NL9101255A - Inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een gestel van een voertuig. - Google Patents

Inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een gestel van een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL9101255A
NL9101255A NL9101255A NL9101255A NL9101255A NL 9101255 A NL9101255 A NL 9101255A NL 9101255 A NL9101255 A NL 9101255A NL 9101255 A NL9101255 A NL 9101255A NL 9101255 A NL9101255 A NL 9101255A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support leg
height
frame
relative
leg
Prior art date
Application number
NL9101255A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Weweler Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Weweler Nv filed Critical Weweler Nv
Priority to NL9101255A priority Critical patent/NL9101255A/nl
Priority to EP19920202090 priority patent/EP0523788B1/en
Priority to DE1992605229 priority patent/DE69205229T2/de
Publication of NL9101255A publication Critical patent/NL9101255A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G17/00Resilient suspensions having means for adjusting the spring or vibration-damper characteristics, for regulating the distance between a supporting surface and a sprung part of vehicle or for locking suspension during use to meet varying vehicular or surface conditions, e.g. due to speed or load
    • B60G17/02Spring characteristics, e.g. mechanical springs and mechanical adjusting means
    • B60G17/04Spring characteristics, e.g. mechanical springs and mechanical adjusting means fluid spring characteristics
    • B60G17/052Pneumatic spring characteristics
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60SSERVICING, CLEANING, REPAIRING, SUPPORTING, LIFTING, OR MANOEUVRING OF VEHICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60S9/00Ground-engaging vehicle fittings for supporting, lifting, or manoeuvring the vehicle, wholly or in part, e.g. built-in jacks
    • B60S9/02Ground-engaging vehicle fittings for supporting, lifting, or manoeuvring the vehicle, wholly or in part, e.g. built-in jacks for only lifting or supporting
    • B60S9/10Ground-engaging vehicle fittings for supporting, lifting, or manoeuvring the vehicle, wholly or in part, e.g. built-in jacks for only lifting or supporting by fluid pressure
    • B60S9/12Ground-engaging vehicle fittings for supporting, lifting, or manoeuvring the vehicle, wholly or in part, e.g. built-in jacks for only lifting or supporting by fluid pressure of telescopic type

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)

Description

Inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een gestel van een voertuig.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een laadvloer van een voertuig, dat door een eigen gasbalgsysteem op de gewenste hoogte kan worden gebracht, met een of meer op de ondergrond te steunen steunpoten met telescoperend deel.
Op zichzelf is het, bijvoorbeeld uit de Nederlandse octrooiaanvrage 88.00188 van aanvraagster, bekend om een gestel van een voertuig bij het laden en lossen aan een perron, op gelijke hoogte te houden met een hoogteregelaar, die door beïnvloeding van de gas toe- en af voer aan het gasbalgsysteem, dat ook voor het rijden over de weg wordt gebruikt, het gestel en dus de laadvloer op gelijke hoogte houdt.
Dit systeem heeft als nadelen, dat verandering van de indrukking van de banden niet wordt gecompenseerd en dat de gastoevoer aan het balg-systeem niet snel genoeg is indien plotseling de belading van het voertuig noemenswaard wordt veranderd, bijvoorbeeld door het tussen een , perron en de laadvloer heen en weer rijden van vorkheftrucks met zware belading, die op de laadvloer moet worden afgezet of daarvan moet worden verwijderd.
De problemen zijn vooral groot bij de moderne tendens tot een lage laadvloer van het voertuig om hoog opgestapelde belading toe te staan en hoge laad- en losperrons, waarbij het gasbalgsysteem tot nabij het maximaal toelaatbare is verlengd om de laadvloer op de hoogte van zulk een hoog perron te brengen.
Dus heeft men getracht hierin verbetering te brengen door mechanisch of hydraulisch werkende steunpoten te gebruiken, die op de ondergrond (of op een as) worden afgestemd.
Dit heeft het nadeel, dat die steunpoten tijdens het laden steeds sterker worden belast, terwijl na ontgrendeling van die steunpoten de laadvloer na belading eerst aanzienlijk zal dalen alvorens het luchtbalg-systeem de totale belasting zal overnemen.
Uitgaande van dit laatste bekende wordt nu volgens de uitvinding een oplossing voorgesteld doordat bij een inrichting als in de aanhef bedoeld aan een steunpoot een hoogteregelaar is aangebracht, werkend tussen het gestel of een vast met het gestel te blokkeren deel van de steunpoot en een door belasting op de steunpoot zich ten opzichte daarvan verplaatsend deel daarvan, welke hoogteregelaar het volume in het gasbalgsysteem verandert om de steunpoot te ontlasten.
Daardoor kan die hoogteregelaar de steunpoot ook bij sterk toenemende belading van het voertuig zo ontlasten, dat die steunpoot bijvoorbeeld alleen de krachten opneemt van een op de laadvloer rijdende vorkheftruck met lading. Wanneer het gasbalgsysteem door die hoogteregelaar op de aan die toegenomen belading aangepaste druk is gekomen, wordt de steunpoot weer ontlast enz. De laadvloer blijft zo praktisch op de gewenste hoogte ondanks sterk wisselende belading bijvoorbeeld door daarop en daaraf rijdende vorkheftrucks.
Bij voorkeur is de inrichting volgens de uitvinding zo uitgevoerd, dat de hoogteregelaar tussen het gestel en een bovenste, niet met de ondergrond in aanraking komend deel van de steunpoot is aangebracht, dat dat deel van de steunpoot ten opzichte van het gestel verticaal verplaatsbaar is ten opzichte van een aanslag, die de opwaartse beweging daarvan begrenst en dan krachten, afkomstig van de lading van het voertuig, van het gestel of de laadvloer op de steunpoot kan overbrengen, · en dat het met de ondergrond in aanraking komende deel van de steunpoot middelen heeft om ten opzichte van het genoemde niet daarmee in aanraking komende deel daarvan te worden verschoven en ten opzichte daarvan te worden vastgezet.
De steunpoot-bedieningsmiddelen om de steunpoot te verlengen en te verkorten hebben bij voorkeur een mechanisch of hydraulisch vastzet-systeem en een pneumatisch verlengings- en verkortingsmiddel. Er is dan geen externe hydraulische druk nodig en, indien hydraulisch medium voor dat vastzetsysteem wordt benut, kan dit door een in één richting door gasdruk bediende klep worden opgesloten voor drukopbouw.
De hoogteregelaar voor het rijden over de weg wordt tijdens het werken met de steunpoot afgesloten van zijn invloed op het gasbalgsysteem.
Door de steunpoot scharnierend wegzwenkbaar te maken, kan worden voorkomen dat deze schade veroorzaakt indien is verzuimd deze in de rijstand te plaatsen.
In het genoemde geval van een pneumatisch verlengings- en verkortingsmiddel aan de steunpoot kan het gas voor het gasbalg- en/of rem-systeem worden gebruikt om de steunpoot voor het rijden in te korten, bijvoorbeeld automatisch bij de eerste maal dat geremd wordt, indien abusievelijk de steunpoot niet eerder is ingekort.
De steunpoot kan echter ook van elk in principe bekend type zijn, met mechanische of hydraulische verlengings- en vastzetmiddelen, waarbij k volgens de uitvinding de hoogteregelaar is aangebracht tussen een in hoogte ten opzichte van het gestel verplaatsbaar en ten opzichte van het gestel vastzetbaar deel van de steunpoot en de ten opzichte daarvan over geringe hoogte verplaatsbare voet daarvan.
