk veld zijn geïnterlinieerd met de lijnen van de voorafgaande en volgende velden en het oog integreert deze om flikkeringen te reduceren. De lijnstructuur is evenwel onder bepaalde omstandigheden nog steeds zichtbaar en is bijzonder waarneembaar bij televisieweergaven met groot scherm, die vanaf een betrekkelijk kleine afstand worden waargenomen. Het probleem wordt nog ernstiger door de ultra grote beelden, welke worden gevormd bij televisieweergeefstelsels van het projectietype. De zichtbaarheid van de lijnstructuur is verrassend wanneer in aanmerking wordt genomen, dat een samen gesteld NTSC-signaal in werkelijkheid drie simultane informatiekanalen omvat (een luminantie- en twee chrominantiekanalen) en derhalve ongeveer 1500 lijnen per raster omvat. De zichtbaarheid is een gevolg van de superpositie van de R-, G- en B-signalen in tripletten. Het is gewenst de effectieve verticale resolutie of definitie te vergroten op een wijze, welke compatibel is met de geldende normale televisiepraktijk, zodat de overdracht van signalen met grote resolutie onmiddellijk kan beginnen zonder dat de werking van de in gébruik zijnde normale televisie-ontvangers op een ernstige wijze wordt gedegradeerd, en toch zodanig, dat wanneer de signalen worden verwerkt door een ontvanger volgens de uitvinding deze tot een verbeterd beeld met grote resolutie leiden.
De inrichting omvat bij voorkeur verder organen, die in responsie op het luminantiesignaal een signaal opwekken, dat de veranderingssnelheid daarvan voorstelt, waarbij de invoeg-organen in responsie op het signaal, dat de veranderingssnelheid voorstelt, het onafhankelijke signaal slechts in het chrominantiesignaal invoegen wanneer de veranderingssnelheid een vooraf ingesteld niveau overschrijdt.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij tonen: fig. l en 2 respectievelijk verticale en horizontale lijnen, weergegeven door een raster; fig. 3 een schema van de optische gedeelten van een kleurcamera overeenkomstig een aspect van de uitvinding; fig. 4 meer gedetailleerd cameravidicons en schakelingen, welke deel uitmaken van de camera volgens fig. 3; fig. 5 een schema van paren rasterlijnen ter illustratie van een eigenschap van het ene aspect van de uitvinding; fig. 6 een schema van een gedeelte van een andere camera overeenkomstig een aspect van de uitvinding en overeenkomstig een ander aspect van de uitvinding; fig. 7 een blokschema van een keten, welke kan worden gébruikt voor het verwerken van signalen, die door de camera volgens figuur 6 worden opgewekt; fig. 8 een stelsel waarin een normale TV-monitor signalen ontvangt, die door de inrichting volgens figuur 6 en 7 worden opgewekt teneinde daaruit een beeld te vormen; fig.. 9 een TV-monitor welke bestemd is om volgens het ene en andere aspect van de uitvinding te worden gebruikt bij de inrichting volgens figuur 8 teneinde uit signalen, die door de inrichting volgens figuur 6 en 7 worden opgewekt, verbeterde beelden te verschaffen; fig. 10 tijdgolfvormen en frequentiespectra ter toelichting van bepaalde aspecten van de signaalbegraving; fig. 11 een blokschema van een kleurentelevisiestelsel volgens het ene en een ander aspect van de uitvinding waarbij signalen met grote resolutie in het samengestelde kleursignaal worden begraven; fig. 12 een blokschema van een kleurentelevisie-weer- geefmonitor, welke wordt toegepast bij het stelsel volgens figuur 11 voor het weergeven van beelden uit samengestelde kleurentelevisiesignalen met begraven componenten met grote definitie; fig. 13 signaalfrequentiespecrra ter toelichting van de inrichting volgens figuur 12; fig. 1^ een blokschema van weer een andere camera volgens het ene aspect van de uitvinding; fig. 15 een tijddiagram ter toelichting van de camera volgens figuur 1U; fig. 16 een blokschema van een televisiemonitor ten gebruike bij de camera volgens figuur 1U; fig. 17 een blokschema van een televisieontvanger overeenkomstig het ene en andere aspecten van de uitvinding; fig. 18 een blokschema van het televisiestelsel overeenkomstig een verder aspect van de uitvinding waarbij onafhankelijke signalen over vierde en vijfde signaalkanalen met een samengestelde kleur ent ele vi s i es i gnaal verwerkingsbaan aan een multiplex-bewerking worden onderworpen; en fig. 19 een ontvanger voor signalen, die bij de inrichting volgens figuur 18 worden opgewekt.
Fig. 1 toont een raster met een aspectverhouding bij een hoogte van drie eenheden en een breedte van vier eenheden. Het raster wordt op de gebruikelijke wijze met opeenvolgende horizontale lijnen (niet afgebeeld) afgetast. In het raster worden afwisselende lichte en donkere verticale lijnen weergegeven. De lichte en donkere lijnen zijn gerelateerd aan de frequentie van het signaal, dat verwerkt,wordt. De horizontale aftasttijd bij NTSC is 63,5 microsec waarvan bij benadering 10 microsec wordt gebruikt voor horizontale onderdrukking en waarbij bij benadering 53 microsec overblijft als de duur van de actieve lijn-aftasting. De afwisselende lichte en donkere lijnen, die bij het raster volgens figuur 1 worden gevormd, vereisen in positieve en in negatieve richting verlopende signaalzwaaien, waarvan de snelheid wordt bepaald door de relatieve fysische afstand van de lijnen. De luminantieband-breedte van een televisiesignaal bedraagt ongeveer 3 MHz, zoals de praktijk is bij ontvangers, en derhalve kan het signaal met de hoogste frequentie, dat de band kan doorlopen, een volle periode (een positieve en een negatieve zwaai van het luminantiesignaal) in 1/3 ^usec doorlopen.
In 53 microsec (de duur van het actieve gedeelte van een horizontale lijn) kunnen hij benadering 160 volledige perioden plaatsvinden. Derhalve kunnen 160 zwarte en 160 witte lijnen in een horizontale lijn voor een totaal van 320 televisielijnen bij een volledige horizontale aftasting optreden. Overeenkomstig de normale televisiepraktijk moet de horizontale resolutie evenwel met 3A worden vermenigvuldigd om de standaardresolutie te bepalen (de resolutie, welke zo optreden indien het raster vierkant was en een breedte had, die gelijk was aan de hoogte). Derhalve bedraagt de horizontale resolutie ongeveer 2k0 televisielijnen bij een bandbreedte van 3 MHz of bij benadering 80 televisielijnen per MHz. Onder gebruik van dit criterium is de resolutie in horizontale richting voor een kleursignaalcomponent met een bandbreedte van 1,5 MHz ongeveer 120 t elevi s i elij nen.
In verticale richting bestaat elk veld uit meer dan 250 afgetaste lijnen, zoals uit figuur 2 blijkt. De kleurresolutie in verticale richting is veel beter dan in horizontale richting omdat de horizontale resolutie door de chroma-kanaalbandbreedte, zoals boven is vermeld, wordt beperkt tot ongeveer 120 televisielijnen, terwijl de verticale kleurresolutie niet door de kanaalbandbreedte doch door het aantal horizontale lijnen waarmede van het beeld in verticale richting steekproeven worden genomen wordt bepaald. Derhalve is de kleurresolutie in verticale richting veel groter dan de kleurresolutie in horizontale richting waarbij de horizontale kleurresolutie evenwel adequaat is. Anderzijds is, zoals eerder is vermeld, de verticale luminantieresolutie niet adequaat aangezien bij grote beeldweergaven een lijnstructuur kan worden waargenomen.
Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van een camera met grote resolutie volgens de uitvinding.
In fig. 3 doorloopt licht uit een tafereel, weergegeven als een pijl 301, een optisch stelsel, weergegeven als een rechthoek 302, naar een kleursplitsingsprisma 30h. Groen licht doorloopt, zoals bekend, het prisma rechtstreeks evenals verdere optische middelen 306, welke nodig zijn voor het focusseren van een beeld, dat door een half verzilverde spiegel 308 op de frontplaat van een camerabuis of vidicon 12 direct via de spiegel 308 op de frontplaat van een vidicon 10 wordt gereflecteerd.
De rode componenten van het licht uit het tafereel worden door het prisma 30U gescheiden en door een optisch stelsel 319 via de half verzilverde spiegel 311 en door reflectie vanuit het voorvlak van de spiegel 311 op de frontplaat van het vidicon 312 gefocusseerd. Het blauwe licht wordt i op een soortgelijke wijze door het prisma 30U gescheiden, door het optische stelsel 31^ gefocusseerd en de half verzilverde spiegel 316 reflecteert een beeld op de frontplaat van de camerazuis 318 en voert een beeld aan de frontplaat van de camerabuis 320 toe. Figuur *1 toont meer gedetailleerd de schakelingen, welke bij de vidions 10 en 12 behoren, die repre-l sentatief zijn voor elk van de paren. In figuur *1 tasten twee aangepaste vidicons of camerabuizen 10 en 12 rasters 1*1 en 16 op de fotogevoelige vlakken daarvan af onder invloed van een afbuigaandrijfketen 18, welke veroorzaakt, dat wisselstroom door afbuigwikkelingen vloeit, welke zijn weergegeven als spoelen 20 en 22. Op de rasters 1U, 16 worden identieke i beelden gevormd door optische middelen, zoals beschreven onder verwijzing naar figuur 3, welke een half verzilverde spiegel kunnen omvatten.
Een trefelektrodevoedingsspanning wordt via weerstanden 2k en 26 aan de trefelektroden van de respectieve buizen 10 en 12 aangelegd. Het signaal uit elke tref elektrode wordt toegevoerd aan een voorver sterker. Zoals l beschreven worden identieke videosignalen uit elke camerabuis afgeleid. Zoals aangegeven in figuur U, vloeit een kleine constante stroom in een weerstand 28, die ten opzichte van de wikkeling 20 door een condensator 30 is geblokkeerd, waardoor de gelijkstroom in de wikkeling 22 vloeit.
