NL9001788A - Vaststaande bescherming voor roterende scharnieren. - Google Patents

Description

Vaststaande bescherming voor roterende scharnieren.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beschermen van een, bij een scharnieras behorend grote-hoek-scharnier voor het aandrijven van landbouwwerktuigen en dergelijke apparaten, bestaand uit een beschermtrechter, die het scharnier tenminste gedeeltelijk bedekt.

Dergelijke beschermtrechters, die bijvoorbeeld bekend zijn uit het Duitse octrooischrift 35 09 128, dienen ertoe de draaiende scharnieren resp. scharnierassen van een tapas te beschermen. Daarbij kan het tot sterke uitbuigingen van de scharnieren komen, zodat het tot verslijtende wrijving tussen de beschermtrechter en het scharnier kan komen. Bij de bekende uitvoering wordt de beschermtrechter door een legerring op afstand gehouden, waarbij de legerring in bepaalde mate naar binnen kan veren en daarmee de om-buigbewegingen kan volgen. Deze volgende bewegingen zijn echter te gering gebleken.

Aan de onderhavige uitvinding ligt het probleem ten grondslag een beschermtrechter van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die ruime ombuigingen mogelijk maakt en een stoten van het scharnier tegen de binnenzijde van de trechter vermijdt.

Dit probleem wordt opgelost doordat aan het scharnier een in de beschermtrechter axiaal verschuifbare glijring is toegevoegd, de beschermtrechter met een door de glijring bepaalde afstand ten opzichte van het scharnier vrij ligt en de beschermtrechter met een aanlegkant axiaal naar binnen in een buigzame vouwbuis overgaat, die het scharnier bedekt.

Door deze maatregelen wordt een ééndelige, vaststaande beschermtrechter verschaft, waarin een scharnieras resp. een scharnier van een scharnieras iedere noodzakelijke hoek kan maken. De beschermtrechter heeft een buigzaam deelgebied, dat indien nodig kan worden omgeknikt.

De vaststaande legerring houdt daarbij de beschermtrechter op afstand en knikt eventueel het buigzame deel naar binnen.

Voor de veilige geleiding zonder storing is erin voorzien, dat de glijring op zijn buitenomtrek is voorzien van een geleidingsgroef, waarin radiaal naar binnen gerichte en axiaal lopende meeneemribben in het cilindrische deel van de beschermtrechter grijpen en deze verschuifbaar geleiden.

Verder is erin voorzien, dat de buigzame vouw-buis bij het liggen van de glijring tegen de aanlegkant asymmetrisch vervormbaar is.

Voor het smeren van de glijring is er in voorzien, dat de glijring van een radiaal naar binnen gerichte smeernippel is voorzien en de smeernippel uit een axiaal lopende opening in het cilindrische deel van de beschermtrechter steekt.

De uitvinding is in de bijgaande tekening weergegeven en wordt hieronder nader beschreven.

Daarin toont:

Fig. 1 een axiale doorsnede door een scharnieras, met beschermbuis en beschermtrechter, die door een leger-ring op een gelijkblijvende afstand is gehouden; fig. 2 een scharnieras volgens fig. 1 in de omgebogen toestand, waarbij de buigzame vouwbuis asymmetrisch vervormd is;

Fig. 3 het cilindrische deel van een beschermtrechter met geleidingsspleet en in de geleidingsspleet geleide smeernippel van de glijring; fig. 4 het vooraanzicht van slechts de beschermtrechter volgens fig. 1.

Zoals fig. 1 toont, wordt een scharnieras 7 door een beschermbuis 4 bedekt, die is voorzien van een be-schermkap 3. Op de beschermkap 3 is een buigzame vouwbuis 6 gestoken, bij voorkeur ge schoven en gehouden, die axiaal naar buiten in een beschermtrechter 1 overgaat. Tussen de buigzame vouwbuis 6 en de kegelvormige beschermtrechter 1 is een cilindrisch deel 11 aangebracht, waarin het gecentreerde dubbele scharnier 8 van de scharnieras 7 loopt. In een groef van het scharnier 8 is een glijring 2 draaibaar gelegerd aangebracht, die, zoals fig. 4 toont, door axiaal lopende meeneemribben 5 van het cilindrische deel 11 is gehouden en geleid.

Zoals fig. 2 laat zien, komt de glijring 2 bij extreme ombuigingen van het scharnier 8 tegen een radiaal ten opzichte van het cilindrische deel 11 naar binnen lopende aanlegkant 10 tussen het cilindrische deel 11 en de buigzame vouwbuis 6 te liggen. De glijring 2 ligt daarbij tegen de buigzame vouwbuis 6 en drukt deze in dit gebied in axiale richting inéén. Aan de tegenover liggende zijde wordt de vouwbuis 6 daarbij gestrekt.

De glijring 2 is in de flens van de binnenste dubbele vork van het dubbele scharnier 8 in een groef 14 gehouden. Daardoor houdt de glijring 2 de beschermtrech-ter 1 in ongeveer gelijkblijvende stand ten opzichte van de buitenomtrek van het scharnier 8 en verhindert, dat het scharnier 8 tegen de binnenzijde stoot.

Zoals fig. 3 toont, steekt een smeernippel 13 door een opening 12 in het cilindrische deel 11 van de beschermtrechter 1 voor het smeren van de glijring 2 naar buiten.

Zoals fig. 4 toont, is de beschermtrechter 1 aan zijn binnenzijde voorzien van meeneemribben 5, waarin de glijring 2 axiaal verschuifbaar is.

-conclusies-

Claims (4)

1. Inrichting voor het beschermen van een bij een scharnieras behorend grote-hoek-scharnier voor het aandrijven van landbouwwerktuigen en dergelijke toestellen, bestaand uit een beschermtrechter, die het scharnier tenminste gedeeltelijk bedekt, met het kenmerk, dat aan het scharnier (8) een in de beschermtrechter (1) axiaal verschuifbare glijring (2) is toegevoegd, de beschermtrechter (1) met een door de glijring (2) bepaalde afstand ten opzichte van het scharnier (8) vrij ligt en de beschermtrechter (1) met een aanlegkant (10) axiaal naar binnen in een buigzame vouwbuis (6) overgaat, die het scharnier (8) bedekt.

2. Bescherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de glijring (2) op zijn buitenomtrek is voorzien van geleidingsgroeven (15), waarin radiaal naar binnen gerichte en axiaal lopende meeneem-ribben (5) in het cilindrische deel (11) van de beschermtrechter (1) grijpen en deze verschuifbaar geleiden.

3. Bescherminrichting volgens de conclusies 1 en 2,met het kenmerk, dat de buigzame vouwbuis (6) bij het leggen van de glijring (2) tegen de aanlegkant (10) asymmetrisch vervormbaar is.

4. Bescherminrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de glijring (2) is voorzien van een radiaal naar buiten gerichte smeernippel (13) en de smeernippel (13) uit een axiaal lopende opening (12) in het cilindrische deel (11) van de beschermtrechter (1) steekt.