NL9001472A - Toestel voor het bereiden van vlees of dergelijke waar. - Google Patents

Description

Titel: Toestel voor het bereiden van vlees of dergelijke waar.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een toestel voor het bereiden van vlees of dergelijke waar, omvattende een buiten- en een binnenkast, een ventilator voor het in de tussenruimte tussen de binnen- en buitenkast rondvoeren van koellucht, een in de binnenkast afgescheiden ruimte met daarin opgestelde verwarmingselementen en een luchtrondvoerventilator, welke ruimte door middel van luchtdoorlaatopeningen met de eigenlijke behandelingsruimte voor de waar in verbinding staat, in welke ruimte een houder voor de te behandelen waar, zoals een draaispit, rooster of dergelijke, is opgesteld, terwijl in de tussenruimte tussen de binnen- en buitenkast aandrijfmiddelen voor de ventilatoren, het draaispit en dergelijke zijn opgesteld.

Een dergelijk toestel is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 83 03095. Het in deze aanvrage beschreven vleesrooster werkt als volgt. Met behulp van straling wordt de buitenzijde van het vlees dichtgeschroeid, waarbij het een bruine kleur en eventueel een knapperige korst verkrijgt en tevens vochtverlies wordt tegengegaan. Door het rondvoeren van warme lucht met behulp van een ventilator in de behandelingsruimte wordt het in deze ruimte aanwezige vlees gegaard. Dit vleesrooster bezit echter een aantal nadelen.

In de eerste plaats duurt het garen betrekkelijk lang, daar door het dichtschroeien van de buitenzijdeen het uitdrogen daarvan de warmteoverdracht naar het vlees afneemt. Voorts zal bij het openen van de deur van een dergelijk vleesrooster baklucht de ruimte binnenstromen, waarin dit vleesrooster zich bevindt. Dit is in het bijzonder bezwaarlijk, wanneer een dergelijk vleesrooster zich bijvoorbeeld in een overdekt winkelcentrum of dergelijke bevindt.

De onderhavige uitvinding beoogt een toestel te verschaffen, dat de bovengenoemde nadelen niet bezit, terwijl de roosterbewerking van vlees of dergelijke is kan worden verbeterd. Het toestel volgens de uitvinding heeft daartoe als kenmerkt, dat; a) het aandrijfmiddel van de luchtrondvoerventilator regelbaar is; b) de verwarmingselementen regelbaar zijn; c) de inwendige ruimte van de binnenkast door middel van een luchttoe- en -afvoer in verbinding kan worden gesteld met de omgeving; en d) de door de binnenkast gevormde ruimte althans nagenoeg lekdicht van de omgeving is afgesloten; e) deze onderdelen met een besturingssamenstel zijn verbonden, dat is ingericht om: el) voor het garen van de te behandelen waar onder afsluiting van de luchttoe- en -afvoer de door de verwarmingselementen op een gewenste temperatuur gehouden lucht met een aangepaste snelheid in een gesloten kringloop door de behandelingsruimte te voeren, e2) voor het roosteren de luchttoe- en -afvoer te openen, alsmede de door de verwarmingselementen op een gewenste temperatuur gehouden lucht met een aangepaste snelheid door de behandelings- ruimte te voeren, en e3) voor het warmhouden de door de verwarmingselementen op een warmhoudtemperatuur gehouden lucht met een aangepaste geringere snelheid door de behandelingsruimte te voeren, onder afsluiting van de luchttoe- en -afvoer.

Doordat tijdens het garen de ruimte gesloten blijft en telkens dezelfde hete lucht langs het te bereiden vlees wordt gevoerd, blijft de vochtigheid van deze lucht hoog. Hierdoor verliest het oppervlak van het vlees weinig vocht, waardoor de warmteoverdracht van de hete lucht naar het vlees wordt vergroot en derhalve een snellere garing dan bij de bekende vleesroosters wordt verkregen.

Bovendien wordt door de regelbaarheid de mogelijkheid geschapen allerlei soorten vlees, danwel andere spijzen, in het toestel volgens de uitvinding te behandelen. Voorts heeft de uitvinding het voordeel, dat voor het roosteren na het garen van het vlees de afzuigventilator wordt ingeschakeld en de luchtinlaat wordt geopend, waardoor de roosterdampen kunnen verdwijnen, bijvoorbeeld door een van een filter voorziene schoorsteen, en tevens daarbij het vocht verdwijnt. Door het verdwijnen van het vocht zal een snellere dichtschroeiing van de buitenste laag van het vlees optreden en derhalve de smaak beter behouden blijven. Tevens is de aldus gevormde korst stevig en zal deze niet zacht worden, door vocht uit de behandelingsruimte zelf. Doordat de tijdsduur van het roosteren regelbaar is kan elke gewenste mate van bruining van de geroosterde waar worden verkregen. Voorts biedt het toestel volgens de uitvinding de mogelijkheid het behandelde vlees warm te houden in de ruimte waarin het is bereid, waardoor bacteriënkweek wordt vermeden. Het warmhouden in de afgesloten ruimte heeft het voordeel, dat het zich in het toestel bevindende vlees er gedurende lange tijd vers uit blijft zien, hetgeen de afzet bevordert.

