NL8800188A - Hoogtebesturingssysteem voor de gestelhoogte van een voertuig met luchtveren. - Google Patents

Description

NO 34956 1

Hoogtebesturingssysteem voor de gestel hoogte van een voertuig met 1uchtveren_

De uitvinding heeft betrekking op een hoogtebesturingssysteem voor 5 het besturen van de hoogte van het gestel van een voertuig met luchtveren door het be- en ontluchten der veren, waarbij een hoogteregelaar aan het gestel van het voertuig is aangebracht, welke samenwerkt met een hefboom, die met de as van het voertuig is verbonden en bij hoogte-verandering tussen gestel en as verdraait en daarmee het bewegende deel 10 van een meerwegafsluiter in de hoogteregelaar bedient, samenwerkend met een normaal stilstaand deel met poorten of dergelijke, zodanig dat die afsluiter in zijn nulstand de veren afsluit van be- en ontluchting en bij afwijkende stand van die hefboom als gevolg van hoogteverandering tussen gestel en as die veren zo be- of ontlucht dat die hoogte gelijk 15 wordt gehouden.

Dergelijke systemen zijn in de praktijk bekend. Het is gewenst het hoogtebesturingssysteem te kunnen aanpassen aan bijzondere situaties, vooral situaties, waarin men de hoogte van het gestel wil aanpassen aan de hoogte van een laad- of losplatform, en situaties, waarin bij meeras 20 assige voertuigen tenminste een as wordt geheven, waarbij vaak een grotere hoogte van het gestel tot de weg gewenst is om meer bodemvrijheid voor de geheven wielen te verkrijgen.

In dit verband zijn hoogtebesturingssystemen bekend, die twee nul-puntinstellingen hebben, waarbij betrekkelijk gemakkelijk van de ene in 25 de andere kan worden omgeschakeld voor normaal rijden of rijden met geheven as(sen). Het is ook bekend on bij laden en lossen door handbediening de gewenste hoogte van het gestel in te stellen onder uitschakeling van de automatische hoogteregeling. Die hoogte verandert dan tijdens laden en lossen door veranderende belasting van de luchtveerbal-30 gen.

Bij elektronisch werkende hoogteregel systemen is een veel genuanceerder instel- en regelpatroon mogelijk. Echter vergt de beluchting en ontluchting der veerbal gen reeds een systeem met pneumatische energievoorziening, en dat betekent dat een pneumatisch werkend besturingssy-35 steem het voordeel heeft, dat ook getrokken voertuigen in van een trekker losgekoppelde toestand de hoogtebesturing mogelijk maken door energie uit een reservoir voor druklucht, dat voor de luchtveren reeds voorhanden is, zonder toevoer van elektrische energie.

De uitvinding beoogt in verband hiermee een pneumatisch werkend 40 hoogtebesturingssysteem als bedoeld te verschaffen, dat een gemakkelij-

„ 880 01 SS

* 2 % ke en eenvoudige instelling van de gestelhoogte t.o.v. de assen en een gelijkhouden daarvan mogelijk maakt om optimaal te werken bij normaal rijden en, indien gewenst, bij rijden met een of meer geheven assen met van de weg gelichte wielen, en om een gemakkelijke instelling van het 5 gestel mogelijk te maken bij laden en lossen, ter aanpassing van de laadvloerhoogte aan een laadplatform of dergelijke zodanig dat die hoogte constant wordt gehouden ondanks veranderende belading.

Hiertoe is een systeem als in de aanhef bedoeld volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat dat normaal stilstaande deel van die af-10 sluiter traploos verplaatsbaar is voor het veranderen van die nul stand van die afsluiter en dat het besturingssysteem met dat normaal stilstaande deel is verbonden om die nul stand voor de rijhoogte en de hoogte van het gestel bij laden of lossen afwijkend traploos in te stellen op een door de hoogteregelaar na instelling constant te houden waarde. 15 Aldus kan in alle in de praktijk voorkomende situaties na een een voudige instelling van de gewenste hoogte van het gestel die hoogte betrouwbaar gelijk worden gehouden. Bij laden en lossen behoeft de hoogteregelaar niet te worden uitgeschakeld, wat voor eenvoud en veiligheid van belang is.

20 Doordat nu in alle omstandigheden dit besturingssysteem de bestu ring met een dergelijke hefboom bepaalt, kan het gebied, waarin het nulpunt wordt ingesteld gemakkelijk zo worden gekozen, dat de luchtveerbal gen en schokdempers nooit extreem worden belast, daar deze hefboom steeds de beluchting der luchtbalgen onderbreekt voordat de maxi-25 male uitslag daarvan en/of van de schokdempers, waarin de uitslag mechanisch daarin begrensd zou worden, wordt bereikt. Afslagventielen of mechanische slagbegrenzingen zoals vangkabels zijn dus niet nodig.

