NL9200586A - Vulstuk. - Google Patents

Description

Vulstuk

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vulstuk aan te brengen tussen twee transportinrichtingen, waarvan tenminste één een gegroefd transportoppervlak omvat, waarbij het vulstuk van een met het gegroefde transportoppervlak overeenkomende vertanding is voorzien.

Een dergelijk vulstuk is bekend uit de Franse octrooipublicatie 2.395-176. Aan elkaar grenzende transportinrichtingen worden met name toegepast bij het veranderen van richting en snelheid. Met name bij zgn. "lopende trottoirs" wordt steeds vaker de snelheid van de transportinrichting die de grootste lengte van het transport voor zijn rekening neemt zodanig verhoogd, dat het niet mogelijk is om vanuit stilstand op deze transportinrichting plaats te nemen. Daartoe zijn zowel vóór als na een dergelijke transportinrichting versnellende resp. vertragende verdere transportinrichtingen aangebracht. De overgang tussen de aangrenzende transportinrichtingen vormt een probleem. Daarbij is het van het grootste belang, dat gewaarborgd wordt, dat geen voorwerpen tussen het vulstuk en de betreffende band bekneld kunnen raken. In het bijzonder vormen naaldhakken een probleem. In het Franse octrooischrift 2.395.176 zijn beide zijden van het vulstuk grenzend aan een van groeven voorziene transportinrichting met overeenkomstige vertanding uitgevoerd. Omdat banden en dergelijke altijd zwenken ontstaat zijdelingse druk op de in het vulstuk aangebrachte tanden. Daardoor zal zich voortijdige slijtage van zowel de tanden van de band als van de tanden van het vulstuk voordoen.

Het doel van de onderhavige uitvinding is dit nadeel te vermijden en dit doel wordt bij een hierboven beschreven vulstuk verwezenlijkt doordat de zijde van het vulstuk voorzien van de vertanding aangebracht is bij de stroomafwaartse transportinrichting en dat de zijde van het vulstuk liggend nabij de strooopwaartse transportinrichting glad is uitgevoerd. Gebleken is, dat de scheiding tussen de stroomafwaartse band en het vulstuk de meest kritische is omdat de stroomafwaartse band de neiging heeft voorwerpen tussen deze en het vulstuk in te trekken. De stroomopwaartse band heeft juist de neiging om dergelijke voorwerpen uit de spleet begrensd tussen deze en het vulstuk weg te bewegen. Door nu het vulstuk slechts van een vertanding te voorzien aan de zijde die grenst aan de stroomafwaartse transportinrichting wordt daar op gewaarborgde wijze voorkomen, dat voorwerpen tussen de van groeven voorziene transportinrichting en het vulstuk te kunnen komen. Aan de andere zijde wordt het vulstuk glad uitgevoerd, zodat het vulstuk zonder dat zijdelingse druk daarop ontstaat de beweging in zijdelingse richting van de van groef voorziene transportinrichting kan volgen. Daardoor wordt de slijtage tussen het kammende deel van het vulstuk en de van groef voorziene band aanzienlijk beperkt 20dat tijdens gebruik niet alsnog daartussen openingen ontstaan. Eveneens is het thans op eenvoudige wijze mogelijk de steek van aangrenzende groeven te wijzigen. Dit kan van belang zijn bij overgang van een gegroefde band naar een rollenbaan, waarbij de steek van de rollenbaan kleiner gekozen wordt. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding omvat het gegroefde transportoppervlak een band. Daarbij vinden zeer aanzienlijke zijdelingse verplaatsingen plaats en daarom is het vulstuk bij een dergelijke uitvoering in de richting loodrecht op de bewegingsrichting van de band heen en weer verplaatsbaar aangebracht.

Dit heen en weer verplaatsen kan volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding verwezenlijkt worden door het vulstuk van een verlenging te voorzien waarin kogelbussen aangebracht zijn die de verplaatsing in dwarsrichting mogelijk maken.

Het vulstuk kan uit één deel bestaan, maar kan eveneens uit een drager bestaan waarop het vulstuk is aangebracht. De zijdelingse geleiding van het vulstuk, d.w.z. de wijze waarop het vulstuk de vertanding in de van groeven voorziene transportinrichting volgt, wordt bij een voorkeursuitvoering door zijdelingse geleidingsmiddelen, zoals wielen, verwezenlijkt.

Indien aan de gladde zijde van het vulstuk de transportinrichting eveneens van een gegroefd oppervlak is voorzien, kan het vooral om psychologische redenen, wenselijk zijn de daardoor ontstane openingen af te sluiten. Dit wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt met opvulmiddelen. Deze opvulmiddelen zijn niet star verbonden met het vulstuk en laten onderlinge beweging van de opvulmiddelen en het vulstuk toe. Deze opvulmiddelen bevatten bij voorkeur pezen. Deze buigzame pezen zijn bij voorkeur aan de drager van het vulstuk bevestigd.

Het hierboven beschreven vulstuk kan bij voorkeur gebruikt worden bij transportinrichtingen met enerzijds een band en anderzijds een in elkaar kammend rollensamenstel. Dit kammende rollensamenstel dient voor het versnellen resp. vertragen terwijl de band dient voor het overbruggen van de betreffende afstand.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 in bovenaanzicht en gedeeltelijk opengewerkt een combinatie van een transportband en een rollensamenstel met het vulstuk volgens de uitvinding;

Fig. 2 in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede de inrichting volgens fig. 1;

Fig. 3· twee verschillende uitvoeringsvarianten van de inrichting volgens fig. 1 en

Fig. 4 twee verdere uitvoeringsvarianten van de inrichting volgens fig. 1.