Verder heeft het roostertoestel volgens de uitvinding het voordeel, dat het nagenoeg geen enkele handeling van de gebruiker vereist, daar de deelprocessen van de roosterbehandeling en warmhoudtoestand worden geregeld door een besturingssamenstel, dat eventueel door de fabrikant voor verschillende te roosteren waren kan worden ingesteld. Dit waarborgt de kwaliteit en de reproduceerbaarheid van de geroosterde waar.

Bij voorkeur vindt de toevoer van koele lucht in de tussenruimte tussen de binnen- en de buitenkast langs de bodemzijde plaats, en is deze met behulp van het besturingssamenstel regelbaar.

Hierdoor wordt de bodemzijde van de behandelingsruimte sterker gekoeld dan de bovenzijde, hetgeen tot gevolg heeft, dat vetspatten op de bodemzijde zullen condenseren, in plaats van hierop vast te bakken en eventueel te verkolen.

In het navolgende zal de uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin de enkele figuur schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een toestel voor het roosteren van vlees of dergelijke volgens de uitvinding voorstelt.

In de figuur is met verwijzingscijfer 1 het roostergedeelte van de inrichting aangegeven, en met verwijzingscijfer 2 het besturingssamenstel, dat eventueel kan bestaan uit een mikro-processor, die het gehele proces bestuurt, en waarbij bijvoorbeeld voor een aantal waren de desbetreffende temperaturen, tijdsduren, ventilatorsnelheden, enz. kunnen worden ingesteld, hetgeen ook door de fabrikant kan geschieden.

Het roostergedeelte 1 bestaat uit een buitenkast 3 en een binnenkast 4. In de tussenruimte tussen de buitenkast 3 en de binnenkast 4 bevindt zich een ventilator 5 voor het door de genoemde tussenruimte rondvoeren van koele lucht, die van buiten af wordt aangezogen.

In de binnenkast 4 bevinden zich in een afgescheiden ruimte verwarmingselementen 6 die de lucht in de binnenkast 4 verwarmen, welke door een luchtrondvoerventilator 7 in de binnenkast wordt rondgevoerd, in dit uitvoeringsvoorbeeld bijvoorbeeld in de richting van de gestippelde pijlen. Voorts bevindt zich in de binnenkast 4 ofwel de behandelingsruimte een spit 8, dat vanzelfsprekend kan worden vervangen door een rooster, bakplaat of dergelijke. Dit spit 8 wordt aangedreven door een elektromotor 9, die zich in de ruimte tussen de binnenkast 4 en de buitenkast 3 bevindt.

Voorts bevinden zich in de wand van de behandelingsruimte 4 een afzuigventilator 10, die bijvoorbeeld met een schoorsteen in verbinding kan staan, waarin zich bijvoorbeeld een vetfilter of dergelijke bevindt, zodat de afgevoerde lucht schoon aan het milieu wordt afgegeven.

Als de zuigventilator 10 in werking is, wordt een luchtinlaat 11 geopend. Deze luchtinlaat 11 kan zijn uitgevoerd in de vorm van een smoorklep, een zogenaamde terugslagklep, een magneetklep of dergelijke opening met een zekere doorstroomweerstand.

Met 12 is een lamp aangegeven, die uitsluitend dient voor het verlichten van de behandelingsruimte en geen verwarmingsfunktie vervult.

Tenslotte bevindt zich in de ruimte tussen de binnenkast 4 en de buitenkast 3 een koelluchtinlaat 13 links onder in deze ruimte, zodat bij het in werking zijn van ventilator 5 de toevoer van koele lucht in de tussenruimte langs de bodemzijde van de behandelingsruimte 4 plaats vindt.

Om de temperatuur binnen de behandelingsruimte te kunnen meten bevindt zich daarin een temperatuurmeter 14.

Alle onderdelen, waaronder ventilatoren 5, 7, verwarmingselementen 6, temperatuurmeter 14, afzuigventilator 10 en spitmotor 9 zijn met het besturingssamenstel 2 verbonden.

Met 11' is in de figuur met stippellijnen een door het besturingssamenstel 2 bedienbare klep aangegeven, die in plaats van klep 11 kan worden gebruikt. In dit geval kan eveneens afzuigventilator 10 worden vervangen door bijvoorbeeld een drukgevoelige afsluitklep. Deze klep kan dezelfde uitvoering bezitten, als is beschreven voor klep 11. Wanneer tijdens het roosteren lucht in de behandelingsruimte 4 dient te worden gevoerd wordt klep 11' geopend en zal door de werking van ventilator 7 lucht in de behandelingsruimte 4 worden gevoerd, welke deze via de drukgevoelige afsluitklep verlaat. Het blijkt dat de toevoer van lucht nabij de verwarmingselementen 6 een zeer gunstige werking op de hoeveelheid en intensiteit van de sterk ruikende baklucht heeft. In sommige gevallen is dan de baklucht, die de behandelingsruimte verlaat, nagenoeg vrij van de ongewenste geur van geschroeid vet e.d.

