NL9101992A - Voer voor het vetmesten van vee. - Google Patents

Description

VOER VOOR HET VETMESTEN VAM VEE

De uitvinding heeft betrekking op een voer voor het vetmesten van vee, zoals rundvee en varkens. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een voer voor het vetmesten van vee dat het lichaamsgewicht van het vee in de groeiperiode vergroot en de structuur van het vlees verbetert, en ook een verhoging van de voerefficiëntie veroorzaakt.

In de afgelopen jaren is er een tendens om veevoeren te gebruiken die rijk zijn aan eiwitten en een hoge calorie-inhoud hebben, dat wil zeggen, de zogenaamde geconcentreerde voeren werden gebruikt met het doel de voerefficiëntie te verhogen en het lichaamsgewicht te laten toenemen. Vee dat met zulk geconcentreerd voer gevoerd wordt, staat echter onder grote stress en de lever, die een belangrijke rol in fysiologische processen speelt, wordt zwaar belast. De dieren krijgen last van zekere abnormaliteiten, zoals hepatische hypertrofie of buitensporige vetophoping. Bovendien bevatten deze vetmestende voeren een grote hoeveelheid dierlijke vetten en oliën als energiebron. Hoewel het toevoegen van deze vetten en oliën het toenemen van het lichaamsgewicht stimuleert, stijgt tegelijkertijd ook de hoeveelheid dorsaal vet en lichaamsvet. Deze vetten hebben een beduidend lagere commerciële waarde dan spierweefsel en bovendien betekent een buitensporige ophoping van vetten een verspilling van voedselenergie. Een vetrijk karkas resulteert daardoor in een afname van de economische waarde van het vlees. Hoewel pogingen gedaan zijn om de boven beschreven problemen op te lossen door het verlagen van het vetgehalte van de voeren of het gebruik van voeradditieven, zijn deze problemen nog steeds niet volledig opgelost.

Om boven beschreven problemen op te lossen heeft de huidige uitvinder uitgebreid onderzoek gedaan. Als resultaat daarvan heeft hij gevonden dat de abnormale ophoping van vet verminderd en de voereffecten, voereffici-entie en vleesproductie verbeterd kunnen worden door vee in het groeistadium te voeren met een voer voor het vetmesten van vee dat een triglyceride van vetzuur met een gemiddelde keten van 8 tot 12 C-atomen als essentiële component bevat, waardoor de huidige uitvinding werd voltooid.

Derhalve heeft de huidige uitvinding betrekking op een voer voor het vetmesten van vee dat een triglyceride van vetzuur met een gemiddelde keten van 8 tot 12 C-atomen, hierna afgekort tot MCT, bevat en op een werkwijze voor het verbeteren van het vetmesten van vee dat het gebruik van bovenbeschreven vetmestend voer omvat.

Het vetmestend voer volgens de huidige uitvinding kan geschikt gegeven worden aan in het bijzonder varkens en rundvee.

De vetzuren met een gemiddelde keten van 8 tot 12 C-atomen die in het MCT aanwezig zijn, zijn verzadigde rechte keten vetzuren. Specifieke voorbeelden daarvan omvatten caprylzuur met 8 c-atomen, caprinezuur met 10 C-atomen en laurinezuur met 12 c-atomen.

Het MCT dat bij de huidige uitvinding gebruikt wordt heeft bij voorkeur een vetzuursamenstelling die 50 tot 100 gew.% caprylzuur, 0 tot 50 gew.% caprinezuur en 0 tot 50 gew.% laurinezuur omvat waarbij elk percentage gebaseerd is op het totale gewicht van de vetzuren. Het mag echter ook andere vetzuren, zoals vetzuren met kortere keten (bijvoorbeeld die met 6 C-atomen) bevatten en langere vetzuren (bijvoorbeeld die met 14 tot 24 C-atomen), zo lang het effect van de huidige uitvinding daardoor niet afneemt. In zo'n geval kunnen de andere vetzuren in een zodanige hoeveelheid aanwezig zijn dat de gewichtsverhouding van de gemiddelde keten vetzuren tot de andere vetzuren varieert tussen 10:0 en 5:5.

Het MCT dat gebruikt kan worden in de huidige uitvinding is verkrijgbaar als commercieel product onder de handelsnamen Kokonard MT, waarin de gewichtsverhouding tussen caprylzuur en caprinezuur 85:10 is, en Kokonard RK, waarin de gewichtsverhouding van caprylzuur tot caprinezuur varieert tussen 100:0 en 98:2, die beide verkocht worden door Kao Corporation.

Vetzuurtriglyceriden met lange ketens, die traditioneel gebruikt werden, worden door het lymfatisch systeem opgenomen. Het MCT dat in de huidige uitvinding gebruikt wordt, wordt daarentegen met een hoge snelheid via het portale systeem opgenomen. Ophopingen komen daarom : nauwelijks voor, en het MCT wordt in plaats daarvan geoxy-deerd in de lever en gebruikt als energie.

De hoeveelheid MCT die in het voer voor het vetmesten van vee volgens de huidige uitvinding aanwezig is, is tenminste 0,5 gew.% en bij voorkeur tussen 1,0 en 15 gew.% in geval van varkens en tussen 1,0 en 10 gew.% in geval van rundvee, waarbij alle percentages gebaseerd zijn op de totale hoeveelheid van het vetmestend voer.

Een geschikte hoeveelheid MCT die per dag per kg lichaamsgewicht gevoerd wordt, kan variëren tussen 10 en 60 g, hoewel dit afhankelijk kan zijn van het soort, het geslacht en het groeistadium van het vee. In het bijzonder, bij varkens wordt bij voorkeur tussen 20 en 60 g MCT per dag per kg lichaamsgewicht gevoerd, en in geval van rundvee wordt bij voorkeur tussen 10 en 30 g MCT per dag per kg lichaamsgewicht gevoerd.

Voorbeelden van bekende voeren die MCT bevatten omvatten één die gericht is op het voorkomen van diarree bij vee in het zoogstadium (zoals beschreven is in de aanvrage JP-A-2-100635); en een visvoer dat ziekten voorkomt (zoals beschreven is in JP-A-2-35048). Het voer dat beschreven is in JP-A-2-100635 is echter een melkvervanger voor het voeren van jongvee, en de samenstelling daarvan is daarom anders dan de samenstelling van een voer voor vee in het groeistadium. De melkvervanger bevat bijvoorbeeld relatief grote hoeveelheden MCT. Als een voer voor vee in het groeistadium zulke hoge hoeveelheden MCT bevat, daalt de voorkeur van het vee voor het voer aanzienlijk.

In tegenstelling daarmee wordt het voer voor het vetmesten van vee volgens de huidige uitvinding, dat een relatief laag MCT gehalte heeft, nooit geweigerd. Als een geschikte hoeveelheid van het vetmakend voeradditief voor vee volgens de uitvinding aan vee gegeven wordt, kan daardoor het lichaamsgewicht verhoogd en de vleesstructuur verbeterd worden.

Het voer voor het vetmesten van vee volgens de huidinge uitvinding bevat verder componenten die gebruikt worden in conventionele voeren voor het vetmesten van vee zoals bijvoorbeeld beschreven worden in Haiao Shirvo Koza (Assorted Feed Course), gepubliceerd door Chikusan (1980). Specifieke voorbeelden daarvan omvatten granen zoals mais, sorghum en sojakoeken; groenvoer zoals alfalfa; vetten en oliën; suikers, eiwitten, vitaminen en mineralen. Van deze kunnen granen in het voer voor het vetmesten van vee volgens de uitvinding als hoofdcomponent aanwezig zijn in een hoeveelheid tussen 40 en 96 gew.% gebaseerd op het totale gewicht van het vetmestend voer.

Het voer voor het vetmesten van vee volgens de huidige uitvinding kan in vaste vorm worden gebracht door gebruik van een geschikte hoeveelheid zetmeel en als zodanig aan het vee worden gegeven. Het kan als alternatief ook in de vorm van een waterige oplossing (vloeibare voeding) aan het vee worden gegeven. Zo'n waterige oplossing kan bereid worden door het toevoegen van het vetmestend voer volgens de uitvinding aan water, zodat een 15 tot 30 gew.%-ige waterige oplossing ontstaat, en het vervolgens mixen en kneden van de resulterende oplossing.

De term vee zoals hiervoor en hierna gebruikt betekent rundvee in de periode vanaf het beëindigen van de voeding met een melkvervanger (dat wil zeggen die, die tenminste 70 kilo wegen en in staat zijn ruw voer te verwerken) tot het einde van het vetmest-stadium, en varkens in de periode van het beëindigen van het voeren met een kunstmelk na het spenen (dat wil zeggen die met een gewicht van tenminste 20 kg) tot het beëindigen van het vetmest-stadium.

De huidige uitvinding wordt nu met behulp van de volgende voorbeelden in meer detail toegelicht, maar het moge duidelijk zijn dat de huidige uitvinding niet hiertoe is beperkt. Tenzij anders is aangegeven zijn alle delen, percentages, verhoudingen en dergelijke naar gewicht berekend .

VOORBEELD 1 20 varkens in het groeistadium (gemiddeld lichaamsgewicht 35 kg) werden verdeeld in vier groepen, waarbij iedere groep vijf varkens telde. Daarna werd iedere groep gedurende drie maanden gevoerd met een voer met de samenstelling zoals weergegeven in tabel 1, en het uiteindelijk lichaamsgewicht, de toename van het lichaamsgewicht, de voeromzettingsverhouding, en de dikte van de dorsale vetlaag werden bepaald.

De voedingsefficiëntie werd berekend door het delen van de hoeveelheid opgenomen voer in gram door de toename van het lichaamsgewicht in gram.