De uitvinding kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd. Een zeer aantrekkelijke uitvoering is die waarbij de hoogteregelaar zelf 30 scharnierend verstelbaar met het gestel is verbonden ter zwenking in eenzelfde vlak als het zwenkvlak van die hefboom, en dat het besturingssysteem middelen heeft om die hoogteregelaar traploos aldus te zwenken ter wijziging van de hoekstand van nulpuntsinstelling van die hefboom en dus van de nulpuntsinstelling van de hoogtebesturing. Er kan 35 dan met een eenvoudige en gebruikelijke hoogteregelaar worden gewerkt, ook als deze geen of slechts een veel te beperkte nulpuntsinstelmoge-lijkheid heeft. Men kan die hoogteregelaar aldus in een gewenst - ruim gebied door die zwenking op bijzonder eenvoudige wijze een verandering van de nulpuntsinstelling geven zodanig dat de hoogtebesturing traploos 40 de gestelhoogte kan instellen en gelijkhouden voor verschillende om- .8800158 3 standigheden als genoemd. *”

De uitvinding betreft ook een de voorkeur verdienende uitwerking hiervan t.a.v. het pneumatische systeem voor de besturing van die ver-zwenking van de hoogteregelaar, zoals nog nader te beschrijven.

5 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. Daarin is:

Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een hoogteregelaar met zwenkbare bevestiging daarvan aan het gestel van een voertuig;

Fig. 2 en 3 schematische aanzichten van twee andere mogelijke uit-10 voeringen van de verstelmiddel en voor de hoogteregelaar; en

Fig. 4 een schema van het pneumatische systeem voor het bedienen van die zwenkbare bevestiging.

Aan het gestel van een voertuig waarvan alleen een klein deel van een langsbalk 1 is getekend, is een hoogteregelaar 2 aangebracht. Zulke 15 hoogteregelaars zijn op zichzelf bekend en gebruikelijk. Zij hebben een hefboom 3, aan het vrije einde scharnierend verbonden met een vertikale stang 4, die in staat is scharnierend zowel opwaartse als neerwaartse krachten over te brengen en die met zijn ondereinde verbonden is met een as 5 van het voertuig. De hefboom 3 heeft een middenstand, waarin 20 hij een luchtklep in regelaar 2 gesloten houdt. Ligt het gestel 1 lager t.o.v. as 5, dan staat hefboom 3 b.v. in stand 3', opent daardoor die luchtklep en doet aldus lucht naar de veerbal gen van het voertuig stromen om de vertikale afstand van gestel 1 en as 5 op de oorspronkelijk ingestelde waarde terug te brengen. Ligt het gestel 1 hoger t.o.v. as 25 5, dan staat hefboom 3 b.v. in stand 3" en daardoor zal die luchtklep de veerbal gen ontluchten. Aldus streeft dit systeem naar een gelijkhou-den van de hoogte van het gestel t.o.v. deze as van het voertuig.

Uiteraard is de hoogteregelaar traagwerkend door kleine doorlaat van die luchtklep om alleen langdurig aanhoudende hoogte-afwijkingen te 30 corrigeren en niet merkbaar op het normale veergedrag en het hellen in bochten te reageren.

Leidingen en aansluitingen daarvan zijn in fig. 1 niet getekend, maar mede aan de hand van fig. 4 is de situatie duidelijk.

Bij deze voorkeursuitvoering van fig. 1 is deze op zichzelf beken-35 de hoogteregelaar 2 nu zelf verzwenkbaar met het gestel verbonden, en wel verzwenkbaar in het vlak van zwenken van hefboom 3. Daartoe is het huis van hoogteregelaar 2 vast bevestigd aan een zwenkarm 6, die bij 7 scharnierend om een horizontale dwarsas met het gestel is verbonden.

Een verstel cilinder 8 is vast aan het gestel bevestigd en de zuiger-40 stang 9 daarvan grijpt scharnierend op zwenkarm 6 aan.

.88 0 01 as ψ 4

In fig. 2 is schematisch een ander systeem weergegeven, waarbij de hefboom 3, bij 33 scharnierend door het vaste huis van de hoogterege-laar ondersteund, een zuigerstang 34 bedient, die een zuiger 35 in een cilinder 36 kan bewegen. De cilinder heeft een poort 37 voor toevoer 5 van druklucht (beluchting der luchtveerbalgen) en een poort 38 voor het ontluchten daarvan. Poorten 39 geven verbinding met die balgen.

De verstel cilinder 8 is hier verbonden met de cilinder 36 om deze in lengterichting te verplaatsen voor het wijzigen van de nulpuntsin-stelling. In de getekende stand sluit de zuiger 35 de poorten 37 en 38 10 af. Het systeem staat zo in de ingestelde stand. Zwenking van hefboom 3 geeft verplaatsing van zuiger 35, dus be- of ontluchting der balgen door verbinding van hetzij poort 37 hetzij poort 38 met een der poorten 39. Wanneer verstel cilinder 8 cilinder 36 verplaatst, verandert de nul-puntsinstelling, d.w.z. de stand van hefboom 3, waarin de zuiger 35 15 beide poorten 37 en 38 afsluit.

In fig. 3 is getekend hoe hefboom 3 een draaiende afsluiter 40 bedient, draaiend in een normaal stilstaande cilinder 41 met poorten 42 voor beluchting en 43 voor ontluchting. Afsluiter 40 heeft een centrale opening 44, verbonden met de luchtveerbalgen, welke opening met een ra-20 diaal kanaal 45 in verbinding staat. De cilinder 41 is ter draaiende instelling via een arm 46 met de zuigerstang van de verstelcilinder 8 verbonden.

Uiteraard zijn de cilinders 36 en 41 van fig. 2 en 3 goed schuifbaar resp. draaibaar in het huis van de hoogteregelaar gesteund.

25 Cilinder 8 is traploos verstelbaar onder invloed van luchtdruk, daaraan toegevoerd door het in fig. 4 getekende pneumatische systeem, waarbij evenwicht door een mechanische veer bereikt wordt. Dat systeem heeft een toevoer 10* die kan bestaan uit een compressor, aangedreven door de motor van het voertuig of van een trekker daarvan, met een 30 voorraadvat voor lucht onder druk, zoals gebruikelijk.

Die toevoer is door leiding 11 met de hoogteregelaar 2 verbonden voor het uitoefenen van de beschreven functie van beluchten en ontluchten der luchtveerbalgen, als gebruikelijk.

Een leiding 12 vanaf die toevoer heeft in een kast 13, met een 35 streeplijn aangeduid, een viertal parallel geschakelde aansluitingen.

Een aansluitleiding 14 voert naar een reduceerklep 15, die dient voor het eenmalig instellen van de rijhoogte bij geheven as(sen).

Een aansluitleiding 16 voert naar een reduceerklep 17 voor het eenmalig instellen van de normale rijhoogte.

40 Een aansluitleiding 21 voert naar een fijnregelafsluiter 22 voor . ES0 0188 5 het Instellen van de gestel hoogte bij Iaden en lossen, om de gewenste hoogte van de laadvloer te bereiken en tijdens laden en lossen te behouden. Regel afsluiter 22 kan met de hand ter plaatse of, Indien gewenst, op afstand, b.v. vanuit de bestuurderscablne worden ingesteld.

5 Een aansluitleiding 23 voert naar een voor handbediening geschikte afsluiter 24, zich bevindend achter een deur of luik 25 van kast 13.

Reduceerklep 15 voert vla leiding 18 naar een afsluiter 19 en re-duceerklep 17 voert via leiding 20 naar deze afsluiter, die bediend wordt door een signaalleiding 28. In de getekende stand staat leiding 10 20 via afsluiter 19 in verbinding met leiding 29 daarachter, zodat de instelling van de normale rijhoogte in reduceerklep 17 bij juiste stand van afsluiter 31 kan worden doorgegeven aan leiding 32 en dus aan cilinder 8. Wil men met geheven as(sen) rijden, dan wordt een desbetreffend signaal, normaliter een luchtdruksignaal uit het ashefsysteem, aan 15 leiding 28 gegeven, zodat afsluiter 19 naar de stand beweegt, waarin leiding 18 met leiding 29 is verbonden, zodat de instelling van de rijhoogte met geheven as(sen) in reduceerklep 15 kan worden doorgegeven aan cilinder 8.

De fijnregelafsluiter 22 wordt bij laden en lossen ingesteld op de 20 daarbij gewenste hoogte van de laadvloer. Het daaruit resulterende signaal kan zonder meer geen invloed op de hoogtebesturing uitoefenen, daar afsluiter 31 normaliter de uitgaande leiding 30 van afsluiter 22 afsluit. Wanneer echter het voertuig stilstaat en beladen of gelost moet worden, kan men deur of luik 25 van kast 13 openen en afsluiter 24 25 met de hand in de laagste stand plaatsen, waarin luchtdruk uit aansluiting 23 door 24 aan leiding 27 kan worden doorgegeven, welke leiding als stuurleiding afsluiter 31 dan in de hoogste stand brengt als getekend. Nu kan met afsluiter 22 de laadvloerhoogte met de hand fijn worden ingesteld en de aldus ingestelde hoogte wordt aangehouden zolang 30 afsluiter 24 in de getekende stand staat. Plaatst men afsluiter 24 nu in de afsluitende stand terug dan wordt leiding 27 ontlast, zodat afsluiter 31 naar de laagste stand sterugkeert, waarin leiding 30 is afgesloten en leiding 29 met leiding 32 in verbinding staat, zodat de hoogtebesturing weer van de instelling van reduceerklep 17 of, bij ge-35 heven as(sen), van reduceerklep 15 afhangt.

Het verdient aanbeveling de deur of het luik 25 zo aan te brengen, dat het alleen gesloten kan worden als afsluiter 24 in de gesloten stand staat, of zo dat het zelf afsluiter 24 sluit bij het bewegen naar die gesloten stand, zoals in fig. 4 weergegeven. Verder verdient het 40 aanbeveling de deur of het luik zo aan te brengen, dat de open stand .88001fiö » 6 < daarvan opvallend is, b.v. duidelijk zichtbaar vanaf de bestuurdersplaats.

In leiding 27 kan een signaal inrichting 26 voor het geven van een zicht- en/of hoorbaar signaal ter plaatse en/of op afstand, b.v. op een 5 dashboard bij de bestuurdersplaats. Deur of luik 25 kan zelf ook van een dergelijke signaal inrichting zijn voorzien. Aldus kan gemakkelijk gecontroleerd worden of het systeem al of niet in de rijstand staat.

Het is goed mogelijk de uitvinding zo toe te passen, dat met twee hoogteregelaars op een as, één aan elke zijde, wordt gewerkt, beide ge-10 voed met hetzelfde instel signaal. Bij hoogteregelaars op verschillende assen kan men deze vaak gelijk instellen en de instelling gezamelijk veranderen onder gebruikmaking van een enkel bedieningssysteem zoals volgens fig. 4.

... a 8 o o 1 S 8

Claims (4)

1. Hoogtebesturingssysteem voor het besturen van de hoogte van het gestel van een voertuig met luchtveren door het be- en ontluchten der 5 veren, waarbij een hoogteregelaar aan het gestel van het voertuig is aangebracht, welke samenwerkt met een hefboom, die met de as van het voertuig is verbonden en bij hoogteverandering tussen gestel en as verdraait en daarmee het bewegende deel van een meerwegafsluiter in de hoogteregelaar bedient, samenwerkend met een normaal stilstaand deel 10 met poorten of dergelijke, zodanig dat die afsluiter in zijn nul stand de veren afsluit van be- en ontluchting en bij afwijkende stand van die hefboom als gevolg van hoogteverandering tussen gestel en as die veren zo be- of ontlucht dat die hoogte gelijk wordt gehouden, met het kenmerk, dat dat normaal stilstaande deel van die afsluiter 15 traploos verplaatsbaar is voor het veranderen van die nulstand van die afsluiter en dat het besturingssysteem met dat normaal stilstaande deel is verbonden om die nulstand voor de rijhoogte en de hoogte van het gestel bij laden of 1 ossen afwijkend traploos in te stellen op een door de hoogteregelaar na instelling constant te houden waarde.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de hoogteregelaar zelf scharnierend verstelbaar met het gestel is verbonden ter zwenking in eenzelfde vlak als het zwenkvlak van die hefboom, en dat het besturingssysteem middelen heeft on die hoogteregelaar traploos aldus te zwenken ter wijziging van de hoekstand van nulpuntsinstelling van die 25 hefboom en dus van de nulpuntinstelling van de hoogtebesturing.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het normaal stilstaande deel van die afsluiter ter verplaatsing als bedoeld verbonden is met een bedieningsorgaan, bewogen door luchtdruk uit een pneumatisch systeem met paral lel geschakelde stuurketens voor hoogtef nstelling 30 voor normale rijhoogte, desgewenst rijhoogte met een of meer geheven assen en laadvlakhoogteïnstelling bij laden en lossen, waarbij een of meer meerwegafsluiters telkens slechts een van deze stuurketens met dat bedieningsorgaan verbinden.

4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij dat pneumatische systeem 35 in een kast is opgenomen, waarvan een deur of luik zwenkbaar is en, bij openen toegang geeft tot een handbediende afsluiter, die in een stand instellen van de laadvlakhoogte en gelijkhouden daarvan tijdens laden en lossen toestaat door pneumatische bediening van één van die meerwegafsluiters zodanig, dat de rijhoogtefnstelling van dat bedieningsor-40 gaan wordt afgesloten, waarbij die deur of dat luik in gesloten stand .680 01 as f δ zo met die handbediende afsluiter samenwerkt dat de gesloten stand van deur of luik alleen kan worden ingenomen wanneer die afsluiter in de stand staat, waarin de hoogteïnstellingsketen voor laden en lossen van dat bedieningsorgaan is afgesloten. ++++++++++ . a 8 o o 1 δ 8