Thans zal een voorbeeld worden gegeven van een procesgang voor het roosteren van kip.

Hiertoe worden kippen aan het spit 8 bevestigd, waarna de deur van het toestel wordt gesloten en het besturingssamenstel wordt ingeschakeld. Allereerst worden de kippen gegaard, waarbij ventilator 5 met hoge snelheid draait, en met behulp van verwarmingselementen 6 en temperatuurmeter 14 de temperatuur op het gewenste niveau wordt gehouden, doorgaans 180 °C. Na + 25 min. wordt door het besturingssamenstel de afzuigventilator 10 in werking gesteld en de luchtinlaat 11 geopend. De ventilator 10 blijft met dezelfde snelheid draaien, doch de temperatuur wordt met behulp van de verwarmingselementen 6 en temperatuurmeter 14 verhoogd tot ongeveer 250 °C. Dit roosteren duurt ongeveer 10 min., gedurende welke periode het garen vanzelfsprekend voortgaat. Hierna zijn de kippen dichtgeschroeid en bruin.

Nadat het -roosteren is voltooid dienen de kippen te worden warmgehouden. Hiertoe wordt de afzuigventilator 10 afgeschakeld en de luchtinlaatklep 11 gesloten. De ventilator 5 wordt met een lagere snelheid aangedreven, terwijl met behulp van de verwarmingselementen 6 en de temperatuurmeter 10 de temperatuur op ongeveer 80 °C wordt ingesteld.

Gedurende de gehele voorgaande bewerking draait het spit.

Eventueel kan de luchtinlaat 13 worden vervangen door een koelventilator die bij bepaalde temperaturen, bijvoorbeeld 90 °C van de tussenruimte, wordt inschakeld om voor een aanvullende koeling van genoemde ruimte zorg te dragen.

Door het warmhouden van de kippen in dezelfde ruimte als waarin deze zijn geroosterd, levert dit voor de consument de indruk alsof de kippen zojuist zijn geroosterd, dit optische effect is voordelig.

Een belangrijk voordeel van het toestel volgens de uitvinding is, dat de hoeveelheid benodigde energie per gewichtseenheid te bereiden waar kleiner is dan bij toestellen volgens de stand van de techniek, waardoor een aanzienlijk energiebesparing wordt verkregen. Verder is de tijdsduur, die benodigd is voor het bereiden van de waar, zoals bijvoorbeeld kip of dergelijke, met ongeveer de helft teruggebracht.

Claims (4)

1. Toestel voor het bereiden van vlees of dergelijke waar, omvattende een buiten- en een binnenkast, een ventilator voor het in de tussenruimte tussen de binnen- en de buitenkast rondvoeren van koellucht, een in de binnenkast afgescheiden ruimte met daarin opgestelde verwarmingselementen en een luchtrondvoerventilator, welke ruimte door middel van luchtdoorlaatopeningen met de eigenlijke behandelingsruimte voor de waar in verbinding staat, in welke ruimte een houder voor de te behandelen waar, zoals een draaispit, rooster of dergelijke is opgesteld, en in de tussenruimte tussen de binnen- en de buitenkast opgestelde aandrijfmiddelen voor de ventilatoren, het draaispit e.d., met het kenmerk, dat: a) het aandrijfmiddel (9) van de luchtrondvoerventilator (7) regelbaar is; b) de verwarmingselementen (6) regelbaar zijn; c) de inwendige ruimte van de binnenkast (4) door middel van een luchttoe- en -afvoer in verbinding kan worden gesteld met de -omgeving; en d) de door de binnenkast (4) gevormde ruimte althans nagenoeg lekdicht van de omgeving is afgesloten; e) deze onderdelen met een besturingssamenstel (2) zijn verbonden, dat is ingericht om: el) voor het garen van de te behandelen waar onder afsluiting van de luchttoe- en -afvoer de door de verwarmingselementen (6) op een gewenste temperatuur gehouden lucht met een aangepaste snelheid in een gesloten kringloop door de behandelingsruimte (4) te voeren, e2) voor het roosteren de luchttoe- en -afvoer te openen, alsmede de door de verwarmingselementen (6) op een gewenste temperatuur gehouden lucht met een aangepaste snelheid door de behandelingsruimte (4) te voeren, en e3) voor het warmhouden de door de verwarmingselementen (6) op een warmhoudtemperatuur gehouden lucht met een aangepaste geringere snelheid door de behandelingsruimte (4) te voeren, onder afsluiting van de luchttoe- en -afvoer.

2. Toestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toevoer van koellucht in de tussenruimte tussen de binnen- en de buitenkast (resp. 4, 3) langs de bodemzijde plaatsvindt, en met behulp van het besturingssamenstel (2) regelbaar is.

3. Toestel volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de luchtafvoer bestaat uit een door het besturingssamenstel (2) te bedienen bestuurbare afzuigventilator (10) in de wand van de binnenkast (4).

4. Toestel volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de luchttoevoer bestaat uit een door het besturingssamenstel (2) te bedienen bestuurbare klep (11') in de wand van de binnenkast (4) nabij de luchtrondvoerventilator (7).