NL9101974A

NL9101974A - Voorwerp voor het als handvat dienen bij het hanteren van een rol velvormig materiaal.

Info

Publication number: NL9101974A
Application number: NL9101974A
Authority: NL
Original assignee: Witt Tapes B V De
Priority date: 1991-11-25
Filing date: 1991-11-25
Publication date: 1993-06-16
Also published as: EP0544379A1

Description

Titel: Voorwerp voor het als handvat dienen bij het hanteren van een rol velvormig materiaal.

De uitvinding betreft een voorwerp voor het als handvat dienen bij het hanteren van een rol velvormig materiaal met een holle cilindrische kern, bestaande uit een, vanaf een eind van de kern daarin te steken deel dat een conisch naar het ene eind van het voorwerp toelopend, busvormig element omvat en een, nabij het andere eind van het voorwerp gelegen deel dat een ringvormige radiaal uitstekende aanslagrand omvat die bij het insteken van het handvat tot aanligging tegen het kopvlak van de kern kan worden gebracht en een, het andere eind van het voorwerp vormend element in de vorm van een radiaal naar buiten uitstekende flens. Een dergelijk voorwerp is bekend uit het Europese octrooischrift 0200662 of de Duitse octrooiaanvrage 3^05753·

Een paar handvaten van het genoemde type wordt gebruikt bij het verpakken of omwikkelen van een voorwerp, waarbij het vrije eind van het, tot een rol opgerolde velvormige materiaal aan het voorwerp wordt gehecht en vervolgens een bedieningspersoon de rol materiaal bij de einden daarvan, door middel van de daarin gestoken handvaten, beet pakt en het materiaal om het voorwerp heen van de rol af rolt, waarbij de kern van de rol ten opzichte van de handvaten roteert.

Bij het bekende voorwerp wordt het in de kern te steken deel gevormd door het genoemde conische busvormige element en een daaraan aansluitend tweede busvormig element dat conisch toeloopt naar het andere eind van het voorwerp, zodat deze twee elementen bij hun grootste omtrekken met elkaar zijn verbonden, waarbij een aantal overlangs gerichte gleuven doorlopend in de wanden van beide elementen zijn aangebracht. De diameter van het verbindingsgebied tussen de twee genoemde conische elementen is bij het losse handvat iets groter dan de binnendiameter van de kern, zodat bij het in de kern steken van het handvat, de door de gleuven van elkaar gescheiden wanddelen van beide elementen naar binnen worden gedrukt en als gevolg van de elasticiteit van deze wanddelen, het verbindingsgebied tussen de twee elementen tegen de binnenkant van de kern wordt gedrukt, zodat deze kern om dit gebied kan roteren.

Het nadeel van het bekende handvat is, dat als gevolg van de betrekkelijk grote afstand tussen de aanslagrand en het genoemde verbindingsgebied tussen de twee conische elementen, het handvat in ingestoken toestand, enigszins kan kantelen wat nadelig is voor het goed functioneren van het handvat tijdens het afrollen van het materiaal, terwijl bij het aan het handvat optillen van een rolmateriaal het handvat los kan komen, waardoor de rol valt en beschadigd kan worden.

Het doel van de uitvinding is een voorwerp van het genoemde type te verschaffen die dit nadeel niet heeft.

Dit doel wordt bereikt doordat bij het voorwerp volgens de uitvinding, het genoemde conisch toelopende busvormige element zich in wezen vanaf de genoemde aanslagrand tot het genoemde ene eind van het voorwerp uitstrekt en, nabij het andere eind van het voorwerp, tussen de aanslagrand en de flens, een aantal op een afstand van elkaar gelegen, naar het genoemde ene eind van het voorwerp uitstekende lippen zijn aangebracht, waarbij van elk van deze lippen tenminste een einddeel vanaf de genoemde rand een daaraan grenzend deel van het busvormige element op een radiale afstand daarvan overlapt.

Bij een op deze wijze uitgevoerd handvat, dat in de kern is gestoken, grijpen de lippen om het einddeel van de kern dat tegen de aanslagrand aanligt, waardoor het contactgebied tussen het handvat en de kern nabij het eind van de kern ligt met als gevolg dat het handvat niet kan kantelen en los komen van de rol bij het aan het handvat optillen daarvan. Bovendien kan het handvat, makkelijk met een hand in de kern worden gestoken, aangezien daarbij geen delen naar binnen behoeven te worden gedrukt zoals bij het bekende handvat. Verder heeft het handvat inwendig een volkomen glad oppervlak waardoor de gebruiker geen vingerletsel kan oplopen.

Op voordelige wijze strekken de lippen zich in wezen vanaf de binnenomtrek van de flens uit.

Bij voorkeur lopen de lippen schuin naar het genoemde ene eind van het voorwerp, waardoor, als gevolg van de elasticiteit van de lippen, deze tegen de buitenkant van de kern worden gedrukt.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Figuur 1 een als handvat dienend voorwerp volgens de uitvinding, gedeeltelijk in aanzicht, gedeeltelijk in axiale doorsnede toont, en

Figuur 2 een rol materiaal toont waarin handvaten volgens figuur 1 zijn gestoken.

Zoals getoond in figuur 1 omvat het voorwerp een conisch naar één eind toelopend, busvormig element 1 dat bij zijn andere eind wordt begrensd door de ringvormige aanslagrand 2 en een het andere eind van het voorwerp vormende ringvormige flens 3· Nabij de binnenomtrek van de flens 3 is een aantal uitstekende lippen 4 gevormd die de aanslagrand 2 en het daaraan grenzende deel van het element 1 op een radiale afstand overlappen.

In figuur 2 is een rol materiaal getoond, bestaande uit een cilindrische kern 5 waaromheen een velvormig materiaal 6 is gewikkeld, waarbij in beide einden van de kern 5 een handvat volgens figuur 1 is gestoken, waarbij, bij elk handvat, de aanslagrand 2 tot aanligging tegen het kopvlak van de kern 5 is gebracht en de lippen 4 tegen de buitenkant van de kern 5 aanliggen en door hun elasticiteit tegen deze kern aandrukken.

Claims

1. Voorwerp voor het als handvat dienen bij het hanteren van een rol velvormig materiaal met een holle cilindrische kern, bestaande uit een vanaf een eind van de kern erin te steken deel dat een conisch naar het ene eind van het voorwerp toelopend, busvormig element omvat en een, nabij het andere eind van het voorwerp gelegen deel dat een ringvormige, radiaal uitstekende aanslagrand omvat die, bij het insteken van het handvat, tot aanligging tegen het kopvlak van de kern kan worden gebracht en een het andere eind van het voorwerp vormend element in de vorm van een radiaal naar buiten uitstekende flens, met het kenmerk, dat het genoemde conisch toelopende busvormige element zich in wezen vanaf de genoemde aanslagrand tot het genoemde ene eind van het voorwerp uitstrekt en, nabij het andere eind van het voorwerp, tussen de aanslagrand en de flens, een aantal op een afstand van elkaar gelegen, naar het genoemde ene eind van het voorwerp uitstekende lippen zijn aangebracht, waarbij van elk van deze lippen tenminste een einddeel, vanaf de genoemde aanslagrand een daaraan grenzend deel van het busvormige element op een radiale afstand daarvan overlapt.

2. Voorwerp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lippen zich in wezen vanaf de binnenomtrek van de flens uitstrekken.

3· Voorwerp volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de lippen schuin naar het genoemde ene eind van het voorwerp lopen.