NL9001353A - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de kwaliteit van een bepaald smeervet voor toepassing in wentellagers van een bepaald type. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de kwaliteit van een bepaald smeervet voor toepassing in wentellagers van een bepaald type.

De uitvinding betreft in eerste instantie een werkwijze voor het bepalen van de mate waarin, bij een, met een bepaald smeervet gesmeerd, roterend wentellager van een bepaald type, geruis optreedt, waarbij in een wentellager van het genoemde type een hoeveelheid van het te onderzoeken smeervet wordt gebracht, de binnenloopring van het wentellager gedurende enige tijd wordt geroteerd door middel van een, in de binnenloopring van het lager, tot in aangrijping daarmee, gestoken, tot rotatie te brengen spil en door middel van een trillingen-opnemer die in aanraking is met de stilstaande buitenloopring van het lager, de in het lager optredende trillingen worden opgenomen en een piekwaarde wordt vastgesteld, waarna deze beproevingsstappen-cyclus enige malen wordt herhaald voor nieuwe hoeveelheden van hetzelfde smeervet.

Voor bepaalde wentellagers is het van zeer groot belang dat deze worden gesmeerd met een smeervet van zeer goede kwaliteit, dat wil zeggen een smeervet dat onder andere een uitstekende zeepstructuur heeft en weinig of geen stofdeeltjes en/of kristallen bevat, welke eigenschappen tot uiting komen doordat zij typische geluid-opwekkers zijn bij het roterende wentellager, zodat hoe minder het opgewekte geluid, hoe beter de kwaliteit van het betreffende smeervet is.

Het is dus van belang een methode ter beschikking te hebben waarmee de kwaliteit van verschillende smeervetten voor toepassing bij bepaalde wentellagers kan worden bepaald, zodat kan worden voorgeschreven dat wentellagers van een bepaald type met bepaalde smeervetten moeten worden gesmeerd.

Bij de bekende werkwijze wordt een aantal, bijvoorbeeld tien gelijke wentellagers zorgvuldig gereinigd en op gelijke wijze van het te onderzoeken smeervet voorzien, waarna zij elk, één voor één, op de genoemde spil worden gestoken en gedurende een bepaalde tijdsperiode worden geroteerd waarbij de genoemde piekwaarde wordt vastgesteld, zodat uiteindelijk tien piekwaarden voor het betreffende smeervet worden verkregen, waaruit statistisch een gemiddelde waarde kan worden berekend die maatgevend is voor de kwaliteit van het smeervet. Deze werkwijze is zeer tijdrovend en duur.

Het doel van de uitvinding is een werkwijze zoals in de aanhef omschreven te verschaffen, die van kortere duur en goedkoper is.

Dit doel wordt bereikt doordat bij de werkwijze volgens de uitvinding één enkel wentellager van het bepaalde type wordt toegepast waarin telkens bij het begin van een beproevingsstappen-cyclus, door middel van druk een hoeveelheid van het te beproeven smeervet wordt gebracht, waarbij de zich in het wentellager bevindende hoeveelheid smeervet die tijdens een voorgaande cyclus reeds werd onderzocht, door middel van een gasonderdruk wordt uitgedreven, alvorens een nieuwe hoeveelheid smeervet in het lager wordt gebracht.

Op deze wijze behoeft men dus slechts de beschikking te hebben over één enkel wentellager van een bepaald type, dat gedurende de gehele onderzoeksperiode met de spindel verbonden blijft, waarbij slechts een aantal malen, bijvoorbeeld tien maal, het smeervet binnen het lager moet worden vervangen door een nieuwe hoeveelheid.

Dit laatste kan op zeer eenvoudige wijze worden uitgevoerd doordat telkens de hoeveelheid smeervet door middel van een, binnen een buisvormige houder, lineair bewegende plunjer in het wentellager wordt gebracht.

Het is echter gebleken dat het daarbij van belang is dat, nadat de hoeveelheid smeervet door middel van de plunjer in het wentellager is gebracht, de plunjerbeweging wordt omgekeerd, aangezien anders de piekwaarden bleken toe te nemen bij het voortschrijden van de meettijd, zodat deze dan onbetrouwbaar zijn. Dit fenomeen bleek het gevolg te zijn van een geringe voortgaande toevoer van smeervet door een restdruk in het smeervet wanneer de plunjer tot stilstand is gekomen.

Om een eventuele overmaat aan smeervet te verwijderen wordt telkens nadat een hoeveelheid smeervet in het lager is gebracht en alvorens de metingen worden gedaan, de binnenloopring gedurende een enige tijd durende inloopperiode geroteerd en daarna een overmaat aan smeervet uit het lager verwijderd, bij voorkeur door middel van perslucht.

De uitvinding betreft eveneens een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze, omvattende een tot rotatie te brengen spil waarop de binnenloopring van een wentellager kan worden gestoken totdat deze daarmee in aangrijping is en een trillingenopnemer die in aanraking met de buiten-loopring van het wentellager kan worden gebracht, waarbij volgens de uitvinding om het wentellager en de spil een huis is aangebracht met een opvang voor uit het lager gedreven smeervet welk huis voorts een aansluiting heeft die is gekoppeld met een inrichting voor het onder druk in het huis brengen van smeervet, en een aansluiting op een bron van een gasonderdruk.

Bij voorkeur omvat de inrichting voor het onder druk in het huis brengen van smeervet een buis waarin een hoeveelheid smeervet is gebracht en een in deze buis lineair heen en weer beweegbare plunjer.

De uitvinding zal nader uiteen worden gezet aan de hand van de tekening waarin, figuur 1 in axiale doorsnede een inrichting volgens de uitvinding toont en figuur 2 de met de inrichting volgens figuur 1 gekoppelde inrichting voor het inbrengen van smeervet toont.

Zoals getoond in figuur 1 is een wentellager 1 met een buitenloopring 2 en een binnenloopring 3 op een tot rotatie te brengen spil 4 gestoken, terwijl een trillingen-opnemer 5 in aanraking is met de buitenloopring 2. Deze trillingen-opnemer 5 is op niet getoonde wijze verbonden met meetapparatuur.

Om het lager 1 en de spil 4 is een huis aangebracht dat bestaat uit de delen 6 en 7· Het deel 7 is door middel van de afdichtring 8 af dichtend om de spil k gelegen, terwijl het deel 6 is verbonden met een opvang 9 voor het uitgedreven smeervet.

Het huisdeel 7 is voorzien van een aansluiting 10 die via een slang 11 (zie figuur 2) is verbonden met een buisvormige houder 12 die een hoeveelheid smeervet bevat en waarin een plunjer 13 lineair heen en weer kan bewegen voor het uit de buis 12 en in het lager 1 drijven van een hoeveelheid smeervet. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de buisvormige houder en de plunjer 13 onderdelen van een injectiespuit waarbij het handvat 14 van de plunjer 13 is verbonden met een lineair bewegingsmechanisme en door de geleidingen 15 wordt geleid.

Verder is het huisdeel 7 voorzien van een aansluiting 16 die via een niet getoonde leiding is verbonden met een eveneens niet getoonde bron van een gasonderdruk bijvoorbeeld perslucht.

Voor het beproeven van een bepaald smeervet wordt bijvoorbeeld gedurende vijf seconden, door middel van de plunjer 13, een hoeveelheid van dit smeervet in het wentellager 1 gebracht, daarna gedurende drie seconden de plunjer-beweging omgekeerd, vervolgens de binnenloopring 3 van het wentellager tot rotatie gebracht en eventueel na een inloop-periode van tien seconden een overmaat aan smeervet, gedurende één seconde, uit het lager 1 geblazen, door middel van via de aansluiting 16 ingevoerde perslucht. Daarna wordt na elke drie seconden een piekwaarde gemeten totdat tien piekwaarden zijn verkregen. Vervolgens wordt het smeervet binnen het lager volledig daaruit verwijderd door middel van de genoemde perslucht, waarna de hiervoor genoemde stappen tien maal worden herhaald voor telkens in het lager 1 gebrachte nieuwe hoeveelheden smeervet, zodat uiteindelijk honderd piekwaarden worden verkregen, voor een zuivere bepaling van de kwaliteit van het smeervet.

Claims (7)

1. Werkwijze voor het bepalen van de mate waarin bij een, met een bepaald smeervet gesmeerd, roterend wentellager van een bepaald type, geruis optreedt, waarbij in een wentellager van het genoemde type een hoeveelheid van het te onderzoeken smeervet wordt gebracht, de binnen-loopring van het wentellager gedurende enige tijd wordt geroteerd door middel van een, in de binnenloopring van het lager, tot in aangrijping daarmee gestoken, tot rotatie te brengen spil en door middel van een trillingen-opnemer die in aanraking is met de stilstaande buitenloopring van het lager, de in het lager optredende trillingen worden opgenomen en een piekwaarde wordt vastgesteld, waarna deze beproevingsstappen-cyclus enige malen wordt herhaald voor nieuwe hoeveelheden van hetzelfde smeervet, met het kenmerk, dat één enkel wentellager (1) van het bepaalde type wordt toegepast waarin telkens bij het begin van een beproevingsstappen-cyclus, door middel van druk, een hoeveelheid van het te beproeven smeervet wordt gebracht waarbij de zich in het wentellager bevindende hoeveelheid smeervet die tijdens een voorgaande cyclus reeds werd onderzocht, door middel van een gasonderdruk wordt uitgedreven, alvorens een nieuwe hoeveelheid smeervet in het lager (1) wordt gebracht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat telkens de hoeveelheid smeervet door middel van een lineair binnen een buisvormige houder (12) bewegende plunjer (13) in het wentellager (1) wordt gebracht.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat, nadat de hoeveelheid smeervet door middel van de plunjer (13) in het wentellager (1) is gebracht, de plunjerbeweging wordt omgekeerd.

4. Werkwijze volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat telkens nadat een hoeveelheid smeervet in het lager (1) is gebracht en alvorens de metingen worden gedaan, de binnenloopring (3) gedurende een enige tijd durende inloopperiode wordt geroteerd en daarna een overmaat aan smeervet uit het lager wordt verwijderd.

5· Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de overmaat aan smeervet wordt verwijderd door middel van perslucht.

6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de voorgaande conclusies omvattende een tot rotatie te brengen spil waarop de binnen-loopring van een wentellager kan worden gestoken totdat deze daarmee in aangrijping is en een trillingen-opnemer die in aanraking met de buiten-loopring van het wentellager kan worden gebracht, met het kenmerk, dat om het wentellager (1) en de spil (4) een huis (6,7) is aangebracht met een opvang (9) voor het uit het lager (1) gedreven smeervet welk huis (6,7) voorts een aansluiting (10) heeft die is gekoppeld met een inrichting voor het onder druk in het huis (6,7) brengen van smeervet, en een aansluiting (16) op een bron van een gasonderdruk.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de inrichting voor het onder druk in het huis (6,7) brengen van smeervet een buisvormige houder omvat waarin een hoeveelheid smeervet is gebracht en een in deze houder lineair heen en weer beweegbare plunjer (14).