NL9200059A

NL9200059A - AIR TREATMENT DEVICE.

Info

Publication number: NL9200059A
Application number: NL9200059A
Authority: NL
Original assignee: Biddle F H Bv
Priority date: 1992-01-14
Filing date: 1992-01-14
Publication date: 1993-08-02
Also published as: DK0551945T3; EP0551945B1; EP0551945A1; GR3021718T3; DE69305538T2; ATE144611T1; ES2093354T3; DE69305538D1

Abstract

The invention relates to an air conditioning device for ceiling mounting comprising a number of box-shaped modules (2,3,30,31,36,37) which each has on either side in longitudinal direction a front side and a rear side and substantially the same breadth and height, wherein each module has on its rear side an air inlet (4) and on its front side an air outlet (5) and is provided with connecting means (7) for mutually connecting the modules in lengthwise direction. Arranged herein on the sides are mounting supports (13) which co-act with supports (11) suspended from a ceiling and which are mounting supports engaging slidably at least on one side in a mounting rail (11) suspended from the ceiling. <IMAGE>

Description

LUCHTBEHANDELINGSINRICHTINGAIR TREATMENT DEVICE

De uitvinding heeft betrekking op een luchtbehande-lingsinrichting voor plafondmontage.The invention relates to an air treatment device for ceiling mounting.

De behandelingsinrichtingen van deze soort worden gewoonlijk ingebouwd in de ruimte tussen de gebouwzoldering en een verlaagd, hangend plafond.The treatment devices of this kind are usually built into the space between the building's attic and a suspended suspended ceiling.

Luchtbehandelingsinrichtingen omvatten bijvoorbeeld 'ventilatoren, verwarmings- resp. koelingswarmtewisselaars, luchtfilters, aansluitelementen voor luchtkanalen en dergelijke. Deze luchtbehandelingsinrichtingen zijn derhalve omvangrijk en zwaar. Het aan een plafond monteren van een dergelijke inrichting vereist speciale hefapparatuur om de inrichting voor het monteren op de juiste plaats te positioneren. In geval van onderhoud of reparatie moet veelal de gehele inrichting van het plafond losgenomen worden, waarvoor wederom de speciale hefapparatuur noodzakelijk is. Het op deze wijze verrichten van reparaties in een ingerichte kantooromgeving is bijzonder hinderlijk.Air treatment devices include, for example, fans, heating resp. cooling heat exchangers, air filters, connecting elements for air ducts and the like. These air conditioners are therefore bulky and heavy. Mounting such a device on a ceiling requires special lifting equipment to position the device in the correct place for mounting. In case of maintenance or repair, the entire device must usually be detached from the ceiling, for which the special lifting equipment is again necessary. Carrying out repairs in an equipped office environment in this way is extremely annoying.

Met de in conclusie 1 gekenmerkte luchtbehandelings-inrichting volgens de uitvinding, wordt een inrichting verschaft die deze bezwaren niet heeft. De modules die elk op zichzelf een zodanig gewicht hebben dat deze goed te manipuleren zijn, kunnen stuk voor stuk op hun plaats aan het plafond worden opgehangen. De afzonderlijke modules worden tegenelkaar aangeschoven en met de verbindingsmiddelen met elkaar verbonden.With the air treatment device according to the invention characterized in claim 1, a device is provided which does not have these drawbacks. The modules, each of which has its own weight so that it is easy to manipulate, can all be hung in place on the ceiling. The individual modules are pushed together and connected with the connecting means.

In geval dat reparatie aan of vervanging van een module noodzakelijk is, worden de verbindingsmiddelen losgenomen, de aangrenzende modules enigszins opzij geschoven en kan de te repareren of te vervangen module eenvoudig worden verwijderd. De hinder voor de omgeving bij reparatiewerk-zaamheden worden aldus tot een minimum beperkt.In the event that repair or replacement of a module is necessary, the connecting means are released, the adjacent modules are pushed slightly to the side and the module to be repaired or replaced can be easily removed. The nuisance to the environment during repair work is thus kept to a minimum.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving aan de hand van de in figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden.Further features and advantages of the invention will become apparent from the following description with reference to the exemplary embodiments shown in figures.

Fig. 1 toont in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding.Fig. 1 shows a partly broken away perspective view of a part of a device according to the invention.

Fig. 2 toont een module voor toepassing bij de inrichting volgens de uitvinding.Fig. 2 shows a module for use with the device according to the invention.

Fig. 3-6 tonen schematisch langsdoorsneden van verschillende samenstellingen van de verbrandingsinrichting volgens de uitvinding.Fig. 3-6 schematically show longitudinal sections of different compositions of the combustion device according to the invention.

De in fig. 1 getoonde luchtbehandelingsinrichting 1 volgens de uitvinding omvat een eerste module 2 en een daarmee verbonden tweede module 3. Elke module is doosvormig en heeft een voor- en achterzijde. In de achterzijde is een luchtinlaat 4 bepaald en in de tegenoverliggende voorzijde is een luchtuitlaat 5 bepaald.The air treatment device 1 according to the invention shown in Fig. 1 comprises a first module 2 and a second module 3 connected thereto. Each module is box-shaped and has a front and rear side. An air inlet 4 is defined in the rear and an air outlet 5 in the opposite front.

De module 2 is een module waarin een ventilator 6 en aansluitend daaraan een warmtewisselaar 26 is gemonteerd. De warmtewisselaar 26 kan de door de ventilator 6 opgewekte luchtstroom koelen of verwarmen. De lucht wordt door de ventilator 6 aangezogen door de luchtinlaat 4 van de module 2 en uit de module 2 uitgeblazen aan de voorzijde door de uitlaat 5.The module 2 is a module in which a fan 6 and subsequently a heat exchanger 26 are mounted. The heat exchanger 26 can cool or heat the air flow generated by the fan 6. The air is drawn in by the fan 6 through the air inlet 4 of the module 2 and blown out of the module 2 at the front through the outlet 5.

De luchtbehandelingsinrichting 1 volgens de uitvinding is samengesteld uit modules die dezelfde basisafmetingen hebben. Dat wil zeggen dat deze modules een overeenkomstige hoogte en breedte hebben. De modules worden met elkaar verbonden door verbindingsmiddelen die algemeen aangegeven zijn met het verwijzingscijfer 7. Doordat elke module aan zijn voorzijde een uitlaat en aan zijn achterzijde een inlaatopening heeft, sluiten de in- en uitlaat van twee opeenvolgende modules op elkaar aan.The air treatment device 1 according to the invention is composed of modules which have the same basic dimensions. This means that these modules have a corresponding height and width. The modules are connected to each other by connecting means which are generally indicated with the reference numeral 7. Since each module has an outlet at its front and an inlet at its rear, the inlet and outlet of two successive modules connect to each other.

Zoals in fig. 1 getoond is rondom de luchtuitlaat 5 een samendrukbaar afdichtingsprofiel 10 aangebracht. Bij het met elkaar verbinden van de modules 2 en 3 door middel van de verbindingsmiddelen 7 wordt het afdichtingsprofiel 10 enigszins samengedrukt en zorgt aldus voor een goede afsluitende verbinding tussen de modules.As shown in Fig. 1, a compressible sealing profile 10 is arranged around the air outlet 5. When the modules 2 and 3 are connected to each other by means of the connecting means 7, the sealing profile 10 is slightly compressed and thus ensures a good sealing connection between the modules.

De verbindingsmiddelen 7 zijn in dit uitvoerings-voorbeeld geïntegreerd met nog nader te beschrijven montage-steunen 13. De verbindingsmiddelen worden gevormd door van de montagesteunen 13 uitstekende lippen 8 waarin een boring is aangebracht. Door de twee boringen van de lippen van montagesteunen van met elkaar te verbinden modules wordt een bout 9 gestoken, op het einde waarvan een moer wordt geschroefd teneinde de modules tegen elkaar te spannen.In this exemplary embodiment, the connecting means 7 are integrated with mounting brackets 13 to be further described. The connecting means are formed by lips 8 projecting from the mounting brackets 13 in which a bore is arranged. A bolt 9 is inserted through the two bores of the lips of mounting brackets of modules to be joined together, at the end of which a nut is screwed in order to clamp the modules together.

Bij voorkeur wordt in een boring van een van de lippen 8 een blindklinkmoer aangebracht, zodat voor de montage slechts een bout door de boring in de tegenoverliggende lip gestoken behoeft te worden en in de blindklinkmoer vastgeschroefd te worden. De montage wordt hierdoor vereenvoudigd.A blind rivet nut is preferably arranged in a bore of one of the lips 8, so that for mounting only a bolt needs to be inserted through the bore in the opposite lip and screwed into the blind rivet nut. This simplifies assembly.

Elke module is aan zijn tegenoverliggende zijkanten voorzien van montagesteunen, waarmee deze aan een plafond opgehangen kan worden. Tenminste aan één zijkant, in fig. 1 gezien de rechter zijkant zijn montagesteunen 13 aangebracht die samenwerken met een montagerail 11 welke door middel van draadstangen, overigens op op zichzelf bekende wijze aan het plafond is opgehangen. De montagerail 11 is voorzien van een schuin omhoog stekende flens 12 aan zijn onderzijde die samenwerkt met een haakdeel 14 van elke montagesteun 13.Each module is fitted with mounting brackets on its opposite sides, with which it can be suspended from a ceiling. At least on one side, in fig. 1, seen on the right-hand side, mounting brackets 13 are provided which cooperate with a mounting rail 11, which is hung from the ceiling in known manner by means of threaded rods. The mounting rail 11 is provided with an obliquely upwardly extending flange 12 on its underside which cooperates with a hook part 14 of each mounting support 13.

Aan de tegenoverliggende zijkant is een beugel 18 aangebracht waarin een sleuf 19 is uitgespaard. Elke module wordt eenvoudig op zijn plaats gebracht door deze schuin omhoog te steken en met de haken 14 achter de flens 12 van de montagerail 11 te haken. Vervolgens kan de module omhoog gezwenkt worden tot een hoogte waarop de draadstang 17 met op een ondereinde ‘daarvan geschroefde moer in de sleuf 19 van de beugel 18 gehaakt kan worden. Een borgmoer 20 wordt naderhand aangebracht om de verbinding te fixeren. Nadat dus de montagerail 11 op de juiste hoogte aan het plafond is opgehangen en ook de draadstangen 17 zijn gemonteerd, kunnen de verschillende modules van de inrichting eenvoudig door inhaken en opzwenken worden aangebracht. Afhankelijk van het gewicht van de afzonderlijke modules kan dit door een of twee personen worden gedaan.A bracket 18 is provided on the opposite side, in which a slot 19 is cut out. Each module is simply put in place by tilting it upwards and hooking the hooks 14 behind the flange 12 of the mounting rail 11. The module can then be pivoted upwards to a height at which the threaded rod 17 can be hooked into the slot 19 of the bracket 18 with a nut screwed on its lower end. A locknut 20 is retrofitted to fix the joint. Thus, after the mounting rail 11 has been suspended from the ceiling at the correct height and the threaded rods 17 have also been mounted, the various modules of the device can be simply mounted by hooking and pivoting. Depending on the weight of the individual modules, this can be done by one or two people.

De montagerail 11 is naast de schuin omhoog stekende flens 12 die samenwerkt met de haak 14 aan de modules voorzien van een bovenste flens 15 die in de in fig. 1 getoonde gemonteerde toestand dicht boven een bovenvlak van de modules ligt. Nadat de module omhoog gezwenkt is verhindert de flens 15 het ten opzichte van het montageprofiel 11 omhoog bewegen van de modules, zodat de haken 14 niet meer vrij kunnen komen van de flens 12. In deze situatie zijn de modules nog wel verschuifbaar ten opzichte van de rail 11.The mounting rail 11 next to the inclined upwardly flange 12 which cooperates with the hook 14 on the modules is provided with an upper flange 15 which, in the mounted condition shown in fig. 1, lies close above an upper surface of the modules. After the module has been pivoted upwards, the flange 15 prevents the modules from moving upwards relative to the mounting profile 11, so that the hooks 14 can no longer come free from the flange 12. In this situation, the modules are still slidable with respect to the rail 11.

De modules worden aldus stuk voor stuk in de montagerail gehangen waarna deze op de reeds eerder beschreven wijze door middel van de bevestigingsmiddelen 7 luchtdicht met elkaar worden verbonden.The modules are thus hung piece by piece in the mounting rail, after which they are airtightly connected to each other in the manner already described by means of the fastening means 7.

Behalve dat de modules luchtdicht met elkaar worden verbonden, hetgeen noodzakelijk is voor een goede werking van de inrichting, worden de inrichtingen ook geluiddicht met elkaar verbonden. Voorkomen wordt dat geruis door de verbindingen ontsnapt of dat geluiden uit één vertrek via een geluidlek in de luchtbehandelingsinrichting in een andere ruimte terecht komt.In addition to the modules being airtightly connected to each other, which is necessary for the proper functioning of the device, the devices are also soundproofed to each other. Noise is prevented from escaping through the connections or that sounds from one room end up in another room through a sound leak in the air handling unit.

Indien een module gedemonteerd moet worden, behoeven slechts de bevestigingsmiddelen 7 los genomen te worden, de aangrenzende module enigszins opzij geschoven te worden en kan de betreffende module eenvoudig worden uitgenomen en eventueel door een andere worden vervangen.If a module is to be disassembled, only the fastening means 7 need to be removed, the adjacent module has to be pushed slightly to the side and the module in question can simply be removed and possibly replaced by another one.

Voor het fixeren van de uit de module samengestelde inrichting zijn opsluitelementen 27 aangebracht die aan de onderzijde aanliggen tegen de schuin omhoogstekende flens 12 van de montagerail 11 en deze aldus opsluiten. Op die wijze kan de inrichting en kunnen de modulen niet meer loskomen van de montagerail 11.For fixing the device composed of the module, locking elements 27 are provided which abut against the obliquely projecting flange 12 of the mounting rail 11 at the bottom and thus lock them up. In this way the device and the modules can no longer come loose from the mounting rail 11.

De in fig. 1 aangeduide tweede module 3 van de inrichting volgens de uitvinding is meer in detail in fig. 2 getoond. Dit betreft een geluiddempingsmodule. Zoals getoond heeft deze module eveneens een doosvorm en in hoofdzaak dezelfde breedte en hoogte als de module 2. De montagesteu- nen 13 zijn indentiek aan die van de module 2 en kunnen op overeenkomstige wijze als hierboven beschreven in de monta-gerail 11 worden gehangen. De module 3 heeft eveneens een luchtinlaat 21 aan zijn achterzijde en een luchtuitlaat 22 aan zijn voorzijde. In de module 3 is een hoeveelheid ge-luiddempingsmateriaal in de vorm van glaswol 23 of dergelijke opgenomen. In plaats van glaswol kan ook bijvoorbeeld steenwol of een ander type minerale wol worden toegepast. Opencellig kunststofschuim zoals polyurethaanschuim kan eveneens als geluiddempingsmateriaal worden toegepast. Op het geluiddempingsmateriaal kan een op zichzelf bekend produkt met een opencellige, gladde toplaag worden toegepast, dat in de handel verkrijgbaar is onder de naam LINA-COUSTIC. In de bij bedrijf door de module 3 stromende luchtstroom zijn geluidstrillingen aanwezig die doordringen tot in het geluiddempingsmateriaal 23 en daar worden gedempt. De uittredende luchtstroom is daardoor aanmerkelijk stiller dan de intredende luchtstroom, hetgeen voor luchtbehandelingsin-richtingen in bijvoorbeeld kantoorruimten gewenst is om hinder door geruis van ventilatielucht zo veel mogelijk te voorkomen.The second module 3 of the device according to the invention, indicated in fig. 1, is shown in more detail in fig. This concerns a sound attenuation module. As shown, this module also has a box shape and substantially the same width and height as the module 2. The mounting brackets 13 are identical to those of the module 2 and can be hung in the mounting rail 11 in a similar manner as described above. The module 3 also has an air inlet 21 at its rear and an air outlet 22 at its front. In the module 3 an amount of sound damping material in the form of glass wool 23 or the like is included. Stone wool or another type of mineral wool can also be used instead of glass wool. Open-cell plastic foam such as polyurethane foam can also be used as a sound-damping material. A product known per se with an open-cell, smooth top layer, which is commercially available under the name LINA-COUSTIC, can be applied to the soundproofing material. In the airflow flowing through the module 3 during operation, sound vibrations are present which penetrate into the sound-damping material 23 and are damped there. The exiting airflow is therefore considerably quieter than the incoming airflow, which is desirable for air treatment devices in, for example, office spaces, in order to prevent nuisance from noise from ventilation air as much as possible.

Fig. 3 toont een schematische langsdoorsnede van een luchtbehandelingsinrichting volgens de uitvinding die eveneens uit een aantal modules is samengesteld. Bij de inrichting van fig. 3 is eveneens een module 2 aanwezig waarin een ventilator en warmtewisselaar zijn opgenomen. Voor deze module 2 is een module 30 geschakeld waarin een elektrisch verwarmingselement is opgenomen. Dit elektrische verwarmingselement kan bijvoorbeeld worden gebruikt indien buiten de normale kantooruren de gewone verwarmingsinstallatie wordt uitgeschakeld resp. op een lagere temperatuur wordt gesteld.Fig. 3 shows a schematic longitudinal section of an air treatment device according to the invention, which is also composed of a number of modules. The device of Fig. 3 also has a module 2 in which a fan and heat exchanger are included. A module 30 is connected for this module 2, in which an electric heating element is included. This electric heating element can be used, for example, if the normal heating system is switched off or off after normal office hours. is set at a lower temperature.

De module 31 heeft een inlaat 32 voor een buitenlucht en een op afstand bedienbare klep 33 waarmee of de buitenluchtinlaat 32 of de gebruikelijke inlaat afgesloten kan worden. Aldus kan naar wens buitenlucht of recirculatie-lucht in de inrichting worden aangezogen.The module 31 has an inlet 32 for an outside air and a remote control valve 33 with which either the outside air inlet 32 or the usual inlet can be closed. Thus, outside air or recirculation air can be drawn into the device as desired.

De module 34 is een aansluitmodule die een overgang van een of meer cirkelvormige toevoerbuizen naar de rechthoekige inlaat van de module 31 vormt. De module 35 aan het tegenoverliggende einde is een overeenkomstige aansluitmodule die het mogelijk maakt een of meer ronde leidingen op de luchtbehandelingsinrichting aan te sluiten.The module 34 is a connection module that forms a transition from one or more circular supply tubes to the rectangular inlet of the module 31. The module 35 at the opposite end is a corresponding connection module that makes it possible to connect one or more round pipes to the air treatment device.

De modules 34 en 35 worden plenummodule genoemd en bestaan uit een rechthoekige kast waarop de tuiten voor de overgang van rechthoekig naar rond zijn aangebracht.Modules 34 and 35 are called plenum modules and consist of a rectangular box on which the spouts for the transition from rectangular to round are fitted.

Fig. 4 toont een andere luchtbehandelingsinrichting die eveneens samengesteld is uit een aantal modules. Ook hier is de module 2 de centrale module die voor de opwekking en verwarming resp. koeling van de luchtstroom zorgt. Aan de inlaatzijde van de module 2 is een module 37 aangebracht. Deze module 37 is een luchtfiltermodule waarin een aantal zakfliters is aangebracht.Fig. 4 shows another air conditioner which is also composed of a number of modules. Here too, module 2 is the central module used for generation and heating, respectively. cooling of the airflow. A module 37 is arranged on the inlet side of the module 2. This module 37 is an air filter module in which a number of pocket flashers are fitted.

Aan de linkerzijde sluit aan de module 2 een module 36 aan, die een geluidsdempingsmodule is met in principe dezelfde werking als de module 3 van fig. 2. Fig. 5 toont een vereenvoudigde uitvoering die bestaat uit de basismodule 2 en een daaraan aangesloten geluiddempingsmodule 36.On the left side, a module 36 is connected to the module 2, which is a soundproofing module with in principle the same operation as the module 3 of fig. 2. Figs. 5 shows a simplified embodiment consisting of the basic module 2 and a sound-damping module 36 connected thereto.

Fig. 6 geeft tenslotte aan dat de basismodule 2 ook afzonderlijk gebruikt kan worden.Fig. 6 finally indicates that the base module 2 can also be used separately.

Met de uitvinding is het mogelijk luchtbehandelings-inrichtingen samen te stellen geheel overeenkomstig de wensen van een afnemer, waarbij de inrichting samengesteld wordt uit een aantal op voorraad te houden modules. Naast de reeds eerder genoemde voordelen met betrekking tot de installatie en het onderhoud brengt de uitvinding het voordeel met zich mee dat zeer snel een aan de specifieke wensen van een afnemer aangepaste inrichting geleverd kan worden zonder dat veel verschillende complete inrichtingen in voorraad gehouden behoeven te worden. Slechts enkele exemplaren van elk van de module behoeft in voorraad gehouden te worden.With the invention it is possible to assemble air treatment devices entirely in accordance with the wishes of a customer, the device being composed of a number of modules to be kept in stock. In addition to the aforementioned advantages with regard to installation and maintenance, the invention has the advantage that it is possible to deliver a device adapted to the specific wishes of a customer very quickly without having to keep many different complete devices in stock. . Only a few copies of each of the module need to be kept in stock.

Ook bij storingen kan aldus zeer snel een defecte module worden vervangen.A defective module can thus also be replaced very quickly in the event of malfunctions.

Claims

A ceiling-mounted air conditioner comprising a plurality of box-shaped modules each having a front and a back longitudinally and substantially the same width and height, each module having an air inlet on its rear and an air outlet on its front connecting means for longitudinally connecting the modules and in which mounting brackets which cooperate with a ceiling are mounted on the sides and which are sliding-engaging mounting brackets at least on one side in a mounting rail suspended from the ceiling.

Air treatment device according to claim 1, wherein a compressible sealing profile is arranged around the air inlet or outlet.

An air conditioner according to claim 1 or 2, wherein the slidable mounting brackets comprise angled downwardly projecting hook members and the mounting rail has an associated angled upwardly projecting flange and a retaining flange projecting close to a horizontal plane defining portion of the module.

Air treatment device according to claim 3, comprising a lockable, in the assembled state, retaining element lying against the flange projecting upwards at an angle.

Air handling device module according to one of the preceding claims.