NL9101418A

NL9101418A - METHOD FOR CONVERTING UNDER-CALIBRATED LARGE MASS PROJECTS.

Info

Publication number: NL9101418A
Application number: NL9101418A
Authority: NL
Original assignee: Rheinmetall Gmbh
Priority date: 1990-09-07
Filing date: 1991-08-22
Publication date: 1992-04-01
Also published as: NL191802B; DE4028410C2; DE4028410A1; NL191802C

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het ombouwen van ondergekalibreerde projectielen met grote massa.Short designation: Method for converting under-calibrated large-mass projectiles.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ombou-wen van bestaande ondergekalibreerde projectielen met WZM- of ÖJ-penetratoren, zoals amschreven met de kenmerken van de inleiding van conclusie 1. De uitvinding heeft voorts betrekking op voor deze werkwijze geschikte KE-oefenpenetratoren.The invention relates to a method for converting existing under-calibrated projectiles with WZM or ÖJ penetrators, as described with the features of the preamble of claim 1. The invention further relates to KE practice penetrators suitable for this method.

In het bijzonder bij pantsermunitie treedt steeds weer het probleem op, niet verbruikte voorraden na een zékere tijd (bijvoorbeeld na afloop van de garantieperiode, die de fabrikant voor de munitie geeft) tot KE-oefenprojectielen om te bouwen. Terwijl de scherpe KE-munitie dikwijls penetratoren uit wolfraam-zwaarmetaal (WZM) of DU bezitten en voor een deel tot 30 km ver kunnen vliegen, bestaan de penetratoren van de oefenprojectielen gewoonlijk alleen uit staal en hébben deze, bijvoorbeeld in verband met een speciale gelei-dingsconstructie (zie bijvoorbeeld DE 27 47 313), slechts een reikwijdte van bijvoorbeeld 7 km. Tot qp de afstand van het doel (bijvoorbeeld 2000 m) vertonen beide penetratoren nagenoeg hetzelfde vlucht-baanverloop.Particularly with armored ammunition, the problem arises again and again, to convert unused stocks after a certain period of time (for example, after the warranty period, which the manufacturer gives for the ammunition) into KE practice projectiles. While the sharp KE ammunition often have tungsten-heavy metal (WZM) or DU penetrators and can fly for up to 30 km, the penetrators of the practice projectiles usually consist of and have only steel, for example in connection with a special jelly lif construction (see for example DE 27 47 313), only a range of for example 7 km. Up to qp the distance from the target (for example 2000 m), both penetrators show almost the same flight-course course.

Voor het ombouwen van scherpe KE-munitie tot oefenmunitie is allereerst voorgesteld, de projectielen tot in onderdelen te demonteren en de geleidingsconstructie, alsmede de penetrator uit te wisselen. Een dergelijke werkwijze heeft het nadeel, dat deze zeer omslachtig en kostbaar is. Zo dient bijvoorbeeld de geleidingsband vrij te worden gemaakt en de aan het achtereinde van de aandrij fkooien aanwezige vulcanisatielaag (manchetafdichting) te worden verwijderd.In order to convert sharp KE ammunition into training ammunition, it has first been proposed to disassemble the projectiles into parts and to exchange the guide construction and the penetrator. Such a method has the drawback that it is very laborious and expensive. For example, the guide band must be released and the vulcanization layer (cuff seal) present at the rear end of the drive cages must be removed.

Voorts is voorgesteld, bij de scherpe KE-proj ectielen alleen de geleidingsconstructie te verwisselen (bijvoorbeeld door vervanging van de vleugelgeleidingsconstructie door een van gaten voorziene kegel-geleidingsconstructie). Een nadeel bij deze oplossing is vooral, dat de WZM- resp. DÜ-penetratoren tot een zware belasting van het milieu (wolfraam-zwaarmetaal resp. uranium in de grond) kunnen leiden.Furthermore, it has been proposed that with the sharp KE projectiles only the guiding construction be exchanged (for instance by replacing the wing guiding construction with a cone-guiding construction provided with holes). A disadvantage of this solution is mainly that the WZM resp. DÜ penetrators can lead to a heavy burden on the environment (tungsten heavy metal or uranium in the ground).