Bij voorkeur wordt slechts één enkele steunpoot als bedoeld gebruikt, bijvoorbeeld aangebracht in het midden aan een dwarsbalk van het gestel.
Er ontstaat aldus ook een lichte en eenvoudige constructie.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Daarin is:
Fig. 1 een zijaanzicht, gedeeltelijk doorsnede, van een steunpoot in een eerste uitvoering als deel van een inrichting volgens de uitvinding, en wel in onbelaste toestand, aangebracht aan een dwarsbalk van een gestel van een voertuig, normaliter een oplegger of aanhangwagen;
Fig. 2 eenzelfde, maar vereenvoudigd, zijaanzicht van deze poot in belaste toestand;
Fig. 3 een vooraanzicht van deze steunpoot met omringende delen;
Fig. 4 een vereenvoudigd schakelschema voor het hydraulische en pneumatische systeem ten gebruike in een voertuig met zulk een poot; en
Fig. 5 een onderste deel van een steunpoot volgens de uitvinding in een tweede uitvoeringsvorm.
Tussen twee dwarsbalken 1 en 2 van het gestel van een voertuig zijn twee schetsplaten 3 aangebracht. Daartussen bevindt zich in het langs-midden van het voertuig een verticaal beweegbare steunpoot. Een en ander wordt normaal nabij de achterste wielas aangebracht. De steunpoot 4 bestaat in hoofdzaak uit twee delen, het deel 5 en een ten opzichte daarvan op en neer beweegbaar deel 6 met voetplaat (stempel) 7· Het deel 6 grijpt aan op een zuiger 8 in deel 5. dat een cilinder daarvoor vormt, waarin olie onder druk kan worden gevoerd. Deel 5 is vast verbonden met een pneumatische cilinder 9, waarin een zuiger 10 beweegbaar is, waarvan de zuigerstang 11 bij 12 vast met het ondereinde van deel 6 is verbonden. De steunpoot 4 wordt met het deel 5 verticaal verschuifbaar geleid tussen de twee schetsplaten 3 aan het gestel, die elk een opening 13 hebben, waarin deel 5 met vast daarmee verbonden tappen 14, die aanzienlijke krachten kunnen overbrengen, grijpt. Die tappen 14 kunnen tegen de onderrand 15 en tegen de bovenkant 16 van die openingen 13 rusten, als in respectievelijk Fig. 1 en 2 getoond, dat laatste onder aanzienlijke krachtoverbrenging.
Met de tappen 14 is een scharnierstang 17 verbonden, die anderzijds scharnierend is verbonden met een draaiarm van een hoogteregelaar 18 van bekend type.
In Fig. 4 is aangegeven hoe het voertuig een gasbalgsysteem heeft, geschikt om als veersysteem te dienen bij het rijden over de weg en tevens, desgewenst onder aanzienlijke verlenging ten opzichte van die rijstand of onder inschakeling van extra gasbalgen, die in serie met de normale veerbalgen werken, om de laadvloer van het voertuig vanuit een lage stand tijdens het rijden te heffen tot de hoogte van een eventueel aanzienlijk hoog gelegen laad- en losperron.
De schematisch aangegeven balgen 19 van dat systeem staan via omschakelbare kleppen 20 in verbinding met een normale hoogteregelaar 21 voor het rijden over de weg.
De hoogteregelaar 18 aan de steunpoot staat via een zelfschakelklep 22 in verbinding met de kleppen 20.
Elke drukluchttoevoer aan het systeem is met een cirkeltje met stip erin aangeduid, behalve de leiding 23 voor druklucht, aangesloten op het remsysteem.
Een met de hand bedienbare schakelklep 24 dient om het systeem om te schakelen van normale rijtoestand naar het werken met de steunpoot voor laden en lossen. Verder zijn er twee met de hand bedienbare schakel-kleppen 25 en 26 voor respectievelijk heffen en dalen van het gestel, en een schakelklep 27 om heffen en dalen van deel 6 van de steunpoot mogelijk te maken.
Een hoeveelheid olie in reservoir 28 staat via een stuurbare terugslagklep 29 in verbinding met de olieruimte boven zuiger 8 in deel 5 van de steunpoot en klep 27 kan via luchtleiding 30 deze terugslagklep openhouden om die olie uit die ruimte boven zuiger 8 te laten wegstromen naar reservoir 28 als cilinder 9 zo wordt bediend dat zuiger 10 daarin omhoog wordt bewogen.
De werking van dit systeem is nu als volgt. In de rijstand is deel 6 van de steunpoot 4 door druklucht onder zuiger 10 opgetrokken, en wel zo hoog dat de verbinding 12 tussen 11 en 6 onder tegen de onderkant van deel 5 van de steunpoot ligt. Deel 5 van de steunpoot staat in de stand van Fig. 1, met de tappen l4 gesteund op de onderranden 15 van de openin-gen 13.
De kleppen 20 staan in de in Fig. 4 getekende stand, zodat de lucht-veerbalgen 19 onder invloed van de hoogteregelaar 21 voor het rijden over de weg worden bestuurd.
Moet de laadvloer worden geheven ter aansluiting op een, laad- en c losperron, dan wordt klep 24 omgeschakeld uit de in Fig. 4 getekende stand, zodat druklucht daardoor naar de bedieningszijde van de kleppen 20 stroomt, die dus worden omgezet om de invloed van de hoogteregelaar 21 uit te schakelen en de balgen onder invloed van de hoogteregelaar 18 te brengen, die eerst nog van die balgen is afgesloten en hen afgesloten houdt door blokkering van klep 22.
Tevens wordt hierdoor klep 27 omgeschakeld, zodat de ruimte in pneumatische cilinder 9 onder zuiger 10 wordt ontlast en de terugslagklep 29 wordt ontlast om nu alleen als normale terugslagklep in de in Fig. 4 getekende richting te werken.
In die stand van klep 24 wordt de druklucht ook aan de kleppen 25 en 26 toegevoerd. Nu kan door bediening van die kleppen het gestel worden geheven (met 25) of omlaag worden gebracht (met 26). Bij heffen wordt door bediening van klep 25 de zuiger 10 neerwaarts bewogen totdat de stempel 7 op de grond rust (stand van Fig. 1), en bij doorgaand heffen schuift deel 5 van de steunpoot 4 omhoog tussen de schetsplaten 3 totdat de tappen 14 tegen de bovenranden 16 der openingen 13 rusten (stand van Fig. 2). Daarbij zet stang 17 de hoogteregelaar 18 in werking, zodat deze druklucht doorgeeft eerst naar de bedieningszij de van klep 22, die dus omschakelt, en dan naar de balgen 19.
Een en ander is zo uitgevoerd en afgestemd, dat het heffen door de balgen 19 doorgaat totdat de klep 25 voor het heffen niet verder wordt bediend. De hoogteregelaar 18 blijft uiteraard de balgen 19 voeden totdat hij wordt uitgeschakeld doordat het gestel zover is geheven, dat de tappen 14 de stand van Fig. 2 verlaten en ongeveer in de gestreept daarin weergegeven stand, de neutrale stand, komen. Bij het bereiken daarvan zal stang 17 de hoogteregelaar 18 uitschakelen.
Door bediening van de kleppen 25 en 26 kunnen correcties op de hoogtestand van het gestel worden uitgevoerd.
Wordt nu lading ingereden, dan zullen de balgen 19 iets indrukken totdat de tappen 14 weer in de getrokken stand van Fig. 2 komen, waarin de steunpoot 4 de extra lading opneemt. De hoogteregelaar 18 treedt weer in werking. Door de boven zuiger 8 in deel 5 van de steunpoot opgesloten olie, die terugslagklep 29 gesloten houdt, kan de steunpoot niet verkorten. De hoogteregelaar 18 verhoogt het luchtvolume in de balgen 19 ter aanpassing aan de vergrote belading, waarbij de tappen 14 meer of minder vlug van de neutrale stand, gestreept in Fig. 2, terugkeren.
Bij het van het voertuig verwijderen van lading gebeurt uiteraard het omgekeerde, behoudens dat de steunpoot geen kracht opneemt, en wordt het luchtvolume in de balgen 19 dienovereenkomstig verkleind.
Om te voorkomen dat de steunpoot bijvoorbeeld door een te lage druk in het pneumatische systeem te zwaar belast zou raken, bijvoorbeeld met veel meer dan overeenkomt met de tijdelijke door de steunpoot opgenomen belasting bij het inrijden van een deel van de lading,-kan in het hydraulische systeem nabij of aan terugslagklep 29 een overbelastingsbeveili-ging zijn aangebracht, zodat bij te hoge druk op de olie boven zuiger 8 deze weg kan stromen, zodat het gestel langzaam kan dalen ten opzichte van de steunpoot.
Zou men vergeten de steunpoot in te korten alvorens weg te rijden, dan kan de steunpoot tussen de schetsplaten 3 wegzwenken. De tappen 14 . hebben namelijk in de neutrale stand, gestreept in Pig. 2 weergegeven, zoveel zijdelingse ruimte in de openingen 13, dat zij tot in de in Fig. 1 gestreept weergegeven stand 14' kunnen draaien. De voetplaat 7 zwenkt dan dus de steunpoot 4 tot in de bijbehorende schuine stand.
Om te zorgen dat de steunpoot 4 niet rammelt in tussenstanden, waarbij de tappen 14 vrij van aanslagranden 15 en 16 zijn, kunnen bijvoorbeeld veren en/of extra geleidingen dit verhinderen.
In Fig. 5 is een steunpoot weergegeven met een vast aan het gestel aangebracht deel 31 en een daarin verticaal verschuifbaar deel 32. Deze steunpoot kan ten aanzien van deze delen van gebruikelijke constructie zijn, bijvoorbeeld met rondsel aan deel 31 en heugel aan deel 32, of met een zuiger bovenaan deel 32 in een hydraulische cilinder in deel 31» steeds zo dat deel 32 ten opzichte van deel 31 kan worden vastgezet.
De voet 7 is nu niet vast met deel 32 verbonden, maar via een paral-lellogram-stangenstelsel 33 enerzijds aan een opstand 34 aan de voet en anderzijds aan de aan deel 32 aangebrachte hoogteregelaar 18. Ook kan een aparte arm van de voet naar de hoogteregelaar voeren, terwijl de voet afzonderlijk daarvan aan deel 32 is opgehangen. Veren en/of aanslagen kunnen de beweging van de voet ten opzichte van deel 32 begrenzen. Is de steunpoot onbelast, dan is er een korte afstand, bijvoorbeeld van 2 a 3 cm, tussen de vlakken 35 en 36. Wordt de voet belast, dan komen deze vlakken op elkaar en treedt de hoogteregelaar 18 in werking, met hetzelfde gevolg als in de voorgaande figuren, dus met verbinding naar de balgen 19 enz.
Uiteraard kan de uitvinding op allerlei afwijkende wijzen worden verwezenlijkt en er kunnen allerlei typen in wezen bekende telescoperende steunpoten worden gebruikt, mits voorzien van of samenwerkende met een hoogteregelaar als bedoeld, die reageert op het belasten van de steunpoot, zich manifesterend in een onderlinge verplaatsing van delen van de steunpoot of tussen steunpoot en gestel.

Claims (8)

1. Inrichting voor het fixeren van de hoogtes tand van een laadvloer van een voertuig, dat door een eigen gasbalgsysteem op de gewenste hoogte kan worden gebracht, met een of meer op de ondergrond te steunen steun-poten met telescoperend deel, met het kenmerk, dat aan een steunpoot een hoogteregelaar is aangebracht, werkend tussen het gestel of een vast met het gestel te blokkeren deel van de steunpoot en een door belasting op de steunpoot zich ten opzichte daarvan verplaatsend deel daarvan, welke hoogteregelaar het volume in het gasbalgsysteem verandert om de steunpoot te ontlasten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de hoogteregelaar tussen het gestel en een bovenste, niet met de ondergrond in aanraking komend deel van de steunpoot is aangebracht, dat dat deel van de steunpoot ten opzichte van het gestel verticaal verplaatsbaar is ten opzichte van een aanslag, die de opwaartse beweging daarvan begrenst en dan krachten, afkomstig van de lading van het voertuig, van het gestel of de laadvloer op de steunpoot kan overbrengen, en dat het met de ondergrond in aanraking komende deel van de steunpoot middelen heeft om ten opzichte van het genoemde niet daarmee in aanraking komende deel daarvan te worden verschoven en ten opzichte daarvan te worden vastgezet.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij tussen die steunpootdelen werkende middelen ter verlenging en verkorting van de steunpoot een mechanisch of hydraulisch vastzetsysteem en een pneumatisch verlengings-en verkortingsmiddel omvatten.
4. Inrichting volgens conclusie 3» waarbij het vastzetsysteem een ruimte met een hoeveelheid hydraulisch medium omvat en een althans ter ontlasting bedienbare afsluiter om dat medium in een zuigercilinder in of aan de steunpoot op te sluiten.
5· Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de hoogteregelaar is aangebracht tussen een in hoogte ten opzichte van het gestel verplaatsbaar en ten opzichte van het gestel vastzetbaar deel van de steunpoot en de ten opzichte daarvan over geringe hoogte verplaatsbare voet daarvan.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met middelen om de hoogteregelaar voor het rijden over de weg af te sluiten van invloed op het gasbalgsysteem.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunpoot scharnierend wegzwenkbaar is bij beweging van het voertuig in de rijrichting.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij slechts één enkele steunpoot als bedoeld is aangebracht.
NL9101255A 1991-07-17 1991-07-17 Inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een gestel van een voertuig. NL9101255A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101255A NL9101255A (nl) 1991-07-17 1991-07-17 Inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een gestel van een voertuig.
EP19920202090 EP0523788B1 (en) 1991-07-17 1992-07-08 Device for fixing the height of a vehicle chassis
DE1992605229 DE69205229T2 (de) 1991-07-17 1992-07-08 Einrichtung zur Einstellung der Höhe eines Fahrzeuguntergestells.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9101255 1991-07-17
NL9101255A NL9101255A (nl) 1991-07-17 1991-07-17 Inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een gestel van een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9101255A true NL9101255A (nl) 1993-02-16

