NL9002040A - Veiligheidslastscheidingsschakelaar voor lage spanning en hoog vermogen. - Google Patents

Description

Titel: Veiligheidslastscheidingsschakelaar voor lage spanning en hoog vermogen.

De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidslast-scheidingsschakelaar voor lage spanning en hoog vermogen (in het hierna volgende aangeduid met de term NH-scheidings-schakelaar) met een scheidingsbenedendeel en een in het gebied van de stroomtoevoer kantelbaar daarin gelagerd scheidingsdeksel, en in het scheidingsbenedendeel aangebrachte veer-kontakten voor ten minste een in het scheidingsdeksel via greeplippen gehouden veiligheidsinzetstuk.

Bij dergelijke NH-scheidingsschakelaars staan bij een halfgeopend scheidingsdeksel in een zgn. parkeerstand de kontaktmessen van het NH-veiligheidsinzetstuk reeds resp. nog onder spanning, aangezien bij een stroomtoevoer in het gebied van de kantelbare lagering van het scheidingsdeksel in het scheidingsbenedendeel het aan het kantelgebied toegevoegde kontaktmes in het toegekeerde veerkontakt van het scheidingsbenedendeel ingrijpt. Bij een opstelling van meerdere NH-veiligheidsinzetstukken in een veiligheidslastscheidings-schakelaar staan op overeenkomstige wijze alle veiligheids-inzetstukken onder spanning.

Uit plaatsoverwegingen en bij haastige schakelvoorgangen voor korte tijd worden de scheidingsdeksels vaak niet - zoals eigenlijk de bedoeling is - verwijderd van het scheidingsbenedendeel, maar blijven bij halfgeopende stand in het scharnierdraaipunt daarvan. Dit brengt een aanzienlijk gevaar met zich mee voor de in het gebied van de scheidingsschakelaar werkende personen, aangezien het niet uitgesloten is, dat deze toevallig de vrij toegankelijke stroomvoerende delen van het veiligheidsinzetstuk resp. van de veiligheidsinzetstukken met de hand aanraken.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding de veilig-heidslastscheidingsschakelaar van het genoemde type zodanig te verbeteren, dat bij halfgeopende stand van het scheidings- deksel - ondanks spanningsvoering van het veiligheidsinzetstuk resp. van de veiligheidsinzetstukken - een bescherming tegen aanraken met de hand veilig is gesteld.

Dit doel wordt daardoor bereikt, dat in het scheidings-deksel een uit elektrisch isolerend materiaal bestaande over-grijpbescherming beweegbaar ten opzichte van het scheidings-deksel is gelagerd, waarbij de overgrijpbescherming bij gesloten veiligheidslastscheidingsschakelaar in het schei-dingsdeksel is opgesteld en bij het openen van de veilig-heidslastscheidingsschakelaar onder werking van veerkracht ten minste gedeeltelijk uit het scheidingsdeksel wordt bewogen, zodanig, dat hij in zijn naar buiten verplaatste positie de zich op de van de kantelas van het scheidingsdeksel en het scheidingsbenedendeel afgekeerde zijde van het veiligheidsinzetstuk bevindende stroomvoerende delen van het veiligheidsinzetstuk overdekt.

Doelmatigerwijs heeft de overgrijpbescherming een met het scheidingsdeksel overeenkomende contour, zodat hij bij zich in het sluitstand bevindend scheidingsdeksel deze geheel doorzet. Bij het openen van het scheidingsdeksel wordt de overgrijp-bescherming met ondersteuning van veerkracht uit het scheidingsdeksel naar buiten bewogen, zodat hij de van de kantelas van het scheidingsdeksel afgekeerde stroomvoerende delen van het veiligheidsinzetstuk overgrijpt en daarmee een toevallig aanraken van deze delen uitgesloten is. Onder stroomvoerende delen wordt daarbij niet alleen het vrijstaande kontaktmes resp. de vrijstaande kontaktmessen van het veiligheidsinzetstuk resp. van de veiligheidsinzetstukken verstaan, maar bijvoorbeeld ook de isolatielichamen van de een veiligheidsinzetstuk afsluitende afdekplaten.