De uitvinding beoogt daarom, bestaande KE-proj ectielen van de bovengenoemde soort, dus projectielen, die een rolkant hébben en als koppelmiddel een schroefdraadprofiel bezitten, tegen lage kosten om te bouwen tot KE-oef enproj ectielen, zonder dat men voor een sterke belasting van het milieu bevreesd behoeft te zijn.It is therefore an object of the invention to convert existing KE projectiles of the above-mentioned type, i.e. projectiles, which have a rolling edge and have a screw thread profile as coupling means, at low cost into KE training projectiles, without being subjected to a high load of the environment need not be afraid.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door de kenmerken, genoemd in kenmerkende gedeelte van conclusie 1.This object is achieved according to the invention by the features mentioned in the characterizing part of claim 1.

Verdere voordeel biedende uitwerkingen van de uitvinding blijken uit de kenmerken van de onderconclusies.Further advantageous elaborations of the invention are evident from the features of the subclaims.

Aan de uitvinding ligt derhalve de gedachte ten grondslag, de WZM- of Dü-penetrator, in de vluchtrichting gezien, vóór de afrolkant af te steken resp. af te draaien en vervolgens de penetrator naar voren toe los te schroeven. De WZM- of Dü-penetrator wordt vervolgens door een uit een milieuvriendelijk materiaal (bijvoorbeeld staal) bestaande KE-oefenpenetrator vervangen en van een geschikte geleidings-constructie voorzien. Al naar de uitvoering van de KE-oefenpenetrator kan deze dan vanaf de voorzijde of vanaf de achterzijde in de aan-drijfkooi worden geschroefd en tenslotte kunnen de ontbrekende delen van de manchetafdichting op bekende wijze bijgevulcaniseerd worden.The invention is therefore based on the idea that the WZM or Dü penetrator, seen in the direction of escape, should be cut off before the unrolling side. and then unscrew the penetrator forwards. The WZM or Dü penetrator is then replaced by a KE training penetrator made of an environmentally friendly material (for example steel) and provided with a suitable guiding construction. Depending on the design of the KE training penetrator, it can then be screwed into the drive cage from the front or from the rear and, finally, the missing parts of the cuff seal can be replenished in a known manner.

Verdere details en voordelen van de uitvinding worden hieronder aan de hand van de tekening met enkele uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.Further details and advantages of the invention are explained in more detail below with reference to the drawing with some exemplary embodiments.

Fig. 1 - fig. 3 illustreren de werkwijze voor het verwijderen van de penetrator van een scherp KE-projectiel; fig. 4 toont een doorsnede door het achterste gedeelte van een aandrijfkooi na het afsteken volgens het vlak I in fig. 1; fig. 5 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een uit staal bestaande penetrator met afrolkant, die vanaf de achterkant in de aandrijfkooi wordt geschroefd en fig. 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een tweede uit staal bestaande penetrator zonder afrolkant, die vanaf de voorzijde in de aandrijfkooi kan worden geschroefd.Fig. 1 - FIG. 3 illustrate the method of removing the penetrator from a sharp KE projectile; FIG. 4 is a sectional view through the rear portion of a drive cage after parting along plane I in FIG. 1; Fig. 5 shows a first exemplary embodiment of a steel penetrator with roll-off edge, which is screwed into the drive cage from the rear, and Fig. 6 shows an exemplary embodiment of a second steel penetrator without roll-off edge, which can be inserted into the drive cage from the front screwed.

In fig. 1 is met 1 een op zichzelf bekend projectiel van grote massa aangegeven, dat in hoofdzaak uit een WZM-penetrator 2 en een in de projectiellangsrichting gesegmenteerde aandrijfkooi 3 bestaat. De penetrator 2 en de aandrijfkooi 3 zijn met elkaar gekoppeld via een schroefverbinding 4, via welke bij het afvuren de krachtoverbrenging van de aandrijfkooi op de penetrator plaatsvindt. Het achterste gedeelte van de aandrijfkooi 3 en van het op de aandrijfkooi aansluitende gedeelte van het projectiel is voorzien van een vulcanisatie-laag 5 ter afdichting tegen aanvuurladingsgassen.In Fig. 1, reference numeral 1 denotes a large-mass projectile known per se, which mainly consists of a WZM penetrator 2 and a drive cage 3 segmented in the projection longitudinal direction. The penetrator 2 and the driving cage 3 are coupled to each other via a screw connection 4, via which the power transmission from the driving cage to the penetrator takes place during firing. The rear part of the driving cage 3 and of the part of the projectile connecting to the driving cage is provided with a vulcanization layer 5 for sealing against charge charge gases.

