NL9002849A - Draaideur, in het bijzonder voor het beveiligen van de toegang tot een ruimte. - Google Patents

Description

Draaideur, in het bijzonder voor het beveiligen van de toegangtot een ruimte.

De uitvinding heeft betrekking op een draaideur, inhet bijzonder voor het beveiligen van de toegang tot een ruim¬te, voorzien van een draaibare as, een aantal aan de as beves¬tigde, om de as verdeelde deurvleugels, een paar tegenover el¬kaar liggende panelen, die aan de deurvleugels grenzen en eengedeeltelijk gesloten zone met een eerste en een tweede ope-ning bepalen, een aandrijfmotor voor de as en een besturings¬eenheid voor de aandrijfmotor, waarbij een detectie-orgaan isaangebracht voor het vaststellen van het al dan niet tot hetbetreden van de ruimte geautoriseerd zijn van een persoon,alsmede een eerste sensor voor het detecteren van een ongeau¬toriseerde persoon, die de zone betreedt via de eerste respec¬tievelijk de tweede opening, waarbij de besturingseenheid inresponsie op de eerste sensor de aandrijfmotor stopt.

Dergelijke draaideuren zijn in verschillende uitvoe¬ringsvormen bekend. Bij een bekende draaideur is de bestu¬ringseenheid voor de aandrijfmotor zodanig uitgevoerd, dat debesturingseenheid de aandrijfmotor pas stopt, wanneer de onge¬autoriseerde persoon tussen twee deurvleugels en een aangren¬zend paneel is opgesloten en vervolgens de as automatisch integengestelde draairichting laat aandrijven, waardoor een per¬soon, die ongeautoriseerd tracht van de eerste naar de tweedeopening te gaan, wordt gedwongen naar de eerste opening terugte keren. Hoewel de bekende draaideur op deze wijze een goedebeveiliging van de toegang tot de ruimte verschaft, heeft debekende draaideur het bezwaar, dat door het terugdraaien bijeen poging tot verkrijgen van toegang tot de beveiligde ruimtedoor een ongeautoriseerde persoon de doorgangscapaciteit vande draaideur, dat wil zeggen het aantal personen dat pertijdseenheid de draaideur kan passeren, sterk afneemt.

De uitvinding beoogt een draaideur van de in de aan¬hef genoemde soort te verschaffen, waarbij enerzijds een doel¬treffende beveiliging van de toegang tot de ruimte wordt ge¬waarborgd terwijl anderzijds een grote doorgangscapaciteit kanworden gehandhaafd.

Hiertoe heeft de draaideur volgens de uitvinding hetkenmerk, dat een tweede sensor is aangebracht, die de aanwe¬zigheid van een ongeautoriseerde persoon buiten de zone in ofnabij de eerste respectievelijk de tweede opening detecteert,waarbij de besturingseenheid in responsie op de tweede sensorde aandrijfmotor stopt.

Op deze wijze wordt een draaideur verkregen, waarbijeen poging tot het betreden van de gedeeltelijk gesloten zonemet behulp van de tweede sensor in een vroegtijdig stadium kanworden vastgesteld, zodat de aandrijving van de as sneller kanworden gestopt. Hierdoor zal de ongeautoriseerde persoon inhet algemeen al voor het betreden van de gedeeltelijk afgeslo¬ten zone bemerken, dat hij de draaideur niet kan passeren enblijft de vrije opening tussen de in de richting van het aan¬grenzende paneel bewegende deurvleugel en dit paneel onderalle omstandigheden voldoende groot om aan de ongeautoriseerdepersoon het verlaten van de gedeeltelijk gesloten zone moge¬lijk te maken, zodat de as niet in tegengestelde richting be¬hoeft te worden aangedreven. Op deze wijze wordt de doorgangs-capaciteit van de draaideur aanmerkelijk vergroot.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan dehand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van dedraaideur volgens de uitvinding schematisch is weergegeven.

Fig. 1 is een vooraanzicht van een uitvoeringsvormvan de draaideur volgens de uitvinding, waarbij schematischverschillende uitvoeringen voor de tweede sensor zijn weer¬gegeven .

Fig. 2 is een schematisch weergegeven horizontaledoorsnede van de draaideur uit fig. 1.

Fig. 3 is een sterk vereenvoudigd blokschema van deelektrische schakeling van de draaideur volgens fig. 1.

In de fig. 1 en 2 is een draaideur 1 weergegeven voorhet beveiligen van de toegang tot een ruimte, welke draaideur1 is voorzien van een draaibare as 2 en vier deurvleugels 3,die aan de as 2 zijn bevestigd en regelmatig om de as zijnverdeeld. Voorts omvat de draaideur 1 twee tegenover elkaarliggende panelen 4, die aan de deurvleugels 3 grenzen en eengedeeltelijk gesloten, in dit geval cirkelvormige zone 5 bepa¬len met een eerste opening 6 en een tweede opening 7. Boven dedeurvleugels 3 bevindt zich een door een kap 8 aan het oog onttrokken ruimte, waar op gebruikelijke wijze een aandrijf-motor 9 voor de as 2 en een besturingseenheid 10 zijn onderge¬bracht. De besturingseenheid 10 en de aandrijfmotor 9 zijn ineen sterk vereenvoudigd blokschema in fig. 3 afgebeeld.

Binnen de door de panelen 4 bepaalde, gedeeltelijkgesloten zone 5 zijn twee contactmatten 11, 12 aangebracht,die op gebruikelijke wijze zijn uitgevoerd en zich bij hetweergegeven uitvoeringsvoorbeeld over een cirkelsector vancirca 110° uitstrekken, waarbij een cirkelsectorgedeelte vanongeveer 40° zich aan de ene zijde en een gedeelte van onge¬veer 70° zich aan de andere zijde van een deurvleugel 3 bijstilstaande draaideur bevindt. Deze contactmatten 11, 12 sig¬naleren aan de besturingseenheid 10 het betreden van de zone5. De draaideur 1 omvat voorts een slechts in het blokschemavan fig. 3 weergegeven kaartleeseenheid 13, die bijvoorbeeldis opgesteld voor de eerste opening 6, die dan als ingangszij-de voor de aan de andere zijde van de draaideur 1 gelegen tebeveiligen ruimte dient. Het is uiteraard mogelijk ook bij detweede opening 7 een kaartleeseenheid 13 op te stellen, wan¬neer ook het verlaten van de ruimte moet worden beveiligd.

Door het insteken van een toegangspas kan een persoon, die deruimte wil betreden aangeven, dat hij tot het betreden vandeze ruimte geautoriseerd is. Zodra deze persoon vervolgens inde zone 5 stapt en de contactmat 11 betreedt, wordt de aan¬dri jfmotor 9 door de besturingseenheid 10 bekrachtigd voor hetverdraaien van de as 2 over een hoek van 180°, zodat de geau¬toriseerde persoon via de tweede opening 7 de zone 5 aan dezijde van de beveiligde ruimte kan verlaten.

Bij de beschreven draaideur 1 is een signaallamp 14aangebracht, waarmee de besturingseenheid 10 aan de persoonkan signaleren, of de toegangspas al dan niet is geaccepteerd.Wanneer aan beide zijden van de draaideur 1 een kaartleeseen¬heid 13 aanwezig is, is ook aan beide zijden een signaallamp14 aangebracht. Voorts zijn bij de beschreven draaideur 1 be¬halve de contactmatten 11, 12 nog detectie-organen 15, 16 aan¬gebracht voor het aan de besturingseenheid 10 signaleren vanhet betreden van de zone 5. De draaideur 1 omvat verder op ge¬bruikelijke wijze een aantal schakelaars 17, waarmee de po¬sitie van de deurvleugels 3 kan worden gedetecteerd.

Teneinde een doeltreffende beveiliging van de toegangtot de ruimte te verschaffen, moet het betreden van de zone 5door een ongeautoriseerde persoon, die bijvoorbeeld trachttijdens het draaien van de deurvleugels 3 voor het doorlatenvan een geautoriseerde persoon, de zone 5 te betreden teneindealdus de beveiligde ruimte te bereiken, aan de besturingseen¬heid 10 worden gesignaleerd. Hiervoor wordt op gebruikelijkewijze de aan de zijde van de eerste opening 6 gelegen contact-mat 11 gebruikt. Wanneer de contactmat 11 en/of het detectie-orgaan 15 een ongeautoriseerde persoon detecteert, wordt deaandrijfmotor 9 onmiddellijk gestopt, zodat deze ongeautori¬seerde persoon de beveiligde ruimte niet kan bereiken. In depraktijk is gebleken, dat sommige personen met enige behendig¬heid erin slagen zich in de ruimte tussen twee opeenvolgendedeurvleugels 3 en het aangrenzende paneel 4 op te sluiten,zodat hetzij met behulp van een aanwezige beveiligingspersoonhetzij door het automatisch terugdraaien van de deurvleugels 3de betrokken ongeautoriseerde persoon moet worden bevrijd. Ditbetekent uiteraard een aanmerkelijk oponthoud voor het normalegebruik van de draaideur, waardoor de doorgangscapaciteitwordt verlaagd.

Bij de beschreven draaideur wordt het zich opsluitenvan een ongeautoriseerde persoon in de zone 5 vermeden doormiddel van een sensor 18, die buiten de zone 5 nabij de eersteopening 6 is aangebracht en die een ongeautoriseerd persoonsignaleert, voordat deze de zone 5 kan betreden. Hierdoorwordt bereikt, dat een ongeautoriseerde persoon zich nooit inde zone 5 tussen twee opeenvolgende deurvleugels 3 en het aan¬grenzende paneel 4 kan opsluiten. De besturingseenheid 10 kande aandrijfmotor 9 onder alle omstandigheden tijdig stoppen,zodat de opening, die tussen een deurvleugel 3 en het aangren¬zende paneel 4 vrijblijft altijd voldoende groot is voor hetverlaten van de zone 5. Hierdoor hoeft bij de draaideur 1 geenbeveiligingspersoon aanwezig te zijn en is het terugdraaienvan de deurvleugels 3 niet nodig. Het eventuele oponthoud bijeen poging tot betreden van de zone 5 door een ongeautoriseerdpersoon blijft hierdoor tot een minimum beperkt, zodat de be¬schreven draaideur l een hoge doorgangscapaciteit heeft.

Zoals in fig. 1 met de onderbroken lijnen 19 respec¬tievelijk 20 is aangegeven, kan de sensor 18 bestaan uit een bijvoorbeeld aan de kap 8 gemonteerd zendelement en een op hetpaneel 4 of op de bodem gemonteerd ontvangelement 22, waardooreen de eerste opening 6 afschermende lichtbarrière wordt ver¬kregen. Het is ook mogelijk een zend- en ontvangelement op dekap 8 te monteren, waarbij het ontvangelement het uitgezondensignaal alleen ontvangt bij reflectie op een persoon.

Teneinde onnodig stoppen van de aandrijving van dedeurvleugels 3 te vermijden, reageert de besturingseenheid 10alleen op een signaal van de sensor 18, wanneer een deurvleu¬gel 3 bij het passeren van de eerste opening 6 zich in de cir-kelboogsector over bij voorkeur circa 22,5° voor het paneel 4bevindt. De booglengte over de baan van de deurvleugels 3 be¬draagt bij de beschreven draaideur dan ongeveer 35 cm.

Indien aan de zijde van de beveiligde ruimte bij detweede opening 7 een kaartleeseenheid 13 is aangebracht, dankan uiteraard ook aan deze zijde van de draaideur 1 een sensor18 worden gemonteerd.

Hoewel voor het vaststellen van het al dan niet geau¬toriseerd zijn van een persoon bij het beschreven uitvoerings-voorbeeld een kaartleeseenheid 13 wordt gebruikt, waarin eentoegangspas moet worden gestoken, is het ook mogelijk een an¬der type detector toe te passen, bijvoorbeeld een detector diewerkt met een op het paneel 4 gemonteerde zend/ontvangantenne.

Opgemerkt wordt, dat hoewel bij het beschreven uit-voeringsvoorbeeld een draaideur met vier deurvleugels 3 wordttoegepast, het ook mogelijk is de uitvinding toe te passen bijeen draaideur met drie deurvleugels. Voorts wordt opgemerkt,dat in plaats van contactmatten ook een ander type sensor voorhet detecteren van de aanwezigheid van een persoon kan wordentoegepast.

De uitvinding is dan ook niet beperkt tot het in hetvoorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen hetkader der uitvinding op verschillende manieren kan worden ge¬varieerd.

Claims (2)

1. Draaideur, in het bijzonder voor het beveiligenvan de toegang tot een ruimte, voorzien van een draaibare as,een aantal aan de as bevestigde, om de as verdeelde deurvleu¬gels, een paar tegenover elkaar liggende panelen, die aan dedeurvleugels grenzen en een gedeeltelijk gesloten zone met eeneerste en een tweede opening bepalen, een aandrijfmotor voorde as en een besturingseenheid voor de aandrijfmotor, waarbijeen detectie-orgaan is aangebracht voor het vaststellen vanhet al dan niet tot het betreden van de ruimte geautoriseerdzijn van een persoon, alsmede een eerste sensor voor het de¬tecteren van een ongeautoriseerde persoon, die de zone be¬treedt via de eerste respectievelijk de tweede opening, waar¬bij de besturingseenheid in responsie op de eerste sensor deaandrijfmotor stopt, met het kenmerk, dat een tweede sensor isaangebracht, die de aanwezigheid van een ongeautoriseerde per¬soon buiten de zone in of nabij de eerste respectievelijk detweede opening detecteert, waarbij de besturingseenheid inresponsie op de tweede sensor de aandrijfmotor stopt.

2. Draaideur volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de tweede sensor alleen werkzaam is, wanneer één van dedeurvleugels zich bevindt in een gebied van de eerste respec¬tievelijk de tweede opening, dat gezien in de bewegingsrich¬ting van de deurvleugels voorafgaat aan een paneel en over debaan van de deurvleugels een booglengte van ten hoogste 80 cm,bij voorkeur 40 cm heeft.