In de zin van de onderhavige uitvinding is het in beginsel slechts nodig, dat de overgrijpbescherming bij het openen van het scheidingsdeksel daaruit wordt bewogen en de vrijstaande, stroomvoerende delen van het veiligheidsinzetstuk omsluit. De beweging van de overgrijpbescherming kan daarbij op verschillende manieren plaatsvinden, bijvoorbeeld door middel van geleidingen loodrecht op het scheidingsdeksel of, wat de voorkeur verdient, volgens een kantelbeweging. In dit geval dient de overgrijpbescherming in de nabijheid van de kantelas van het scheidingsdeksel kantelbaar in het scheidingsdeksel gelagerd te zijn, waarbij de kantelas van de overgrijpbescherming evenwijdig met de kantelas van het scheidingsdeksel aangebracht dient te zijn.

In dit verband is bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding de overgrijpbescherming gericht naar het van de kantelas van het scheidingsdeksel afgekeerde vrije einde van het scheidingsdeksel, waarbij de overgrijpbescherming bestaat uit een kantelbaar in het scheidingsdeksel gelagerde onder veerinwerking staande grondplaat, twee zijdelingse, met de grondplaat verbonden en naar het scheidingsbenedendeel gerichte tongen, en een de tongen en de grondplaat in het gebied van het van de scharnieras van de overgrijpbescherming afgekeerde einde van de grondplaat verbindende kopplaat. Terwijl de beide tongen en de kopplaat doorgaans, d.w.z. zonder uitsparingen uitgevoerd dienen te zijn, is een doorgaande vormgeving van de gronplaat slechts daar noodzakelijk, waar het doorgrijpen met de hand werkzaam verhinderd moet worden. In de gebieden van de grondplaat die hier geen betrekking op hebben, kan het zelfs voordelig zijn wanneer de grondplaat uitsparingen bezit, bijvoorbeeld om deze überhaupt bij de in het scheidingsdeksel gelagerde veiligheidsinzetstukken uit het scheidingsdeksel naar buiten te kunnen bewegen.

In detail zou de overgrijpbescherming voorzien zijn van ten minste twee halstappen, die ingrijpen in uitsparingen van in het scheidingsdeksel aangebrachte houdinrichtingen voor de greeplippen van de veiligheidsinzetstukken. Bovendien wordt het als voordelig beschouwd, wanneer de overgrijpbescherming ten minste twee naar het scheidingsdeksel toegerichte opname-nokken voor steeds een drukveer bezit, waarbij de drukveren steunen tussen het scheidingsdeksel en de overgrijpbescherming. Hierdoor is een eenvoudige lagering van de overgrijpbescherming in het scheidingsdeksel in reeds bestaande houdelementen zeker gesteld, bij een eenvoudige inwerking van de drukveren op de overgrijpbescherming, welke drukveren bovendien tussen de ten opzichte van elkaar bewegende delen nauwkeurig zijn geleid. Bovendien kan de overgri jpbescherming zijn voorzien van ten minste een oplegkap, die bij een gedefinieerde beweging van de overgrijpbescherming uit het scheidingsdeksel in aanraking raakt met een schei-dingsdekselzijdige aanslag. De ene eindpositie van de overgri jpbescherming is daardoor door de aanraking van de overgri jpbescherming in het scheidingsdeksel, de andere eindpositie door de aanraking van de overgrijpbescherming aan de scheidingsdekselzijdige aanslag vastgelegd. Het terugleiden van de overgrijpbescherming in het scheidingsdeksel vindt voordeligerwijze daardoor plaats, dat de overgrijpbescherming met een uitstekende kant in aanraking met het scheidings-benedendeel resp. een afdekking voor het scheidingsbenedendeel raakt en daarmee bij toenemend sluiten van het scheidingsdeksel· automatisch daarin bewogen wordt. Voor het geval dat een zekeringswissel moet worden uitgevoerd, kan dat door een gemakkelijk inschuiven van de overgrijpbescherming met de hand in het scheidingsdeksel plaatsvinden, waardoor de houd-inrichtingen voor de greeplippen van de respectieve zekerings-inzetstukken vrij toegankelijk worden.

De uitvoering volgens de uitvinding van de veiligheids-lastscheidingsschakelaar maakt het mogelijk om ook bestaande veiligheidslastscheidingsschakelaars naderhand te voorzien van de overgrijpbescherming, waarbij veranderingen slechts aan het scheidingsdeksel aan te brengen zijn. Verdere kenmerken van de uitvinding zijn weergegeven in de beschrijving van de figuren alsmede in de volgconclusies, waarbij wordt opgemerkt, dat alle kenmerken alsmede combinaties van kenmerken uitvindings-wezenlijk zijn.

De uitvinding zal nader worden verduidelijkt door de hierna volgende beschrijving van een uitvoeringsvorm van een veiligheidslastscheidingsschakelaar volgens de uitvinding, die slechts dient als illustratie en niet als beperking, onder verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht toont van een NH-veiligheidslast-scheidingsschakelaar volgens de uitvinding; fig. 2 een bovenaanzicht toont van de scheidings-schakelaar van fig. 1; fig. 3 de veiligheidsscheidingsschakelaar van fig. 1 bij halfgeopend scheidingsdeksel (parkeerstand) toont; en fig. 4 een perspectief aanzicht toont van de overgrijp-bescherming.

De figuren 1 t/m 3 tonen een NH-veiligheidslast-scheidingsschakelaar 2, die in hoofdzaak bestaat uit een scheidingsbenedendeel 4 en een daarin om een scharnier-draaipunt 7 gelagerd scheidingsdeksel 6. In het scheidingsbenedendeel 4 zijn voor het opnemen van drie NH-veiligheids-inzetstukken 26 steeds 3 paar veerkontakten 3a en 3b aanwezig, waarbij de naar het scharnierdraaipunt 7 toegekeerde veerkontakten 3a zijn verbonden met de stroomtoevoergeleiders 31a, terwijl de veerkontakten 3b zijn verbonden met de stroom-afvoergeleiders 31b. In het scheidingsdeksel 6 zijn in greepliphoudinrichtingen 10 de aan de veerkontakten 3a en 3b toegevoegde drie NH-veiligheidsinzetstukken 26 gehouden via hun greeplippen 27. Het isolatielichaam 26a van elk veiligheidsinzetstuk 26 is aan beide uiteinden afgesloten met metalen afdekplaten 15, waar doorheen zich kontaktmessen uitstrekken, waarbij de respectieve kontaktmessen 14a zijn toegevoegd aan de veerkontakten 3a en de kontaktmessen 14b zijn toegevoegd aan de veerkontakten 3b. Voor het handhaven van de veiligheidslastscheidingsschakelaar 2 wordt, zoals in fig. 3 verduidelijkt, het scheidingsdeksel 6 in het gebied van zijn van het scharnierdraaipunt 7 afgekeerde vrije uiteinde met de hand vastgegrepen. Het scheidingsdeksel kan daarbij van de in fig. 1 gesloten stand worden overgebracht in de in fig.

3 getoonde halfgeopende stand, die overeenkomt met de zogenaamde parkeerstand, en verder in een geheel geopende stand waarin het deksel in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van het scheidingsbenedendeel 4 is georiënteerd en daarvan gescheiden kan worden. In de in fig. 3 getoonde parkeerstand staan, vanwege de stroomtoevoer via de stroomtoevoergeleiders 31a en de veerkontakten 3a, de kontaktmessen 14a en 14b evenals de afdekplaten 15 van het veiligheidsinzetstuk 26 onder spanning.

Volgens de uitvinding is nu voorzien in een overgrijp-bescherming 1, die bestaat uit elektrisch isolerend materiaal, bijvoorbeeld kunststof. De overgrijpbescherming 1 bestaat uit een grondplaat 28, twee met de grondplaat 28 verbonden zijdelingse afdekplaten 24 alsmede een de zijdelingse afdekplaten 24 en de grondplaat 28 verbindende kopzijdige afdekplaat 23.

De overgrijpbescherming 1 is met twee halstappen 16 gelagerd in twee overeenkomstige uitsparingen 9 in dwarsrichting aan de houdinrichtingen 10 voor de greeplippen 27 in het scheidings-deksel 6. Hierbij wijzen de afdekplaten 23 en 24 in de richting van het scheidingsbenedendeel 4.

De overgrijpbescherming 1 is op relatief korte afstand tot het scharnierpunt daarvan in het scheidingsdeksel 6 voorzien van twee naar het scheidingsdeksel 6 toegerichte opnamenokken 25, die elk zijn voorzien van een drukveer 11, waarbij de drukveren 11 tussen het scheidingsdeksel 6 en de overgrijpbescherming 1 steunen. De drukveren 11 spannen daardoor de overgrijpbescherming 1 voor in de richting van de uit het vlak van het scheidingsdeksel 6 naar buiten gescharnierde stand van de overgrijpbescherming 1.

Bij het openen van het scheidingsdeksel 6 drukken de veren 11 tegen de overgrijpbescherming 1, die tot dan toe door een afdekking 12 van het scheidingsbenedendeel 4 geblokkeerd was, en zich nu vrij in de richting van de pijl 13 uit het scheidingsdeksel 6 naar buiten kan bewegen. Door deze beweging worden de kontaktmessen 14b en gedeeltelijk ook de afdekplaten 15 beschermd tegen een toevallig aanraken. De naar buiten scharnierende beweging van de overgrijpbescherming 1 wordt begrensd, doordat twee aan de overgrijpbescherming 1 aangebrachte oplegtappen 17 tegen twee in hun bewegingsbaan aange brachte inschuifstrippen 18 van de greeplippen-houdinrichting 10 scharnieren, waarbij het respectieve aanrakingspunt met het verwijzingscijfer 9 is aangeduid.

De overgrijpbescherming 1 volgens de uitvinding dekt aldus de veiligheidsinzetstukken 26 in het gebied van de kontaktmessen 14b en de afdekplaten 15 kopszijdig en zijdelings alsmede tussen de kontaktmessen 14b en het scheidings-deksel af. Om een naar buiten scharnieren van de overgrijpbescherming 1 bij geplaatste veiligheidsinzetstukken 26 te waarborgen, is de grondplaat 28 daarvan overeenkomstig met de opstelling van de veiligheidsinzetstukken 26 voorzien van meerdere uitsparingen 29, die delen van de veiligheidsinzetstukken 26 kunnen doorlaten bij het naar buiten scharnieren van de overgrijpbescherming 1. Het vervangen van de veiligheid kan plaatsvinden bij een geheel van het scheidings-benedendeel 4 gescheiden scheidingsdeksel 6 door beetpakken van de overgrijpbescherming 1 in het punt 20 en handmatig naarbinnen scharnieren van de overgrijpbescherming 1 in het scheidingsdeksel 6, waardoor de greeplippen-houdinrichting 10 vrij toegankelijk wordt.

Bij het sluiten van het scheidingsdeksel 6 gaat de overgri jpbescherming 1 na aanraking met de afdekking 12 van het scheidingsbenedendeel 4 in het punt 21 volgens een soort glij-beweging op deze scheidingsafdekking weer terug in zijn uitgangspositie tussen het scheidingsdeksel 6 en de scheidingsafdekking 12 .

Claims (7)

1. Veiligheidslastscheidingsschakelaar voor lage spanning en hoog vermogen, met een scheidingsbenedendeel en een in het gebied van de stroomtoevoer daarin scharnierbaar gelagerd scheidingsdeksel, en in het scheidingsbenedendeel (4) aangebrachte veerkontakten voor ten minste een in het scheidingsdeksel via greeplippen gehouden veiligheidsinzetstuk voor lage spanning en hoog vermogen; met het kenmerk, dat in het scheidingsdeksel (6) een uit elektrisch isolerend materiaal bestaande overgrijpbescherming (1) beweegbaar ten opzichte van het scheidingsdeksel (6) is gelagerd, waarbij de overgrijpbescherming (1) bij gesloten veiligheidslastscheidingsschakelaar (2) in het scheidingsdeksel (6) is opgesteld en bij het openen van de veiligheids-lastscheidingsschakelaar (2) onder werking van veerkracht ten minste gedeeltelijk uit het scheidingsdeksel (6) wordt bewogen, zodanig, dat hij in zijn naar buiten bewogen positie de zich op de van de scharnieras (7) van het scheidingsdeksel (6) in het scheidingsbenedendeel (4) afgekeerde zijde van het veiligheidsinzetstuk (26) bevindende stroomvoerende delen (14b, 15) van het veiligheidsinzetstuk (26) overdekt.

2. Scheidingsschakelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de overgrijpbescherming (1) nabij de scharnieras (7) van het scheidingsdeksel in het scheidingsbenedendeel (4) scharnierbaar is gelagerd in het scheidingsdeksel (6), waarbij de scharnieras van de overgrijpbescherming (1) evenwijdig aan de scharnieras (7) van het scheidingsdeksel (6) is opgesteld.

3. Scheidingsschakelaar volgens conclusie (2) met het kenmerk, dat de overgrijpbescherming (1) naar het van de scharnieras (7) van het scheidingsdeksel (6) afgekeerde vrije uiteinde van het scheidingsdeksel (6) is gericht, waarbij de overgrijpbescherming (1) bestaat uit een in het scheidingsdeksel (6) scharnierbaar gelagerde, door een veer belaste grondplaat (28), twee zijdelingse, met de grondplaat (28) verbonden en naar het scheidingsbenedendeel (4) gerichte tongen (24), alsmede een de tongen (24) en de gronplaat (28) in het gebied van het van de scharnieras van de overgrijpbescherming (1) afgekeerde uiteinde van de grondplaat (28) verbindende kopplaat (23).

4. Scheidingsschakelaar volgens ten minste een der conclusies 1 t/m 3, met het kenmerk, dat de overgrijp-bescherming (1) is voorzien van ten minste twee halstappen (16), die ingrijpen in uitsparingen (9) van in het scheidingsdeksel (6) opgestelde houdinrichtingen (10) voor de greeplippen (27) van de veiligheidsinzetstukken (26).

5. Scheidingsschakelaar volgens ten minste een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat de overgrijpbescherming (1) ten minste twee naar het scheidingsdeksel (6) toegerichte opnamenokken (25) voor steeds een drukveer (11) bezit, waarbij de drukveren (11) steun vinden tussen het scheidingsdeksel (6) en de overgrijpbescherming (1).

6. Scheidingsschakelaar volgens een der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat de overgrijpbescherming (1) ten minste een oplegtap (17) bezit, die bij een gedefinieerde beweging van de overgrijpbescherming (1) uit het scheidingsdeksel (6) in aanraking geraakt met een aanslag (18) aan de zijde van het scheidingsdeksel.

7. Scheidingsschakelaar volgens ten minste een der conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat de overgrijpbescherming (1) bij het sluiten van het scheidingsdeksel (6) in aanraking geraakt met het scheidingsbenedendeel (4), in het bijzonder met een afdekking (12) van het scheidingsbenedendeel (4).