De WZM-penetrator 2 heeft achter de schroefdraad 4 een afrolkant 6, waarmede wordt verhinderd, dat de aandrij fkooisegmenten bij het loskamen naar het achtereinde van het projectiel afglijden. Het is veeleer de bedoeling dat de in de luchtzakken van de aandrijfkooi terecht kamende luchtstroom de segmenten naar buiten drukt, zodat deze segmenten eerst een draaiende beweging uitvoeren, waarbij het draai- i punt direct vóór de afrolkant ligt. Op een van schroefdraad voorziene tap 7 aan het achtereinde van de penetrator 2 is een vleugelgelei-dingsconstructie 8 geschroefd.The WZM penetrator 2 has a roll-off edge 6 behind the screw thread 4, which prevents the drive cage segments from slipping towards the rear end of the projectile during loosening. Rather, the airflow entering the air pockets of the drive cage is intended to push the segments outward, so that these segments first perform a rotary movement, the pivot being directly in front of the unwinding side. A wing guide construction 8 is screwed onto a threaded stud 7 at the rear end of the penetrator 2.

Volgens de uitvinding nu vindt het van de aandrijfkooi scheiden van de penetrator plaats door eerst het achterste gedeelte van de penetrator, tezamen met het overeenkomstige gedeelte van de aandrijfkooi 3, bijvoorbeeld door afsteken (afdraaien) te verwijderen. Het daarbij aan te houden afsteekvlak dient daartoe - in de vluchtrichting gezien - vóór de afrolkant van de penetrator te liggen. In fig. 1 zijn twee snijvlakken I en II aangegeven. Om een zo klein mogelijk gedeelte van de aandrijfkooi (3) te verwijderen, kan het - afhankelijk van het type projectiel - doelmatig zijn, de penetrator voor het afsteken zo ver mogelijk naar het achterste einde toe te verplaatsen (door draaien), zodat de afrolkant 6 in de afdichtingsmanchet komt te liggen.According to the invention the separating of the penetrator from the driving cage takes place by first removing the rear part of the penetrator together with the corresponding part of the driving cage 3, for example by parting off (turning). The cut-off surface to be maintained thereby must - viewed in the direction of escape - lie in front of the unwinding side of the penetrator. In Fig. 1, two cutting planes I and II are indicated. Depending on the type of projectile, it may be expedient to remove the penetrator as far as possible to the rear end (by turning) so that the unwinding side 6 comes to rest in the sealing collar.

Fig. 2 toont het in fig. 1 weergegeven projectiel, nadat het achterste gedeelte ervan is weggenomen. De penetrator 2 kan nu naar voren toe uit de aandrijfkooi 3 worden geschroefd.Fig. 2 shows the projectile shown in FIG. 1 after its rear portion has been removed. The penetrator 2 can now be unscrewed forward from the drive cage 3.

Fig. 3 toont de aandrijfkooi 3 na het uitschroeven van de penetrator 2.Fig. 3 shows the drive cage 3 after unscrewing the penetrator 2.

Hierna kan de uit staal bestaande penetrator in de aandrijfkooi worden geschroefd en kan het overgangsgebied tussen de penetrator en het achterste gedeelte van de aandrijfkooi worden voorzien van een vulcanisatielaag (herstel van de manchetafdichting 5).After this, the steel penetrator can be screwed into the drive cage and the transition area between the penetrator and the rear part of the drive cage can be provided with a vulcanization layer (repair of the cuff seal 5).