Family

ID=19859527

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9101255A NL9101255A (nl) 1991-07-17 1991-07-17 Inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een gestel van een voertuig.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0523788B1 (nl)
DE (1) DE69205229T2 (nl)
NL (1) NL9101255A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10235473B4 (de) * 2002-08-02 2007-12-27 Knorr-Bremse Systeme für Nutzfahrzeuge GmbH Vorrichtung und Verfahren zum Aufrechterhalten des Niveaus einer Nutzebene eines Fahrzeugs
CN115771859B (zh) * 2022-12-13 2024-04-19 湖南大学 一种液压升降式控制系统

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1269511B (de) * 1961-03-14 1968-05-30 Kaspar Klaus Abstuetzvorrichtung fuer Sattelauflieger
CH438964A (de) * 1966-05-10 1967-06-30 Fischer Ag Georg Anhebevorrichtung für Sattelschlepperauflieger
NL8800188A (nl) * 1988-01-26 1989-08-16 Weweler Nv Hoogtebesturingssysteem voor de gestelhoogte van een voertuig met luchtveren.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0523788B1 (en) 1995-10-04
DE69205229T2 (de) 1996-03-21
DE69205229D1 (de) 1995-11-09
EP0523788A1 (en) 1993-01-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4147261A (en) Loading device for goods vehicles
US6247712B1 (en) Trailing axle assembly
AU737752B2 (en) Self-steering, caster adjustable suspension system
US3838783A (en) Portable hydraulic service lift for automotive equipment
US4536009A (en) Vehicle stabilizing system
US4382632A (en) Dumping vehicle stabilizer system
JPH0832543B2 (ja) フォークリフトトラック背部歩行
RU2131363C1 (ru) Транспортное средство для подъема контейнера или аналогичного груза на погрузочную платформу и снятия их с нее
US5217342A (en) Self-loading and unloading forklift truck
CA2288483A1 (en) Truck mounted hoist
US4274795A (en) Load carrying vehicles
US3430791A (en) Vehicle
US5303946A (en) Tag axle with rearwardly extending support framework
US4730974A (en) Tilt trailer in particular for a road transport vehicle carrier
KR100517690B1 (ko) 유압식 지게 카트
US4375903A (en) Vehicle suspension system augmenter
US6561589B2 (en) Dual acting truck hoist
US3162317A (en) Mechanism for extending and retracting a load supporting member on an industrial truck
NL9101255A (nl) Inrichting voor het fixeren van de hoogtestand van een gestel van een voertuig.
CA2127176C (en) Self-loading piggyback-type trailer unit
US4216996A (en) Stabilizer for dumping vehicles
US3155251A (en) Lift truck
US3567053A (en) Load hoisting truck
NL9400772A (nl) Vorkhefwagen met vorksteun.
US3105673A (en) Trailer with elevatable bed

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed