NL9002119A - Verspreidingsinrichting voor mest en water. - Google Patents

Description

VERSPREIDINGSINRICHTING VOOR MEST EI WATER

De uitvinding heeft betrekking op een verspreidingsinrichting voor mest en water, omvattende een mestvoorraadtank en een aandrijfbare mestpomp voor het vullen van de tank met mengmest en het verspreiden daarvan over het land. Bij het op het land uitrijden van dierlijke mengmest onder kunstmatige druk ontstaat een fijne sproeistraal, waarmee de mengmest gelijkmatig over het land wordt verdeeld. Een groot nadeel hierbij is dat op deze manier veel stikstof uit de mest <in de vorm van ammoniak) verloren gaat, hetgeen tevens tot een aanzienlijke milieubelasting leidt. Voorts dienen de weersomstandigheden gunstig te zijn, omdat bij droog weer verbranding van de graszoden kan optreden.

Stikstofverlies door ammoniakemmissie kan worden beperkt door over het bemeste land water te sproeien. Dit kan men doen door op een stuk land een beregeningsinstallatie in werking te stellen, hetgeen uiteraard het bezwaar heeft dat men twee aparte machines nodig heeft.

Het is bekend met een verrijdbare sproeihaspel, de zogenaamde mestpendel, de mest verdund met water over het land te verspreiden. Het nadeel hiervan is dat er een zware tractor nodig is die door middel van een pomp de sproeihaspel onder druk zet. Ook is de afstand tussen mestbassin en het land waarop de mest moet worden aangebracht beperkt. Een andere manier om water over mengmest te sproeien is om in een mengmesttank een scheidingswand te plaatsen en aldus twee compartimenten aan te brengen. Eén compartiment wordt gevuld met mengmest, het andere met water. Het bezwaar hiervan is dat de capaciteit van de verspreider aanzienlijk wordt beperkt.

Het is een hoofddoel van de uitvinding te voorzien in een aangepaste mengmestverspreider, waarbij een fijne sproeistraal mengmest met daar overheen gelijktijdig een waterdeken wordt gesproeid, waarbij de capaciteit van de verspreider voor het transporteren van de mengmest volledig wordt benut en bij het uitrijden tevens de verhouding water:mengmest instelbaar is.

Aldus wordt door de uitvinding voorzien in een mengmestversprei-dingsinrichting met mestvoorraadtank en een aandrijfbare mestpomp met leiding voor het vullen van de tank met mest en een leiding eindigend in een spuitmond voor het verspreiden van de mest, die daardoor is gekenmerkt, dat aan de mengmestverspreider een aanvoerbuis voor water is bevestigd, die is aangesloten op een aandrijfbare pomp voor het opzuigen van water en die een afvoerbuis be2it die aan het einde voorzien is van een spuitmond aangebracht in de nabijheid van de spuitmond voor de mengmest.

Het water wordt uit sloten, die naast het te bemesten perceel land liggen, aangezogen. De aanvoerbuis heeft voldoende lengte om te kunnen worden aangebracht, terwijl tevens een voorziening aanwezig is om de aanvoerbuis in goede stand te brengen. Hiervoor kan men o.a. een cilinder, aangebracht op de tank, benutten, waarmee de aanvoerbuis in verschillende standen kan worden gebracht. De aanvoerbuis is bij voorkeur zodanig ingericht dat deze tijdens transport zijdelings naast de mengmesttank kan worden weggeklapt.

Het is een voordeel van deze inrichting dat de aandrijving van de twee pompen instelbaar is, zodat men de juiste verhouding van water:mengmest afhankelijk van de omstandigheden kan kiezen. De twee pompen worden bijvoorbeeld via een tractor of andere inrichting om de verspreider over het land te rijden aangedreven d.m.v. een aftakas, waarbij echter een voorziening aanwezig is om de mestpomp van de waterpomp te ontkoppelen. Aldus worden alleen bij het mestverspreiden beide pompen gekoppeld. De twee spuitmonden zijn bij voorkeur zodanig aangebracht, dat de waterspuitmond zich boven de mengmestspuitmond bevindt en over de fijne sproeistraal van mengmest gelijktijdig als het ware fijne waterdruppeltjes als een deken eroverheen worden gesproeid.

Bij het uitrijden van mengmest wordt de mengmesttank, die bijvoorbeeld achter een tractor kan worden gekoppeld, op gebruikelijke wijze gevuld met mengmest d.m.v. de mengmestpomp, waarmee de tank wordt volgezogen. Bij het uitrijden wordt de tank weer onder druk gebracht, zodat ter plaatse de mest via de spuitmond kan worden verspreid. Bij het vullen van de tank met mest is de waterpomp ontkoppeld. Bij het verspreiden van de mest wordt de waterpomp ingeschakeld via een aftakas van een motor (bijvoorbeeld de tractormotor) en wordt de aanvoerbuis in een sloot naast het perceel land aangebracht, eventueel met behulp van een hydraulische cylinder, die aan de tank is aangebracht en die de aanvoerbuis in de goede stand kan brengen. Er wordt dan een watermest-nevel over het land gesproeid, nadat de pompen op het gewenste gebied, afhankelijk van o.a. weersomstandigheden en type land, zijn ingesteld.

De uitvinding wordt verder geïllustreerd door de tekening, waarin figuur 1 een aanzicht van een mestverspreidingsinrichting en figuur 2 een vööraanzicht daarvan aangeeft. In figuur 1 ziet men de mengmesttank 4, die voorzien is van 2 spuitmonden 10 en 7 respectievelijk voor het water en de mengmest. Spuitmond 7 is via de leiding 11 op de mesttank aangesloten en staat ook in verbinding met pomp 2. De spuitmond 10 is via een leiding 6, de afvoerbuis voor het water, aangesloten op de aanvoerbuis van het water 3, die in verbinding staat met pomp 1. Met 5 is schematisch een hydraulische cylinder aangegeven die de wateraanvoer-buis 3 in de juiste stand kan brengen. Met 9 zijn de wielen van de tank aangegeven. Bij 8 is een trekhaak aangegeven, waarmee de tank aan een tractor gekoppeld kan worden. In figuur 1 tis de aanvoerbuis 3 in de transportstand getekend. In figuur 2 bevindt de aanvoerbuis 3 zich in de werkstand, waarbij water uit een sloot wordt opgezogen.

Claims (6)

1. Mengmestverspreidingsinrichting omvattende een mestvoorraadtank met een aandrijfbare mestpomp voor het vullen van de tank met mengmest en het verspreiden daarvan over het land door middel van een mestspuit-mond, met het kenmerk, dat een wateraanzuigleiding aanwezig is die aan de inrichting is vastgemaakt en die is aangesloten op een afzonderlijke aandrijfbare pomp, die in verbinding staat met een waterspuitmond, die zodanig ten opzichte van de mestspuitmond is gemonteerd dat in bedrijf een waterdeken over de mengmestsproeistraal wordt gesproeid.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat beide pompen instelbaar zijn.

3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de waterpomp loskoppelbaar van de mestpomp is.

4. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een stelcylinder aanwezig is, waarmee de wateraanvoerbuis in de juiste stand kan worden gebracht.

5. Inrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de wateraanvoerbuis in rusttoestand omklapbaar is en tegen de voorraadtank kan worden aangelegd,

6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de pompen aandrijfbaar zijn door de motor van de tractor of andere inrichting waarmee het uitrijden over het land plaatsvindt,