NL8203060A - Televisiestelsel. - Google Patents

Description

-- ------......-...........-,..... . ... -- --- r .

I VO 3562 l

Televisiestelsel.

·· De uitvinding voorziet in een televisiestelsel met een- beeldomzetorgaan en voorzien van organen voor het opvekken van signalen, ' die de luminantie van een beeld langs aftastlijnen van een voorafbepaald beeld-aftastpatroon voorstellen, organen voor- het verwerken van de lumi-5 nantiesignalen teneinde signalen op te wekken, die het verschil in lumi-• nantie tussen voorafbepaalde paren van de lijnen voorstellen, en verdere luminantierepresentatieve signalen, die tezamen met de verschilsignalen een veergave van de luminantiesignalen van de paren lijnen mogelijk ma-ken, en weergeeforganen voorzien van organen, die in responsie op de 10 verschilsignalen en de verdere signalen de luminantiesignalen van-de paren lijnen weergeven, en organen voor het weergeven van het beeld uit de weergegeven luminantiesignalen.

Een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding hetreft een televisiestelsel met een grotere verticale resolutie en welk stelsel 15 compatibel is met een standaard kleurentelevisiestelsel, zoals HTSC of PAL·. Bij de normale NTSC-televisie worden bijvoorheeld 525 lijnen per raster in de vorm van twee sequentiele velden van 262,5 lijnen afgetast.

De lijnen van elk vel'd zijn gexnterlinieerd met de lijnen van de vooraf-gaande en volgende velden en het oog integreert deze om flikkeringen te 20 reduceren. De lijnstructuur is erenwel onder hepaalde omstandigheden nog steeds zichtbaar en is bijzonder waarneembaar bij televisieweergaven met groot scherm, die vanaf een betrekkelijk kleine afstand worden -waargeno-men. Het probleem wordt nog ernstiger door de ultra grote beelden, welke worden gevormd bij televisieveergeefstelsels van het projectietype. De 25 zichtbaarheid van de lijnstructuur is verrassend wanneer in aaimerking vordt genomen, dat een samengesteld JTSC-signaal. in werkelijkheid drie simultane informatiekanalen omvat (een luminantie- en twee chrominantie-kanalen) en derhalve ongeveer 1500 lijnen per raster omvat. De zichtbaarheid is een gevolg van de superpositie van de R-, G- en B-signalen in 30 tripletten. Het is gewenst de effectieve verticale resolutie of definitie te vergroten op een wijze, welke compartibel is met de geldende normale televisiepraktijk, zodat de overdracht van signalen met grote resolutie onmiddellijk kan beginnen zonder dat de verking van de in gebruik zijnde — normale televisie-ontvangers op een ernstige wijze wordt gedegradeerd,

8 2 0 3 0 O

η 4 2 en toch zodanig, dat wanneer de signalen worden verwerkt door een ont-vanger volgens de uitvinding deze tot een verbeterd beeld met grote reso-lutie leiden.

Bij deze uitvoeringsvorm is het,voorafbepaalde aftast-5 patroon zodanig, dat overeenkomstige eerste lijnen van de paren lijnen overeenkomen met het aftastpatroon van een normaal televisiestelsel, zo-als PAL of NTSC, en wel zovel ruimtelijk als naar de tijd.

Der.verdere luminantierepresentatieve signalen kunnen met kleurrepresentatieve signalen worden gecombineerd voor het vormen 10 van een normaal samengesteld videosignaal. Bij voorkeur wordt een gedeel-te van het frequentiespectrum van tenminste een van de chrominantiecompo-nenten van het samengestelde signaal verwijderd en wordt het verschilsig-naal in dat gedeelte ingevoegd.

Volgens een tweede aspect voorziet de uitvinding in een 15 inrichting voor het vormen van een samengesteld videosignaal in combina-tie met een onafhankelijk signaal voor het gemeenschappelijk overdragen van beide signalen, velke inrichting is voorzien van filterorganen om „ in. hoofdzaak een gedeelte van het frequentiespectrum van een basisband-chrominantiesignaal tiit dit chrominantiesignaal, te verwijderen, organen 20 om het onafhankelijke signaal in het genoemde gedeelte van het frequentiespectrum van het chrominantiesignaal in te voegen en organen voor het vormen van een samengesteld videosignaal, welke organen bestemd zijn voor het ontvangen van een basisband-luminantiesignaal en het chrominantiesignaal, waarin het onafhankelijke signaal wordt ingevoegd om daaruit het 25 samengestelde signaal te vormen. De inrichting omvat bij voorkeur verder organen, die in responsie op het luminantiesignaal een signaal opwekken, dat de veranderingssnelheid daarvan voorstelt, waarbij de invoegorganen in responsie op het signaal,. dat de veranderingssnelheid voorstelt, het onafhankelijke signaal slechts in het chrominantiesignaal invoegen wan-30 neer de veranderingssnelheid een vooraf ingesteld niveau overschrijdt.

Volgens een derde aspect voorziet de uitvinding in een televisiestelsel voorzien van organen voor het aftasten van een beeld volgens voorafbepaald aftastpatroon -teneinde een elektrische representatie van het beeld te verschaffen, en organen om het beeld uit de elektrische 35 representatie volgens een overeenkomstig- aftastpatroon weer te geven, waar-_bij elk aftastpatroon achieve lijnen voor het op een achieve wijze voeren 8203060 * ¢- 9- 3 van het beeld omvat, die zich langs een li jnaftast r i chting uitstrekken, waarbij de actieve lijnen in een veldaftastinrichting dvars op de lijnaf-tastrichting zijn verdeeld, en elke actieve lijn een golfvorm bezit, die in de veldaftastrichting om de lijnaftastrichting oscilleert. Bij een 5 voorkeursuitvoeringsvorm van het derde aspect wordt de oscillatie van de golfvorm van de actieve lijnen van het door de weergeeforganen opge-wekte patroon met die van de aftastorganen gesynchroniseerd.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht . onder verwijzing naar de tekening. Daarbij tonen: 10 fig. 1 en 2 respectievelijk verticale en horizontale lijnen, weergegeven door een raster; fig. 3 een schema van de optische gedeelten van een kleurcamera overeenkomstig een aspect van de uitvinding; fig. U meer gedetailleerd cameravidicons en schakelin^· 15 gen, welke deel uitmaken van de camera volgens fig. 3j, fig. 5 een schema van paren rasterlijnen ter illustra-tie van een eigenschap van het ene aspect van de uitvinding; fig. 6 een schema van een gedeelte van een andere camera overeenkomstig een aspect van de uitvinding en overeenkomstig een ander 20 ' aspect van de uitvinding; fig. T een blokschema van een keten, welke kan worden gebruikt voor het verwerken van signalen, die door de camera volgens figuur 6 worden opgewekt; fig. 8 een stelsel waarin een normale TY-monitor signa-25 len ontvangt, die door de inrichting volgens figuur 6 en 7 worden opge-wekt teneinde daaruit een beeld te vormen; fig. 9 een TV-monitor welke bestemd is om volgens het ene en andere aspect van de uitvinding te worden gebruikt bij de inrichting volgens figuur 8 teneinde uit signalen, die door de inrichting vol-30 gens figuur 6 en 7 worden opgewekt, verbeterde beelden te verschaffen; fig. 10 tijdgolfvormen en frequentiespectra ter toelich-ting van bepaalde aspecten van de signaalbegraving; fig. 11 een blokschema van een kleurentelevisiestelsel volgens het ene en een ander aspect van de uitvinding waarbij signalen 35 met grote resolutie in het samengestelde kleursignaal worden begraven; fig·. 12 een blokschema van een kleurentelevisie-weer- g2 0 3 0 6 0 % __________ ^ _____ __ _________ , .

k geefmonitor, welke wordt toegepast bij bet stelsel volgens figuur 11 voor bet weergeven van beelden uit samengestelde kleurentelevisiesignalen met • begraven componenten met grote definitie; fig. 1-3 signaalfreq.uentiespectra. ter toelicbting van 5 de inricbting volgens figuur 12; fig. 1U een blokschema van veer een andere camera volgens: bet ene aspect van de uitvinding; fig. 15 een tijddiagram ter toelichting van de camera volgens figuur 1U; 10 fig. 16 een blotschema van. een televisiemonitor ten gebruike bij de camera volgens figuur 1^; / fig. IT een blokscbema van een televisieontvanger over-eenkomstig bet ene en andere aspecten. van de uitvinding; fig. 18 een blokscbema van. bet televisiestelsel over-15 eenkomstig een. verder aspect van de uitvinding waarbij onafbankelijke signalen over vierde en vijfde signaalkanalen met een samengestelde kleurentelevisiesignaalverwerkingsbaan aan een multiplex-bewerking . worden onderworpen; en fig. 19 een ontvanger voor signalen, die bij de in-20 ricbting volgens figuur 18 worden opgewekt.

Fig. 1 toont een raster met een aspectverhouding bij een boogte van drie eenheden en een breedte van vier eenheden. Het raster wordt op de gebruikelijke wijze met opeenvolgende horizontale lijnen (niet afgebeeld) afgetast. In bet raster worden afwisselende licbte en 25 donkere verticale lijnen weergegeven.,De licbte en donkere lijnen zijn gerelateerd aan de frequentie van het signaal, dat verwerkt-wordt. De horizontale aftasttijd bij NTSC is 63,5 microsec waarvan bij benadering 10 microsec wordt gebruikt voor horizontale onderdrukking en waarbij bij benadering 53 microsec overblijft als de duur van de actieve lijn-30 aftasting. De afwisselende lichte en donkere lijnen, die bij het raster volgens figuur 1 worden gevormd, vereisen in positieve en in negatieve ricbting verlopende signaalzwaaien, waarvan de snelheid wordt bepaald door de relatieve fysische afstand van de lijnen. De luminantieband-breedte van een televisiesignaal bedraagt ongeveer 3. MHz, zoals de prak-35 tijk is bij ontvangers, en derhalve kan het signaal met de hoogste fre-___ quentie, dat de band kan doorlopen, een voile periode (een positieve en 82T3T6 0 ~~ * * 5 een negatieve zvaai van het luminarrtiesignaal) in 1/3 ^usec doorlopen.

In 53 microsec (de duur van het actieve gedeelte van een horizontale lijn) kunnen bij benadering 160 volledige perioden plaatsvinden. Derhalve kunnen 160 zwarte en 160 witte lijnen in een horizontale lijn voor een 5 totaal van 320 televisielijnen hij een volledige horizontale aftasting optreden. Overeenkomstig de normale televisi,epraktijk moet de horizontale resolutie evenwel met 3A worden vermenigvuldigd om de standaardresolu-tie.te bepalen (de resolutie, welke zo optreden indien het raster vier-kant was' en een breedte had, die gelijk was aan de hoogte). Derhalve be-10 draagt de horizontale resolutie ongeveer 2k0 televisielijnen bij een bandbreedte van 3 MHz of bij benadering 80 televisielijnen per MHz. On-der gebruik van dit criterium is de resolutie in horizontale richting voor veen kleursignaalcomponent met een bandbreedte van 1,5 MHz ongeveer 120 t elevisielij nen.

15 In verticals richting bestaat elk veld uit meer dan 250 afgetaste lijnen, zoals uit figuur 2 blijkt. De kleurresolutie in verti-cale richting is veel beter dan in horizontale richting omdat de horizon-? tale resolutie door de ehroma-kanaalbandbreedte, zoals boven is vermeld, wordt beperkt tot ongeveer 120 televisielijnen, terwijl de verticale 20 kleurresolutie niet door de kanaalbandbreedte doeh door het aantal horizontale lijnen waarmede van het beeld in verticale richting steekproe-ven worden genomen wordt bepaald. Derhalve is de kleurresolutie in verticale richting veel groter dan de kleurresolutie in horizontale richting waarbij de horizontale kleurresolutie evenwel adequaat is. Anderzijds is, 25 zoals eerder is vermeld, de verticale luminantieresolutie niet adequaat aangezien bij grote beeldweergaven een lijnstructuur kan worden waargeno-men.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van een camera met grote resolutie volgens de uitvinding.

30 In fig. ’3 doorloopt licht uit een tafereel, weergegeven als een pijl 301, een optisch stelsel, weergegeven als een rechthoek 302, naar een kleursplitsingsprisma 30^. Groen licht doorloppt, zoals bekend, het prisma rechtstreeks evenals verdere optische middelen 306, welke nodig zijn voor het focusseren van een beeld, dat door een half verzilverde 35 spiegel 308 op- de frontplaat van een camerabuis of vidicon 12 direct via __ de spiegel 308 op de frontplaat van een vidicon 10 wordt gereflecteerd.

8203060 6

De rode componenten van het licht uit het tafereel worden door het prisma 301(- gescheiden en door een optisch stelsel 319 via de half verzilverde spiegel 311 en door reflectie vanuit het voorvlak van. de spiegel 311 op de frontplaat van het vidicon 312 gefocusseerd. Het blauwe licht wordt 5 op een soortgelijke wijze door het prisma 30¾ gescheiden,. door het opti- · sche stelsel 31^ gefocusseerd en de half verzilverde spiegel 316 reflec-teert een beeld op de frontplaat van de camerazuis 318 en voert een beeld aan de frontplaat van de camerabuis 320 toe. Figuur 1(- toont meer gedetail-.leerd-de schakelingen, welke bij de vidions 10 en 12 behoren, die repre-10 sentatief zijn voor elk van de paren. In figuur 1(- tasten.twee aangepaste vidicons of camerabuizen 10 en 12 rasters 1¾ en 16 op de fotogevoelige . vlakken daarvan af onder invloed van een afbuigaandrijfketen 18, welke veroorzaakt, dat wisselstroom.door afbuigwikkelingen vloeit, welke zijn weergegeven als spoelen 20 en 22. Op de rasters 1^, 16 worden identieke 15 beelden gevormd door optische middelen, zoals beschreven onder verwij-zing naar figuur 3, welke een half verzilverde spiegel kunnen omvatten.

Een trefelektrodevoedingsspanning wordt via weerstanden 2k en 26 aan de trefelektroden van de respectieve buizen 10 en 12 aangelegd. Het signaal uit elke trefelektrode wordt toegevoerd aan een voorversterker. Zoals 20 beschreven worden identieke videosignalen uit elke. camerabuis afgeleid. Zoals aangegeven in figuur 1(, vloeit een. kleine constante stroom in een weerstand 28, die ten opzichte van. de wikkeling 20 door een condensator 30 is geblokkeerd, waardoor de’ gelijkstroom in de wikkeling 22 vloeit.

Deze kleine extra stroom wordt zodanig gekozen, dat de aftastlijnen van 25 het raster 1U iets worden verschoven vergeleken met de rasterlijnen, die door de buis 12 op het raster 16 worden afgetast. De grootte van de stroom wordt zodanig gekozen, dat het raster 1k in verticale richting over 1/k van de af stand tussen naast elkaar gelegen aftastlijnen wordt verschoven. Figuur 5 toont de posities van de aftastlijnen, die door de 30 -buizen 10 en 12 ten opzichte van het beeld, dat wordt afgetast, worden opgewekt. Het beeld, dat wordt afgetast, zal hier ter toelichting worden beschouwd als de enkele rechthoek 500 ofschoon het beeld in. werkelijkheid op twee frontplaten aanwezig is en niet rechthoekig behoeft te zijn. De aftastlijn 501 wordt door de buis 10 gelijktijdig met de aftastlijn 502, 35 die door de buis 12 wordt verschaft, opgewekt.. Aangezien de aftastlijnen _________ in iets verschillende posities ten opzichte van het beeld verkeren, kan

unDW ; T

,-. '7 het videosignaal, dat tijdens de aftasting van naast elkaar gelegen lij-nen 501 en 502 wordt verschaft, verschillend zijn ofschoon tengevolge van de fysische nabijheid van de lijnen van het‘ beeld bet videosignaal dikwijls hetzelfde zal zijn. De buis 10 tast dan de lijn 503 gelijktijdig 5 met'de aftasting door de buis 12 van\de lijn 50¾ af. De afstand tussen de lijnen 502 en 503 wordt zodanig gekozen, dat bij het volgende veld volgende op het veergegeven veld de buis 10 een rasterlijn kan aftasten in-de positie, aangegeven door de stippellijn 506, en de buis 12 een rasterlijn kan aftasten in de positie, aangegeven door de stippellijn 10 Uo8, waardoor men·, een geinterlinieerde aftasting over een rasterinterval (interval van tveevelden) verkrijgt. De buizen 10 en 12 zetten hun aftasting over de identieke beelden op de bijbehorende fotogevoelige scher-men voort met lijnen, die lets ten opzichte van elkaar zijn verschoven totdat-elk 262,5 lijnen opwekt, -waarop het veld eindigt en het volgende 15 veld, begint. In het-totaal worden 525 lijnen per veld afgetast en warden 1050 lijnen per raster bij de i-nrichting volgens figuur b afgetast. Bij de inrichting volgens figuur 3 tasten de buizen 310, 10 en 320 ge-meenschappelijk een eerste raster van 262,5 lijnen via het beeld per veld af, tervijl alle buizen 312,. 12 en 318 gemeenschappelijk..een tweede 20 raster van 262,5 lijnen via het beeld per veld aftasten, waarbij het tweede raster ten opzichte van het eerste is verschoven over bijvoor-beeld 1/¾ van de afstand tussen naast elkaar gelegen aftastlijnen van het eerste raster. Derhalve tast de hele inrichting volgens figuur 3 ook 1050 lijnen per raster af.

25 De weerstand 28 en de condensator 30, weergegeven in figuur 3, kunnen uit de keten worden veggelaten mits de beelden, die op de transparante frontplaten van de vidicons worden gevormd,. fysisch zijn verschoven over een kleine afstand, zodat identieke rasteraftastingen een videosignaal uit iets verschillende gedeelten van het beeld kunnen 30 opwekken, dat met de beschreven afstand is verschoven.

Figuur 6 toont een andere uitvoeringsvorm van een inrichting voor het opwekken van twee simultane.-.videosignalen, die represen-tatief zijn voor iets verschillende. gedeelten van.een momochromatisch beeld. De inrichting volgens figuur 6 kan driemaal in combinatie met een 35 kleursplitsingsprisma worden gebruikt- voor het vormen van simultane R-, _____G- en B-signalen. In figuur 6 heeft een vidicon 600 eenfrontplaat 602 “8T0W0 ~ 8 waarop door een niet afgebeeld optisch stelsel een beeld wordt gefocus-seerd. Verticale en horizontale afbuigwikkelingen, die in bet algemeen met 6oi^ zijn aangeduid en door geschikte afbuigketens worden aangedreven, veroorzaken, dat de elektronenbundel van bet vidicon een raster met een 5 grote horizontale snelheid zoals 15.750 Hz aftast en in verticale rich- ting een.aftasting uitvoert met·een. geringere snelheid zoals 60 Hz. Een hulpafbuigwikkeling 6o6 is met een " wobble"-klokgenerator 61¼ gekoppeld en zodanig georienteerd, dat een verticale afbuiging van de elektronen-bundel optreedt. De generator 6θ8 levert een signaal met een frequentie, 10 welke groot is (aanmerkelijk groter is dan de hoogste videofrequentie) ten opzichte- van de horizontale afbuigfrequentie en waarvan de amplitude voldoende is om een verticale piek-tot-piek afbuiging te verkrijgen, wel-ke gelijk is aan 1 /U- van de afstand tussen de lijnen.. Zoals onder vervij-zing naar figuur 5 is beschreven, verkrijgt. men hierdoor een gelnterli-15 neerde aftasting met de lijnen van de voorafgaande en volgende velden.

De verticale afbuiging, die door de hulpvikkelingen worden veroorzaakt, is aangegeven door de stippellijn 257» 257a op het vlak van de kinescoop 600. Derhalve doorloopt elke aftastlijn een golvende baan over het raster. De bovenste excursies van elke baan zijn aangeduid met het- lijnnummer 20 (bijvoorbeeld L1, L2...) en- het onderste uiteinde van elke baan is aangeduid met het lijnnummer en het bijschrift "A". Het videosignaal wordt bij een trefelektrodecontact 60¼ tijdens de aftasting continu opgewekt en aan de synchrone detectoren 6θ6 en 6θ8 toegevoerd.

De synchrone detectoren 6o6 en 6θ8 kunnen worden voor-25 gesteld als regelbare mechanische schakelaars 6θ6 en 608, die door de kloksignaalgenerator worden bestuurd. Het "wobble"-kloksignaal, dat aan de detector 6θ8 wordt aangelegd, is in fase omgekeerd, zodat de schakelaars 6θ6 en 6θ8 afwisselend sluiten. De schakelaar 6o6 sluit tijdens de opwaartse excursie van de golvende afbuigaftastbaan en de schakelaar 6θ8 30 sluit tijdens de neerwaartse excursies van de golvende baan. Het videosignaal, dat op de trefelektrode 60¼ tijdens de opwaartse excursies wordt ontvangen, treedt aan de uitgang van de schakelaar 6θβ op, en het videosignaal, dat tijdens de neerwaartse excursies optreedt, treedt aan de uitgang van de schakelaar 6θ8 op. Het schakelsignaal wordt gefilterd 35 door laagdoorlaatfilters 610 en 612 voor het verschaffen. van gefilterde signalen L1, L2, L3... aan de uitgangsklem 61¼ en Lla* L2a, L3a... bij 82 0 3 0 6 0-------------------’ 9 de uitgangsklem 616. Derhalve zijn simultane informatielijnen beschik-baar, die aftastingen van het beeld voorstellen, die over 1/¾ van de interlijnafstand zijn verschoven. Deze simultane lijnen L1, L1A; L2, L2A ... komen overeen met de lijnen 501» 502; 503,. 50¾..., weergegeven in 5 figuur 5, en het gefilterde videosignaaL op de uitgangsklemmen 6lk,

St6 kan in wezen niet worden ondersebeiden van bet Videosignaal, dat bij de inriebting volgens figuur b wordt verkregen.

Figuur T toont een schakeling voor bet opwekken uit bet videosignaal van gelijktijdig optredende horizontale aftastlijnen, 10 velke gescheiden zijn over een kleine verticale afstand ofscboon ook kunnen worden opgewekt een signaal, dat representatief is voor de som (s) of bet gemiddelde van twee naast elkaar gelegen aftastlijnen en een . ander signaal (Δ), dat representatief is voor het verscbil. In fig. 7 is de ingangsklem 702 bestemd om te worden gekoppeld met bijvoorbeeld de 15 klem 61¾ van de inriebting volgens figuur 6 voor bet ontvangen van bet videosignaal uit een aftastlijn, terwijl de klem 70¾ bestemd is om te worden gekoppeld met de klem 6l6 voor bet ontvangen van het videosignaal uit een naast gelegen aftastlijn. De klem 702 is. gekoppeld met de niet-inverterende ingangen van een optelinrichting 706 en een aftrek-* 20 inriebting of verschilketen 708. De klem 70¾ is gekoppeld met een andere niet-inverterende ingang van de optelinrichting 706.en een inverterende ingang van de aftrekinrichting 708. Het uitgangssignaal van de optelinrichting 706 is een signaal met bij benadering het dubbele van de amplitude van een ingangssignaal en derhalve is met de uitgang een door twee de-25 lende dempingsinriebting 710 gekoppeld om het uitgangssignaal van de optelinrichting 706 te normaliseren teneinde aan de uitgangsklem 712 van de dempingsinrichting een gemiddeld signaal (S) op te wekken, dat in hoofdzaak equivalent is aan het signaal, dat zou zijn opgewekt door een enkele aftastlijn, die zicb fysisch t us sen de lijnen L1, L1A; L2, L2A...

30 bevond. De aftrekinrichting 708 trekt de waarden van de twee signalen van elkaar af teneinde bij de klem 71¾ een verschilsignaal (Δ) te verschaffen, dat slechts representatief is voor de hoogfrequente verticale resolutie. Indien .bijvoorbeeld de lijnen L1 en L1A identiek zijn, levert de aftrek-inriebting 708 geen uitgangssignaal. Dit wijst erop, dat er geen veran-35 dering in bet signaal tussen de lijnen L1 en L1A aanwezig is en geeft derhalve aan, dat de beschikbare verticale resolutie niet wordt gebruikt.

8203060 .· 10

Op een soortgelijke wijze geeft de aanwezigheid van een verschilsignaal Δ aan de uitgang van de aftrekinrichting 708 aan, dat de resolutie wordt gebruikt door een verticale transitie, die ergens tussen. de lijnparen optreedt. .Het gemiddelde signaal S, dat op deze wijze wordt opgewekt, 5 is totaal equivalent aan het signaal, dat wordt opgewekt door een normale monochrome camera, die hetzelfde tafereel waameemt. De inrichting volgens de figuren 6 en 7 tezamen verschilt .van de inrichting van een verticale apertuurcorrectieinrichting daarin, dat de som- en verschilsignalen wor-• den afgeleid uit onafhankelijke paren lijnen (d.w.z. L1, L1A, L2, L2A...), • 10 terwijl bij apertuurcorrectieinrichtingen de lijnen worden verwerkt in sequentiele paren inclusief een vooraf verwerkte lijn (LI, L1A; L1A, L2; L2,. L2A...). Figuur 8 toont een kleurentelevisiestelsel waarin een normale weergeefeenheid voor 525 lijnen per raster signalen ontvangt, die door de inrichting volgens figuur 6 worden geleverd. In figuur 8 15 doorloopt licht uit een (niet afgebeeld) object een optisch stelsel 800 aan de linker zijde van' de figuur en wordt door een kleursplitsingspris-ma 802 in rode, groene en hlauwe componenten gesplitst. De rode en blauwe componenten treffen de frontplaten van normale enkele vidicons 8θ6 respectievelijk 8o8, die op hun beurt'rode en blauwe signalen van 525 20 regels per raster leveren. Het groene licht uit het prisma 802 treft de frontplaat van een vidicon 600. De vidicon 600 wordt bedreven op een wijze, als beschreven onder verwijzing naar figuur 6, waarbij een hulpaf-buigwikkeling 602 wordt aangedreven door een kloksignaalgenerator 6lU voor het opwekken van een videosignaal, dat aan een synchrone demodulator en 25 verwerkingsinrichting 6l8 van de signaalverwerkingsinrichting 861 wordt toegevoerd voor demodulatie in L1, L2, L3... bij een uitgangsgeleider en L1A, L2A, L3A... bij een andere uitgangsgeleider. De gedemoduleerde uit-gangssignalen worden toegevoerd aan een sommeer- en verschilketen 700 van de processor.861 voor het opwekken van groene som- (GS) en groene ver-30 schil- (GA)-signalen. Het groene somsignaal GS en de rode en blauwe signalen worden toegevoerd aan een matrix 812. Zoals vermeld is het groene somsignaal equivalent aan het groene signaal, dat wordt opgewekt door een irormaal bedreven vidicon en derhalve levert de matrix 812 een luminan-tiesomsignaal (YS), dat. aan een ingangsklem van een optelinrichting 8lU 35 wordt toegevoerd, en tevens 1---:en Q-chrominantiesignalen, welke worden __ toegevoerd aan een inrichting, welke bekend staat als een kwadratuurmodu- 82T3TSO ’ 11 lator 816 our de chrominantiesignalen in kwadratuur op een kleuronder-draaggolfsignaal, dat uit een generator 818 wordt toegevoerd, in amplitude te moduleren. De gemoduleerde chrominantieinformatie wordt toegevoerd aan een tweede ingang van de optelinrichting 81U voor het vormen 5 van een samengesteld somvideosignaal (YS + C).

De kloksignalen uit de generator 61 ^ worden toegevoerd aan een synchronisatie- en onderdrukkingssignaalgenerator 616, welke normale synchronisatie- en onderdrukkingssignalen levert, die aan een hlok 818 worden toegevoerd om het tijdstip van introduceren van de ge-tO schikte synchronisatie- en onderdrukkingsspanningen in het samengestelde somvideosignaal te regelen. Aan de uitgang van hetblok 818 staat een . volledig samengesteld kleurentelevisiesignaal beschikbaar, dat aan een gebruikelijke kleurmonitor '820 kan worden toegevoerd om op de normale wijze te worden gebruikt. Opgemerkt wordt, dat het door de processor 6l8 15 opgewekte. Δ-signaal voor deze normale werking niet nodig is. Derhalve zal zelfs indien het Δ-signaal aan de kleurmonitor 820 wordt toegevoerd bijvoorbeeld over een geleider, die door de gestippelde lijn 822 is weer-gegeven, de monitor 820 met geen middelen voor het verwerken van de extra.

.informatie dit signaal eenvoudig buiten beschouwing laten en op de ge-20 bruikelijke wijze een standaard-resolutiesignaal opwekken.

Volgens een aspect van de uitvinding kan een kleurmonitor, welke wordt toegepast bij een stelsel, zoals dat, weergegeven in figuur 8, worden gemodifieerd om het verschilsignaal GA te gebruiken voor het opwekken van een signaal met grote resolutie.

25 In figuur 9 ontvangt een monitor samengesteld uit kleur rentelevisiesignalen aan een ingangsklem 900 en verschilsignalen GA, welke afkomstig zijn tiit het groen-representatieve videosignaal, bij een ingangsklem 902. Het samengestelde signaal wordt toegevoerd aan een synchro-nisatiescheidingsinrichting 90^-, die verticale en horizontale synchroni-30 satiesignalen levert. De horizontale synchronisatiesignalen worden toegevoerd aan een fasevergelijkingsinriehting 906 en wel tezamen met horizontale oscillatorsignalen uit een horizontale oscillator 908 van een fase-vergrendelde lus (PLL) 910, voorzien van een lusfilter 912. De PLL 910 vergrendelt. de horizontaal frequente signalen van de oscillator 908 met 35 de horizontale synchronisatiesignalen, die uit het samengestelde video— signaal zijn afgenomen. Een verticaal frequent signaal wordt opgewekt 82 0Γ0Τ0 " 12 door een verticaal afbuiggedeelte van het afhuigblok 916, dat voor dit doel verticale signalen kan ontvangen·uit een verticale aftelketen 92k, welke door horizontaal frequente signalen uit een oscillator 908 wordt aangedreven (bij deze bepaalde uitvoeringsvorm 60 Hz), welke oscillator . 5 . met de horizontale frequentie kan zijn vergrendeld. Het afgescheiden . verticale synchronisatiesignaal wordt toegevoerd aan een aftelketen 91^ oi de fase van het aan de afbuigketen 916 toegevoerde verticaal frequen-te signaal te vergrendelen. De verticale· en horizontale afbuigketen 916 is op een. hekende wijze via een niet afgebeeld afbuigjuk met een kinescoop 10 921 gekoppeld.

Een "wobble"-klokgenerator 92^ is opgenomen in een PLL 918, welke is voorzien van een fasevergelijkingsinrichting 920,. die met de horizontale oscillator 908 is gekoppeld en stuursignalen levert, die • door .een lusfliter 922 worden gefilterd. De PLL 918 omvat. 00k eengfrequen-15 tiedeler 926 om de "wobble"-klokfrequentie in het gehied van de horizon- tale-oseillatorfrequentie zodanig' te delen, dat de "wobble"-klokfrequen- ♦ tie met een veelvoud van de horizontale-oscillatorfrequentie wordt ver- grendeld. Het I7wobble"-kloksignaal wordt toegevoerd aan een. hulpafbuig-wikkeling: 928, die met de kinescoop. 92.1 is gekoppeld voor het leveren van 20 een kleine mate van verticale afbuiging op een wijze, overeenkomende met die, welke onder verwijzing naar figuur 6 is beschreven. Het "wobble"-kloksignaal wordt 00k toegevoerd aan een synchrone demodulator 938 om de werking van een synchrone schakelaar 9^-0 te hesturen. Opgemerkt wordt, dat de klok 92U niet met de horizontale-oscillatorfrequentie behoeft 25 te zijn vergrendeld en in geen bepaalde relatie behoeft te staan tot het oorspronkelijke "wobble"-kloksignaal. Zolang als de fase van de synchrone demodulator en de polariteit van de: afgetaste deviatie, veroorzaakt door de "wobble"-klok van de monitor op de juiste wijze worden ingesteld bij de vervaardiging van de monitor, is geen verdere synchronisatie nodig. Ten-30 einde evenwel de zichtbaarheid van. zwevingen te reduceren, welke kunnen optreden tussen vervormingen met een laag niveau, die door de synchrone modulatoren en demodulatoren worden geintroduceerd, kan.het van voordeel zijn de "wobble"-klok in de ontvanger met de "wobble"-klok in de zender te vergrendelen door de "vobble"-frequentie van de ontvanger te relateren 35 aan de horizontale-oscillatorfreauentie, zoals weergegeven in figuur 9, .en tevens op een soortgelijke wijze de bron "wobble"-klok te vergrendelen 52 0 3 0 6 0 ““ i 13 of eventueel met andere stelselfrequenties, zoals de kleuronderdraag-' golffrequentie te vergrendelen.

Het samengestelde kleurentelevis iesignaal waaruit het synchronisatiesignaal is verwijderd, wordt toegevoerd aan een luma-5 chroma-splitsingsfliter 930 van bekend type,, dat de luminantieinformatie van de chrominantie-informatie scheidt.' De chrominantie-informatie wordt door een normale kleursignaalverwerkingsketen 931 toegevoerd aan een ingang van.een video-aandrijfketen 932 waarvan de uitgang met de stuurelek-· troden van de kinescoop 921 is gekoppeld. De luminantie-informatie 10 wordt' toegevoerd aan de niet-inverterende ingangen van een sommeerin-richting 93^- en een aftrekketen 936 van een synchrone demodulator 938.

Het aan de uitgang van de modulator 618 van figuur 8 opgewekte verschil-signaal GA wordt via een klem 902 toegevoerd aan een niet-inverterende ingangsklem van de sommeerketen 93¼ en aan de inverterende ingangsklem 15 wan de verschilketen 936. Het uitgangssignaal van de sommeerketen 93¼ is de som van twee videosignalen en is gelijk aan 2L1/2L2... .Dit signaal heeft het dubbele van de gewenste amplitude en.wordt derhalve gerediiceerd door het signaal over een dempingsinrichting 935 te voeren teneinde het oorspronkelijke groene L1/12...-signaal. opnieuw te verschaffen, welk sig-20 naal wordt toegevoerd aan een klem van een eenpolige omschakelaar 9^-0, die met de "wobble "-klokf requentie wordt hestuurd. Het GA-signaal wordt opgewekt door de verschilketen 936 en wordt aan de andere klem van de schakelaar 9^0 toegevoerd. Het signaal aan de uitgang van de schakelaar 9^0 is een recreatie van het YS-signaal, dat is afgenomen uit het B, GS, 25 B-signaal, dat oorspronkelijk door de vidicons 8θ6, 8θ8 en door het vidi-con 600 op de golvende wijze daarvan is afgetast. Aangezien het luminantie-signaal de in hoofdzaak uit groen in plaats van uit rood of blauw hestaat, ligt het GA-signaal waarmede het IS-signaal wordt gemodifieerd, zeer dicht bij het meer theoretisch-juiste YS-signaal. Dit opnieuw opgebouwde YS-30 signaal wordt toegevoerd aan een verdere luminantieverwerkingsinrichting, weergegeven als een blok 9^2, en wordt vervolgens aangelegd aan de tweede ingang van de video-aandrijfketen 932 voor een matrixwerking met het chrominantiesignaal uit het filter 930 om het signaal, dat in de kinescoop 921 moet worden weergegeven, te verschaffen.

35 Tijdens het. bedrijf bouwt de monitor met grote resolutie __. van de inrichting volgens figuur 9 het signaal met grote resolutie opnieuw '" “ 8 2 0 3 0 6 0 lk op nit het samengestelde kleurentelevisiesignaal, dat afkomstig is nit een X-signaal, tezamen met het Δ-signaal, dat in een afzonderlijk kanaal wordt opgewekt, teneinde een signaal met 525 lijnen per veld en 1050 . lijnen per raster te verschaffen.

5 Het tot dusver beschreven stelsel met grote resolutie vereist vier onafhankelijke ingangskanalen; de luminantie-,· synchronisa-tie- en onderdrukkingssignalen bij de basisband vormen een eerste kanaal; het X-signaal, dat in frequentie met het luminantiesignaal is gexnterlinieerd, vormt een tveede kanaal; het Q-signaal, dat eveneens met het 10 luminantiesignaal is gexnterlinieerd doch in fasekwadratuur is met het X-signaal, vormt een derde- kanaal; en het verschilsignaal op een afzon-derlijke geleider vormt het vierde kanaal. Ofschoon. een dergelijke in-richting bijzonder goed kan voldoen in een studio, is de extra geleider • voor het voeren van het verschilsignaal niet geschikt voor een normale 15 overdracht zoals bij een dienstverlening naar groter aantallen normale NTSC-ontvangers. Volgens een adder aspect van de uitvinding wordt het verschilsignaal in een gedeelte van het .chrominantiesignaal gexntrodu-ceerd of daarin verborgen (daarmede gemultiplexd). Het is normaliter. «juist, dat een kleurtransitie vergezeld gaat door een luminantietransitie. Sub-20 jectief is de luminantiecomponent van de transitie meer belangrijk dan de chrominantiecomponent. Eerhalve zijn enige chrominantiefouten accepta-bel in gebieden met snelle luminantieveranderingen. Van dit subjectieve effect wordt voordeel getrokken voor het vormen van een vierde kanaal in een normaal samengesteld televisiesignaal met drie kanalen, zoals 25 een NTSC- of PAL-signaal,,. waardoor het luminantieverschilsignaal op een compatibele wijze kan worden overgedragen.

Pig. 20a. toont een tijddomein-basisband-luminantie-signaal 1000, dat steeds terugkerende lijnen van informatie met horizon-tale onderdrukkingsintervallen TO - T1, T2 - T3 voorstelt. In plaats van 30 een luminantiesignaal kan het signaal 1000 een basisbandkleurverschil-signaal zijn. Tijdens het actieve lijninterval treedt een sinusvormig signaal 1001 op,, dat van lijn tot lijn in fase is. Het afgebeelde signaal bezit vijf volledige sinusperioden gedurende het actieve gedeelte van de lijn en leidt- tot een rasterweergave van vijf verticale. zwarte -. 35 lijnen, welke· zijn gexnterlinieerd met vijf verticale witte lijnen (vijf ___verticale patronen van wisselende of verschillende IdLeur in het geval van 8203060 : '15 kleurverschilsignalen)'. De frequentie NfH van een dergelijke sinusgolf bedraagt bij benadering 2 MHz. Figuur 10b toont de spectraalsamenstel-ling van bet -videosignaal 1000..Zoals aangegeven,. omvat het spectrum, een enkele hoofdspectraallijn 1002 bij de frequentie NfH tezamen met klei-. 5 ne zijlussen (N-1) fHen (N + 1) fH bij intervallen van 15 kHz vanaf fH. Figuur 10c toont een videogolfvorm 100k ovebeenkomende met bet signaal 1000 vaarbij de sinusgolf van lijn tot lijn uit fase is. Dit is in vezen een signaal met onderdrukte draaggolf, vaarbij de draaggolf bij de frequentie NfH is onderdrukt, zoals in figuur 10d met een stippellijn is 10 aangegeven, vaarbij de spectraalenergie in de vorm van der zijbanden van· 15 kHz optreedt. Wanneer een camera een verticaal patroon zoals een beg vaarneemt en een zoemlens vordt gebruikt. om bet aantal perioden in het patroon, dat vordt vaargenomen, te veranderen, verandert bet aantal palen in bet patroon continu van een gebeel getal naar een ander geheel getal 15 doch de spectraalenergie verandert niet geleidelijk van frequentie bij veranderingen in bet aantal perioden van bet steeds terugkerende patroon. Tengevolge van het steeds nemen van steekproeven met de horizon-tale frequentie treedt in plaats daarvan de energie slecbts.bij veelvou— den van de borizontale frequentie op, vaarbij een· spectraallijn in ener-20 gie afneemt tervijl een andere toeneemt vanneer bet aantal perioden in bet steeds terugkerende patroon vordt gevijzigd. Figuur 10e toont een spectraallijn 1008, die een gevolg is van een rasterpatroon, dat in ver-ticale ricbting uit afvisselende lichte en donkere horizontale lijnen bestaat. Wanneer bet aantal lijnen in bet raster toeneemt beveegt de 25 spectraallijn 1008 naar rechts naar een positie, velke representatief is voor het bogere frequentie. In verband met de horizontaai frequente be-monstering van het raster treedt de spectraallijn 1008 ook op als zijbanden van horizontaai frequente draaggolven. Derhalve zijn de spectraal-lijnen 1010 en 1012 respectievelijk de onderste en bovenste zijbanden 30 van fH, velke overeenkomt met de spectraallijn· 1008. Zoals blijkt, is bet signaal in verticale richting met grote definitie (hoogfrequent signaal) geconcentreerd om veelvouden van de helft van de regelfrequentie d.v.z. geinterlinieerd tussen veelvouden van de regelfrequentie,. zoals aangegeven door de gebieden VS in figuur 10f. Ilormale beelden bestaan 35 niet slechts uit, enkele verticale of horizontale patronen. In plaats. daar-_______van. bevatten zij signalen bij vele frequenties, velke een gevolg zijn van

~~ BTOTFSO

16 verticale en horizontale karakteristieken van het tafereel, dat wordt waargenomen. Figuur 10f toont ook het’ nomale, spectraalenergiepatroon van een gemiddeld heeld.

Zoals reeds, is vermeld, overschrijdt de verticale 5 kleurresolutie. in een normaal NTSC-heeld de horizontale kleurresolutie. Een derhalve is in vertieala richting een overschot aan kleurresolutie aanwezig, dat- voor de veergave van. een acceptatel heeld niet nodig is. Yolgens de uitvinding wordt het overschot aan verticale resolutie uit een kleursignaal verwijderd en wordt het op deze wijze in het spectrum 10 vrijkomende gehied gehruikt voor een vierde kanaal waarover het luminan-tie-gerelateerde signaal met grote definitie kan worden overgedragen.

De overschietende verticale kleurresolutie wordt verwijderd door het signaal uit het gehied YH, aangegeven. in figuur 10f te verwijderen.

Figuur 11 toont in hlokschema een inrichting volgens 15 de uitvinding voor het scheppen van een vierde kanaal. in een NTSC-sig-naalverwerkingskanaal, over we-lk vierde kanaal onafhankelijke informatie kan -worden.overgedragen. Bij de hepaalde afgeheelde uitvoeringsvorm is de extra informatie het luminantie-gerelat'eerde verschilsignaal GA met grote definitie, dat afkomstig is uit opeenvolgende groene lijnen. De 20 inrichting volgens figuur 11 komt in het algemeen overeen met die volgens figuur 8 en onderdelen, welke overeenkomen met die in figuur 8, zijn van dezelfde verwijzingen voorzien.·. Het YS-signaal uit de matrix 812 in het midden van figuur 11 wordt aan de sommeerketen 81¾. toegevoerd over een verdere vertragingsketen 1102 om te veroorzaken, dat het YS-25 signaal in de sommeerinrichting 81¾. op hetzelfde moment als het gemodu-leerde chrominantiesignaal aankomt. Op een soortgelijke wijze wordt het Q-signaal uit een matrix 812 aan een modulator 110¾ van de kwadratuur-. modulator 8l6 (rechts onder in de figuur) toegevoerd via een normaal laag-doorlaatfilter 1106 van 0,5 MHz en een vertragingsketen 1108. De vertra-30 gingsketen 1108 wordt zodanig gekozen, dat het gemoduleerde Q-signaal ge-lijktijdig met het gemoduleerde I-signaal in een sommeerketen 1110 (een deel van de kvadratuurmodulator 8l6) aankomt.

Het I-signaal, dat door de matrix 812 op de gehruikelij-ke. wijze· uit de R-, GS-..en B-signalen. wordt opgewekt, wordt direct toe-35 gevoerd aan de ingangsklemmen van een sommeerketen 111U en aan een an-dere ingang van de. sommeerketen 111¾ via een 1 H-vertragingslijn 1116.

De· sommeerinrichting 111¾. en de vertragingslijn 1116 vormen tezamen een 82 0 3Ί3 6 0 ; 17 kanfliter 1112.. De overdrachtskarakteristiek van het filter 1112 is in figuur 10g door de getrokken lijn 101U aangegeven. Opgemerkt wordt, dat de responsie 1014 maximaal is bij de frequentie nul en derhalve is bet filter 1112 een laagdoorlaat-kamfilter. In de responsie 101b- treden nul-5 punt en. op bij frequenties, welke overeenkomen met het frequentiegebied VH, aangegeven in figuur 10f, binnen welk frequentiegebied de verticale sdgnalen met grote resolutie optreden. Derhalve heeft het I-signaal, dat het filter 1112 verlaat, een spectraalresponsie, welke in het algemeen overeenkomt met die, aangegeven in figuur 1Gh, welke, zoals blijkt, 10 sterk overeenkomt met die volgens· figuur 10f behoudens demping of volle-dige verwijdering van de hoogfrequente gedeelten. Het filter 1116 verwij-dert derhalve uit het I-signaal· een gedeelte met grote resolutie waarin een. ander signaal kan worden geintroduceerd.

Het verschilsignaal GA wordt direct aan een ingang van 15 een aftrekinrichting 1118 toegevoerd en wordt tevens toegevoerd aan een tweede ingang van de aftrekinrichting 1118 via een 1H-vertragingslijn 1120. De aftrekinrichting 1118 en de vertragingslijn 1120 vormen tezamen een hoog-doorlaatkamfliter 1122 met een overdrachtsresponsiekarakteristiek, overeenkomende met die, weergegeven door de stippellijn 1016 in figuur 20 10g. Deze responsie maakt het mogelijk, dat GA-signalen het filter 1122 passeren wanaeer zij gelegen zijn in het frequentiegebied van die signa-len, welke door het filter 1112 uit het I-signaal zijn verwijderd, en belet een passeren daarvan wanneer de GA-signalen zijn gelegen in het frequentiegebied van de I-signalen, welke het filter 1112 passeren.

25 De laagdoorlaat-gefilterde I- en hoog-doorlaat-gefil- terde GA-signalen worden aan de ingangen van een sommeerketen 112b toegevoerd teneinde de signalen in frequentie te interlinieren. Het GA-signaal treedt slechts op wanneer een transitie in het G-signaal van een horizontale lijn naar de volgende aanwezig is, zoals reeds is vermeld.

30 'Verticale kleurtransities ziollen zeer dikwijls vergezeld gaan van luminan-tietransities en het G-signaal is het voornaamste bestanddeel van het luminantiesignaal. Derhalve zal het GA-signaal, dat bij het' I-signaal wordt opgeteld, het vaakst optreden slechts in het gebied van een snelle verticale kleurtransitie. De aanwezigheid van het GA-signaal in het. I— 35 signaal kan kleurweergave van een normale weergave schadelijk belnvloeden doch het GA-signaal, dat zijn maximale waarde tijdens de snelste kleur- 82 0 3 0 6 0 18 transities bezit, heeft de grootste invloed sleehts gedurende die tijden ' vanneer het signaal het minst zichtbaar is.

De gecombineerde I- en GA-signalen vorden uit de som-meerketen 1121· aan een modulator 1126 toegevoerd via een normaal laag-5 doorlaatfilter 1128 van 1,5 MHz., zeals normaliter vordt toegepast bij het begrenzen van de I-bandbreedte. De modulatoren 110l en 1126 ontvan-gen onderling in fase verschoven signalen uit een onderdraaggolfgenera-tor 8l8, vaarop elke modulator zijn ingangssignaal in amplitude moduleert en de resulterende onderling in kwadratuur gemoduleerde Q- en met GA ge-10 interlinieerde I-signalen vorden gesommeerd in de sommeerketen 1110 van vaaruit de signalen vorden toegevoerd aan een optelinrichting 8ll om bij het YS-signaal te vorden opgeteld. Natuurlijk vordt een maximaal ge-bruik van het resulterende samengestelde kleurvideo-somtelevisiesignaal met verschilsignalen sleehts verkregen door een veergeefmonitor, die in 15 staat is het verschilsignaal Δ uit het I-signaal te onttrekken.

Figuur 12 toont een gedeelte van een monitor, velke best emd is voor het onttrekken van het Δ-verschilsignaal, hoe ook afgeleid, uit het Γ-signaal. Figuur 12 komt in het algemeen overeen met figuur 9 en overeenkomstige onderdelen zijn voorzien van een zelfde verwijzing of 20 een verwijzing, die als een toevoeging de vend.jzing van het overeenkomstige element volgens figuur 9 omvat. In figuur 12 vordt een samengesteld kleurentelevisiesignaal met een verschilsignaal, dat in het X-kanaal is begraven, zoals onder verwijzing naar figuur 11 is beschreven, toegevoerd aan de klem 900 van een synchronisatiescheidingsinrichting 90l vaarin 25 verticale en horizontale synchronisatiesignalen vorden gescheiden. Het spectrum van het samengestelde signaal is in vereenvoudigde vorm veer-gegeven in figuur 13a, vaarin de getrokken lijnen X-signalen voorstellen en de stippellijnen gemoduleerde chrominantiesignalen voorstellen, vaar-bij de plaats van de verschilsignalen is aangegeven als Δ. Zoals blijkt, 30 treedt het verschilsignaal in het chroma-signaal in het algemeen bij de frequentie van het Y-signaal op. De afgescheiden horizontale synchronisatiesignalen uit de scheidingsinrichting 90l vorden toegevoerd aan de horizontale oscillator 910 voor het opvekken van horizontale synchronisatiesignalen, velke vorden toegevoerd aan een "vobble,,-klokgenerator 918 35 en velke ook tezamen met de afgescheiden verticale synchronisatiesignalen vorden toegevoerd aan. een afbuiginriehting, weergegeven als een blok 9160.

0203060 19

De generator 918 wekt "wobble"-signalen op, welke -Worden toegevoerd aan een hulpafbuigspoel 928, die met de kinescoop 921 samenverkt teneinde een kleine verticale deviatie van elke aftastlijn te veroorzaken, zoals onder verwijzing naar figuur 6 is beschreven. De "wobble"-signalen wor-5· den ook toegevoerd aan een "wobbler-modulator 938 om de Jniet in figuur 12 afgebeelde) synchrone schakelaar te besturen, door middel waarvan het YS-signaal met de "wobble"-frequentie wordt gevarieerd voor bet verschaf-fen van twee videolijnen voor de weergave met grote definitie. Het samen-gestelde videosignaal waaruit het synchronisatiesignaal is afgescheiden, 10 wordt uit de synchronisatiescheidingsinrichting 90¼ toegevoerd aan een luma-cbroma-splitsingsfilter 930 en aan een salvoscheidingsinrichting en oscillator 9311· De salvoscheidingsinrichting en oscillator 9311 neemt op een bekende wijze steekproeven van het salvosignaal en wekt twee kwadratuur-onderdraaggolfsignalen op, welke bestemd zijn om te worden 15 toegevoerd aan een Q-demodulator 9312' en een I-demodulator 9315.

Het aan het splitsingsfilter 930 toegevoerde samenge-stelde videosignaal wordt daarin toegevoerd aan een luminantiefilter 9301 waarvan de responsie complementair is ten opzichte van die van een chrominantiefliter 930¼. Het luminantiefilter 9301 omvat een 1H-vertra-20 gingslijn 9302 en een sommeerketen 9303 voor het. verschaffen van een overdrachtsresponsie, welke overeenkomt met 100¼ van figuur 10g, terwijl het chroma-filter 930¼ een 1 H-vertragingslijn 9305 en een aftrekketen 9306 voor het verschaffen van de complementaire responsie 1016 omvat.

Het luminantie-uitgangssignaal van het· filter 9301, weergegeven in figuur 25 13b, wordt aan de Y-ingang van de modulator 938 toegevoerd via een ver- tragingsketen 9^20 en een optelinrichting 1210. Het afgescheiden Y-sig-naal omvat een rest-A-signaal, dat bij frequenties bij de pieken van de responsie van het filter 9301 optreedt. De vertragingsketen 9^20 vertraagt het aan de modulator 938 toegevoerde Y-signaal zodanig, dat dit signaal 30. op hetzelfde moment als het. overeenkomstige Δ-signaal arriveert.

Aan de uitgang van het filter 930¼ heeffc het chrominan-tie (C) plus verschilsignaal (C + Δ) de vorm van I + Δ— en Q-signalen, die in kwadratuur op een onderdrukte onderdraaggolf zijn gemoduleerd.

Het afgescheiden chroma-signaal (figuur 13c) is .verontreinigd. door een 35 rest-Y-signaal, zoals met de kleine-letters Y bij de hoofd-Y-frequenties is aangegeven. Het afgescheiden C + Δ-signaal omvat Δ-signalen binnen de 8203060 20 bovenste frequentiegedeelten van de chroma-signaal-zijbanden. Het C + Δ-signaal wordt aan een tweede ingang van de Q-demodulator 9312 voor demo-dulatie toegevoerd en het restilterende basisband-Q-signaal wordt -via een laagdoorlaat-Q~filter 9313 en een vertragingsketen 931¾ toegevoerd aan 5 de Q-ingang van een behandelings- en. videoaandrijfketen 9320,

Het C + Δ-signaal volgens figuur 13c aan de uitgang van het filter 930¾ wordt ook (via een banddoorlaatfilter 1232 voor het ver-wijderen van het rest-I-signaal als in figuur 13h) toegevoerd aan een I-demodulator 9315» waar.het signaal wordt gedemoduleerd ten opzichte 10 van het onderdraaggolfsignaal uit de salvo-oscillator 9311. Aan.de uitgang van de demodulator 9315 wordt.de basisband-I-signaalfrequentie, gexnter-linieerd met het Δ-signaal, opnieuw gegenereerd met enige Y-signaalveront-reiniging, zoals aangegeven in figuur 13d. Dit signaal wordt over een laagdoorlaat-Y-filter 9316 gevoerd voor het veirwijderen van hoogfrequen-15 te componenten en wordt toegevoerd aan een Ι-Δ-scheidingsketen 1212, welke is voorzien van een hoogdoorlaat-kamfliter 121¾ en een laagdoorlaat-kamfilter 1216. Het hoogdoorlaat-kamfilter 121U omvat een 1H-vertragings-keten 1218 en een aftrekinrichting 1220 om het Δ-signaal ^figuur 13e) van het gedemoduleerde I + Δ-signaal te scheiden. Het laagdoorlaat-kamfilter 20 1216 omvat een 1H-vertragingsketen 1222 en een sommeerketen 122¾ om het I-signaal van het gedemoduleerde I + Δ-signaal te scheiden. Het afge-scheiden I-signaal wordt toegevoerd aan een derde ingang van de behandelings- en videoaandrijfketen 9320 en wordt daarin met de Y- en Q-sig-nalen gecombineerd voor het opwekken van RGB-aandrijfsignalen, welke be-25 stemd zijn om aan de kinescoop te worden toegevoerd.

Het aan de uitgang van het hoogdoorlaat-kamfilter 121¾ opgewekte Δ-signaal wordt toegevoerd aan een tweede ingang van de modulator 938, die op de onder verwijzing naar figuur 9 beschreven wijze werkt en het L1, L2...; L1A, L2A...-aftastsignaal weergeeft, zoals eer-30 der is beschreven.

Het afgescheiden. C + Δ-signaal aan de uitgang van het filter 930¾ wordt ook toegevoerd aan een laagdoorlaatfilter.1230 met een afsnij-frequentie onder de onderste zijhand van het chroma-signaal ten-. einde het restluminantiesignaal (fig. 13g) dat door het chroma-filter 35 930¾ uit het samengestelde signaal is onttrokken, af te scheiden. Dit ___rest-Y-signaal wordt toegevoerd aan een tweede ingang van een sommeerke- 8203060 * φ 21 ten 1210 om bij het YS-signaal te vorden opgeteld teneinde de laagfre-quente verticale luminantieresolutie op een bekende vijze te vergroten.

Figuur 1¼ toont een andere uitvoeringsvorm van een in-richting voor het opvekken van simultaan gepaarde lijninformatie, velke 5 nodig is voor het opvekken van de som (S) en verschil (A)-signalen-.

Gemeend vordt, dat de inrichting volgens figuur 1^ beter geschikt is voor een horizontale apertuurcorrectie dan andere uitvoeringsvormen.

In figuur \b verkt een oscillator 1^00 met het dubbele van de normale FH; in het geval van signalen, velke bestemd zijn voor een NTSC-stelsel, 10 verkt de oscillator 1^-00 bij 31,5 kHz en drijft deze een horizontale af-buigwikkeling 1^02 aan, die'bij een vidicon 1UoU behoort. Het vidicon 1^04 vordt derhalve met het dubbele van. de normale horizontale frequentie afgetast. Het 2FH-aandrijfsignaal vordt ook toegevoerd aan een verticale . aftelketen 1^06, die de 31,5 kHz reduceert tot een verticale-frequentie 15 van 60 Hz. Het signaal van 60 Hz vordt gebruikt voor het terugstellen van een hellingsgenerator 1408 van bekend type, vaarin een integrator vordt gebruikt voor het opvekken van een.verticaal' frequent hellingssig-naal. Het verticaal frequente hellingssignaal vordt toegevoerd aan een eerste ingang van een optel— en verticale aandrijfketen 1h10. Het 2FH-20 signaal uit de oscillator 1^00 vordt. ook toegevoerd aan een begrenzings-of kvadrateerversterker 1 h-12 voor het opvekken van een 2FH-rechthoeks-golf, die aan een tveede ingang van de optelinrichting 1U10 vordt toege-v. voerd voor optelling bij of aftrekking van het hellingssignaal teneinde een signaal op te vekken, dat bij 1M6 is aangegeven en velk signaal aan 25 een verticale afbuigvikkeling lh-18 vordt toegevoerd, die bij het vidicon 1 h-Oh- behoort. De amplitude van de rechthoeksgolf 1 Ulh-5 velke bij het hel-lingssignaal vordt opgeteld, vordt zodanig gekozen, dat een lijnparing optreedt, zoals op het scherm van het vidicon 1^04 is aangegeven. Lijnen L1 en L1A zijn gescheiden door een vierde van de afstand tussen de lijnen 30 L1 en L2. Deze lijnparing komt overeen met die, velke voor de andere uitvoeringsvormen is beschreven.

De trefelektrode 1^20 van het vidicon 1^0¼ is gekop-peld met een klem 1^22 van een vierpolige omschakelaar 1^2^. De schake-laar lb2h staat onder bestuur van een schakelbesturingsketen.1^26, die 35· de schakelaar 1^+2^ aan het begin van elke nieuve: aftastlijn naar een van __ devier posities daarvan doet stappen.

"“12 0T0 6 0 ; 22

In de aangegeven positie vordt het ingangssignaal tijdens de lijn LI uit de klem lk22 toegevoerd aan een klem lb2J van de schakelaar lk2k en toegevoerd aan de ingang van een vertragingslijn 1^31. De klokbesturingsklem lk25 van de vertragingsinrichting 1^31 vordt met 5 achtmaal de onderdraaggolffrequentie aangedreven vanuit een klokgenerator lkk8,- die met de klem ikkO is gekoppeld. De vertragingslijn 1^-31 moet, zoals bekend, een voldoende opzamelcapaciteit hebben om het videosignaal met de hoge klokfrequentie tijdens de duur van de aftastlijn L1 op te slaan. Fig. 15 toont een tijddiagram ter toelichting van de verking van 10 de schakelaar lk2k en de klokvertragingslijnen 1U31 - 1^-3^, die ladings-gekoppelde inrichtingen kunnen zijn en in figuur 15 zijn aangeduid met CCD1 tot CCD4. Ook in het interval TO - T1 vorden de vertragingslijnen 1^33 en 1^-3^- met de helft van de hoge klokfrequentie geklokt, in dit ge-val viermaal de onderdraaggolffrequentie, en de uitgangssignalen vorden 15 via de klemmen 1^-52 en 1^5^ van een hestuurde schakelaar 1^50 toegevoerd aan de klemmen 1^55 en 1^56 van. de schakelaar. Op het tijdstip T1 ein-digt de lijn 1 en het op tijdstip T2 begint de lijnaftasting van de lijn L1A. In het interval T1 - T2 is de schakelaar 1^-2^ in verking en beveegt elk contact zich in rechtse richting over een stap. De klem 1^22 maakt 20 derhalve contact met de klem 1^28 en het videosignaal kan in de vertragingslijn 1U32 vorden ingelezen, velke lijn dan met de hoge klokfrequentie vordt geklokt via de klem 1 kkl van de klokgenerator 1^8. Het klok- ken van de vertragingslijn lk33 vordt beeindigd doch het klokken met de lage frequentie van de vertragingslijn 1-^3^ gaat voort via de klem ik^T 25 uit de klokgenerator 1^k9. Het laagfrequente klokken van de vertragingslijn 1^31 begint met de lage frequentie .via de klem lUkk uit de klokgenerator 1Ook in het interval T1 - T2 vordt de schakelaar 1^50A om-gelegd om de vertragingslijn 1^31 met de klem 1 k55 te verbinden.

In. het interval T2 - T3 tast het vidicon ikoU de lijn 30 L1A af en vordt het signaal toegevoerd aan de geklokte vertragingslijn 11+32 om daarin met de hoge klokfrequentie te vorden opgeslagen. Ook in het interval T2 - T3 vordt de vertragingslijn 1^31 met de lage klokfrequentie uitgelezen, zoals aangegeven in figuur 15b, en .duurt het uit-klokken van de vertragingslijn 1^-3¼ met de lage klokfrequentie voort, 35 als aangegeven in figuur 15e. Op het tijdstip T3 aan het eind van de lijn L1A vordt de schakelaar lk2k naar de volgende positie bevogen, zodat 82 0 3 010 ..............

23 bet videosignaal op de klem 1^22 tijdens de lijn L2 beschikbaar is om in de vertragingslijn 1^33 te worden ingelezen, vaarbij bet uitklokken van de Vertragings li j n 1^31 naar de klem 1^-55 voortduurt en het uitklokken van de in de vertragingslijn 11+32 opgeslagen L1A-informatie met de lage 5 frequentie begint. De schakelaar 1^15b wordt omgelegd om de klem 1^53 met de .klem 1^-56 te verbinden. Het stelsel blijft een cyclus uitvoeren, waar-bij een inklokken van elke vertragingslijn achtereenvolgens met de hoge klokfrequentie plaatsvindt, gevolgd door een interval van uitklokken met de lage klokfrequentie, als aangegeven in figuur 15b - e. Opgemerkt wordt, 10 dat na.de afvoerperiode elke vertragingslijn CCD1 - ^ over een H/2-interval in een rusttoestand verkeert. Zoals aangegeven in figuur 15d en e wordt de door de vertragingsketen 1^33 in het interval T4 - T5 toege— voerde L2-informatie in bet interval T5 en T9 afgevoerd, terwijl de in het interval T6 - T7 aan de vertragingslijn 1^3^ toegevoerde L2A-infor-15 matie in het interval T7 - T11 wordt uitgelezen. Derhalve blijkt, dat de informatie van de gepaarde lijnen aan de klemmen 1^55, 1^-56 optreedt met een relatieve vertraging van H/2. Deze wordt gecorrigeerd door een ' H/2-vertragingslijn. 1460, die in de L1, 12,, L3...-baan is opgenomen met het gevolg, dat de informatie uit de lijnparen gelijktijdig aan de uit- ... 20 ' gangsklemmen 1 k62, 1 optreedt , als aangegeven in figuur 15f - i. De Ll/L2/L3-video-informatie uit de uitgangsklem lk62 en de L1A/L2A/L3A-video-informatie uit de uitgangsklem 1H6U wordt verwerkt bijvoorbeeld als aangegeven in figuur 7 teneinde de som (s)- en verschil (A)-signalen te verscbaffen.

25 Een monitor met grote resolutie volgens figuur 16 dient voor een aftasting met het dubbele van de normale horizontale frequentie; in het geval van NTSC met een frequentie van 31s5 kHz. Bij de inrichting volgens figuur 16 heeft bet ingangssignaal de vorm van twee gelijktijdig optredende videosignalen, die elk de video-informatie uit twee naast el- 30 kaar gelegen afgetaste lijnen voorstellen. De videosignalen worden aan de klemmen 1601 en 1602 aan de linker zijde van de figuur toegevoerd. De aan de klemmen 1601 en ΐβ02 toegevoerde videosignalen worden uit de som (S) en verschil (A)-signalen afgenomen door bijvoorbeeld een inrichting, als weergegeven in figuur 9» welke is voorzien van een optelinrichting 35 93^-j een deler 935 en een aftrekinrichting 93&, als aangegeven in het ____blok 938.

8203060 - \ 2k

De inrichting volgens figuur 16 is in het algemeen ge-sproken het omgekeerde van de inrichting volgens figuur 1¾. In figuur 16 vorden de tvee hinnenkomende simultane signalen hij 15.750 Hz opnieuv gerangsehikt als sequentiele signalen van 31,5 kHz, die aan de kinescoop 5 Ίβ70 aan de rechter zijde van de figuur vorden toegevoerd. Een met de ingangsklem 1601 gekoppelde synchronisatiescheidingsinrichting 1662 scheidt de verticale en horizontale synchronisatiesignalen, velke aan een PLL 166k van 2FH vorden toegevoerd voor het opvekken van 2FH-aandrijf-signalen. (De synchronisatiesignalen kunnen 00k afzonderlijk vorden ge-10 introduceerd en direct vorden toegevoerd vanneer' dit nodig is)-. Het 2FH-signaal vordt toegevoerd aan een verticale aftel- en afbuigketen 1668, die een getrapt hellingssignaal opvekt., zoals heschreven onder vervij-zing naar figuur 1^, velk signaal vordt toegevoerd aan. een verticale afbuigwikkeling 1618, die hij de kinescoop 1670 hehoort. Het 2FH-signaal 15 vordt 00k als een aandrijfsignaal toegevoerd aan een horizontale afbuig-vikkeling 1676 hij een frequentie van 31,5 kHz. Bij 31,5 kHz vindt elke aftasting over het scherm van de kinescoop 1670 plaats in FH/2. Derhalve moeten de tvee parallelle ingangssignalen naar de tijd vorden gecompri-meerd en in sequentiele volgorde vorden gerangsehikt.

20 De schakelaars 1650a en T650h vorden hedreven door een signaal, dat vordt opgevekt door een flipflop (FF) 1658a, FF 1658 vordt aangedreven door het FH-signaal. Wanneer hinnenkomende signalen, die lij-nen L1 en L1A voorstellen, vorden ontvangen, hevinden de schakelaars 1650a en l650h zich in een neervaartse positie, vaarhij de kleramen 1655 en 25 1656 met de respectieve vertragingslijnen 1632 en 163k zijn verhonden. De kloksignalen voor deze vertragingslijnen vorden geleverd door de ί(·Χ=· onderdraaggolfgenerator 16^-9 * Deze lijnen vorden in de vertragingsketens geregistreerd en de registratie vordt tijdens een fH-interval of een periode voltooid. Aan het eind van de toevoer van de lijnen L1 en L1A 30 vorden de schakelaars 1650a en l650h naar de hovenste posities daarvan omgeschakeld door een signaal uit FF 1658 en het volgende ingaande lijn-paar (L2 en L2A) gehint de vertragingslijnen 1631 en 1633 te helasten.

De schakelaar 1676 vordt 00k door FF 1658 hedreven en voert een UXSC (laag) kloksignaal via de· respectieve contacten 1^Ul· en 1^5 aan de ver-35 tragingsinrichtingen 1631 en 1633 toe. Gedurende de periode. vaarin de lijnen L2 en L2A vorden ontvangen en in de vertragingsinrichtingen 1631, 1633 -stotwo ~......' ' "...................

25 worden geregistreerd, begint het uitlezen van de lijn L1 uit de vertra-gingslijn 1632, terwijl de vertragingslijn 163^ in rust is. De klem 1622 wordt met de klem 1628 verbonden door een trekkersignaal uit de klok van 31 kHz,· waardoor-de.video-verwerkingseenheid 167U met de uitgang 5 van de vertragingslijn wordt verbonden. Tegelijkertijd wordt een 8x-onder-draaggolfklok 161+8 met de vertragingslijn 1633 uit de 8X-generator via de klem 1¥H verbonden, die in synchronisme met de video-uitgangsschake-laar met de frequentie van 31 kHz wordt omgeschakeld. Het uitlezen van de vertragingslijn 1632 wordt voltooid in de helft van een normale perio- 10 de van 15 kHz en de schakelaar 1678 wordt naar een nieuwe positie gebracht waarin de klem 1622 en de uitgang van de 8X-onderdraaggolfgenerator 16U8 zijn gekoppeld met de vertragingslijn 163^, welke wordt uitgelezen, waar-door het vereiste video-signaal voor de weergave wordt opgewekt. De volg-orde van parallel inlezen, sequentieel uitlezen duurt voort bij het toe-15 voeren van het signaal voor de 3-1,5 kHz-aftasting van de monitor.

Figuur 17 toont een televisie-ontvanger volgens de uit-vinding. In figuur 17 ontvangt een antenne 1710 samengestelde kleuren-televisiesignalen met begraven Δ-signaal, waarbij het geheel op draag-. golven met standaardfrequenties en onderste rest-zijbanden is gemoduleerd 20 en waarbij FM-gemoduleerde audiosignalen op de normale wijze ten opzichte van de video-draaggolffrequentie zijn verschoven. Een afsteminrichting 1712 kiest een van de draaggolven en zet deze om in een standaardr-tussen-frequentie. Het resulterende tussenfrequente signaal wordt door een tus-senfrequentieversterker 171^ versterkt en aan een tweede detector 1716 25 toegevoerd voor omzetting in basisband. Het audiosignaal wordt toegevoerd aan een audiosignaal-verwerkingsketen 1718, welke kan zijn voorzien van een FM-demodulator voor het opwekken van basisband-audiosignalen en welke eveneens kan zijn voorzien van een audio-aandrijfinrichting voor het aan-• drijven van een bij de ontvanger behorende luidspreker 1720. Het basisband-30 videosignaal wordt toegevoerd aan een AYR-keten 1722, die met de tussen-frequentieversterker en de afsteminrichting is gekoppeld om de basisband-videosignaalamplitude te regelen. Het samengestelde basisband-kleurtelevi-siesignaal met bestuurde amplitude met Δ wordt toegevoerd aan een schake-ling, welke overeenkomt met de monitor 1200 van figuur 12 om in een kleu-35 renkinescoop 921 een kleurentelevisiesignaal met een grotere verticale __ resolutie op te wekken.

; 82 0 3 0 6 0 26

Figuur 18 toont een inrichting voor het begraven van onafhankelijke signalen nit eerste en tveede bronnen, velke met klemmen 1802 en 180U (aan de linker zijde van'de figuur) zijn gekoppeld in resp. de Q- en I-signalen van het samengesteld kleurentelevisiesignaal. In . 5 figuur 18 vordt licht uit een (niet afgebeelde) bron via een optisch stel-sel 800 toegevoerd aan een splitsingsprisma 802, dat het licht verdeelt en toevoert aan rode en blauwe vidicons 806 en 808 en aan een groen vidi-con 600, vaarvan de afbuiging vordt "ge-vobhled" met een *Vobble',-klok-frequentie door een hulpafbuigwikkeling 6θ6, die uit een klokgenerator 10 61 h- vordt aangedreven. De generator 61¾ drijft 00k de synchronisatie- en onderdrukkingsgenerator 6l6 aan voor het opvekken van een salvo-vlagge-signaal. en de synchronisatie- en onderdrukkingssignalen, die aan. een in-troductie-inrichting 818 vorden. toegevoerd. De rode en blauwe videosigna-len vorden uit de vidicons 806 en 808 aan een matrix 812 toegevoerd. Het 15 groen-representatieve signaal vordt toegevoerd aan een sommeer- en ver-schilketen 861, velke bijvoorbeeld bestaat uit de combinatie van de synchrone modulator 618.en de som- en. verschilketen. 700 van figuur 7·.

De keten 861 vekt een GS-signaal op, dat vordt toegevoerd aan een ingang van de matrix 812, en een GA-signaal, dat. vordt toegevoerd aan een diffe-20 rentiator, velke is veergegeven als een blok 1806 en waarvan de uit gang is gekoppeld met een drempelaffcastketen 1808, die een uitlees-inschakel-signaal levert vanneer de veranderingssnelheid van het GA-signaal een voorafbepaald niveau overschrijdt. Het YS-signaal uit een matrix 812 vordt via een vertragingslijn 1102 toegevoerd aan een sommeerketen 81U.

25 De Q- en I-signalen, velke door de matrix vorden geleverd, vorden toegevoerd aan respectieve laagdoorlaat-kamfilters Ί810 en 1812 (bijvoorbeeld als aangegeven bij 1112 in figuur 11) om uit de Q- en I-signalen die ge-deelten uit te kammen, velke een grote veranderingssnelheid bezitten. De gekamde. Q- en I-signalen vorden toegevoerd aan respectieve sommeerketens 30 l8.tU en 1816. De onafhankelijke signalen uit de eerste en tveede bronnen vorden tezamen met de bijbehorende kloksignalen aan de respectieve geheu-gens 1818 en 1820 toegevoerd, velke als buffers verken om de onafhankelijke signalen te accumuleren tijdens die perioden vaarin dus verande-. ringssnelheid van het videosignaal niet voldoende groot is om het onaf-35 hankelijke signaal te verbergen. Wanneer een verticaal frequente transitie optreedt, vekt de drempelaftastketen 1808 een uitleesinschakelsignaal op, '"'"'92 0 3 '0 6 0 ..... .............

27 dat aan de geheugens 1818 en 1820 wordt toegevoerd om een uitlezing bij de frequentie van de klok 1822 mogelijk te maken, welke frequentie zoda-nig wordt gekozen, dat bet onafhankelijke signaal in de I- en Q-signalen wordt geinterlinieerd. De onafhankeli jke signalen, die uit de gehengens 5 1818 en 1820 worden uitgelezen, worden met uit de klok 1822 afkomstige synehronisatiewoorden in introductie-inrichtingen 1830 en 1831 gecombi-neerd. De synehronisatiewoorden maken .een regeneratie van de kloksigna-len bij het terugwinnen van de onafhankelijke signalen uit het televisie-signaal mogelijk. De onafhankelijke signalen en de synehronisatiewoorden 10 worden in respectieve hoog-doorlaat-kamfliters 1822 en 182¼ (bijvoorbeeld als aangegeven bij 1122 in figuur 11) gezeefd en aan sommeerketens 181¼ en 1816 toegevoerd om met het bijbehorende respectieve verbergingssignaal te worden gecombineerd. De resulterende signalen worden laag-doorlaat-gefilterd en op een bekende wijze. aan kwadratuurmodulatoren toegevoerd t 15 . voor-het opwekken van een chrominantiesignaal, dat met het YS-signaal in de optelinrichting $1¼ wordt gesommeerd en overigens op de wijze van een normaal signaal wordt verwerkt. Een normale NTSC-kleurent elevisie-ontvaii-ger kan het onafhankelijke signaal bij de randen van verticale luminantie-transities weergeven in de vorm van kleurfouten in het transitiegebied, 20 doch dergelijke foutens hier in het bijzonder voor grote luminantie-transities,. zijn subjectief niet zeer waarneembaar. Derhalve is een normale ontvanger in wezen ongevoelig voor de begraven informatie.

Figuur 19 toont een ontvanger, welke bestemd rs voor het weergeven van normale televisiesignalen waarin onafhankelijke signa-25 len zijn begraven en voor het onttrekken van de onafhankelijke signalen. Die elementen van figuur 19, welke overeenkomen met de elementen van figuur 12, zijn van dezelfde verwijzingen voorzien. Figuur 19 verschilt van figuur 12 daarin, dat de gedemoduleerde en gefilterde I- en Q-signalen . beide door complement ala hoogdoorlaat- en laagdoorlaatfilters worden ge-30 voerd en het luminantiesignaal wordt gedifferentieerd en aan een drem-pelwerking wordt onderworpen om een extra onafhankelijke-signaalverwer-king te regelen.

In figuur 19 wordt het Q~signaal toegevoerd aan een complement air- hoogdoorlaat-laagdoorlaat-kamfilterpaar 191¼ - 1916, over-35 eenkomende met het filterpaar 121¼ - 1216 van figuur 12. Het Q-signaal ___ is beschikbaar aan de uitgang van het filter- 1916 en wordt aan de Q-ingang _ 32 0 yog 0 ............ " / 28 van. de video-verwerkings- en aandrijfketen 9320 toegevoerd. Het onafhankelijke signaal treedt op aan de uitgang van het hoogdoorlaatfilter 191U. Een keten 1920 dient voor het ontvangen van het som-luminantiesignaal IS en vergelijkt naast elkaar gelegen lijnen voor het opwekken van een ver-5 schilsignaal Δ, overeenkomende met het uitgangssignaal van de differentiator 1806 in figuur 18, welke signaal wordt toegevoerd aan een drempel-keten, die is weergegeven als een hlok 1932, voor het opwekken van een signaal, dat indicatief is voor het tijdstip waarop het onafhankelijke signaal in het Q-kanaal aan het stelsel kan worden toegevoerd. Het on- 10 afhankelijke: signaal, dat aan de uitgang van het filter 191¼ optreedt, wordt toegevoerd aan een vertragingsketen 1918 waarvan de vertraging ... voldoende is om het onafhankelijke signaal te vertragen.tot na de wer- king van de drempelketen 1932, waarbij het onafhankelijke signaal wordt toegevoerd aan poort 1920, die door het inschakelsignaal wordt bedreven.

15 De poort voert het onafhankelijke- signaal toe aan een synchronisatie- woord-identificatieketen 1922 en aan de ingang van een geheugenketen 1926. De synchronisatiewoordMdentificatie-inrichting 1922 identificeert de bij de onafhankelijke signalen behorende synchronisatiewoorden, waardoor-de onafhankelijke-signaalklokgenerator 192¼ in staat wordt gesteld het 20 kloksignaa! opnieuw op te wekken om het mogelijk te maken, dat het signaal in het geheugen 1926 wordt. geregistreerd, waar het signaal voor gebruik besehikbaar blijft. Op een soortgelijke wijze wordt het onafhankelijke I-kanaalsignaal besehikbaar aan de uitgang van het hoogdoorlaat-kamfilter 121¼ en wordt dit signaal toegevoerd aan een vertragingsin-25 richting, een poort, een synchronisatiewoord-identificatie-inrichting, een klokgenerator en het geheugen 193¼ voor het I-kanaal, overeenkomende met de elementen 1918 - 1926 van het Q-kanaal.

Het is duidelijk, dat andere uitvoeringsvormen volgens de uitvinaing mogelijk zijn. In plaats van de informatie in het I-kanaal 30 te introduceren, kan de informatie op dezelfde wijze als boven is be- schreven in het Q-kanaal worden geintroduceerd zolang als de gereduceerde Q-bandbreedte voor de bandbreedte van het signaal acceptabel is. Een aan-tal Δ-signalen kan in zowel de I- als. Q-kanalen worden geintroduceerd, welke voor dit doel vierde en vijfde kanalen binnen de samengestelde-35 video-overdrachtsbaan vormen. Op een- soortgelijke wijze kan een Δ-signaal _____ in of het I- of het Q-kanaal worden. geintroduceerd en een onafhankelijk -T2 0T0 β 0---------------- -----------------------------------------' 29 signaal kan in het andere kanaal worden geIntrodueeerd. Men kan bij die uitvoeringsvormen, waarbij "wobbles" klokken worden gebrnikt andere "wobble"-klokfrequenties toepassen en, zoals reeds is vermeld, kannen deze klokken met verschillende stelselsignalen worden vergrendeld.

5 De uitvinding kan worden toegepast bij samengestelde kleurentelevisie-overdrachtstelsels van het PAL-type en wel op dezelfde wijze als bij die van het NTSC-type aangezien de monochromatische of luminantie-aspecten. van de resolutie hetzelfde zijn en de principes van de kleuroverdracht ten opzichte van NTSC slechts verschillen in kleine 10 details, welke niet relevant zijn voor de verbergingsaspecten volgens de uitvinding.

Ofschoon de S- en Δ-signalen bij de weergegeven uitvoeringsvormen worden afgeleid uit een groen kanaal van een driekleuren-signaalbron, kan het verschilsignaal, indien gewenst, worden afgeleid uit 15 de R- of B-signalen, of kunnen de RGB-signalen uit de bron aan een ma-trixbewerking worden onderworpen voor het opwekken van paren. simultane Y-signalen, welke dan kunnen worden gesommeerd en van elkaar worden af-getrokken voor het verschaffen van YS- en ΥΔ-signalen.

Bij weer een andere uitvoeringsvorm van de kleuren-20 camera volgens figuur 3 kan gebruik worden gemaakt van rode, blauwe en luminantie-responsieve buizen, zoals bekend, waarbij twee buizen in het luminantiekanaal en een buis elk in de chroma-kanalen aanwezig is om de kosten te reduceren. De verschuiving van de rasters van de twee vidi-cons (of de overeenkomstige verschuiving van de beelden) bij de in-25 richting volgens figuur k kan een veelvoud zijn van 1/2 van de interli-nieringsafstand plus 1A lijn in plaats van eenvoudig 1A lijn.

8203060

Claims (31)

1. 2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk verder signaal het gemiddelde van. de luminanties van het hijhehorende 15 paar lijnen voorstelt.
2. 3. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verwerkingsorganen zijn voorzien van organen voor het sommeren van de luminatiesignalen, die hij elk paar lijnen hehoren, om de verdere signalen op te vekken, en om de luminantiesignalen van elkaar af te trekken 20 teneinde de yerschilsignalen te verschaffen. k. Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de organen voor het weergeven van den luminantiesignalen van de veergeef-organen zijn voorzien van organen voor het sommeren en aftrekken van de verdere en yerschilsignalen teneinde de luminantiesignalen weer te geven. 25 5- Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lijnen van elk paar naast elkaar gelegen lijnen van het aftastpatroon zijn.
3. 6. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de lijnen van elk.paar simultaan worden afgetast. 30 7* Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de organen voor het opvekken van de. luminantiesignalen zijn voorzien van een paar beeldaftastinrichtingen (10, 12) vaarin het heeld simultaan overeen-__ komstig een paar aftastpatronen vordt afgetast, welke inrichtingen zoda- 820Τ0ΊΓ0 nig zijn ingericht, dat de lijnen van. een van de lijnaftastpatronen relax ief in dvarsrichting van de aftastlijnen ten opzichte van elkaar zijn verschoven, vaardoor de inrichtingen tezamen respectieve lijnen van de lijnen van elk paar lijnen verschaffen.
4. 8. Stelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de organen voor het opvekken van de luminantiesignalen zijn voorzien van aftastorganen, velke bestemd zijn om het heeld volgens een verder pa-troon van aftastbanen. af te tasten, velke aftastbanen zich in de lijn-aftastrichting uitstrekken en in een veldaftastrichting dvars op de 10 lijnaftastrichting zijn verdeeld, vaarbij elke aftastbaan een golvorm bezit, die in de veldaftastrichting om de lijnaftastrichting oscilleert, vaarbij de aftastbanen de beide lijnen (L1, L1a) van respectieve lijnen van de paren lijnen van het voorafbepaalde patroon snijden, en steek-proeforganen (6l8), velke bestemd zijn om in een vooraf ingestelde tijd-15 relatie ten opzichte van de oscillaties van de golfvorm steekproeven te nemen van signal en,. die nit de aftastbanen afkomstig zijn teneinde de signalen, velke de luminantie van het beeld langs de aftastlijnen van het voorafbepaalde patroon voorstellen, op te vekken.
5. 9. Stelsel. volgens conclusie 8, met. het kenmerk, dat de 20 beeldweergeeforganen van de weergeeforganen zijn voorzien van organen voor het opnieuv opbouven van het beeld overeenkomstig een aftastpatroon, dat overeenkomt met het genoemde verdere patroon, voorzien van aftastbanen, waarbij de genoemde golfvorm de beide lijnen van respectieve lijnen van de paren lijnen van het voorafbepaalde patroon snijdt, en organen ( 938, 25 92b) voor het nemen van steekproeven van de luminantiesignalen, die door de steekproeforganen van de beeldaftastorganen worden opgewekt en het toevoeren van de steekproeven aan de herconstructie-organen [9b2, 921, 928, 9-1.6) in een vooraf ingest elde tijdrelatie ten opzichte van de oscillaties van de golfvorm teneinde de steekproeven toe te wijzen aan de 30 paren aftastlijnen van het voorafbepaalde patroon teneinde het beeld veer te geven.
6. 10. Stelsel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de oscillatie van golfvorm van de aftastbanen van de reconstructie-organen is gesynchroniseerd met de oscillatie van de· golfvorm van de aftastbanen 35 van de-aftastorganen.
7. 11. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de aftastorganen zijn voorzien, van organen {S^b) voor het opvekken van een 8201T6 0 signaal, dat de golfvorm van de aftastbanen bepaalt, en organen (616) om dat signaal syncbronisatiesignalen af te leiden om het aftastpatroon en de holfvorm van de aftastbanen van de reconstructie-organen te syn-chroniseren met die van de aftastorganen, vaarbij de reconstructie-orga-5 nen (90^, 910, 918) zijn voorzien van organen, die in responsie op de synchronisatiesignaJLen de synchronisatie beverkstelligen.
8. 12. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met bet kenmerk, dat de organen voor bet.opvekken van de luminantiesignalen (800 - 8θβ, 600, βθβ) zodanig zijn uitgevoerd, dat deze de luminantiesignalen 10 opvekken en tevens kleur-representatieve signalen, die de kleur van het beeld voorstellen, vaarbij het stelsel verder is voorzien van codeerorga-nen (812, Sll*·, 8l6, 818) om uit de verdere signalen en de kleur-represen-tatieve signalen een samengesteld videosignaal op te vekken, en vaarbij de veergeeforganen zijn voorzien van decodeerorganen (930, 931) om het 15 samengestelde videosignaal te decoderen teneinde de verdere signalen en de kleur-representatieve signalen veer te geven.
9. 13. Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, geken- merkt door organen om de verschilsignalen en de verdere signalen uit de omzetorganen via respectieve transmissiekanalen (900, 902; 822, GS, -812 20 tot 818) naar de veergeeforganen over te dragen. 1U. Stelsel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de codeerorganen zijn voorzien van. filterorganen (1112) en zodanig zijn in-gericht, dat deze een samengesteld videosignaal met terminate een chro-minantiecomponent (I) opvekken, die uit de kleur-representatieve signa-25 len is afgeleid en vaaruit tenminste een gedeelte van het frequentie-spectrum door de filterorganen is verwijderd, vaarbij de codeerorganen tevens zijn voorzien van organen om het verschilsignaal in het genoemde gedeelte van het frequentiespectrum van de chrominantiecomponent te intro-duceren.(1122, 112*0, en vaarbij de decodeerorganen zijn voorzien van 30 filterorganen (1212) om het verschilsignaal van de chrominantiecomponent te scheiden.
10. 15. Stelsel volgens conclusie 1*t, met het kenmerk, dat de codeerorganen zijn voorzien van filterorganen en bestemd zijn voor het opwekken van een samengesteld videosignaal,. dat tvee chrominantiecomponen-35 ten omvat vaaruit gedeelten van het frequentiespectrum. zijn vervijderd, _vaarbij de- codeerorganen zijn voorzien van organen om het verschilsignaal 828 31)6 0 in het gedeelte van het frequentiespectrum, dat uit een van de chrominan-tiecomponenten is verwijderd, te introduceren, en organen om een onaf-.hankelijk signaal in het gedeelte van het frequentiespectrum, dat uit de andere chrominantiecomponent is verwijderd, te introduceren, vaarbij • 5 de decodeerorganen zijn voorzien van filterorganen om de verschil- en onafhankelijke signalen van de chrominantiecomponenten te scheiden,
11. 16. Stelsel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de introductie-organen het onafhankelijke signaal slechts in het genoemde gedeelte introduceren indien de veranderingssnelheid van het luminantie-10 signaal een vooraf ingestelde drempelwaarde overschrijdt.
12. 17· Stelsel volgens een der voorgaande conclusies, met. het kenmerk, dat het voorafbepaalde aftastpatroon zodanig is, dat overeenkom-stige eerste lijnen van de paren lijnen conform zijn aan het aftastpatroon van een normaal televisiestelsel, zoals PAL of HTSC, en zovel ruimtelijk 15 als naar de tijd.
13. 18. Stelsel volgens conclusie 1T, met het kenmerk, dat de verdere signalen luminantiesignalen vormen, die compatihel zijn met het normale stelsel teneinde de luminantie van het heeld in de- veergeeforga-nen veer te geven. 20 19· Stelsel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het samengestelde videosignaal conform is aan dat van een normaal televisiestelsel ten aanzien van het verdere signaal en. de frequentiecomponenten van de chrominantiecomponenten, die daarin aanvezig zijn.
14. 20. Beeldomzetinrichting ten gehruike hij het stelsel vol-25 gens conclusie 1 tot 19, gekenmerkt door organen voor het opvekken van signalen, die de luminantie van een heeld voorstellen langs aftastlijnen (L1, L1A) van een voorafbepaald aftastpatroon, en organen voor het ver-verken van de luminantiesignalen teneinde signalen (Δ) op te vekken, die het verschil in luminantie tussen voorafbepaalde paren van de lijnen 30 en verdere luminantie-representatieve signalen (S) voorstellen, velke te-zamen met de verschilsignalen een veergave van de luminantiesignalen van de genoemde paren lijnen mogelijk maken.
15. 21. Beeldveergeefinrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat elk verder signaal (S) het gemiddelde van. de luminanties 35 van het bijbehorende paar lijnen voorstelt.
16. 22. Beeldomzetinrichting volgens conclusie 20 of 21, met het. kenmerk,. dat de organen voor het opvekken van het luminantiesignaal 8203060 3b zijn voorzien van een paar 'beeldaftastinrichtingen (10, 12) vaarin het beeld simultaan overeenkomstig een paar aftastpatronen vordt afgetast, vaarbij de inrichtingen zodanig zijn ingericht, dat de lijnen (501) van een van de lijnaftastpatronen in dvarsrichting ten opzichte van de af-5 tastlijnen (502) van het .andere patroon zijn verschoven, vaardoor de inrichtingen tezamen respectieve lijnen van de lijnen van elk paar lijnen verschaffen.
17. 23. Beeldomzetinrichting volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk, dat de organen voor het opvekken van het luminanti e s ignaal 10 zijn voorzien van aftastorganen, velke dienen om het heeld overeenkomstig een verder patroon van aftastbanen af te tasten, die zich in de lijnaftastriehting uitstrekken en in een veldaftastrichting dvars op de lijnaftastrichting zijn verdeeld, vaarbij elke aftastbaan een golfvorm heeft, die in de veldaftastrichting om de lijnaftastrichting oscilleert,-15 en de aftastbanen de beide lijnen (11, L1A) van respectieve paren lijnen van het voorafbepaalde patroon snijden, en steekproeforganen (6l8), velke bestemd zijn om in een vooraf ingestelde tijdrelatie ten aanzien van de oscillaties van de golfvorm.steekproeven te nemen van signalen, die door de aftastbanen vorden opgevekt teneinde de genoemde signalen, 20 die de luminantie van het beeld langs de aftastlijnen van het voorafbepaalde patroon voorstellen, te verschaffen. 2k. Beeldomzetinrichting volgens conclusie 20, 21, 22 of 23, met het kenmerk, dat de organen voor het opvekken van het luminantie-signaal (600, 800 - 806) de luminantiesignalen (GEN)opvekken en tevens 25 kleur-representatieve signalen (RGB), die de kleur van het beeld voorstellen, en veer organen (812, 81U, 816, 1112) met filterorganen (1112,. 1122), velke bestemd zijn om uit de verdere signalen (GS) en de kleur-representatieve signalen een samengesteld videosignaal met tenminste een chrominantiecomponent op te vekken, vaaruit tenminste een gedeelte van 30 het frequentiespectrum is vervijderd,. vaarbij de codeerorganen. tevens zijn voorzien van organen (1122, 112^) om het verschilsignaal (GA) in het genoemde gedeelte van het frequentiespectrum. van de chrominantiecomponent te introduceren.
18. 25. Beeldomzetinrichting volgens conclusie 2b, met het ken- 35 merk, dat. de codeerorganen zijn voorzien van filterorganen en de codeerorganen een samengesteld videosignaal opvekken, dat tvee chrominantie- 8 2 0 3 oliQ componenten omvat vaaru.it gedeelten van het frequentiespectrum. zijn verwijderd, en de codeerorganen zijn voorzien van organen om het ver-schilsignaal in het gedeelte van het frequentiespectrum, dat uit ien van de chrominantiecomponenten is verwijderd, te introduceren, en organen om 5 een onafhankelijk signaal in het gedeelte van het frequentiespectrum, dat uit de andere chrominantiecomponent is verwijderd, te introduceren.
19. 26. Beeldomzetinrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de introductieorganen hestemd zijn om het onafhankelijke signaal slechts in het genoemde gedeelte te introduceren indien de ver- 10 anderingssnelheid van het luminanties ignaal een vooraf ingestelde drem-pelvaarde overschrijdt. • \
20. 27. Weergeefinriehting ten gehruike hij het stelsel volgens conclusie 1 tot 19 voor het weergeven van een heeld, voorgesteld door signalen, welke het verschil in luminantie tussen voorafbepaalde paren 15 lijnen van een voorafbepaald heeldaftastpatroon voorstellen, en verdere luminantie-representatieve signalen, velke zijn afgeleid uit signalen, die de luminanties van het paar lijnen voorstellen en velke tezamen met de filtersignalen de veergave van de signalen mogelijk maken, die de luminanties van de paren lijnen voorstellen, gekenmerkt door organen, 20 die in responsie op de verschilsignalen (GA) en de verdere signalen (ϊ) de luminantiesignalen (L1, L1A) van de paren lijnen weergeven, en organen (921, enz.) voor het weergeven van het heeld uit de weergegeven luminantiesignalen.
21. 28. Weergeefinriehting volgens conclusie 27 voor het veerge-25 ven van een heeld, voorgesteld door een samengesteld videosignaal, dat het verdere signaal omvat en tenminste een chrominantiecomponent vaaruit een gedeelte van het frequentiespectrum is verwijderd en in welk gedeelte het verschilsignaal is geintroduceerd, gekenmerkt door decodeerorga-nen (930) om het samengestelde videosignaal te decoderen teneinde het 30 verdere signaal (IS) en de chrominantiecomponent (I + Δ) waarin het verschilsignaal (Δ) is geintroduceerd te decoderen, en filterorganen om het verschilsignaal (Δ) van de chrominantiecomponent (I) te scheiden.
22. 29. Weergeefinriehting volgens 28 voor het weergeven van een heelc, voorgesteld door een samengesteld videosignaal met het ver- 35 dere- signaal en de genoemde ene chrominantiecomponent waarin het verschil-_ signaal is geintroduceerd en een verdere chrominantiecomponent waaruit βζ'ο’ϊόβο’ 3 6 een gedeelte van het frequentiespectrum is verwijderd en waarin een on-afhankelijk signaal is geintroduceerd,, gekenmerkt door verdere filter-organen om het onafhankelijke signaal van de verdere chrominantiecomponent te scheiden.
23. 30. Weergeefinrichting volgens conclusie 27, 28 of 29, met het kenmerk, dat de lijnen van elk' paar naast elkaar zijn gelegen.
24. 31. Weergeefinrichting volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de beeldweergeeforganen z.ijn voorzien van organen (921, 92¼, 928 enz.) voor het reconstrueren van het beeld volgens een verder aftastpatroon 10 van aftastbanen, die zich in een lijnaftastrichting uitstrekken en in een veldaftastrichting dwars op de lijnaftastrichting zijn verdeeld, waarbij elke aftastbaan een golfvorm bezit,. die in de veldaftast - richtingr om'.de lijnaftast :,-.richting oscilleert, waarbij de aftastbanen de beide lijnen (L1, L1A) van de respectieve paren lijnen, die naast elkaar zijn gelegen, 15 van het voorafbepaalde beeldaftastpatroon snijden en organen (938, enz.) om steekproeven te nemen van de luminantiesignalen (L1, L1A), die uit de verschilsignalen (GA) en de verdere signalen (Y) worden. weergegeven in een voorafbepaalde tijdrelatie met de oscillaties van de golfvorm teneinde deze toe te wijzen tussen de lijnen, welke door de galfrorm worden gesne-20 den om het beeld weer te geven.
25. 32. Inrichting voor het vormen van een samengesteld video-signaal in combinatie met een onafhankelijk signaal voor gemeenschappe-lijke overdracht van beide signalen, gekenmerkt door filterorganen (1812) voor het in hoofdzaak verwijderen van een gedeelte van het frequentie- 25 spectrum van een basisband-chrominantiesignaal (i) uit dit chrominantie-signaal, organen (182^, 1816) voor het introduceren van het onafhankelijke signaal in het genoemde gedeelte van het freauentiespectrum, van het chrominantiesignaal, en organen voor het vormen van een samengesteld vi-deosignaal, welke een basisbandluminantiesignaal en het chrominantiesig-30 naal waarin het onafhankelijke signaal is geintroduceerd ontvangen voor het daaruit vormen van het samengestelde signaal.
26. 33. Inrichting volgens conclusie 32, gekenmerkt door organen (1806, 1808), die in responsie op het luminantiesignaal een signaal opwekken, dat de veranderingssnelheid daarvan voorstelt, waarbij de intro- 35 ductieorganen in responsie op het signaal, dat. de. veranderingssnelheid voorstelt, het onafhankelijke signaal slechts in het chrominantiesignaal ’ introduceren wanneer de veranderingssnelheid een vooraf ingesteld niveau 8203060 « overschrijdt. 3¾. Inrichting volgens conclusie 32 of 33» met het kenmerk, dat het basisbandehrominantiesignaal een kleurverschilsignaal (i) is.
27. 35. Inrichting volgens conclusie 32, 33 of 3¾, met het ken-5 merk, dat de filterorganen zijn voorzien van een kamfilter (1812) voor het. verwijderen van een aantal' gedeelten van het frequentiespectrum van het chrominantiesignaal en de introductieorganen zijn voorzien van een kamfilter (182¾.) voor het doorlaten van in hoofdzaak slechts frequentie-componenten van het onafhankelijke signaal, welke overeenkomen met de 10 .frequentieeomponenten, die uit het chrominantiesignaal zijn verwijderd, en.organen (1816) om de kam-gefilterde chrominantie- en. onafhankelijke signalen te combineren.
28. 36. Inrichting volgens conclusie 35, met het kenmerk, dat het kamfilter (bijvoorheeld 1112) voor het verwijderen van de genoemde 15 gedeelten van het frequentiespectrum van het chrominantiesignaal is voorzien van een vertragingslijn (1116) en een sommeerketen (111¾) waarvan een eerste ingang met de uitgang' van de vertragingslijn is gekoppeld en . welke sommeerketen tevens een tveede ingang bezit, welke tveede ingang met de ingang van de vertragingslijn is gekoppeld, en het kamfilter 20 (.1122) van de introductieorganen is voorzien van een vertragingslijn (1120) en een aftrekketen (1118) met een eerste ingang, welke met de uitgang van de vertragingslijn is gekoppeld en een tweede ingang, die met de ingang van de vertragingslijn is gekoppeld. 37« Inrichting volgens een der conclusies 32 tot 36, met 25 het kenmerk, dat de organen (861, 1806, 1808) voor het opvekken van een signaal, dat de veranderingssnelheid van een luminantiesignaal voorstelt, bestemd zijn voor het ontvangen van luminantiesignalen, die bij opeen-volgende lijnaftastingen van een door de luminantiesignalen voorgesteld beeld behoren en als het genoemde signaal een signaal opwekken, dat de 30 veranderingssnelheid van de luminantie dwars op de lijnaftastingen voorstelt .
29. 38. Inrichting voor het decoderen van het samengestelde videosignaal in combinatie met het onafhankelijke signaal, gevormd door de inrichting volgens conclusie 32, gekenmerkt door organen (930, 9312, 35 9315 enz.) voor het decoderen van het samengestelde videosignaal tenein-de ‘de basisbandluminantie-(YS) en chrominantiesignalen (IQ,) veer te ge-ven en filterorganen (191¾» 1-91-6, 12^, 1216) om het. onafhankelijke sig- 8203060 naal van het chrominantiesignaal te scheiden.
30. 39. Inrichting volgens conclusie 38 voor het deeoderen van het door de inrichting volgens conclusie 33 gevormde signaal, gekenmerkt door poortorganen (1920), velke hestemd zijn om het onafhankelijke sig-5 naal uit de filterorganen (191I+) te ontvangen, en organen (1930, enz.) die in responsie op het luminantiesignaal de poortorganen in verking stellen om het onafhankelijke signaal door te laten vanneer de verande-ringssnelheid van het luminantiesignaal een vooraf ingesteld niveau overschrijdt.
31. 10 UO. Televisiestelsel, gekenmerkt door organen voor het af- tasten van een heeld volgens een voorafbepaald aftastpatroon teneinde een elektrische representatie van het heeld te verschaffen en organen om· het heeld uit de elektrische representatie volgens een overeenkomstig aftastpatroon veer te geven, vaarhij elk aftastpatroon actieve lijnen 15 omvat om op een actieve vijze het heeld te voeren, velke lijnen zich in een lijnaftastrichting uitstrekken, vaarhij de actieve lijnen in een veldaftastrichting dvars op de lijnaftastrichting zijn verdeeld en elke actieve lijn een golfvorm heeft, die in de veldaftastrichting om de lijnaftastrichting oscilleert. 20 1+1. Stelsel volgens conclusie 1+0, met het kenmerk, dat de oscillatie van de golfvorm van de actieve lijnen van het patroon, verkre-gen door de veergeeforganen,. is gesynchroniseerd met die van de aftastorganen (910, 918; 6ll+, 616). 1+2. Stelsel volgens conclusie 1+1, met het kenmerk, dat de 25 aftastorganen zijn voorzien van organen (61k) voor het opvekken van een signaal, dat de golfvorm van elke actieve lijn hepaalt, en organen (616) om uit dat signaal synchronysatiesignalen af te nemen om het aftastpatroon en de golfvorm van de actieve lijnen van het aftastpatroon, verkre-gen door de veergeeforganen, met die van de aftastorganen te synchronise-30 ren, vaarhij de veergeeforganen zijn voorzien van organen (910, 918), die· in responsie op de synchronisatiesignalen het hijhehorende aftast-. patroon en de golfvorm van de actieve lijnen met die van de aftastorganen synchroniseren. ij-3. Stelsel volgens conclusie Uo, 1+1 of 1+2,. met het kenmerk, 35 dat de golfvorm sinusvormig is. ..__1+1+. Stelsel volgens conclusie 1+0, 1+1, 1+2 of 1+3, met het 8203050 kenmerk, dat de actieve lijnen in hoofdzaak evenwijdig zijn en de amplitude van de oscillatie van de golfvorm een kwart van de afstand tussen naast elkaar gelegen actieve lijnen bedraagt. k-5. Televisiecamera, gekenmerkt door organen voor bet af- 5 tasten van een beeld volgens een voorafbepaald aftastpatroon teneinde een elektrische representatie van het beeld. te verschaffen, waarbij bet aftastpatroon is voorzien .van actieve lijnen om het beeld op een actieve wijze te voeren, welke lijnen zieh in een lijnaftastrichting uitstrekken en waarbij de actieve lijnen in een veldaftastrichting dwars op de lijn-10 aftastrichting zijn verdeeld, waarbij elke actieve lijn een golfvorm . . bezit, die in de veldaftast~->ri dating om de lijnaftastrichting oscilleert. k6.. Televisieweergeefinrichting voor het weergeven van een V beeld uit een elektrische representatie, gevormd door het aftasten van een beeld volgens een voorafbepaald aftastpatroon teneinde een elektri-15 sche representatie van het beeld te verscbaffen, waarbij het aftastpatroon actieve lijnen onrvat, die het beeld op een actieve wijze kunnen voeren en velke zieh in een lijnaffcastinrichting uitstrekken, waarbij de actieve lijnen in een veldaftastrichting dwars op de lijnaftastrichting zijn verdeeld en elke actieve lijn een golfvorm heeffc, die in de veld-20 aftastrichting om de lijnaftastrichting oscilleert, met het kenmerk, dat de weergeefinrichting is voorzien van. organen voor het verscbaffen van een overeenkomstig aftastpatroon. 8203060