Deze kleine extra stroom wordt zodanig gekozen, dat de aftastlijnen van i het raster 1U iets worden verschoven vergeleken met de rasterlijnen, die door de buis 12 op het raster 16 worden af get ast. De grootte van de stroom wordt zodanig gekozen, dat het raster 1U in verticale richting over 1A van de afstand tussen naast elkaar gelegen aftastlijnen wordt verschoven. Figuur 5 toont de posities van de aftastlijnen, die door de ) buizen 10 en 12 ten opzichte van het beeld, dat wordt afgetast, worden opgewekt. Het beeld, dat wordt afgetast, zal hier ter toelichting worden beschouwd als de enkele rechthoek 500 ofschoon het beeld in werkelijkheid op twee frontplaten aanwezig is en niet rechthoekig behoeft te zijn. De aftastlijn 501 wordt door de buis 10 gelijktijdig met de aftastlijn 502, i die door de buis 12 wordt verschaft, opgewekt. Aangezien de aftastlijnen in iets verschillende posities ten opzichte van het beeld verkeren, kan het videosignaal, dat tijdens de aftasting van naast elkaar gelegen lijnen 501 en 502 wordt verschaft, verschillend zijn ofschoon tengevolge van de fysische nabijheid van de lijnen van het beeld het videosignaal dikwijls hetzelfde zal zijn. De buis 10 tast dan de lijn 503 gelijktijdig met de aftasting door de buis 12 van de lijn 50^ af. De afstand tussen de lijnen 502 en 503 wordt zodanig gekozen, dat bij het volgende veld volgende op het weergegeven veld de buis 10 een rasterlijn kan aftasten in de positie, aangegeven door de stippellijn 506, en de buis 12 een rasterlijn kan aftasten in de positie, aangegeven door de stippellijn 1ιθ8, waardoor men een geïnterlinieerde aftasting over een rasterinterval (interval van tweevelden) verkrijgt. De buizen 10 en 12 zetten hun aftasting over de identieke beelden op de bijbehorende fotogevoelige schermen voort met lijnen, die iets ten opzichte van elkaar zijn verschoven totdat elk 262,5 lijnen opwekt, waarop het veld eindigt en het volgende veld begint. In het totaal worden 525 lijnen per veld afgetast en worden 1050 lijnen per raster bij de inrichting volgens figuur h afgetast.
Bij de inrichting volgens figuur 3 tasten de buizen 310, 10 en 320 gemeenschappelijk een eerste raster van 262,5 lijnen via het beeld per veld af, terwijl alle buizen 312, 12 en 318 gemeenschappelijk een tweede raster van 262,5 lijnen via het beeld per veld aftasten, waarbij het tweede raster ten opzichte van het eerste is verschoven over bijvoorbeeld 1A van de afstand tussen naast elkaar gelegen aftastlijnen van het eerste raster. Derhalve tast de hele inrichting volgens figuur 3 ook 1050 lijnen per raster af.
De weerstand 28 en de condensator 30, weergegeven in figuur 3, kunnen uit de keten worden weggelaten mits de beelden, die op de transparante frontplaten van de vidicons worden gevormd, fysisch zijn verschoven over een kleine afstand, zodat identieke rasteraftastingen een videosignaal uit iets verschillende gedeelten van het beeld kunnen opwekken, dat met de beschreven afstand is verschoven.
Figuur 6 toont een andere uitvoeringsvorm van een inrichting voor het opwekken van twee simultane videosignalen, die representatief zijn voor iets verschillende gedeelten van een momochromatisch beeld. De inrichting volgens figuur 6 kan driemaal in combinatie met een kleursplitsingsprisma worden gebruikt voor het vormen van simultane R-, G- en B-signalen. In figuur 6 heeft een vidicon 600 een frontplaat 602 waarop door een niet afgebeeld optisch stelsel een beeld wordt gefocus-seerd. Verticale en horizontale afbuiwikkelingen, die in het algemeen met 6oH zijn aangeduid en door geschikte afbuigketens worden aangedreven, veroorzaken, dat de elektronenbundel van het vidicon een raster met een grote horizontale snelheid zoals 15.750 Hz aftast en in verticale richting een aftasting uitvoert met een geringere snelheid zoals 60 Hz. Een hulpafbuigwikkeling 606 is met een " wobble"-klokgenerator 6lh gekoppeld en zodanig georiënteerd, dat een verticale afbuiging van de elektronenbundel optreedt. De generator 608 levert een signaal met een frequentie, welke groot is (aanmerkelijk groter is dan de hoogste videofrequentie) ten opzichte van de horizontale afbuigfrequentie en waarvan de amplitude voldoende is om een verticale piek-tot-piek afbuiging te verkrijgen, welke gelijk is aan 1/U van de afstand tussen de lijnen. Zoals onder verwijzing naar figuur 5 is beschreven, verkrijgt men hierdoor een geïnterli-neerde aftasting met de lijnen van de voorafgaande en volgende velden.
De verticale afbuiging, die door de hulpwikkelingen worden veroorzaakt, is aangegeven door de stippellijn 257» 257a op het vlak van de kinescoop 600. Derhalve doorloopt elke aftastlijn een golvende baan over het raster. De bovenste excursies van elke baan zijn aangeduid met het lijnnummer (bijvoorbeeld L1, L2...) en het onderste uiteinde van elke baan is aangeduid met het lijnnummer en het bijschrift "A". Het videosignaal wordt bij een trefelektrodecontact 6oU tijdens de aftasting continu opgewekt en aan de synchrone detectoren 6θ6 en 6θ8 toegevoerd.
De synchrone detectoren 6θ6 en 6o8 kunnen worden voorgesteld als regelbare mechanische schakelaars 6o6 en 6o8, die door de kloksignaalgenerator worden bestuurd. Het "wobble"-kloksignaal, dat aan de detector 6θ8 wordt aangelegd, is in fase omgekeerd, zodat de schakelaars 6θ6 en 6θ8 afwisselend sluiten. De schakelaar 6θ6 sluit tijdens de opwaartse excursie van de golvende afbuigaftastbaan en de schakelaar 6θ8 sluit tijdens de neerwaartse excursies van de golvende baan. Het videosignaal, dat op de trefelektrode 6oU tijdens de opwaartse excursies wordt ontvangen, treedt aan de uitgang van de schakelaar 6θ6 op, en het videosignaal, dat tijdens de neerwaartse excursies optreedt, treedt aan de uitgang van de schakelaar 6θ8 op. Het schakelsignaal wordt gefilterd door laagdoorlaatfliters 610 en 612 voor het verschaffen van gefilterde signalen LI, L2, L3... aan de uitgangsklem 6lU en L1a, L2a, L3a— bij de uitgangsklem 616. Derhalve zijn simultane informatielijnen beschikbaar, die aftastingen van het beeld voorstellen, die over 1A van de interlijnafstand zijn verschoven. Deze simultane lijnen L1, L1A; L2, L2A ... komen overeen met de lijnen 501, 502; 503, 50U,.., weergegeven in figuur 5S en het gefilterde videosignaal op de uitgangsklemmen 6lH, 616 kan in wezen niet worden onderscheiden van het videosignaal, dat bij de inrichting volgens figuur H wordt verkregen.
Figuur T toont een schakeling voor het opwekken uit het videosignaal van gelijktijdig optredende horizontale aftastlijnen, welke gescheiden zijn over een kleine verticale afstand ofschoon ook kunnen worden opgewekt een signaal, dat representatief is voor de som (s) of het gemiddelde van twee naast elkaar gelegen aftastlijnen en een ander signaal (Δ), dat representatief is voor het verschil. In fig. 7 is de ingangsklem 702 bestemd om te worden gekoppeld met bijvoorbeeld de klem 6 A van de inrichting volgens figuur 6 voor het ontvangen van het videosignaal uit één aftastlijn, terwijl de klem 70U bestemd is om te worden gekoppeld met de klem 6l6 voor het ontvangen van het videosignaal uit een naast gelegen aftastlijn. De klem 702 is gekoppeld met de niet-inverterende ingangen van een optelinrichting 706 en een aftrek-inrichting of verschilketen 708. De klem 70U is gekoppeld met een andere niet-inverterende ingang van de optelinrichting 706 en een inverterende ingang van de aftrekinrichting 708. Het uitgangssignaal van de optelinrichting 706 is een signaal met bij benadering het dubbele van de amplitude van een ingangssignaal en derhalve is met de uitgang een door twee delende dempingsinrichting 710 gekoppeld om het uitgangssignaal van de optelinrichting 706 te normaliseren teneinde aan de uitgangsklem 712 van de dempingsinrichting een gemiddeld signaal (S) op te wekken, dat in hoofdzaak equivalent is aan het signaal, dat zou zijn opgewekt door een enkele aftastlijn, die zich fysisch tussen de lijnen L1, L1A; L2, L2A... bevond. De aftrekinrichting 708 trekt de waarden van de twee signalen van elkaar af teneinde bij de klem 7A een verschilsignaal (Δ) te verschaffen, dat slechts representatief is voor de hoogfrequente verticale resolutie. Indien bijvoorbeeld de lijnen L1 en L1A identiek zijn, levert de aftrekinrichting 708 geen uitgangssignaal. Dit wijst erop, dat er geen verandering in het signaal tussen de lijnen 11 en L1A aanwezig is en geeft _ derhalve aan, dat de beschikbare verticale resolutie niet wordt gebruikt.
Op een soortgelijke wijze geeft de aanwezigheid van een verschilsignaal Δ aan de uitgang van de aftrekinrichting JOÖ aan, dat de resolutie wordt gebruikt door een verticale transitie, die ergens tussen de lijnparen optreedt. Het gemiddelde signaal S, dat op deze wijze wordt opgewekt, is totaal equivalent aan het signaal, dat wordt opgewekt door een normale monochrome camera, die hetzelfde tafereel waarneemt. De inrichting volgens de figuren 6 en 7 tezamen verschilt van de inrichting van een verticale apertuurcorrectieinrichting daarin, dat de som- en verschilsignalen worden afgeleid uit onafhankelijke paren lijnen (d.w.z. L1, L1A, L2, L2A...), terwijl bij apertuurcorrectieïnrichtingen de lijnen worden verwerkt in sequentiële paren inclusief een vooraf verwerkte lijn (L1, L1A; L1A, L2; L2, L2A...). Figuur 8 toont een kleurentelevisiestelsel waarin een normale weergeefeenheid voor 525 lijnen per raster signalen ontvangt, die door de inrichting volgens figuur 6 worden geleverd. In figuur 8 doorloopt licht uit een (niet afgebeeld) object een optisch stelsel 800 aan de linker zijde van de figuur en wordt door een kleursplitsingspris-ma 802 in rode, groene en blauwe componenten gesplitst. De rode en blauwe componenten treffen de frontplaten van normale enkele vidicons 806 respectievelijk 8θ8, die op hun beurt rode en blauwe signalen van 525 regels per raster leveren. Het groene licht uit het prisma 802 treft de frontplaat van een vidicon 600. De vidicon 600 wordt bedreven op een wijze, als beschreven onder verwijzing naar figuur 6, waarbij een hulpaf-buigwikkeling 602 wordt aangedreven door een kloksignaalgenerator 61U voor het opwekken van een videosignaal, dat aan een synchrone demodulator en verwerkingsinrichting 6l8 van de signaalverwerkingsinrichting 861 wordt toegevoerd voor demodulatie in L1, L2, L3... bij één uitgangsgeleider en L1A, L2A, L3A... bij een andere uitgangsgeleider. De gedemoduleerde uitgangssignalen worden toegevoerd aan een sommeer- en verschilketen 700 van de processor 861 voor het opwekken van groene som- (GS) en groene verschil- (GA)-signalen. Het groene somsignaal GS en de rode en blauwe signalen worden toegevoerd aan een matrix 812. Zoals vermeld is het groene somsignaal equivalent aan het groene signaal, dat wordt opgewekt door een normaal bedreven vidicon en derhalve levert de matrix 812 een luminan-tiesomsignaal (YS), dat aan een ingangsklem van een optelinriehting 8lU wordt toegevoerd, en tevens I- en Q-chrominantiesignalen, welke worden toegevoerd aan een inrichting, welke bekend staat als een kwadratuurmodu- lator 816 om de chrominantiesignalen in kwadratuur op een kleuronder-draaggolfsignaal, dat ure een generator 818 wordt toegevoerd, in amplitude te moduleren. De gemoduleerde chrominantieinformatie wordt toegevoerd aan een tweede ingang van de optelinrichting 81U voor het vormen van een samengesteld somvideosignaal (YS + C).
De kloksignalen uit de generator 6lk worden toegevoerd aan een synchronisatie- en onderdrükkingssignaalgenerator 616, welke normale synchronisatie- en onderdrukkingssignaJLen levert, die aan een blok 818 worden toegevoerd om het tijdstip van introduceren van de geschikte synchronisatie- en onderdrukkingsspanningen in het samengestelde somvideosignaal te regelen. Aan de uitgang van het blok 8l8 staat een volledig samengesteld kleurentelevisiesignaal beschikbaar, dat aan een gebruikelijke kleurmonitor 820 kan worden toegevoerd om op de normale wijze te worden gebruikt. Opgemerkt wordt, dat het door de processor 618 opgewekte Δ-signaal voor deze normale werking niet nodig is. Derhalve zal zelfs indien het Δ-signaal aan de kleurmonitor 820 wordt toegevoerd bijvoorbeeld over een geleider, die door de gestippelde lijn 822 is weergegeven, de monitor 820 met geen middelen voor het verwerken van de extra informatie dit signaal eenvoudig buiten beschouwing laten en op de gebruikelijke wijze een standaard-resolutiesignaal opwekken.
Volgens een aspect van de uitvinding kan een kleurmonitor, welke wordt toegepast bij een stelsel, zoals dat, weergegeven in figuur 8, worden gemodifieerd om het verschilsignaal Gd te gebruiken voor het opwekken van een signaal met grote resolutie.
In figuur 9 ontvangt een monitor samengesteld uit kleu-rentelevisiesignalen aan een ingangsklem 900 en verschilsignalen Gd, welke afkomstig zijn uit het groen-representatieve videosignaal, bij een ingangsklem 902. Het samengestelde signaal wordt toegevoerd aan een synchro-nisatiescheidingsinrichting 90^·, die verticale en horizontale synchroni-satiesignalen levert. De horizontale synchronisatiesignalen worden toegevoerd aan een fasevergelijkingsinrichting 906 en wel tezamen met horizontale oscillatorsignalen uit een horizontale oscillator 908 van een fase-vergrendelde lus (PLL) 910, voorzien van een lusfilter 912. De PLL 910 vergrendelt de horizontaal frequente signalen van de oscillator 908 met de horizontale synchronisatiesignalen, die uit het samengestelde videosignaal zijn afgenomen. Een verticaal frequent signaal wordt opgewekt door een verticaal afbuiggedeelte van het afbuigblok 916, dat voor dit doel verticale signalen kan ontvangen uit een verticale aftelketen 92b, welke door horizontaal frequente signalen uit een oscillator 908 wordt aangedreven (bij deze bepaalde uitvoeringsvorm 60 Hz), welke oscillator met de horizontale frequentie kan zijn vergrendeld. Het afgescheiden verticale synchronisatiesignaal wordt toegevoerd aan een aftelketen 91^ om de fase van het aan de afbuigketen 916 toegevoerde verticaal frequente signaal te vergrendelen. De verticale en horizontale afbuigketen 916 is op een bekende wijze via een niet afgebeeld afbuigjuk met een kinescoop 921 gekoppeld.
Een "wobble"-klokgenerator 92b is opgenomen in een PLL 918, welke is voorzien van een fasevergelijkingsinrichting 920, die met de horizontale oscillator 908 is gekoppeld en stuursignalen levert, die door een lusfilter 922 worden gefilterd. De PLL 918 omvat ook een frequen-tiedeler 926 om de "wobble"-klokfrequentie in het gebied van de horizon-tale-oscillatorfrequentie zodanig te delen, dat de "wobble"-klokfrequentie met een veelvoud van de horizontale-oscillatorfrequentie wordt vergrendeld. Het "wobble"-kloksignaal wordt toegevoerd aan een hulpafbuig-wikkeling 928, die met de kinescoop 921 is gekoppeld voor het leveren van een kleine mate van verticale afbuiging op een wijze, overeenkomende met die, welke onder verwijzing naar figuur 6 is beschreven. Het "wobble"-kloksignaal wordt ook toegevoerd aan een synchrone demodulator 938 om de werking van een synchrone schakelaar 9^-0 te besturen. Opgemerkt wordt, dat de klok 92b niet met de horizontale-oscillatorfrequentie behoeft te zijn vergrendeld en in geen bepaalde relatie behoeft te staan tot het oorspronkelijke "wobble"-kloksignaal. Zolang als de fase van de synchrone demodulator en de polariteit van de afgetaste deviatie, veroorzaakt door de "wobble"-klok van de monitor op de juiste wijze worden ingesteld bij de vervaardiging van de monitor, is geen verdere synchronisatie nodig. Teneinde evenwel de zichtbaarheid van zwevingen te reduceren, welke kunnen optreden tussen vervormingen met een laag niveau, die door de synchrone modulatoren en demodulatoren worden geïntroduceerd, kan het van voordeel zijn de "wobble"-klok in de ontvanger met de "wobble "-klok in de zender te vergrendelen door de "wobble"-frequentie van de ontvanger te relateren aan de horizontale-oscillatorfrequentie, zoals weergegeven in figuur 9, en tevens op een soortgelijke wijze de bron "wobble"-klok te vergrendelen of eventueel met andere stelselfrequenties, zoals de kleur-onderdraaggolffrequentie te vergrendelen.
Het samengestelde kleurentelevisiesignaal waaruit het synchronisatiesignaal is verwijderd, wordt toegevoerd aan een lumachroma-splitsingsfilter 930 van bekend type, dat de luminantie-informatie van de chrominantie-informatie scheidt. De chrominantie-informatie wordt door een normale kleur-signaalverwerkingsketen 931 toegevoerd aan een ingang van een video-aandrijfketen 932 waarvan de uitgang met de stuur-elektroden van de kinescoop 921 is gekoppeld. De luminantie-informatie YS, die het gemiddelde signaal S=(L1+L1A) /2 (L2+L2A) /2 ..... (LN+LNA)/2 .....representeert, wordt toege voerd aan de niet-inverterende ingangen van een sommeerinrich-ting 934 en een aftrekketen 936 van een synchrone demodulator 938. Het aan de verschiluitgang 714 van de sommeer/af trekschakeling 700 van figuur 7 of figuur 8 opgewekte verschilsignaal GA, dat ...(LN-LNA) representeert, via een klem 902 in een door twee delende verzwakker 935 toegevoerd aan de niet-inverterende ingangsklem van de sommeerketen 934 en aan de inverterende ingangsklem van de verschilketen 936. Het uitgangssignaal van de sommeerketen 934 is de som van twee videosignalen YS + GA/2 en representeert de luminantie van lijnen LI, L2, LN en wordt toegevoerd aan een klem van een eenpolige omschakelaar 940, die met de "wobble"-klokfrequentie wordt bestuurd. Het GA-signaal wordt opgewekt door de verschilketen 936 en wordt aan de andere klem van de schakelaar 940 toegevoerd. De verschilketen produceert signalen YS-GA/2, die de luminantie van de lijnen L1A, L2A___ LNA weergeven, welke signalen worden toegevoerd aan de andere klem van de schakelaar 940. Het signaal aan de uitgang van de schakelaar 940 is een recreatie van het LN, LNA-signaal met hoge definitie dat is afgeleid van de oorspronkelijke aftasting op gewenste wijze door het vidicon 600. Het opnieuw opgebouwde YS-signaal met hoge definitie wordt toegevoerd aan een verdere luminantieverwerkingsinrichting, weergegeven als een blok 942, en wordt vervolgens aangelegd aan de tweede ingang van de video-aandrijfketen 932 voor een matrixwerking met het chrominantiesignaal uit het filter 930 om het signaal, dat in de kinescoop 921 moet worden weergegeven, te verschaf f en.
Tijdens het bedrijf bouwt de monitor met grote resolutie van de inrichting volgens figuur 9 het signaal met grote resolutie opnieuw op uit het samengestelde kleurentelevisie-signaal, dat afkomstig is uit een YS-signaal, tezamen het het GA-signaal, dat in een afzonderlijk kanaal wordt opgewekt, teneinde een signaal met 525 lijnen per veld en 1050 lijnen per raster te verschaffen.
Het tot dusver beschreven stelsel met grote resolutie vereist vier onafhankelijke ingangskanalen; de luminantie-, synchronisatie- en onderdrukkingssignalen bij de basisband vormen een eerste kanaal; het I-signaal, dat in frequentie met het luminantiesignaal is geïnterlinieerd, vormt een tweede kanaal; het Q-signaal, dat eveneens met het luminantiesignaal is geïnterlinieerd doch in fasekwadratuur is met het I-signaal, vormt een derde kanaal; en het verschilsignaal op een afzonderlijke geleider vormt het vierde kanaal. Ofschoon een dergelijke inrichting bijzonder goed kan voldoen in een studio, is de extra geleider voor het voeren van het verschilsignaal niet geschikt voor een normale overdracht zoals bij een dienstverlening naar groter aantallen normale NTSC-ontvangers. Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt het verschilsignaal in een gedeelte van het chrominantiesignaal geïntroduceerd of daarin verborgen (daarmede ge-multiplexd). Het is normaliter juist, dat een kleurtransitie vergezeld gaat door een luminantietransitie. Subjectief is de luminantiecomponent van de transitie meer belangrijk dan de chrominantiecomponent. Derhalve zijn enige chrominantiefouten acceptabel in gebieden met snelle luminantieveranderingen. Van dit subjectieve effect wordt voordeel getrokken voor het vormen van een vierde kanaal in een normaal samengesteld televisiesignaal met drie kanalen, zoals een NTSC- of PAL- signaal, waardoor het luminantieverschilsignaal op een compatibele wijze kan worden overgedragen.
Fig. 20a toont een tijddomein-basisband-luminantiesignaal 1000, dat steeds terugkerende lijnen van informatie met horizontale onderdrukkingsintervallen ΤΟ - τι, T2 - T3 voorstelt. In plaats van een luminantiesignaal kan het signaal 1000 een basisbandkleurverschilsignaal zijn. Tijdens het actieve lijninterval treedt een sinusvormig signaal 1001 op, dat van lijn tot lijn in fase is. Het afgébeelde signaal bezit vijf volledige sinusperioden gedurende het actieve gedeelte van de lijn en leidt tot een rasterweergave van vijf verticale zwarte lijnen, welke zijn geïnterlinieerd met vijf verticale witte lijnen (vijf verticale patronen van wisselende of verschillende kleur in het geval van kleurverschilsignalen). De frequentie NfH van een dergelijke sinusgolf bedraagt bij benadering 2 MHz. Figuur 10b toont de spectraalsamenstel-ling van het videosignaal 1000. Zoals aangegeven, omvat het spectrum een enkele hoofdspectraallijn 1002 bij de frequentie NfH tezamen met kleine zijlussen (N-1) fH en (N + 1) fH bij intervallen van 15 kHz vanaf fH. Figuur 10c toont een videogolfvorm 100U overeenkomende met het signaal 1000 waarbij de sinusgolf van lijn tot lijn uit fase is. Dit is in wezen een signaal met onderdrukte draaggolf, waarbij de draaggolf bij de frequentie NfH is onderdrukt, zoals in figuur 10d met een stippellijn is aangegeven, waarbij de spectraalenergie in de vorm van de zijbanden van 15 kHz optreedt. Wanneer een camera een verticaal patroon zoals een heg waarneemt en een zoemiens wordt gebruikt om het aantal perioden in het patroon, dat wordt waargenomen, te veranderen, verandert het aantal palen in het patroon continu van een geheel getal naar een ander geheel getal doch de spectraalenergie verandert niet geleidelijk van frequentie bij veranderingen in het aantal perioden van het steeds terugkerende patroon. Tengevolge van het steeds nemen van steekproeven met de horizontale frequentie treedt in plaats daarvan de energie slechts bij veelvouden van de horizontale frequentie op, waarbij een spectraallijn in energie afneemt terwijl een andere toeneemt wanneer het aantal perioden in het steeds terugkerende patroon wordt gewijzigd. Figuur 10e toont een spectraallijn 1008, die een gevolg is van een rasterpatroon, dat in verticale richting uit afwisselende lichte en donkere horizontale lijnen bestaat. Wanneer het aantal lijnen in het raster toeneemt beweegt de spectraallijn 1008 naar rechts naar een positie, welke representatief is voor het hogere frequentie. In verband met de horizontaal frequente bemonstering van het raster treedt de spectraallijn 1008 ook op als zijbanden van horizontaal frequente draaggolven. Derhalve zijn de spectraallijnen 1010 en 1012 respectievelijk de onderste en bovenste zijbanden van fH, welke overeenkomt met de spectraallijn 1008. Zoals blijkt, is het signaal in verticale richting met grote definitie (hoogfrequent signaal) geconcentreerd om veelvouden van de helft van de regelfrequentie d.w.z. geïnterlinieerd tussen veelvouden van de regelfrequentie, zoals aangegeven door de gebieden VH in figuur 10f. Normale beelden bestaan niet slechts uit enkele verticale of horizontale patronen. In plaats daar-_ van bevatten zij signalen bij vele frequenties, welke een gevolg zijn van verticale en horizontale karakteristieken van het tafereel, dat wordt waargenomen. Figuur 10f toont ook het normale spectraalenergiepatroon van een gemiddeld "beeld.
Zoals reeds is vermeld, overschrijdt de verticale kleurresolutie in een normaal NTSC-beeld de horizontale kleurresolutie.
Een derhalve is in verticale richting een overschot aan kleurresolutie aanwezig, dat voor de weergave van een acceptabel beeld niet nodig is. Volgens de uitvinding wordt het overschot asm verticale resolutie uit een kleursignaal verwijderd en wordt het op deze wijze in het spectrum vrijkomende gebied gebruikt voor een vierde kanaal waarover het luminan-tie-gerelateerde signaal met grote definitie kan worden overgedragen.
De overschietende verticale kleurresolutie wordt verwijderd door het signaal uit het gebied VH, aangegeven in figuur 10f te verwijderen.
Figuur 11 toont in blokschema een inrichting volgens de uitvinding voor het scheppen van een vierde kanaal in een NTSC-sig-naalverwerkingskanaal, over welk vierde kanaal onafhankelijke informatie kan worden overgedragen. Bij de bepaalde afgebeelde uitvoeringsvorm is de extra informatie het luminantie-gerelateerde verschilsignaal GA met grote definitie, dat afkomstig is uit opeenvolgende groene lijnen. De inrichting volgens figuur 11 komt in het algemeen overeen met die volgens figuur 8 en onderdelen, welke overeenkomen met die in figuur 8, zijn van dezelfde verwijzingen voorzien. Het YS-signaal uit de matrix 812 in het midden van figuur 11 wordt aan de sommeerketen 81U toegevoerd over een verdere vertragingsketen 1102 om te veroorzaken, dat het YS-signaal in de sommeerinrichting 8lU op hetzelfde moment als het gemoduleerde chrominantiesignaal aankomt. Op een soortgelijke wijze wordt het Q-signaal uit een matrix 812 aan een modulator 110U van de kwadratuur-modulator 8l6 (rechts onder in de figuur) toegevoerd via een normaal laag-doorlaatfilter 1106 van 0,5 MHz en een vertragingsketen 1108. De vertragingsketen 1108 wordt zodanig gekozen, dat het gemoduleerde Q-signaal gelijktijdig met het gemoduleerde I-signaal in een sommeerketen 1110 (een deel van de kwadratuurmodulator 816) aankomt.
Het I-signaal, dat door de matrix 812 op de gebruikelijk ke wijze uit de R-, GS- en B-signalen wordt opgewekt, wordt direct toegevoerd aan de ingangsklemmen van een sommeerketen 111U en aan een andere ingang van de sommeerketen 11 lU via een 1H-vertragingslijn 11l6.
De sommeerinrichting 11lU en de vertragingslijn 1116 vormen tezamen een kanfilter 1112. De overdrachtskarakteristiek van het filter 1112 is in figuur 10g door de getrokken lijn 10lU aangegeven. Opgemerkt wordt, dat de responsie 101U maximaal is hij de frequentie nul en derhalve is het filter 1112 een laagdoorlaat-kamfilter. In de responsie 101U treden nulpunten op hij frequenties, welke overeenkomen met het frequentiegehied VH, aangegeven in figuur 10f, hinnen welk frequentiegehied de verticale signalen met grote resolutie optreden. Derhalve heeft het I-signaal, dat het filter 1112 verlaat, een spectraalresponsie, welke in het algemeen overeenkomt met die, aangegeven in figuur 10h, welke, zoals hlijkt, sterk overeenkomt met die volgens figuur 10f behoudens demping of volledige verwijdering van de hoogfrequente gedeelten. Het filter 1116 verwijdert derhalve uit het I-signaal een gedeelte met grote resolutie waarin een ander signaal kan worden geïntroduceerd.
Het verschilsignaal GA wordt direct aan een ingang van een aftrekinrichting 111Ö toegevoerd en wordt tevens toegevoerd aan een tweede ingang van de aftrekinrichting 1118 via een 1H-vertragingslijn 1120. De aftrekinrichting 1118 en de vertragingslijn 1120 vormen tezamen een hoog-doorlaatkamfilter 1122 met een overdrachtsresponsiekarakteristiek, overeenkomende met die, weergegeven door de stippellijn 1016 in figuur 10g. Deze responsie maakt het mogelijk, dat GA-signalen het filter 1122 passeren wanneer zij gelegen zijn in het frequentiegehied van die signalen, welke door het filter 1112 uit het I-signaal zijn verwijderd, en belet een passeren daarvan wanneer de GA-signalen zijn gelegen in het frequentiegehied van de I-signalen, welke het filter 1112 passeren.
De laagdoorlaat-gefilterde I- en hoog-doorlaat-gefil-terde GA-signalen worden aan de ingangen van een sommeerketen 112k toegevoerd teneinde de signalen in frequentie te interliniëren. Het GA-’signaal treedt slechts op wanneer een transitie in het G-signaal van één horizontale lijn naar de volgende aanwezig is, zoals reeds is vermeld. Verticale kleurtransities zullen zeer dikwijls vergezeld gaan van luminan-tietransities en het G-signaal is het voornaamste bestanddeel van het luminantiesignaal. Derhalve zal het GA-signaal, dat hij het I-signaal wordt opgeteld, het vaakst optreden slechts in het gebied van een snelle verticale kleurtransitie. De aanwezigheid van het GA-signaal in het I-signaal kan kleurweergave van een normale weergave schadelijk beïnvloeden doch het GA-signaal, dat zijn maximale waarde tijdens de snelste kleur- transities bezit, heeft de grootste invloed slechts gedurende die tijden wanneer het signaal het minst zichtbaar is.
De gecombineerde I- en GA-signalen worden uit de som-meerketen 112¾ aan een modulator 1126 toegevoerd via een normaal laag-doorlaatfilter 1128 van 1,5 MHz, zoals normaliter wordt toegepast bij het begrenzen van de I-bandbreedte. De modulatoren 11OU en 1126 ontvangen onderling in fase verschoven signalen uit een onderdraaggolfgenera-tor 8l8, waarop elke modulator zijn ingangssignaal in amplitude moduleert en de resulterende onderling in kwadratuur gemoduleerde Q- en met GA geïnterlinieerde ï-signalen worden gesommeerd in de sommeerketen 1110 van waaruit de signalen worden toegevoerd aan een optelinrichting 8lU om bij het YS-signaal te worden opgeteld. Natuurlijk wordt een maximaal gebruik van het resulterende samengestelde kleurvideo-somtelevisiesignaal met verschilsignalen slechts verkregen door een weergeefmonitor, die in staat is het verschilsignaal Δ uit het I-signaal te onttrekken.
Figuur 12 toont een gedeelte van een monitor, welke bestemd is voor het onttrekken van het Δ-verschilsignaal, hoe ook afgeleid, uit het I-signaal. Figuur 12 komt in het algemeen overeen met figuur 9 en overeenkomstige onderdelen zijn voorzien van een zelfde verwijzing of een verwijzing, die als een toevoeging de verwijzing van het overeenkomstige element volgens figuur 9 omvat. In figuur 12 wordt een samengesteld kleurentelevisiesignaal met een verschilsignaal, dat in het Y-kanaal is begraven, zoals onder verwijzing naar figuur 11 is beschreven, toegevoerd aan de klem 900 van een synchronisatiescheidingsinrichting 90¾ waarin verticale en horizontale synchronisatiesignalen worden gescheiden. Het spectrum van het samengestelde signaal is in vereenvoudigde vorm weergegeven in figuur 13a, waarin de getrokken lijnen Y-signalen voorstellen en de stippellijnen gemoduleerde chrominantiesignalen voorstellen, waarbij de plaats van de verschilsignalen is aangegeven als Δ. Zoals blijkt, treedt het verschilsignaal in het chroma-signaal in het algemeen bij de frequentie van het Y-signaal op. De afgescheiden horizontale synchronisatiesignalen uit de scheidingsinrichting 90¾ worden toegevoerd aan de horizontale oscillator 910 voor het opwekken van horizontale synchronisatiesignalen, welke worden toegevoerd aan een "wobble"-klokgenerator 91Ö en welke ook tezamen met de afgescheiden verticale synchronisatiesignalen worden toegevoerd aan een afbuiginrichting, weergegeven als een blok 9160. .
De generator 918 wekt "wobble"-signalen op, welke worden toegevoerd aan een hulpafbuigspoel 928, die met de kinescoop 921 samenwerkt teneinde een kleine verticale deviatie van elke aftastlijn te veroorzaken, zoals onder verwijzing naar figuur 6 is beschreven. De "wobble"-signalen worden ook toegevoerd aan een "wobble"-modulator 938 om de (niet in figuur 12 afgebeelde) synchrone schakelaar te besturen, door middel waarvan het YS-signaal met de "wobble"-frequentie wordt gevarieerd voor het verschaffen van twee videolijnen voor de weergave met grote definitie. Het samengestelde videosignaal waaruit het synchronisatiesignaal is afgescheiden, wordt uit de synchronisatiescheidingsinrichting 90U toegevoerd aan een luma-chroma-split sings filter 930 en aan een salvoscheidingsinrichting en oscillator 9311. De salvoscheidingsinrichting en oscillator 9311 neemt op een bekende wijze steekproeven van het salvosignaal en wekt twee kwadratuur-onderdraaggolfsignalen op, welke bestemd zijn om te worden toegevoerd aan een Q-demodulator 9312 en een I-demodulator 9315.
Het aan het splitsingsfilter 930 toegevoerde samengestelde videosignaal wordt daarin toegevoerd aan een luminantiefilter 9301 waarvan de responsie complementair is ten opzichte van die van een chrominantiefilter 930^. Het luminantiefilter 9301 omvat een 1H-vertra-gingslijn 9302 en een sommeerketen 9303 voor het verschaffen van een overdrachtsresponsie, welke overeenkomt met 100^ van figuur 10g, terwijl het chroma-filter 930k een 1H-vertragingslijn 9305 en een aftrekketen 9306 voor het verschaffen van de complementaire responsie 1016 omvat.
Het luminantie-uitgangssignaal van het filter 9301, weergegeven in figuur 13b, wordt aan de Y-ingang van de modulator 938 toegevoerd via een ver-tragingsketen 9U20 en een optelinrichting 1210. Het afgescheiden Y-sig-naal omvat een rest-A-signaal, dat bij frequenties bij de pieken van de responsie van het filter 9301 optreedt. De vertragingsketen 9^20 vertraagt het aan de modulator 938 toegevoerde Y-signaal zodanig, dat dit signaal op hetzelfde moment als het overeenkomstige Δ-signaal arriveert.
Aan de uitgang van het filter 930h heeft het chrominan-tie (C) plus verschilsignaal (C + Δ) de vorm van I + Δ- en Q-signalen, die in kwadratuur op een onderdrukte onderdraaggolf zijn gemoduleerd.
Het afgescheiden chroma-signaal (figuur 13c) is verontreinigd door een rest-Y-signaal, zoals meu de kleine letters Y bij de hoofd-Y-frequenties is aangegeven. Het afgescheiden C + Δ-signaal omvat Δ-signalen binnen de bovenste frequentiegedeelten van de chroma-signaal-zijbanden. Het C + Δ-signaal wordt aan een tweede ingang van de Q-demodulator 9312 voor demodulatie toegevoerd en het resulterende basisband-Q-signaal wordt via een laagdoorlaat-Q-filter 9313 en een vertragingsketen 931^ toegevoerd aan de Q-ingang van een behandelings- en videoaandrij fketen 9320.
Het C + Δ-signaal volgens figuur 13c aan de uitgang van het filter 930¾ wordt ook (via een banddoorlaatfilter 1232 voor het verwijderen van het rest-Y-signaal als in figuur 13h) toegevoerd aan een I-demodulator 9315 5 waar het signaal wordt gedemoduleerd ten opzichte van het onderdraaggolfsignaal uit de salvo-oscillator 9311. Aan de uitgang van de demodulator 9315 wordt de basisband-I-signaalfrequentie, geïnterlinieerd met het Δ-signaal, opnieuw gegenereerd met enige Y-signaalveront-reiniging, zoals aangegeven in figuur 13d. Dit signaal wordt over een laagdoorlaat-Y-filter 9316 gevoerd voor het verwijderen van hoogfrequente componenten en wordt toegevoerd aan een Ι-Δ-scheidingsketen 1212, welke is voorzien van een hoogdoorlaat-kamfliter 121¾ en een laagdoorlaat-kamfilter 1216. Het hoogdoorlaat-kamfilter 121¾ omvat een 1H-vertragings-keten 1218 en een aftrekinrichting 1220 om het Δ-signaal (figuur 13e) van het gedemoduleerde I + Δ-signaal te scheiden. Het laagdoorlaat-kamfilter 1216 omvat een 1H-vertragingsketen 1222 en een sommeerketen 122¾ om het I-signaal van het gedemoduleerde I + Δ-signaal te scheiden. Het afgescheiden I-signaal wordt toegevoerd aan een derde ingang van de behandelings- en videoaandrijfketen 9320 en wordt daarin met de Y- en Q-sig-nalen gecombineerd voor het opwekken van RGB-aandrijfsignalen, welke bestemd zijn om aan de kinescoop te worden toegevoerd.
Het aan de uitgang van het hoogdoorlaat-kamfilter 121¾ opgewekte Δ-signaal wordt toegevoerd aan een tweede ingang van de modulator 938, die op de onder verwijzing naar figuur 9 beschreven wijze werkt en het L1, L2___; L1A, L2A.. .-aftastsignaal weergeeft, zoals eer der is beschreven.
Het afgescheiden C + Δ-signaal aan de uitgang van het filter 930¾ wordt ook toegevoerd aan een laagdoorlaatfilter 1230 met een af snij-frequentie onder de onderste zijband van het chroma-signaal teneinde het restluminantiesignaal (fig. 13g) dat door het chroma-filter 930¾ uit het samengestelde signaal is onttrokken, af te scheiden. Dit rest-Y-signaal wordt toegevoerd aan een tweede ingang van een sommeerke- ten 1210 om bij het YS-signaal te worden opgeteld teneinde de laagfre-quente verticale luminantieresolutie op een bekende wijze te vergroten.
Figuur 1H toont een andere uitvoeringsvorm van een inrichting voor het opwekken van simultaan gepaarde lijninformatie, welke ! nodig is voor het opwekken van de som (S) en verschil (A)-signalen. Gemeend wordt, dat de inrichting volgens figuur lU beter geschikt is voor een horizontale apertuurcorrectie dan andere uitvoeringsvormen.
In figuur 1U werkt een oscillator 1U00 met het dubbele van de normale FH; in het geval van signalen, welke bestemd zijn voor een NTSC-stelsel, i werkt de oscillator lUoO bij 31,5 kHz en drijft deze een horizontale af-buigwikkeling 1U02 aan, die bij een vidicon 1Uoh- behoort. Het vidicon 1U04 wordt derhalve met het dubbele van de normale horizontale frequentie af getast. Het 2FH-aandrijf signaal wordt ook toegevoerd aan een verticale aftelketen 1U06, die de 31,5 kHz reduceert tot een verticale frequentie i van 60 Hz. Het signaal van 60 Hz wordt gebruikt voor het terugstellen van een hellingsgenerator 11+08 van bekend type, waarin een integrator wordt gebruikt voor het opwekken van een verticaal frequent hellingssig-naal. Het verticaal frequente hellingssignaal wordt toegevoerd aan een eerste ingang van een optel- en verticale aandrijfketen 1U10. Het 2FH-i signaal uit de oscillator 1U00 wordt ook toegevoerd aan een begrenzings-of kwadrateerversterker 1U12 voor het opwekken van een 2FH-rechthoeks-golf, die aan een tweede ingang van de optelinrichting 1U1O wordt toegevoerd voor optelling bij of aftrekking van het hellingssignaal teneinde een signaal op te wekken, dat bij 1 Ui6 is aangegeven en welk signaal aan ί een verticale afbuigwikkeling 1U18 wordt toegevoerd, die bij het vidicon 1UOU behoort. De amplitude van de rechthoeksgolf 1U1U, welke bij het hellingssignaal wordt opgeteld, wordt zodanig gekozen, dat een lijnparing optreedt, zoals op het scherm van het vidicon 1H(A is aangegeven. Lijnen L1 en L1A zijn gescheiden door een vierde van de afstand tussen de lijnen i L1 en L2. Deze lijnparing komt overeen met die, welke voor de andere uitvoeringsvormen is beschreven.
De trefelektrode 1^20 van het vidicon 1UoU is gekoppeld met een klem 1^22 van een vierpolige omschakelaar lU2h. De schakelaar 1U2U staat onder bestuur van een schakelbesturingsketen 1U26, die ; de schakelaar 1U2U aan het begin van elke nieuwe aftastlijn naar een van de vier posities daarvan doet stappen.
In de aangegeven positie wordt het ingangssignaal tijdens de lijn L1 uit de klem lk22 toegevoerd aan een klem 1^27 van de schakelaar 1^2^ en toegevoerd aan de ingang van een vertragingslijn 1U31. De kloktesturingsklem 1^25 van de vertragingsinrichting 1^31 wordt met achtmaal de onderdraaggolffrequentie aangedreven vanuit een klokgenerator 1ΙΛ8, die met de klem 1UU0 is gekoppeld. De vertragingslijn 1^31 moet, zoals bekend, een voldoende opzamelcapaciteit hebben om het videosignaal met de hoge klokfrequentie tijdens de duur van de aftastlijn L1 op te slaan. Fig. 15 toont een tijddiagram ter toelichting van de werking van de schakelaar 1^2^ en de klokvertragingslijnen 1^31 - 1^3^, die ladings-gekoppelde inrichtingen kunnen zijn en in figuur 15 zijn aangeduid met CCD1 tot CCD4. Ook in het interval TO - T1 worden de vertragingslijnen 1^33 en 1U3U met de helft van de hoge klokfrequentie geklokt, in dit geval viermaal de onderdraaggolffrequentie, en de uitgangssignalen worden via de klemmen 1^52 en 1U5U van een bestuurde schakelaar 1U5O toegevoerd aan de klemmen 1U55 en 1^-56 van de schakelaar. Op het tijdstip T1 eindigt de lijn 1 en het op tijdstip T2 begint de lijnaftasting van de lijn L1A. In het interval T1 - T2 is de schakelaar 1U2U in werking en beweegt elk contact zich in rechtse richting over een stap. De klem 1^22 maakt derhalve contact met de klem 1U28 en het videosignaal kan in de vertragingslijn 1^32 worden ingelezen, welke lijn dan met de hoge klokfrequentie wordt geklokt via de klem 1Uh-1 van de klokgenerator lHk8. Het klokken van de vertragingslijn 1^33 wordt beëindigd doch het klokken met de lage frequentie van de vertragingslijn 1^3^· gaat voort via de klem lkl*7 uit de klokgenerator lHl9. Het laagfrequente klokken van de vertragingslijn 1^31 begint met de lage frequentie via de klem 1^U uit de klokgenerator lUk9. Ook in het interval T1 - T2 wordt de schakelaar 1U5OA omgelegd om de vertragingslijn 1U31 met de klem 1^55 te verbinden.
In het interval T2 - T3 tast het vidicon 1U0U de lijn L1A af en wordt het signaal toegevoerd aan de geklokte vertragingslijn 1^32 om daarin met de hoge klokfrequentie te worden opgeslagen. Ook in het interval T2 - T3 wordt de vertragingslijn 1U31 met de lage klokfrequentie uitgelezen, zoals aangegeven in figuur 15"b, en duurt het uitklokken van de vertragingslijn 1^3^· met de lage klokfrequentie voort, als aangegeven in figuur 15e. Op het tijdstip T3 aan het eind van de lijn L1A wordt de schakelaar 1U2U naar de volgende positie bewogen, zodat het videosignaal op de klem lU22 tijdens de lijn L2 beschikbaar is om in de vertragingslijn 1^33 te worden ingelezen, waarbij het uitklokken van de vertragingslijn 1^31 naar de klem 1^-55 voortduurt en het uitklokken van de in de vertragingslijn 1U32 opgeslagen L1A-informatie met de lage frequentie begint. De schakelaar lUl5b wordt omgelegd om de klem 1^53 met de klem 1U56 te verbinden. Het stelsel blijft een cyclus uitvoeren, waarbij een inklokken van elke vertragingslijn achtereenvolgens met de hoge klokfrequentie plaatsvindt, gevolgd door een interval van uitklokken met de lage klokfrequentie, als aangegeven in figuur 15b - e. Opgemerkt wordt, dat na de afvoerperiode elke vertragingslijn CCD1 - k over een H/2-in-terval in een rusttoestand verkeert. Zoals aangegeven in figuur 15d en e wordt de door de vertragingsketen 1^33 in het interval TU - T5 toegevoerde L2-informatie in het interval T5 en T9 afgevoerd, terwijl de in het interval T6 - TT aan de vertragingslijn 1^3^ toegevoerde L2A-infor-matie in het interval T7 — Tl 1 wordt uitgelezen. Derhalve blijkt, dat de informatie van de gepaarde lijnen aan de klemmen 1^55, 1U56 optreedt met een relatieve vertraging van H/2. Deze wordt gecorrigeerd door een H/2-vertragingslijn 1U60, die in de L1, L2, L3...-baan is opgenomen met het gevolg, dat de informatie uit de lijnparen 'gelijktijdig aan de uit-' gangsklemmen 1U62, 1U6U optreedt, als aangegeven in figuur 15f - i. De L1/L2/L3-video-informatie uit de uitgangsklem 1U62 en de L1A/L2A/L3A-video-informatie uit de uitgangsklem 1U6U wordt verwerkt bijvoorbeeld als aangegeven in figuur 7 teneinde de som (S)- en verschil (h)-signalen te verschaffen.
Een monitor met grote resolutie volgens figuur 16 dient voor een aftasting met het dubbele van de normale horizontale frequentie; in het geval van NTSC met een frequentie van 31,5 kHz. Bij de inrichting volgens figuur 16 heeft het ingangssignaal de vorm van twee gelijktijdig optredende videosignalen, die elk de video-informatie uit twee naast elkaar gelegen afgetaste lijnen voorstellen. De videosignalen worden aan de klemmen 1601 en 1602 aan de linker zijde van de figuur toegevoerd. De aan de klemmen 1601 en 1602 toegevoerde videosignalen worden uit de som (S) en verschil (Δ)-signalen afgenomen door bijvoorbeeld een inrichting, als weergegeven in figuur 9, welke is voorzien van een optelinrichting 931*, een deler 935 en een aftrekinrichting 936, als aangegeven in het blok 938.
De inrichting volgens figuur 16 is in het algemeen gesproken het omgekeerde van de inrichting volgens figuur 1U. In figuur 16 worden de twee binnenkomende simultane signalen bij 15*750 Hz opnieuw gerangschikt als sequentiële signalen van 31,5 kHz, die aan de kinescoop 1Ó70 aan de rechter zijde van de figuur worden toegevoerd. Een met de ingangsklem 1601 gekoppelde synchronisatiescheidingsinrichting 1662 scheidt de verticale en horizontale synchronisatiesignalen, welke aan een PLL 166k van 2FH worden toegevoerd voor het opwekken van 2FH-aandrijf-signalen. (De synchronisatiesignalen kunnen ook afzonderlijk worden geïntroduceerd en direct worden toegevoerd wanneer dit nodig is). Het 2FH-signaal wordt toegevoerd aan een verticale aftel- en afbuigketen 1668, die een getrapt hellingssignaal opwekt, zoals beschreven onder verwijzing naar figuur ik, welk signaal wordt toegevoerd aan een verticale afbuigwikkeling 1618, die bij de kinescoop 1670 behoort. Het 2FH-signaal wordt ook als een aandrijf signaal toegevoerd aan een horizontale afbuigwikkeling 1676 bij een frequentie van 31,5 kHz. Bij 31,5 kHz vindt elke aftasting over het scherm van de kinescoop 1670 plaats in FH/2. Derhalve moeten de twee parallelle ingangssignalen naar de tijd worden gecomprimeerd en in sequentiële volgorde worden gerangschikt.
De schakelaars 1650a en 1650b worden bedreven door een signaal, dat wordt opgewekt door een flipflop (FF) 1658a. FF 1658 wordt aangedreven door het FH-signaal. Wanneer binnenkomende signalen, die lijnen L1 en LIA voorstellen, worden ontvangen, bevinden de schakelaars 1650a en 1650b zich in een neerwaartse positie, waarbij de klemmen 1655 en 1656 met de respectieve vertragingslijnen 1632 en 163^ zijn verbonden. De kloksignalen voor deze vertragingslijnen worden geleverd door de UX— onderdraaggolfgenerator 16^9 - Deze lijnen worden in de vertragingsketens geregistreerd en de registratie wordt tijdens een fH-interval of een periode voltooid. Aan het eind van de toevoer van de lijnen L1 en L1A worden de schakelaars 1050a en 1650b naar de bovenste posities daarvan omgeschakeld door een signaal uit FF 1658 en het volgende ingaande lijnpaar (L2 en L2A) gebint de vertragingslijnen 1631 en 1633 te belasten.
De schakelaar 1676 wordt ook door FF 1658 bedreven en voert een kXSC (laag) kloksignaal via de respectieve contacten lkkk en 1UU5 aan de ver-tr agings inrichtingen 1631 en 1633 toe. Gedurende de periode waarin de lijnen L2 en L2A worden ontvangen en in de vertragingsinrichtingen 1631, 1633 worden geregistreerd, begint het uitlezen van de lijn LI uit de vertra-gingslijn 1632, terwijl de vertragingslijn 163¼ in rust is. De klem 1622 wordt met de klem 1628 verbonden door een trekkers ignaal uit de klok van 31 kHz, waardoor de video-verwerkingseenheid 167¼ met de uitgang van de vertragingslijn wordt verbonden. Tegelijkertijd wordt een 8X-onder-draaggolfklok 16^8 met de vertragingslijn 1633 uit de 8X-generator via de klem 1U-U1 verbonden, die in synchronisme met de video-uit gangs schakelaar met de frequentie van 31 kHz wordt omgeschakeld. Het uitlezen van de vertragingslijn 1632 wordt voltooid in de helft van een normale periode van 15 kHz en de schakelaar 1678 wordt naar een nieuwe positie gebracht waarin de klem 1622 en de uitgang van de 8X-onderdraaggolfgenerator 16U8 zijn gekoppeld met de vertragingslijn 163^, welke wordt uitgelezen, waardoor het vereiste video-signaal voor de weergave wordt opgewekt. De volgorde van parallel inlezen, sequentieel uitlezen duurt voort bij het toevoeren van het signaal voor de 31s5 kHz-aftasting van de monitor.
Figuur 17 toont een televisie-ontvanger volgens de uitvinding. In figuur 17 ontvangt een antenne 1710 samengestelde kleuren-televisiesignalen met begraven Δ-signaal, waarbij het geheel op draag-golven met standaardfrequenties en onderste rest-zijbanden is gemoduleerd en waarbij FM-gemoduleerde audiosignalen op de normale wijze ten opzichte van de video-draaggolffrequentie zijn verschoven. Een afsteminrichting 1712 kiest een van de draaggolven en zet deze om in een standaard-tussen-frequentie. Het resulterende tussenfrequente signaal wordt door een tus-senfrequentieversterker 171^ versterkt en aan een tweede detector 1716 toegevoerd voor omzetting in basisband. Het audiosignaal wordt toegevoerd aan een audios ignaal-verwerkingsket en 1718, welke kan zijn voorzien van een FM-demodulator voor het opwekken van basisband-audiosignalen en welke eveneens kan zijn voorzien van een audio-aandrijfinrichting voor het aandrijven van een bij de ontvanger behorende luidspreker 1720. Het basisband-videos ignaal wordt toegevoerd aan een AVR-keten 1722, die met de tussen-frequentieversterker en de afsteminrichting is gekoppeld om de basisband-videosignaalamplitude te regelen. Het samengestelde basisband-kleurtelevi-siesignaal met bestuurde amplitude met Δ wordt toegevoerd aan een schakeling, welke overeenkomt met de monitor 1200 van figuur 12 om in een kleu-renkinescoop 921 een kleurentelevisiesignaal met een grotere verticale resolutie op te,wekken.