TABEL 1

Testgroep Verqe1ii kingsaroep

Component_ I II I II

(gew.%) (gew.%) (gew.%) (gew.%)

Mais 48,0 48,0 48,0 48,0

Sorghum 24,7 21,7 24,7 21,7

Sojakoeken 13,5 13,5 13,5 13,5

Vedermeel 1,5 1,5 1,5 1,5

Alfalfa meel 4,0 4,0 4,0 4,0

Vitaminemengsel 0,3 0,3 0,3 0,3

Mineralenmengsel 3,0 3,0 3,0 3,0

Caprylzuur TG* - 4,0

Caprinezuur TG 5,0 2,0

Laurinezuur TG - 2,0 willekeurig vet - - 5,0 8,0

Noot: *TG: triglyceride TABEL 2

Testgroep Vergelijkingsgroep

I II I II

Lichaamsgewicht (kg):

Aanvankelijk 34,7 35,1 34,5 35,6

Uiteindelijk 120,6 124,8 115,8 116,7

Toename v/h lichaamsgewicht (g/dag) 954,4 996,7 903,3 901,1

Voedingsefficiëntie 2,98 2,86 3,44 3,53

Gemiddelde dikte v/d dorsale vetlaag* (cm) 2,46 2,58 3,23 3,45

Noot; *; Gemiddelde van 3 meetpunten

Zoals de resultaten in tabel 2 aangeven, verbeterden de toename van het lichaamsgewicht, de voedingseffici-entie en de dikte van de dorsale vetlaag in de testgroepen die gevoerd werden met het voer volgens de huidige uitvinding in vergelijking met die in de vergelijkingsgroepen. Iedere waarde uit tabel 2 is het gemiddelde van de waarden voor vijf dieren.

Voorbeeld 2

Zes gecastreerde Holsteinerstieren (gemiddeld lichaamsgewicht ongeveer 90 kg) werden verdeeld in drie groepen waarbij iedere groep twee dieren telde. Iedere groep werd gedurende 14 weken gevoerd met alfalfahooiblok-jes als ruw voer en een voer met een samenstelling zoals aangegeven in tabel 3 als geconcentreerd voer. Daarna werd de toename van het lichaamsgewicht en werden aan bloedei-genschappen gerelateerde grootheden gemeten, zoals het cholesterolgehalte, het fosfolipidegehalte en het triglyce-ridegehalte.

TABEL 3 _Testgroep

Component_ I II Vergelijkingsgroep (gew.%) (gew.%) (gew.%)

Maïs 33 33 33

Sorghum 21 21 21

Geist 13 13 13

Sojakoeken 14 14 14

Tarwezemelen 6,3 6,3 6,3

Alfalfameel 4,2 4,2 4,2

Melasses 5 5 5

Keukenzout 0,5 0,5 0,5

Calciumcarbonaat 1,0 1,0 1,0

Calciumfosfaat 1,8 1,8 1,8

Mineralen 0,1 0,1 0,1

Vitaminen 0,1 0,1 0,1

Caprylzuur TG* 2,5 3,0

Caprinezuur TG 2,5 3,0

Laurinezuur TG - 3,0

Vet - - 5,0

Noot: *TG: Triglyceride TABEL 4 Testgroep I II Vergelijkingsgroep

Lichaamsgewicht (kg):

Aanvankelijk 93 94 90

Uiteindelijk 204 215 184

Toename v/h lichaamsgewicht (g/dag) 1,13 1,23 0,96

Bloedeigenschappen:

Cholesterol (mg/dl) 73,6 72,0 120,6

Fosfolipiden (mg/dl) 86,5 93,6 148,3

Triglyceriden (mg/dl) 24,3 26,9 41,5

Zoals de resultaten van tabel 4 laten zien verbe terden de toename van het lichaamsgewicht en het vetmetabo-lisme (geschat uit de bloedeigenschappen) van de dieren in de testgroepen die gevoerd worden met het voer volgens de uitvinding in vergelijking met die in de vergelijkingsgroepen. Elke in tabel 4 gegeven waarde is het gemiddelde van de waarden voor twee dieren.

Nu de uitvinding in detail beschreven is en specifieke voorbeelden daarvan gegeven zijn zal het aan de vakman duidelijk zijn dat verscheidene veranderingen en aanpassingen plaats kunnen hebben zonder van de uitvin-dingsgedachte en de reikwijdte daarvan af te wijken.

Claims (7)

1. Voer voor het vetmesten van vee dat een trigly-ceride van vetzuren met een gemiddelde keten tussen 8 en 12 koolstofatomen bevat.

2. Voer voor het vetmesten van vee volgens conclusie 1, waarbij genoemd vee rundvee of varkens zijn.

3. Voer voor het vetmesten van vee volgens conclusie 1 of 2, waarbij het vetmestend voer ook granen bevat.

4. Werkwijze voor het vetmesten van vee, waarbij aan het vee een vetmestend voer wordt gevoerd dat een triglyceride van vetzuren met een gemiddelde keten tussen 8 en 12 koolstofatomen bevat.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het vee rundvee of varkens zijn.

6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij het vetmestend voer aan het vee wordt gegeven in een zodanige hoeveelheid dat tussen 10 en 60 g triglyceride per dag per kg lichaamsgewicht van het vee wordt gegeven.

7. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het vetmestend voer verder granen bevat.