De concrete uitvoering van de uit staal bestaande penetrator hangt o.a. af van het vlak, dat bij het afscheiden van het achterste gedeelte wordt aangehouden, alsook van de richting, vanwaaruit de penetrator in de aandrijfkooi 3 moet worden geschroefd. Een en ander wordt hieronder aan de hand van fig. 4-6 nader toegelicht:The concrete design of the steel penetrator depends, among other things, on the surface which is maintained when the rear part is separated, as well as on the direction from which the penetrator must be screwed into the driving cage 3. This is explained in more detail below with reference to fig. 4-6:

In de aandrijfkooi volgens fig. 3 moet bijvoorbeeld een uit staal bestaande penetrator worden geschroefd, en wel vanaf het achtereinde. Dan dient in de eerste plaats de achterste opening van de aandrijfkooi te worden vergroot om de penetrator ook daadwerkelijk in de aandrijfkooi te kunnen plaatsen. Dit lean bijvoorbeeld door afdraaien geschieden, waarbij de diameter een weinig groter dient te zijn dan de buitendiameter van de schroefdraad. In fig. 4 is met 30 de uitgekotterde opening aangegeven, terwijl de oorspronkelijke opening met 31 is aangegeven. Daarbij is de afdichtingsmanchet niet verder aangegeven. Fig. 5 toont een uit staal bestaande penetrator 20 met afrolkant 21, een van schroefdraad voorziene tap 22 aan het achtereinde en een voorste gebied 23 dat schroefdraadvrij is. Het voorste deel 23 van de penetrator 20 dient een diameter Dl te hébben, die ten hoogste gelijk is aan de op de kern van de schroefdraad betrekking hébbende diameter dl van het van schroefdraad voorziene gedeelte van de penetrator 20. Bovendien dient de afrolkant 21 ten opzichte van de afrolkant 6 van de WZM-penetrator vergroot te zijn uitgevoerd, opdat deze afrolkant ook na het vergroten van de achterste opening 30 nog daadwerkelijk als afrolkant kan werken.For example, a steel penetrator must be screwed into the drive cage of Fig. 3 from the rear end. In the first place, the rear opening of the drive cage must then be enlarged in order to actually be able to place the penetrator in the drive cage. This can be done, for example, by turning, in which the diameter should be slightly larger than the outer diameter of the screw thread. In Fig. 4, the roughened opening is indicated by 30, while the original opening is indicated by 31. The sealing collar is not further indicated. Fig. 5 shows a steel penetrator 20 with unwinding edge 21, a threaded tap 22 at the rear end and a front region 23 which is threadless. The front part 23 of the penetrator 20 should have a diameter D1 which is at most equal to the diameter d1 of the threaded portion of the penetrator 20 relating to the core of the screw thread. of the unwinding side 6 of the WZM penetrator, so that this unwinding side can actually act as a unwinding side even after the rear opening 30 has been enlarged.

In het uitvoeringsvoofbeeld volgens fig. 6 wordt de uit staal bestaande penetrator vanaf de voorzijde in de aandrijffcooi 3 (fig. 3) geschroefd. In dit geval is het achterste gedeelte van de penetrator 2 en van de aandrijfkooi 3 (fig. 1) volgens het afsteekvlak II verwijderd. Daarbij is de penetrator met 200 aangeduid, is met 201 het voorste gedeelte van de penetrator aangegeven en is met 202 de van schroefdraad voorziene tap aangegeven, waarop de van gaten voorziene kegelgeleidingsconstructie wordt geschroefd. De aandrijfkooi is weer met 3 aangeduid, van welke aandrijfkooi alleen het achterste gedeelte is weergegeven. Overeenkomstig het afsteekvlak II (vergelijk fig. 1) eindigt de aandrijfkooi in de buurt van het van schroefdraad voorziene gedeelte.In the exemplary embodiment of FIG. 6, the steel penetrator is screwed into the drive cage 3 (FIG. 3) from the front. In this case, the rear part of the penetrator 2 and of the driving cage 3 (fig. 1) is removed according to the parting surface II. The penetrator is indicated by 200, 201 indicates the front part of the penetrator, and 202 indicates the threaded tap, onto which the perforated cone guide construction is screwed. The drive cage is again indicated by 3, of which drive cage only the rear part is shown. According to the tapping surface II (compare Fig. 1), the drive cage ends near the threaded portion.

De penetrator 20 behoeft in dit geval geen speciale afrolkant te hébben, daar proeven hébben aangetoond, dat de functie van de afrolkant ook door de laatste schroefgang van de penetrator kan worden vervuld. Voorzover ook het achterste gedeelte van de penetrator 200 een diameter D2 heeft, die kleiner of gelijk is aan de kemdiameter d2 van de schroefdraad, kan de penetrator 200 zonder problemen vanaf de voorzijde in de aandrijfkooi 3 worden geschroefd. Bij voorkeur wordt dan de achterkant van de overgebleven rubbermanchet van een aangrijp-vlak voorzien om een goede mechanische verbinding van het opnieuw te vulcaniseren rubber te waarborgen.In this case, the penetrator 20 need not have a special unwinding edge, since tests have shown that the function of the unwinding edge can also be fulfilled by the last screwing of the penetrator. Insofar as the rear part of the penetrator 200 also has a diameter D2, which is smaller than or equal to the core diameter d2 of the screw thread, the penetrator 200 can be screwed into the drive cage 3 from the front without problems. Preferably, the back of the remaining rubber sleeve is then provided with a gripping surface to ensure a good mechanical connection of the rubber to be vulcanized again.

Tenslotte vindt dan weer een vulcaniseerbewerking van het overgangsgebied aandrij fkooi/penetrator (het completeren van de manchet-afdichting) plaats, zoals in het getékende uitvoeringsvoorbeeld schematisch, met streeplijnen is weergegeven en met 33 is aangeduid.Finally, a vulcanization operation of the drive cage / penetrator transition area (completing the cuff seal) takes place again, as shown schematically in dashed lines and indicated by 33 in the illustrated embodiment.

Naast de getékende KE-oefenpenetratoren zijn uiteraard ook verdere uitvoeringsvoorbeelden denkbaar. Zo zou bijvoorbeeld ook bij toepassing van het afsteekvlak II een penetrator volgens fig. 5 kunnen worden toegepast, waarbij de afrolkant 21 wegvalt. In dit geval zou de penetrator zowel vanaf de voorzijde als vanaf de achterzijde in de aandrij fkooi 3 kunnen worden geschroefd.In addition to the designated KE practice penetrators, further embodiments are of course also conceivable. For example, a penetrator according to Fig. 5 could also be used when using the tapping surface II, with the unrolling side 21 being omitted. In this case, the penetrator could be screwed into the drive cage 3 from both the front and the rear.

Claims

A method for crafting under-calibrated large-mass projectiles (1) with tungsten heavy metal (WZM) or EU penetra tower (41), wherein upon firing the power transmission from the driving cage (3) to the penetrator (2) takes place via a threaded connection (4), and the penetrators (2) in the rear area have a separate unwinding edge (6), into KE practice projectiles, characterized in that a) the WZM or Dü- penetrator (2), viewed in the flight direction, before the unwinding side (6) is cut together with the corresponding rear part of the drive cage (3); b) the WZM or EU penetrator (2) is then unscrewed forward from the drive cage (3)? c) the penetrator (20, 200), which is made of an environmentally friendly material and intended for the KE exercise projectile, is screwed into the drive cage (3) and d) the rear cuff seal, which is left on the drive cage (3), with a vulcanization layer ( 33) is completed.

Method according to claim 1, characterized in that the WZM or EU penetrator (2) is cut directly in front of the unwinding edge (6) (plane I), and that the rear opening of the drive cage (3) is removed after removal of the penetrator (2) is machined in such a way that both the thread-free front part (23) of the KE exercise projectile (20) and the threaded part of this penetrator (20) can be inserted into the drive cage (3) .

Method according to claim 1, characterized in that the WZM or EU penetrator (2) is cut at the beginning of the threaded connection (4), at the rear (plane II).

KE training penetrator for use in performing the method according to claim 2, characterized in that the penetrator (20) has a special unwinding edge (21), the diameter of which is greater than that of the unwinding edge (6) of the corresponding WZM or EU penetrator (2), and that the screw thread free front section (23) of the KE training penetrator (20) has a diameter (Dl) equal to or less than the core diameter (dl) ) of the threads of the threaded portion of the penetrator.

KE practice penetrator for use in performing the method of claim 1, characterized in that the penetrator (200) does not have a separate unwinding edge and the diameter (D2, d3) in the front and rear screw thread free area of the penetrator (200) so that the penetrator (200) can be screwed into the drive cage (3) from both the front and the rear.