Figuur 18 toont een inrichting voor het begraven van onafhankelijke signalen uit eerste en tweede bronnen, welke met klemmen 1802 en 180^ (aan de linker zijde van de figuur) zijn gekoppeld in resp. de Q- en I-signalen van het samengesteld kleurentelevisiesignaal. In figuur 18 wordt licht uit een (niet af geheelde) bron via een optisch stelsel 800 toegevoerd aan een splitsingsprisma 802, dat het licht verdeelt en toevoert aan rode en blauwe vidicons 806 en 808 en aan een groen vidi-con 600, waarvan de afbuiging wordt "ge-wobbled" met een "wobble"-klokfrequentie door een hulpafbuigwikkeling 606, die uit een klokgenerator 61U wordt aangedreven. De generator 61H drijft ook de synchronisatie-en onderdrukkingsgenerator 616 aan voor het opwekken van een salvo-vlagge-signaal en de synchronisatie- en onderdrükkingssignalen, die aan een in-troductie-inrichting 818 worden toegevoerd. De rode en blauwe videosignalen worden uit de vidicons 806 en 808 aan een matrix 812 toegevoerd. Het groen-representatieve signaal wordt toegevoerd aan een sommeer- en ver-schilketen 861, welke bijvoorbeeld bestaat uit de combinatie van de synchrone modulator 618 en de som- en verschilketen 700 van figuur 7.
De keten 861 wekt een GS-signaal op, dat wordt toegevoerd aan een ingang van de matrix 812, en een GA-signaal, dat wordt toegevoerd aan een differentiator, welke is weergegeven als een blok 1806 en waarvan de uitgang is gekoppeld met een drempelaftastketen 1808, die een uitlees-inschakel-signaal levert wanneer de veranderingssnelheid van het GA-signaal een voorafbepaald niveau overschrijdt. Het YS-signaal uit een matrix 812 wordt via een vertragingslijn 1102 toegevoerd aan een sommeerketen 81U.
De Q- en I-signalen, welke door de matrix worden geleverd, worden toegevoerd aan respectieve laagdoorlaat-kamfilters 1810 en 1812 (bijvoorbeeld als aangegeven bij 1112 in figuur 11) om uit de Q- en I-signalen die gedeelten uit te kammen, welke een grote veranderingssnelheid bezitten. De gekamde Q- en I-signalen worden toegevoerd aan respectieve sommeerketens 18lU en 1816. De onafhankelijke signalen uit de eerste en tweede bronnen worden tezamen met de bijbehorende kloksignalen aan de respectieve geheugens 1818 en 1820 toegevoerd, welke als buffers werken om de onafhankelijke signalen te accumuleren tijdens die perioden waarin dus veranderingssnelheid van het videosignaal niet voldoende groot is om het onafhankelijke signaal te verbergen. Wanneer een verticaal frequente transitie optreedt, wekt de drempelaftastketen 1808 een uitleesinschakelsignaal op, dat aan de geheugens 1818 en 1820 wordt toegevoerd om een uitlezing bij de frequentie van de klok 1822 mogelijk te maken, welke frequentie zodanig wordt gekozen, dat het onafhankelijke signaal in de I- en Q-signalen wordt geïnterlinieerd. De onafhankelijke signalen, die uit de geheugens 1818 en 1820 worden uitgelezen, worden met uit de klok 1822 afkomstige synchronisatiewoorden in introductie-inrichtingen 1830 en 1831 gecombineerd. De synchronisatiewoorden maken een regeneratie van de kloksigna-len bij het terugwinnen van de onafhankelijke signalen uit het televisiesignaal mogelijk. De onafhankelijke signalen en de synchronisatiewoorden worden in respectieve hoog-doorlaat-kamfliters 1822 en 182b- (bijvoorbeeld als aangegeven bij 1122 in figuur 11) gezeefd en aan sommeerketens 181U en 1816 toegevoerd om met het bijbehorende respectieve verbergingssignaal te worden gecombineerd. De resulterende signalen worden laag-doorlaat-gefilterd en op een bekende wijze aan kwadratuurmodulatoren toegevoerd voor het opwekken van een chrominantiesignaal, dat met het YS-signaal in de optelinrichting 81U wordt gesommeerd en overigens op de wijze van een normaal signaal wordt verwerkt. Een normale NTSC-kleurentelevisie-ontvan-ger kan het onafhankelijke signaal bij de randen van verticale luminantie-transities weergeven in de vorm van kleurfouten in het transitiegebied, doch dergelijke fouten, hier in het bijzonder voor grote luminantie-transities, zijn subjectief niet zeer waarneembaar. Derhalve is een normale ontvanger in wezen ongevoelig voor de begraven informatie.
Figuur 19 toont een ontvanger, welke bestemd is voor het weergeven van normale televisiesignalen waarin onafhankelijke signalen zijn begraven en voor het onttrekken van de onafhankelijke signalen. Die elementen van figuur 19, welke overeenkomen met de elementen van figuur 12, zijn van dezelfde verwijzingen voorzien. Figuur 19 verschilt van figuur 12 daarin, dat de gedemoduleerde en gefilterde I- en Q-signalen beide door complementair hoogdoorlaat- en laagdoorlaatfilters worden gevoerd en het luminantiesignaal wordt gedifferentieerd en aan een drem-pelwerking wordt onderworpen om een extra onafhankelijke-signaalverwer-king te regelen.
In figuur 19 wordt het Q-signaal toegevoerd aan een complementair hoogdoorlaat-laagdoorlaat-kamfilternaar 191^ - 1916, overeenkomende met het filterpaar 121U - 1216 van figuur 12. Het Q-signaal is beschikbaar aan de uitgang van het filter 1916 en wordt aan de Q-ingang van de video-verwerkings- en aandrijfketen 9320 toegevoerd. Het onafhankelijke signaal treedt op aan de uitgang van het hoogdoorlaatfilter 191U. Een keten 1920 dient voor het ontvangen van het som-luminantiesignaal YS en vergelijkt naast elkaar gelegen lijnen voor het opwekken van een ver-schilsignaal Δ, overeenkomende met het uitgangssignaal van de differentiator 1806 in figuur 18, welke signaal wordt toegevoerd aan een drempel-keten, die is weergegeven als een blok 1932, voor het opwekken van een signaal, dat indicatief is voor het tijdstip waarop het onafhankelijke signaal in het Q-kanaal aan het stelsel kan worden toegevoerd. Het onafhankelijke signaal, dat aan de uitgang van het filter 191^ optreedt, wordt toegevoerd aan een vertragingsketen 1918 waarvan de vertraging voldoende is om het onafhankelijke signaal te vertragen tot na de werking van de drempelketen 1932, waarbij het onafhankelijke signaal wordt toegevoerd aan poort 1920, die door het inschakelsignaal wordt bedreven.
De poort voert het onafhankelijke signaal toe aan een synchronisatie-woord-identificatieketen 1922 en aan de ingang van een geheugenketen 1926. De synchronisatiewoord-identificatie-inrichting 1922 identificeert de bij de onafhankelijke signalen behorende synchronisatiewoorden, waardoor de onafhankelijke-signaalklokgenerator 192^ in staat wordt gesteld het kloksignaal opnieuw op te wekken om het mogelijk te maken, dat het signaal in het geheugen 1926 wordt geregistreerd, waar het signaal voor gebruik beschikbaar blijft. Op een soortgelijke wijze wordt het onafhankelijke I-kanaalsignaal beschikbaar aan de uitgang van het hoogdoorlaat-kamfilter 1211* en wordt dit signaal toegevoerd aan een vertragingsinrichting, een poort, een synchronisatiewoord-identificatie-inrichting, een klokgenerator en het geheugen 193^ voor het I-kanaal, overeenkomende met de elementen 1918 - 1926 van het Q-kanaal.
Het is duidelijk, dat andere uitvoeringsvormen volgens de uitvinding mogelijk zijn. In plaats van de informatie in het I-kanaal te introduceren, kan de informatie op dezelfde wijze als boven is beschreven in het Q-kanaal worden geïntroduceerd zolang als de gereduceerde Q-bandbreedte voor de bandbreedte van het signaal acceptabel is. Een aantal Δ-signalen kan in zowel de I- als Q-kanalen worden geïntroduceerd, welke voor dit doel vierde en vijfde kanalen binnen de samengestelde-video-overdrachtsbaan vormen. Op een soortgelijke wijze kan een Δ-signaal in of het I- of het Q-kanaal worden geïntroduceerd en een onafhankelijk

Claims (8)

1. Inrichting voor het vormen van een samengesteld videosignaal in combinatie met een onafhankelijk signaal voor gemeenschappelijke overdracht van beide signalen, gekenmerkt door filterorganen (1812) voor het in hoofdzaak verwijderen van een gedeelte van het frequentiespectrum van een basisband-chrominantiesignaal (I) uit dit chrominantiesignaal, organen (1824, 1816) voor het introduceren van het onafhankelijke signaal in het genoemde gedeelte van het frequentiespectrum van het chrominantiesignaal, en organen voor het vormen van een samengesteld videosignaal, welke een basisbandluminantie-signaal en het chrominantiesignaal waarin het onafhankelijke signaal is geïntroduceerd ontvangen voor het daaruit vormen van het samengestelde signaal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door organen (1806, 1808), die in responsie op het luminantiesignaal een signaal opwekken, dat de veranderingssnelheid daarvan voorstelt, waarbij de introductieorganen in responsie op het signaal, dat de veranderingssnelheid voor stelt, het onafhankelijke signaal slechts in het chrominantiesignaal introduceren wanneer de veranderingssnelheid een vooraf ingesteld niveau overschrij dt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het basisbandchrominantiesignaal een kleurverschilsignaal (I) is.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de filterorganen zijn voorzien van een kamfilter (1812) voor het verwijderen van een aantal gedeelten van het frequentiespectrum van het chrominantiesignaal en de introductieorganen zijn voorzien van een kamfilter (1824) voor het doorlaten van in hoofdzaak slechts frequentiecomponenten van het onafhankelijke signaal, welke overeenkomen met de frequentiecomponenten, die uit het chrominantiesignaal zijn verwijderd, en organen (1816) om de kam-gefilterde chrominantie- en onafhankelijke signalen te combineren.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het kamfilter (bijvoorbeeld 1112) voor het verwijderen van de genoemde gedeelten van het frequentiespectrum van het chrominantiesignaal is voorzien van een vertragingslijn (1116) en een sommeerketen (1114) waarvan een eerste ingang met de uitgang van de vertragingslijn is gekoppeld en welke sommeerketen tevens een tweede ingang bezit, welke tweede ingang met de ingang van de vertragingslijn is gekoppeld, en het kamfilter (1122) van de introductieorganen is voorzien van een vertragingslijn (1120) en een aftrekketen (1118) met een eerste ingang, welke met de uitgang van de vertragingslijn is gekoppeld en een tweede ingang, die met de ingang van de vertragingslijn is gekoppeld.
6. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de organen (861, 1806, 1808) voor het opwekken van een signaal, dat de veranderingssnelheid van een luminan-tiesignaal voorstelt, bestemd zijn voor het ontvangen van luminantiesignalen, die bij opeenvolgende lijnaftastingen van een door de luminantiesignalen voorgesteld beeld behoren en als het genoemde signaal een signaal opwekken, dat de verande-ringssnelheid van de luminant ie dwars op de lijnaftastingen voorstelt.
7. inrichting voor het decoderen van het samengestelde videosignaal in combinatie met het onafhankelijke signaal, gevormd door de inrichting volgens conclusie l, gekenmerkt door organen (930, 9312, 9315, enz.) voor het decoderen van het samengestelde videosignaal teneinde de basisband-luminantie- (YS) en chrominantiesignalen (IQ) weer te geven en filterorganen (1914, 1916, 1214, 1216) om het onafhankelijke signaal van het chrominantiesignaal te scheiden.
8. Inrichting volgens conclusie 7 voor het decoderen van het door de inrichting volgens conclusie 2 gevormde signaal, gekenmerkt door poortorganen (1920) , welke bestemd zijn om het onafhankelijke signaal uit de filterorganen (1914) te ontvangen, en organen (1930, enz.), die in responsie op het
NL9201094A 1981-07-31 1992-06-19 Televisiestelsel. NL9201094A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/288,753 US4429327A (en) 1981-07-31 1981-07-31 Compatible television system with increased vertical resolution
US28875381 1981-07-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201094A true NL9201094A (nl) 1992-10-01

Family

ID=23108503

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203060A NL8203060A (nl) 1981-07-31 1982-07-30 Televisiestelsel.
NL9201094A NL9201094A (nl) 1981-07-31 1992-06-19 Televisiestelsel.
NL9201093A NL9201093A (nl) 1981-07-31 1992-06-19 Televisiestelsel.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203060A NL8203060A (nl) 1981-07-31 1982-07-30 Televisiestelsel.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201093A NL9201093A (nl) 1981-07-31 1992-06-19 Televisiestelsel.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4429327A (nl)
JP (1) JPS5827487A (nl)
CA (1) CA1225143A (nl)
DE (3) DE3250043C2 (nl)
FR (1) FR2510853B1 (nl)
GB (2) GB2107151B (nl)
IT (1) IT1205261B (nl)
NL (3) NL8203060A (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8104476A (nl) * 1981-10-01 1983-05-02 Philips Nv Televisiesysteem voor hoge-definitie televisie en er voor geschikte televisie zender en ontvanger.
US4551754A (en) * 1982-02-18 1985-11-05 Rca Corporation Compatible wide-screen color television system
US4707728A (en) * 1982-02-24 1987-11-17 Rca Corporation Compatible HDTV with increased vertical and horizontal resolution
US4533951A (en) * 1982-09-27 1985-08-06 Rca Corporation System for generating and displaying a compatible high definition television signal by progressive scanning
GB2115641B (en) * 1982-02-24 1986-08-06 Rca Corp Compatible high definition television system
US4589012A (en) * 1982-04-02 1986-05-13 High Resolution Televison, Inc. High resolution television
US4517597A (en) * 1982-09-14 1985-05-14 New York Institute Of Technology Method and apparatus for encoding and decoding video
NL8204728A (nl) * 1982-12-07 1984-07-02 Philips Nv Televisieschakeling voor raster- en lijnfrekwentieverdubbeling en beelddeelvergroting.
US4583113A (en) * 1983-08-26 1986-04-15 Rca Corporation Progressive scan television display system employing interpolation in the luminance channel
US4616251A (en) * 1983-08-26 1986-10-07 Rca Corporation Progressive scan television system employing a comb filter
US4558347A (en) * 1983-08-26 1985-12-10 Rca Corporation Progressive scan television system employing vertical detail enhancement
NL192488C (nl) * 1983-12-05 1997-08-04 Philips Electronics Nv Informatiegever en informatie-ontvanger met overdracht van extra informatie behorend bij de televisie-rasteraftastinrichting.
US4535352A (en) * 1984-04-16 1985-08-13 At&T Bell Laboratories Technique for generating semi-compatible high definition television signals for transmission over two cable TV channels
US4661862A (en) * 1984-04-27 1987-04-28 Rca Corporation Differential PCM video transmission system employing horizontally offset five pixel groups and delta signals having plural non-linear encoding functions
JPS61166292A (ja) * 1984-09-25 1986-07-26 ハイ リゾリユ−シヨン テレビジヨン,インコ−ポレ−テツド 狭帯域高解像度テレビジヨンの垂直解像度改善方法及び装置
US4663653A (en) * 1985-11-22 1987-05-05 Rca Corporation Vertical detail enhancer
US4661850A (en) * 1986-01-31 1987-04-28 Rca Corporation Progressive scan television system with interlaced inter-field sum and difference components
JPS6314587A (ja) * 1986-07-07 1988-01-21 Asahi Hoso Kk テレビジヨン伝送方式
US5003377A (en) * 1989-01-12 1991-03-26 Massachusetts Institute Of Technology Extended definition television systems
US4905084A (en) * 1989-01-30 1990-02-27 Carole Broadcasting Technologies, Inc. Compatible and spectrum efficient high definition television
US5067017A (en) * 1989-01-30 1991-11-19 Leo Zucker Compatible and spectrum efficient high definition television
FR2647291B1 (fr) * 1989-05-19 1992-10-16 Nabati Bahmann Procede de compression et de decompression temps reel des images noir et blanc haute definition
US5093725A (en) * 1990-06-22 1992-03-03 At&T Bell Laboratories Dynamic signal modification for achieving interference reduction in concurrently transmitted signals
JPH0944122A (ja) * 1995-08-03 1997-02-14 Sharp Corp 液晶表示システム
JP6482745B2 (ja) * 2016-12-21 2019-03-13 オリンパス株式会社 撮像装置及び内視鏡システム

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1808439U (de) 1960-02-04 1960-03-24 August Wilhelm Siekmann Moebel, insbesondere kuechenmoebel.
JPS5345656B1 (nl) * 1967-11-13 1978-12-08
JPS5037972B1 (nl) 1969-05-22 1975-12-06
US3700793A (en) * 1970-06-09 1972-10-24 Bell Telephone Labor Inc Frequency interleaved video multiplex system
DE2131311C3 (de) * 1971-06-24 1975-09-11 Licentia Patent-Verwaltungs-Gmbh, 6000 Frankfurt Bildübertragungssystem
DE2161665A1 (de) * 1971-12-11 1973-06-14 Licentia Gmbh Geraet zur aufzeichnung eines farbfernsehsignals
DE2229393C2 (de) * 1972-06-16 1974-06-20 Ted Bildplatten Ag Aeg-Telefunkenteldec, Zug (Schweiz) System zum Aufzeichnen eines trizeilensequentiellen Farbbildsignals
JPS5436809B2 (nl) * 1974-10-16 1979-11-12
JPS5733917B2 (nl) * 1975-01-08 1982-07-20
GB1507386A (en) * 1975-10-01 1978-04-12 Kodak Ltd Colour television apparatus and method
DE2705342C3 (de) 1977-02-09 1979-11-29 Standard Elektrik Lorenz Ag, 7000 Stuttgart Farbfernsehsystem mit zusätzlicher Übertragung von Tonsignalen auf der hinteren Austastschulter
GB2056813B (en) * 1979-05-03 1983-06-22 Standard Telephones Cables Ltd Data transmission and display

Also Published As

Publication number Publication date
DE3250044C2 (nl) 1992-08-06
IT1205261B (it) 1989-03-15
DE3250043C2 (nl) 1991-10-02
GB2140247A (en) 1984-11-21
FR2510853B1 (fr) 1987-08-21
DE3228597A1 (de) 1983-02-17
NL8203060A (nl) 1983-02-16
GB2107151A (en) 1983-04-20
GB2140247B (en) 1986-01-08
DE3228597C2 (nl) 1991-05-02
NL9201093A (nl) 1992-10-01
CA1225143A (en) 1987-08-04
GB8413735D0 (en) 1984-07-04
GB2107151B (en) 1986-01-08
JPS5827487A (ja) 1983-02-18
US4429327A (en) 1984-01-31
FR2510853A1 (fr) 1983-02-04
IT8222649A0 (it) 1982-07-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9201094A (nl) Televisiestelsel.
US4521803A (en) System for compatible transmission of high-resolution TV
US4831463A (en) Video processing in which high frequency luminance components are folded into a mid-band spectrum
KR860001201B1 (ko) 고 선명도 칼라 텔레비젼과 종래 칼라 텔레비젼간의 양립성 제공 장치
US4670773A (en) Method for compatible increase in resolution for color television transmission systems with reduction of cross-talk noise in motion adaptive picture processing
US4612567A (en) Television receiver using non-interlaced scanning format with vertical detail enhancement and motion compensation
US4918515A (en) Compatible television transmission system with separate preemphasis path within single channel
US4839726A (en) Video enhancement method and system
US4949166A (en) Apparatus for combining and separating constituent components of a video signal
US4641186A (en) Motion detector that extracts motion information from sidebands of a baseband television signal
EP0178130B1 (en) Color imaging apparatus with transitory scanning speed phase compensation
McMann et al. Improved signal processing techniques for color television broadcasting
US4003077A (en) Method and apparatus for cancelling chrominance artifacts
JPS62236288A (ja) 多重信号伝送方式
US4593310A (en) Video chroma controller gating chrominance signals by the luminance signal
EP0525818A1 (en) Luminance signal/colour signal separation circuit
JPS6117400B2 (nl)
US4639766A (en) Phase and amplitude control of vertical modulation in horizontal scan of CRT high resolution television
US4037247A (en) Still color television signal recording and reproducing apparatus
US4710799A (en) High resolution color television
CA1225145A (en) Television systems and subsystems therefore
US4583115A (en) Circuit for and method of broadband comb filtering a composite video signal which has been double-side band detected
US3475548A (en) Field sequential color scan converter
KR100251104B1 (ko) 자동 윤곽 보정 방법 및 이를 수행하는데 적합한 자동 윤곽보정 회로
Macovski Spatial-frequency encoding techniques applied to a one-tube color television camera

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed