NL9100964A - Elastomerische bevestiging. - Google Patents

Elastomerische bevestiging. Download PDF

Info

Publication number
NL9100964A
NL9100964A NL9100964A NL9100964A NL9100964A NL 9100964 A NL9100964 A NL 9100964A NL 9100964 A NL9100964 A NL 9100964A NL 9100964 A NL9100964 A NL 9100964A NL 9100964 A NL9100964 A NL 9100964A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elastomeric
fastening according
members
support element
support
Prior art date
Application number
NL9100964A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dunlop Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dunlop Ltd filed Critical Dunlop Ltd
Publication of NL9100964A publication Critical patent/NL9100964A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F3/00Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic
    • F16F3/08Spring units consisting of several springs, e.g. for obtaining a desired spring characteristic with springs made of a material having high internal friction, e.g. rubber
    • F16F3/087Units comprising several springs made of plastics or the like material
    • F16F3/0873Units comprising several springs made of plastics or the like material of the same material or the material not being specified
    • F16F3/0876Units comprising several springs made of plastics or the like material of the same material or the material not being specified and of the same shape
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63HMARINE PROPULSION OR STEERING
    • B63H21/00Use of propulsion power plant or units on vessels
    • B63H21/30Mounting of propulsion plant or unit, e.g. for anti-vibration purposes
    • B63H21/305Mounting of propulsion plant or unit, e.g. for anti-vibration purposes with passive vibration damping
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F1/00Springs
    • F16F1/36Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers
    • F16F1/371Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers characterised by inserts or auxiliary extension or exterior elements, e.g. for rigidification
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F1/00Springs
    • F16F1/36Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers
    • F16F1/373Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers characterised by having a particular shape
    • F16F1/374Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers characterised by having a particular shape having a spherical or the like shape
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16FSPRINGS; SHOCK-ABSORBERS; MEANS FOR DAMPING VIBRATION
    • F16F1/00Springs
    • F16F1/36Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers
    • F16F1/40Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers consisting of a stack of similar elements separated by non-elastic intermediate layers
    • F16F1/403Springs made of rubber or other material having high internal friction, e.g. thermoplastic elastomers consisting of a stack of similar elements separated by non-elastic intermediate layers characterised by the shape of the non-elastic interengaging parts between the elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Vibration Prevention Devices (AREA)
  • Springs (AREA)

Description

Uittreksel.
Een elastometerische bevestiging (10) voor zwaar gebruik bestaat uit een paar stijve eindorganen (11, 12) welke een paar tegenover elkaar gelegen oppervlakken (13, 14) vormen welke elk een in hoofdzaak vlakke vorm hebben en waarbij tussen deze oppervlakken tenminste twee afzonderlijke elastomerische draagelementen (15) zijn opgesteld met het elastische centrum onbepaald gelegen. Bij voorkeur is elk elastomerisch draagelement van een asymmetrische constructie ten opzichte van een middenvlak gelegen tussen de stijve eindorganen om bij te dragen tot het verminderen van overdracht van resonantie en trillingen.
Figure NL9100964AD00021
Elastomerische bevestiging.
De uitvinding heeft betrekking op een elastomerische bevestiging en in het bijzonder, hoewel niet daartoe beperkt, op een elastomerische bevestiging zoals die wordt toegepast bij een motorin-stallatie voor een vaartuig en welke kenmerkend bestaat uit een dikke f laag van elastomerisch materiaal gehecht tussen platte tegenover elkaar gerichte oppervlakken van een paar stijve eindorganen, waarbij dit oppervlakken in hoofdzaak opgesteld zijn om in horizontale of hellende vlakken te liggen wanneer zij ter plaatse zijn opgesteld voor het dragen van een vaartuigmotor.
De standaard elastomerische bevestigingen welke worden vervaardigd voor gebruik op land zijn in het algemeen bedoeld voor het dragen van machines met geringer gewicht dan die van vaartuigmotoren. Bij vaartuiginstallaties is het kenmerkend te voorzien in een groot aantal standaard elastomerische bevestigingen zodat het elastomerische materiaal van elke bevestiging niet wordt overbelast en niet in staat is om doelmatig trilling te absorberen. Voor een grote installatie met een vaartuigmotor kan het noodzakelijk zijn om te voorzien in stijgend tot 100 gebruikelijke bevestigingen hoewel die kan worden verminderd tot bijvoorbeeld 24 door te voorzien in speciaal vervaardigde bevestigingen van grotere maat. Echter is de afname in aantal van afzonderlijke bevestigingen welke voortvloeit uit het gebruik van grotere bevestigingen niet geheel van voordeel. Terwijl er het voordeel is van een vermindering in de installatietijd en kosten, kunnen moeilijkheden ontstaan in het gietvormen van de bevestigingen met grotere maat en bovendien en gebleken dat bevestigingen met grotere maat in het algemeen niet zo doelmatig zijn voor het voldoende absorberen van trillingen met hoge frequentie welke zijn gelegen binnen het bereik van het gehoor.
De onderhavige uitvinding bedoeld te voorzien in een verbeterde elastomerische bevestiging van een soort welke bruikbaar is voor zwaar gebruik en welke het gemak van vervaardigen en installeren vergemakkelijkt terwijl het ook doelmatig is voor het verminderen van de overdracht van hoogfrequente trillingen welke zijn gelegen in het bereik van het gehoor.
Volgens één kenmerk van de onderhavige uitvinding wordt voorzien in een elastomerische bevestiging bestaande uit een paar stijve eindorganen welke een paar naar elkaar toegekeerde oppervlakken vormen die elk effectief vlak zijn zoals hierna aangegeven, waarbij de oppervlakken op afstand van elkaar worden gehouden door tussen plaatsen van verend elastomerisch materiaal, waarbij het elastometerische materiaal wordt geleverd door tenminste twee afzonderlijke elastomerische draagelementen welke elk zijn opgesteld om de reiken tussen de beide eindorganen en om evenwijdig aan elkaar verend te werken om onderling bewegen van de eindorganen te weerstaan in een normale richting welke in hoofdzaak loodrecht staat op de naar elkaar toegekeerde oppervlakken en welke de neiging heeft om de organen naar en van elkaar te bewegen, waarbij elk elastomerisch draagorgaan een dikte heeft van tenminste 50 mm beschouwd in de normale richting.
Bij "effectief vlak" wordt bedoeld in deze aanvrage dat de naar elkaar toegekeerde oppervlakken geen enkele aanzienlijke zijdelingse belasting uitoefenen op de elastomerische draagorganen in - een richting loodrecht op de normale richting. De tegenover elkaar gelegen oppervlakken kunnen werkelijk vlak zijn of tenminste één van hen kan op gebalanceerde wijze geprofileerd zijn om daardoor locaal opgewekte zijdelingse componenten van krachten op een afzonderlijk elastomerisch draagelement worden gebalanceerd voor dat element als geheel. De uitvinding beoogt dat het elastische centrum van de bevestiging onbeperkt zal zijn.
