NL9002266A - Van wielen of rollen voorziene bergkast. - Google Patents

Description

Van wielen of rollen voorziene bergkast.

De uitvinding heeft betrekking op een van wielen of rollen voorziene bergkast, in het bijzonder voor plaatsing onder een tafelblad.

Dergelijke kasten worden in het bijzonder gebruikt in kantoren en worden dan geplaatst onder een bureaublad, dat door een ondersteuningsconstructie wordt gedragen.

Het voordeel van een dergelijke bergkast is, dat hij op die plaats en die stand kan worden neergezet, die voor de gebruiker van het bureau op een bepaald moment het meest geschikt is.

Om een gemakkelijke verplaatsing van de kast mogelijk te maken, is deze voorzien van vier wielen. Dit brengt echter met zich mee, dat men bij de vormgeving van de kast, in het bijzonder wel de frontzijde ervan, aan beperkingen onderhevig is. Dit kan leiden tot een minder fraai uiterlijk van de kast.

Een bezwaar van toepassing van wielen is ook, dat deze ruimte innemen onder de bergkast. De hoogte van de bergkast wordt echter bepaald door de laagste stand van een tafelblad of een bureaublad. Door gebruik te maken van wielen zal minder bergruimte beschikbaar zijn dan wanneer een bergkast direkt op de grond rust.

Verder kan zich het bezwaar voordoen, dat bij het gebruik van de kast deze vanzelf verrijdt. Wanneer de kast uitgevoerd is als ladenkast, kan dit bijvoorbeeld gebeuren bij het naar buiten toe trekken dan wel naar binnen toe schuiven van een lade, in het bijzonder wanneer deze veel materiaal bevat.

De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en voorziet er daartoe in, dat de bodem van de kast, nabij de achterwand ervan, is voorzien van een naar achteren toe schuin oplopend wanddeel, bij welk schuin oplopend wanddeel en nabij de zijwanden van de kast twee wielen zijn aangebracht die over een geringe afstand onder het schuin oplopend wanddeel uitsteken, waarbij is voorzien in middelen om de kast aan de voorzijde op te kunnen tillen voor het verrijdbaar verplaatsen van de kast.

Dit wil dus zeggen, dat de voorwand van de kast direkt op de vloer rust, zodat bij de vormgeving daarvan geen rekening met naar beneden toe uitstekende wielen behoeft te worden gehouden.

Door de bodem te voorzien van het naar achteren toe schuin oplopende wanddeel wordt bereikt, dat bij het optillen van de voorzijde van de bergkast, de achterrand ervan niet in aanraking met de grond komt. De bergkast rust dan dus uitsluitend op de twee wielen.

In het bijzonder zal er daarbij in worden voorzien, dat de wielen zich binnen de zijwanden van de kast bevinden. Dit zal er toe bijdragen, dat de wielen nauwelijks zichtbaar zijn. Hierdoor zal zowel het zijaanzicht als het achteraanzicht van de kast aan zekere esthetische eisen kunnen voldoen.

Een eenvoudige uitvoering en gemakkelijke montage van de verschillende delen kan worden bereikt, wanneer elk der wielen is aangebracht op een as die zich ter weerszijden van het betreffende wiel uitstrekt, terwijl beide wielassen nabij hun einden zijn opgenomen in een enkel in de kast aangebracht wielopneemelement, dat zich uitstrekt tussen de beide zijwanden in en tussen de achterwand en de bodem van de kast en dat gelijktijdig het schuin oplopend wanddeel van de bodem vormt, waarbij het wielopneemelement aan ten minste twee der genoemde wanddelen is bevestigd.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding kan het wielopneemelement voor elk der assen zijn voorzien van twee in hoofdzaak vertikaal lopende, tegenover elkaar liggende sleuven met een breedte die nagenoeg gelijk is aan de diameter van de as en die elk nabij hun boveneinde zijn voorzien van een vernauwing, zodanig dat de as deze vernauwing kan passeren om snappend in het einddeel van de sleuf te worden opgenomen.

Montage van de wielen in het wielopneemelement kan dus op zeer eenvoudige wijze plaatsvinden en er behoeven geen extra bevestigingselementen voor de wielen aanwezig te zijn.

In het bijzonder zal daarbij het wielopneemelement zijn vervaardigd uit kunststof, daar deze een zekere flexibiliteit kan bezitten en het insnappen van de wielas in het einde van de sleuf gemakkelijk mogelijk kan maken.

Uiteraard is het in het algemeen noodzakelijk, de voorzijde van de kast iets op te tillen wanneer de kast moet worden verplaatst.

Daartoe kan er in worden voorzien, dat de kast bij de bovenzijde van de voorwand is voorzien van een handgreep.

Een dergelijke handgreep kan geheel in het ontwerp van de kast zijn geïntegreerd en daardoor nauwelijks zichtbaar zijn.

Wanneer in de kast relatief veel materiaal, zoals papierwaren, is opgeborgen, kan het voor bepaalde personen bezwaarlijk zijn de kast te verplaatsen door de kast bij de voorste bovenrand op te tillen.

Om dit bezwaar op te heffen verschaft de uitvinding een transportarm, omvattende een in hoofdzaak vertikale poot die bij het boveneinde is voorzien van een handgreep en aan het ondereinde van een relatief korte hefboom die geschikt is om onder de voorzijde van de kast te worden geschoven, waarbij de hefboom en de kast zodanig zijn uitgevoerd, dat een losneembare koppeling tussen kast en hefboom kan worden verkregen wanneer de hefboom na het onder de kast brengen ervan iets wordt gekanteld, waarbij ter plaatse van de verbinding tussen de hefboom en de vertikale poot de transportarm is voorzien van ten minste één wiel.

Door de lengte van de vertikale poot behoeft daarop slechts een geringe kracht te worden uitgeoefend om met de hefboom de voorzijde van de kast iets op te tillen, zodat deze daarna kan worden verreden. Verplaatsing van de kast over grotere afstanden kan dan gemakkelijk plaatsvinden, ook door personen die niet over veel lichaamskracht beschikken.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 een vooraanzicht toont van een kast volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 een aanzicht en gedeeltelijke doorsnede toont van de kast van fig. 1; fig. 3 een doorsnede toont, op vergrote schaal, van het wielopneemelement, dat eveneens in doorsnede is getoond in fig. 2; fig. 4 een doorsnede toont, op vergrote schaal, volgens de lijn IV-IV van fig. 1, maar slechts van het wielopneemelement; fig. 5 een gedeeltelijke langsdoorsnede toont volgens de lijn V-V van fig. 4 over het wielopneemelement; fig. 6 een zijaanzicht toont van een transportarm volgens de uitvinding; fig. 7 een vooraanzicht toont van de transportarm van fig. 6; en fig. 8 een zijaanzicht toont van de kast tezamen met de transportarm in twee standen A en B daarvan.

De fig. 1 en 2 tonen een kast 1 bestaande uit twee zijwanden 2, een achterwand 3, een bodem 4 en een bovenwand 5. In de kast kunnen, op op zichzelf bekende wijze, een aantal laden 6 worden ondersteund.

Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 2 is de bodem 4, nabij de achterwand 3, onderbroken en gaat deze over in een schuin oplopend wanddeel 7. Dit schuin oplopend wanddeel 7 maakt deel uit van een wielopneemelement 8, dat door middel van schroeven 9 is verbonden met de bodem 4 en met de achterwand 3.

Fig. 3 toont de in fig. 2 weergegeven doorsnede van het wielopneemelement 8 op grotere schaal. Dit wielopneemelement 8 omvat een deel 10, dat nog in hoofdzaak evenwijdig aan de bodem 4 loopt en dat daarna overgaat in het schuin oplopend wanddeel 7. In de delen 7 en 10 zijn schroefgaten 11 aangebracht, voor het opnemen van de schroeven 9.

Het wielopneemelement 8 wordt in het bijzonder vervaardigd uit kunststof en om het opneemelement 8 voldoende stijfheid te geven kunnen de wanden 7 en 10 zijn voorzien van verstijvingsribben 12, die zowel in lengte als in dwarsrichting kunnen lopen.

Fig. 4 toont, evenals fig. 3, een dwarsdoorsnede over het wielopneemelement 8, maar op die plaats ervan waar een wiel 13 in het opneemelement 8 kan worden gemonteerd.

Zoals blijkt uit de fig. 4 en 5 zijn in het wielopneemelement 8, ter plaatse waar een wiel moet worden aangebracht, bepaalde, in lengterichting ervan lopende, delen onderbroken, zodanig dat twee tegenover elkaar liggende wanden 14 kunnen worden gevormd, met in elk daarvan een sleuf 15. Een sleuf 15 wordt verkregen door een haaks op de wand 14 staande U-vormige wand 16. Elke U-vormige wand 16 is nabij zijn boveneinde 17 voorzien van een vernauwing 18, zodanig dat de as 19 van een wiel 13 snappend in het boveneinde 17 van de sleuf 15 kan worden opgenomen.

Wanneer de kast normaal op de vloer 20 staat, rusten de poten 21 en de wielen 13 ervan op de vloer, zodat de kast een stabiele stand zal innemen.

Voor het verrijden van de kast 1 is de voorzijde 22 ervan, voorzien van een handgreep 23, zie de fig. 1 en 2. Wanneer de kast niet te zwaar, dus bijvoorbeeld leeg is, kan de voorzijde van de kast met behulp van de handgreep 23 iets worden opgetild en kan de kast 1 gemakkelijk worden verreden.

Wanneer het gewicht van de kast te groot is, althans voor de persoon die de kast wil verplaatsen, kan gebruik worden gemaakt van de transportarm 24, zoals deze is getoond in fig. 6, 7 en 8.

De transportarm 24 omvat een in hoofdzaak vertikale poot 25, die bij zijn boveneinde is voorzien van een handgreep 26 en aan zijn ondereinde van een relatief korte hefboom 27, die geschikt is om onder de voorzijde 22 van een kast 1 te worden geplaatst.

Ter plaatse van de verbinding tussen de hefboom 27 en de vertikale poot 25 is de transportarm 24 voorzien van twee wielen 28, die op verder niet weergegeven wijze op enige afstand van elkaar staan en met elkaar zijn verbonden door middel van een as 29, die draaibaar wordt ondersteund door een niet nader aangeduid element, dat zich tussen de vertikale poot 25 en de hefboom 27 uitstrekt.

Om een losneembare koppeling te verkrijgen tussen de kast 1 en de hefboom 27 is deze hefboom voorzien van een penvormig deel 30, dat kan worden opgenomen in een opening 31, zie fig. 1 en 2, aangebracht in een onderbalk 32 van de kast 1.

Om de pen 30 gemakkelijk in de opening 31 te kunnen brengen, wordt de onderbalk 32 voorzien van een verhoogd liggend deel 33, zie in het bijzonder fig. 1, dat naar achteren toe smaller wordt, zodat het vrije einde van de hefboom 27 vanzelf naar het middenlangsvlak van de kast wordt geleid en de pen 30 in de opening 31 komt te vallen.

Fig. 8 toont de stand A van een kast 1 met de hefboom 27 van de transportarm 24 daaronder geschoven. Wanneer de transportarm 24 door middel van de handgreep 26 wordt verzwenkt naar de stand als aangeduid met B, wordt de voorzijde van de kast 1 iets opgetild en kan het geheel gemakkelijk worden verreden.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm van een kast en de bijbehorende transportarm in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

Claims (9)

1. Van wielen of rollen voorziene bergkast, in het bijzonder voor plaatsing onder een tafelblad, met het kenmerk, dat de bodem (4) van de kast (1), nabij de achterwand (3) ervan, is voorzien van een naar achteren toe schuin oplopend wanddeel (7), bij welk schuin oplopend wanddeel (7) en nabij de zijwanden (2) van de kast (1) twee wielen (13) zijn aangebracht, die over een geringe afstand onder het schuin oplopend wanddeel (7) uitsteken, waarbij is voorzien in middelen (23,24) om de kast (1) aan de voorzijde (22) op te kunnen tillen voor het verrijdbaar verplaatsen van de kast.

2. Bergkast volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de wielen (13) zich binnen de zijwanden (2) van de kast bevinden.

3. Bergkast volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elk der wielen (13) is aangebracht op een as (19) die zich ter weerszijden van het betreffende wiel uitstrekt, terwijl beide wielassen (19) nabij hun einden zijn opgenomen in één enkel in de kast aangebracht wielopneemelement (8), dat zich uitstrekt tussen de beide zijwanden (2) in en tussen de achterwand (3) en de bodem (4) van de kast (1) en dat gelijktijdig het schuin oplopend wanddeel (7) van de bodem (4) vormt, waarbij het wielopneemelement (9) aan ten minste twee der genoemde wanddelen (2,3,4) is bevestigd.

4. Bergkast volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat het wielopneemelement (8) voor elk der assen (19) is voorzien van twee in hoofdzaak vertikaal lopende, tegenover elkaar liggende sleuven (15) met een breedte die nagenoeg gelijk is aan de diameter van de as (19) en die elk nabij hun boveneinde (17) zijn voorzien van een vernauwing (18), zodanig dat de as (19) deze vernauwing (18) kan passeren om snappend in het einddeel (17) van de sleuf (15) te worden opgenomen.

5. Bergkast volgens één der conclusies 3 of 4,met het kenmerk, dat het wielopneemelement (8) is vervaardigd uit kunststof.

6. Bergkast volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kast (1) bij de bovenzijde (22) van de voorwand is voorzien van een handgreep (23).

7. Transportarm voor toepassing bij verplaatsing van een bergkast volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportarm (24) een in hoofdzaak vertikale poot (25) omvat die bij het boveneinde is voorzien van een handgreep (26) en aan het ondereinde van een relatief korte hefboom (27) die geschikt is om onder de voorzijde van de kast (1) te worden geschoven, waarbij de hefboom (27) en de kast (1) zodanig zijn uitgevoerd, dat een losneembare koppeling tussen kast (1) en hefboom (27) kan worden verkregen wanneer de hefboom na het onder de kast brengen ervan iets wordt gekanteld, waarbij ter plaatse van de verbinding tussen de hefboom (27) en de vertikale poot (25) de transportarm (24) is voorzien van ten minste één wiel (28).

8. Transportarm volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat op het voorste einde van de hefboom (27) een pen (30) is aangebracht, die kan komen te vallen in een opening (31) in een balk (32) aangebracht nabij de onderrand aan de voorzijde (22) van de kast (1).

9. Bergkast volgens één der conclusies 1 tot 6, m e t het kenmerk, dat de balk (32) aangebracht nabij de onderrand aan de voorzijde (22) van de kast (1) in het midden is voorzien van een verhoogd deel (33), waarvan de breedte vanaf de voorzijde van de kast naar achteren toe kleiner wordt voor het vormen van een geleidingsvlak voor de hefboom (27) van de transportarm (24) en de daarop aangebrachte pen (30).