Een van groeven voorziene transportband is in fig. 1 met 2 aangegeven. Een dergelijke transportband wordt in het bijzonder toegepast voor het vervoeren van personen en kan een lengte van meer dan 100 meter hebben. Om het transport daarvan zo doelmatig en aantrekkelijk mogelijk uit te voeren, is het wenselijk dat deze band met een verhoudingsgewijs hoge snelheid beweegt. Thans wordt ernaar gestreefd om tot snelheden van 18 km/uur te gaan voor personentransportbanden. Omdat een dergelijke snelheid door de meeste personen niet vanaf stilstand kan worden overbrugd, is vóór en na een dergelijke band een versnellend resp. vertragend deel aanwezig. In de uitvoering volgens fig. 1 en 2 is het vertragende deel getekend. Dit vertragende deel bestaat uit een rollensamenstel 4 van de rollen, die zoals uit fig. 2 blijkt, in elkaar kammen. In fig. 1 is slechts de eerste rol 4 gestippeld afgebeeld. De opeenvolgende rollen worden op niet nader afgeheelde wijze zodanig aangedreven dat deze met een steeds lagere snelheid bewegen. Omdat band 2 verhoudingsgewijs stijf is, is het niet mogelijk deze zonder nadelige effekten op de levensduur een geringere kromming te geven.dan afgebeeld in fig. 2. Dit betekent dat een verhoudingsgewijs grote spleet ontstaat tussen de eerste rol van het rollensamenstel 4 en de band 2. Om problemen te vermijden, is een vulstuk aangebracht, dat in zijn geheel met 3 is aangegeven. Bij de hier getoonde uitvoering bestaat dit uit een massief deel, bijvoorbeeld van kunststofmateriaal, dat aan een steun 6 bevestigd is, die via kogelbussen 7 zijdelings verplaatsbaar gelagerd is in vaststaand frame 8. Zoals blijkt, zijn eveneens pezen 9 of* peesbundels aanwezig, welke noodzakelijk zijn, omdat vulstuk 3 in fig. 2 aan de rechterzijde glad is. Daardoor kan vulstuk 3 ongehinderd zijdelingse verplaatsingen van band 2 volgen. Dit volgen wordt nog bevorderd door de aanwezigheid van een loopwiel 5* dat draaibaar bevestigd is aan steun 6. De pezen 9 zijn verhoudingsgewijs buigzame delen, die zich gemakkelijk kunnen aanpassen aan de ter plaatse heersende omstandigheden.

In fig. 3 zijn twee verdere uitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding aangegeven. In het linker deel van fig. 3 zijn de versnellende rollen 14 weergegeven. Omdat het gevaar van vastraken tussen vulstuk 13 en rollen 14 groter is dan het gevaar van klemraken tussen band 12 en vulstuk 13 is de vertanding van vulstuk 13 naar de laatste van de rollen 14 gericht. Omdat de rollen geen zijdelingse beweging uitvoeren, is het niet langer noodzakelijk de kogelbussen toe te passen, zoals in fig. 1 en 2 aangegeven. De pezen 19 zijn hier tussen het vulstuk 13 en de band aanwezig.

In fig. 3 is rechts het vertragende deel afgebeeld. Dit komt in hoofdzaak overeen met hetgeen in fig. 1 en 2 is afgebeeld.

In fig. 4 is een verdere uitvoering getoond, waarbij het vulstuk 33 van het versnellende deel niet van pezen voorzien is. Het vulstuk 43 van het vertragende deel bestaat uit een drager 45 die met de kogelbussen 47 verbonden is.

Hoewel de hierboven beschreven uitvoeringen voorkeursuitvoeringen zijn, moet begrepen worden dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden, zonder buiten het bereik van het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken.

Zo is het mogelijk de zijdelingse geleiding door middel van glijlagers uit te voeren. De pezen kunnen een enkel deel of een bundel pezen omvatten, waarbij het vrije einde borstelachtig uitgevoerd is.

Claims (10)

1. Vulstuk (3,23,23,33.43) 888 te brengen tussen twee transportinrichtingen (2,12,22,32,42; 4,14,24,34,44), waarvan tenminste één (4,14,24,34,44) een gegroefd transportoppervlak omvat, waarbij het vulstuk van een met het gegroefde transportoppervlak overeenkomende vertanding is voorzien, met het kenmerk, dat de zijde van het vulstuk voorzien van de vertanding aangebracht is bij de stroomafwaartse transportinrichting en dat de zijde van het vulstuk liggend nabij de stroomopwaartse transportinrichting glad is uitgevoerd.

2. Vulstuk volgens conclusie 1, waarbij het gegroefde transportoppervlak een band omvat en waarbij het vulstuk in de richting loodrecht op de bewegingsrichting van de band heen en weer verplaatsbaar is.

3· Vulstuk volgens conclusie 2, waarbij het vulstuk is voorzien van een verlenging voorzien van axiale lagermiddelen.

4. Vulstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dit vulstuk een drager omvat.

5- Vulstuk volgens een van de conclusies 2-4, waarbij hetzij het vulstuk hetzij de drager van zijdelingse geleidingsmiddelen (5) voorzien is.

6. Vulstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan de gladde zijde van het vulstuk de transportinrichting van een gegroefd oppervlak is voorzien en opvulmiddelen zijn aangebracht voor het vullen van de groeven.

7. Vulstuk volgens conclusie 6, waarbij de vulmiddelen pezen omvatten.

8. Vulstuk volgens conclusie 7, waarbij de pezen aan de drager van het vulstuk bevestigd zijn.

9. Vulstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een van de transportinrichtingen een band omvat en de andere een in elkaar kammend rollensamenstel.

10. Vulstuk volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de transportinrichtingen uitgevoerd zijn om met verschillende snelheden te werken.