Blastomerisch materiaal van tenminste één elastomerisch draagelement kan zijn gehecht of op andere wijze onmiddellijk bevestigd op één of elk van de stijve eindorganen. Of anders kan tenminste één van de elastomerische draagelementen voorzien zijn van één of een paar eindoppervlakorganen van metaal of een ander in hoofdzaak stijf materiaal waaraan elastomerisch materiaal van het draagelement is bevestigd, bijvoorbeeld door hechten en welk eindvlakorgaan op zijn beurt bevestigbaar is, bijvoorbeeld door puntlassen, aan één van de stijve eindorganen. Een eindvlakorgaan kan een werkelijke vlakke vorm hebben, dat wil zeggen vlak zijn, of kan geprofileerd zijn om af te wijken van een werkelijke vlakke vorm maar is "effectief vlak" op de bovenbeschreven wijze ten opzichte van het profileren van de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van de stijve eindorganen.
Bij voorkeur is elk elastomerisch draagelement asymmetrisch ten opzichte van een middenvlak welke in het midden is gelegen tussen de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van de stijve eindorganen en staat loodrecht op de normale richting. De asymmetrie kan resulteren uit het voorzien van een geprofileerd tegenovergelegen oppervlak of eindvlakorgaan aan één zijde van het elastomerische draagorgaan en een werkelijk vlak oppervlak aan het andere einde, of elk einde van een elastomerisch draagorgaan kan bevestigd zijn aan een tegenovergelegen oppervlak of kan voorzien zijn van een eindvlakorgaan waarvan het profiel verschilt aan het ene einde van het draagelement ten opzichte van dat aan het andere einde.
Of anders kan de asymmetrie worden geleverd door het opstellen van het elastomerische materiaal van elk draagelement een niet gelijkmatige dwarsdoorsnede heeft om de betrokken zijden van een middenvlak verschillen te variëren. Bij een verdere alternatieve asymmetrie kan worden bereikt bijvoorbeeld door het voorzien van een tussenvlak van versterkend materiaal welke asymmetrisch is gelegen ten opzichte van het tussenvlak.
Het is duidelijk dat de bovengenoemde middelen voor het bereiken van asymmetrie niet onderling elkaar uitsluiten en dat één of meer kunnen worden voorzien in combinatie.
Hoewel de uitvinding voorziet in een elastomerische bevestiging waarbij de dikte van elk elastomerisch draagelement als beschouwd in de normale richting tenminste 50 mm is, wordt in het bijzonder bedoeld dat de dikte groter zal zijn dan 75 mm. Echter wordt verder bedoeld dat de dikte minder zal zijn dan 200 mm.
De uitvinding bedoeld verder dat het volume aan elastomerisch materiaal in elk draagelement minder zal zijn dan 7,5 liter en meer in het bijzonder minder dan 5 liter.
Het oppervlak van de dwarsdoorsnede van elk elastomerisch draagelement is aan het middenvlak bij voorkeur niet groter dan 0,10 m2 en meer in het bijzonder minder dan 0,05 m2.
Bij voorkeur ligt het oppervlak in dwarsdoorsnede aan het middenvlak in het traject van 2 tot 0,2 en meer in het bijzonder 1,0 tot 0,3 keer de dikte van het element (dat wil zeggen de afstand tussen de stijve eindorganen in de normale richting) waarbij het oppervlak en de lengte worden gemeten in gelijke eenheden.
Bij voorkeur heeft het elastomerische materiaal van elk draagelement een hardheid in het bereik van 35 tot 70 Shore A. Bruikbare materialen omvatten natuurlijke rubber, nitrilrubber, chloropreen en natuurlijke/synthetische rubbermengsels.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen nu slechts bij wijze van voorbeeld worden beschreven met betrekking tot de bijgaande schematische tekeningen waarin: figuur 1 een zij-aanzicht is van een elastomerische bevestiging volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2 een bovenaanzicht is van de bevestiging volgens figuur 1; figuur 3 een doorsnede is langs de X-X van figuur 2; figuur 4 een zij-aanzicht is van een bevestiging volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 5 een doorsnede is als volgens figuur 3 van de bevestiging volgens figuur 4; figuur 6 een zij-aanzicht is van een bevestiging -volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 7 een eindaanzicht is van de bevestiging volgens figuur 6; en figuren 8, 9 en 10 zij-aanzichten zijn van bevestigingen volgens weer andere uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Een elastomerische bevestiging 10 omvat een paar stijve eindorganen 11, 12 van metaal welke een paar vlakke naar elkaar toegekeerde oppervlakken 13, 14 vormen.
Elk eindorgaan heeft een rechthoekige vorm in vooraanzicht en (wanneer de bevestiging in onbelaste toestand is) worden de beide eindorganen op afstand van elkaar gehouden op een afstand van 100 mm (in de normale richting loodrecht op de vlakke oppervlakken 13, 14) door een daartussen opgesteld paar elastomerische draagelementen 15. Bij deze uitvoeringsvorm heeft elk element een vierkante vorm in bovenaanzicht, maar bijvoorbeeld een rechthoekige vorm in dwarsdoorsnede kan worden toegepast.
Elk elastomerisch draagelement 15 is gevormd uit natuurlijke rubber en de eindvlakken van elk element zijn gehecht aan de betrokken tegenover elkaar gelegen oppervlakken 13, 14 van de stijve eindorganen. Het materiaal van het draagelement heeft een hardheid van 55 Shore A en elk element heeft een volume van 3 liter. Voor elk element is het oppervlak van de dwarsdoorsnede in het middenvlak 0,034 „2 m .
Elk elastomerisch draagelement 15 heeft een asymmetrische constructie bestaande uit een buitenwaarts reikende ribbevorm 16 welke continu reikt rond de omtrek van het element als beschouwd in bovenaanzicht en ligt nabij een zijde van een middenvlak 17 halverwege tussen de einden van het element.
Het ribgedeelte van een element ligt boven het middenvlak en de andere onder dat vlak als is aangegeven door de figuren 1 en 3, waarbij figuur 3 in zijn linker- en rechterdelen doorsneden toont door de betrokken delen van de linker- en rechterdelen van figuur 1. Aldus hebben de elementen 15 elk dezelfde algemene vorm maar zijn ter plekke omgekeerd opgesteld tussen de eindorganen 11, 12.
De eindplaten 11, 12 zijn voorzien van openingen 18 voor/ het vergemakkelijken van het dragen van de bevestiging en de draagconstructie.
Bij een gewijzigde uitvoering van de eerste uitvoeringsvorm zijn de beide draagelementen 15 opgesteld in corresponderende opstellingen zodat hun ribbevormen 16 elk verschoven zijn naar dezelfde zijde van het tussenvlak.
Bij een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding als aangegeven met betrekking tot de figuren 4 en 5 is een elastomerische bevestiging in hoofdzaak gebouwd als beschreven met betrekking tot de voorgaande uitvoeringsvorm met uitzondering dat elk elastomerisch draagelement 15' voorzien is van een versterkend tussenblad 20 van metaal welke hierin gebed is. Het tussenblad 20 is uitgevoerd om te liggen in een vlak evenwijdig aan de tegenover elkaar gelegen oppervlakken 13', 14' van de eindorganen 11', 12’ en op geringe afstand van het tussenvlak 17'. Het elastomerische materiaal van elk draagelement is gehecht aan de naar elkaar toegekeerde oppervlakken 13', 14 * als bij de eerste uitvoeringsvorm en ook naar de oppervlakken van de versterkende tussenblad.
Bij een derde uitvoeringsvorm als aangegeven in de figuren 6 en 7 zijn een paar stijve eindorganen 61, 62 van een bevestiging 60 hiertussen gehecht aan twee draagelementen 63 met elk een trapezium- vorm in dwarsdoorsnede als aangegeven in figuur 6. De elementen 63 hebben elk een gelijkmatige diepte zoals blijkt uit het eindaanzicht van figuur 7. Bij de getekende opstelling is elk element 63 opgesteld met zijn einde met een kleiner oppervlak gehecht aan het boveneinde 61 maar bij een gewijzigde constructie kan één van de elementen omgekeerd opgesteld zijn waardoor elk van de eindorganen 61, 62 gehecht is aan het grotere einde van één element en het kleinere einde van het andere element.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 8 worden een paar eindorganen 81/ 82 van een bevestiging 80 op afstand gehouden door een paar elastomerisch draagelementen 83 met elk gelijke uitwendige profielen. De draagelementen zijn echter elk met een asymmetrische vorm in zoverre dat elk hierin gebed hebben een versterkend tussenblad 84 van metaal welke helt (in de richting als zichtbaar in figuur 8) ten opzichte van de vlakken van de tegenover elkaar gelegen oppervlakken van de eindorganen 81, 82. Dus resulteert voor elk draagelement het versterkende tussenblad in zijn hellende opstelling in een asymmetrie ten opzichte van het tussenvlak gelegen tussen de einden van het element.
Figuur 9 toont een elastomerische bevestiging 90 welke in hoofdzaak gelijk geconstrueerd is aan die volgens figuur 8 met uitzondering dat in plaats van een versterkend tussenblad van metaal met een eenvoudige hellende vorm, elk tussenblad 91 bestaat uit een aantal hellende delen als voorzien door een plaat met in hoofdzaak zigzag of golfvorm in dwarsdoorsnede. Zoals in figuur 8 resulteert de versterkende tussenblad in asymmetrie ten opzichte van een tussenvlak.
In de constructie volgens figuur 10 omvat een elastomerische bevestiging 100 een paar elastomerische draagelementen 101 waarbij de eindvlakken van het elastomerische materiaal voorzien zijn van stijve eindplaten 102, 103 van metaal welke hieraan gehecht zijn. Deze platen zijn op hun beurt bevestigd, bijvoorbeeld door lassen aan de bovenste en onderste stijve eindorganen 105, 104. Het stijve eindorgaan 103 aan het ondereinde van elk draagelement heeft een golfvorm bestaande uit vier hellende oppervlaktedelen terwijl het eindorgaan 102 aan het boveneinde van elk draagelement een stijve vorm heeft bestaande uit slechts twee hellende delen; overeenkomstig is elk draagelement van een asymmetrische constructie ten opzichte van een tussenvlak door het verschil in profielen van de betrokken eindorganen van elk draagelement. De eindorganen van de draagelementen kunnen als één geheel met elkaar (als aangegeven in figuur 10) zijn of afzonderlijk zijn en bijvoorbeeld opgesteld zijn om tegen elkaar te steunen op zij aan zij wijze wanneer zij ter plekke zijn tussen de stijve eindorganen.

Claims (20)

1. Elastomerische bevestiging (10) bestaande uit een paar stijve eindorganen (11, 12) welke een paar tegenover elkaar gelegen oppervlakken (13, 14; 102, 103) vormen, die elk effectief vlak zijn als hierboven omschreven, waarbij de oppervlakken op afstand worden gehouden door hiertussen opgesteld veerkrachtig elastomerisch materiaal (15, 63; 83, 101), gekenmerkt doordat het elastomerische materiaal voorzien is van tenminste twee afzonderlijke elastomerische draagelementen welke elk zijn opgesteld om te reiken tussen de eindorganen (11, 12; 104, 105) en om evenwijdig met elkaar veerkrachtig te werken om onderling bewegen van de eindorganen te weerstaan in een richting welke in hoofdzaak loodrecht staat ten opzichte van de tegen elkaar gerichte oppervlakken en welke de neiging heeft om de organen naar en van elkaar te bewegen, waarbij elk elastomerisch draagelement een dikte heeft van tenminste 50 mm als beschouwd in de normale richting.
2. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat tenminste één van de tegenover elkaar gelegen oppervlakken (13, 14) werkelijk vlak is.
3. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat tenminste één van de tegenover elkaar gelegen oppervlakken (102, 103) op gebalanceerde wijze geprofileerd is waardoor plaatselijk zijwaartse componenten worden opgewekt van de kracht werkend op een elastomerisch draagelement (101) in een richting loodrecht op de normale richting worden gebalanceerd voor dat element.
4. Elastomerische bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat tenminste één van elastomerische draagelementen (15) onmiddellijk bevestigd is op tenminste één van de eindorganen (13, 14).
5. Elastomerische bevestiging volgens één der conclusies 1 tot 3, gekenmerkt doordat tenminste één elastomerisch draagelement (101) voorzien is van tenminste één eindvlakorgaan (102, 103) van in hoofdzaak stijf materiaal dat hieraan bevestigd is, waarbij het eindvlakorgaan bevestigd is aan één van de stijve eindorganen.
6. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat het eindvlakorgaan een werkelijk vlakke vorm heeft.
7. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat het eindvlakorgaan (102, 103) op gebalanceerde wijze geprofileerd is waardoor plaatselijk opgewekte zijwaartse componenten van de kracht op een afzonderlijk elastomerisch draagelement worden gebalanceerd voor dat element.
8. Elastomerische bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat tenminste één van de elastomerische draagelementen (83) asymmetrisch is ten opzichte van een middenvlak gelegen midden tussen de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van de stijve eindorganen (81, 82).
9. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de asymmetrie bestaat door een verschil in de vorm van de eindvlakken (102, 103) van het elastomerische draagelement (100).
10. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 8 of 9, gekenmerkt doordat de asymmetrie ontstaat uit het elastomerische materiaal van een draagelement (63) dat niet gelijkmatig in dwarsdoorsnede is om de betrokken zijden van een middenvlak verschillend te variëren.
11. Elastomerische bevestiging volgens één der conclusies 8 tot 10, gekenmerkt doordat de asymmetrie voortvloeit uit het toepassen van een tussenblad van versterkend materiaal (84, 91) binnen het elastomerische materiaal van een draagelement.
12. Elastomerische bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de dikte van het elastomerische draagelement tenminste 75 mm is in de richting van normaal belasten.
13. Elastomerische bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat tenminste twee draagelementen dichtbij elkaar liggen.
14. Elastomerische bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het volume van het elastomerische materiaal in elk draagelement minder dan 7,5 liter is.
15. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 14, gekenmerkt doordat het volume minder dan 5 liter is.
16. Elastomerische bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het oppervlak van de dwarsdoorsnede van elk elastomerisch draagelement in het middenvlak niet groter is dan 0,1 m2.
17. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 16, gekenmerkt doordat het oppervlak niet groter is dan 0,05 m2.
18. Elastomerische bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het oppervlak van de dwarsdoorsnede van het middenvlak gelegen is in het traject van 0,2 tot 2,0 keer de dikte van het element.
19. Elastomerische bevestiging volgens conclusie 17, gekenmerkt doordat het oppervlak van de dwarsdoorsnede gelegen is in het traject van 0,3 tot 1,0 keer de dikte van het element.
20. Elastomerische bevestiging volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat elk draagelement gevormd is uit een elastomerisch materiaal met een hardheid in het traject van 25 tot 70 Shore A.
NL9100964A 1990-06-07 1991-06-05 Elastomerische bevestiging. NL9100964A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB9012702A GB2244784B (en) 1990-06-07 1990-06-07 Elastomeric mounting
GB9012702 1990-06-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100964A true NL9100964A (nl) 1992-01-02

Family

ID=10677216

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100964A NL9100964A (nl) 1990-06-07 1991-06-05 Elastomerische bevestiging.

Country Status (5)

Country Link
JP (1) JPH04231742A (nl)
DE (1) DE4118818A1 (nl)
FR (1) FR2663099A1 (nl)
GB (1) GB2244784B (nl)
NL (1) NL9100964A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2686133B1 (fr) * 1992-01-11 1995-03-24 Volkswagen Ag Element de support, en particulier pour un support d'organes dans un vehicule automobile.
CH688289A5 (de) * 1994-06-17 1997-07-15 Maag Getriebe Ag Getriebeanlage.
DE102010020386A1 (de) * 2010-05-12 2011-11-17 Howaldtswerke-Deutsche Werft Gmbh Lagerungselement zur Lagerung eines dynamisch aktiven Aggregats in einem Unterseeboot
US9234556B1 (en) * 2014-08-29 2016-01-12 Aktiebolaget Skf Elastomer having tear reducing contoured edges
EP3208492B1 (en) * 2014-10-17 2019-04-10 Bridgestone Corporation Anti-vibration device

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB487346A (en) * 1936-02-15 1938-06-20 Max Goldschmidt Improvements in and relating to resilient supports or connections consisting of rubber and metal
GB587164A (en) * 1944-05-26 1947-04-16 W P Butterfield Ltd Improvements in or relating to the mounting of tanks upon vehicles
GB718605A (en) * 1951-10-03 1954-11-17 Nat Res Dev Improvements in and relating to resilient mountings for machinery and the like
GB779098A (en) * 1955-02-02 1957-07-17 Carrier Conveyor Corp Resilient connectors
NL96643B (nl) * 1956-06-22
GB932086A (en) * 1959-08-21 1963-07-24 Metalastik Ltd Improvements in or relating to mounting units
FR1570569A (nl) * 1968-03-26 1969-06-13
DE3378264D1 (en) * 1982-02-11 1988-11-24 Dunlop Ltd Vehicle axle suspension
GB2242002B (en) * 1990-03-13 1994-01-19 Hideyuki Tada Laminated rubber support assembly

Also Published As

Publication number Publication date
DE4118818A1 (de) 1991-12-12
FR2663099A1 (fr) 1991-12-13
GB2244784B (en) 1994-03-30
JPH04231742A (ja) 1992-08-20
GB2244784A (en) 1991-12-11
GB9012702D0 (en) 1990-08-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5944297A (en) Isolating mount with preloaded elastomeric components
JPS58151241A (ja) エラストマ−取付物
US4418898A (en) Cushioned mounting device with a mass member forming a sub-oscillation system and means for restricting cushioning movement
EP1070209B1 (en) Engine mount
NL9100964A (nl) Elastomerische bevestiging.
EP1132244B1 (en) X-Configuration engine mounting
EP0916865A3 (en) Squeak preventing shim
EP0138081A1 (en) Brake pad and shim assembly for disc brake
US4123815A (en) Fixed point elastomeric bridge bearing and bridge assembly
EP1093548B1 (en) Elastomeric mounting
US4363149A (en) Earthquake-proof shoe for bridges
JP6814697B2 (ja) 制振装置
US4460167A (en) Leaf spring end mounting structure
JP2000328507A (ja) 伸縮ジョイント
KR19980042921A (ko) 덮개판을 구비한 콘크리트블록
US2783992A (en) Bumpers
GB1578863A (en) Shock-absorbing support comprising a resilient block with cavities therein
JP2001508683A (ja) 支持対象物を支持するためのラック
JP2004028302A (ja) 積層ゴム支承体及び多段型免震支持装置
JP2000178920A (ja) 橋梁用ゴム支承
JPH0244112Y2 (nl)
EP1752584A2 (en) Access cover
JP3502347B2 (ja) エラストマー据付け具
JPS5941238Y2 (ja) 消波護岸ブロツク
JPH0430365Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed