NL9001032A - Agricultural soil cultivator - has frame with several upwards-pointing shafts for soil working units - Google Patents

Agricultural soil cultivator - has frame with several upwards-pointing shafts for soil working units Download PDF

Info

Publication number
NL9001032A
NL9001032A NL9001032A NL9001032A NL9001032A NL 9001032 A NL9001032 A NL 9001032A NL 9001032 A NL9001032 A NL 9001032A NL 9001032 A NL9001032 A NL 9001032A NL 9001032 A NL9001032 A NL 9001032A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
soil
machine according
tillage
soil cultivation
shaft
Prior art date
Application number
NL9001032A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL9001032A priority Critical patent/NL9001032A/en
Publication of NL9001032A publication Critical patent/NL9001032A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/022Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
    • A01B49/025Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/082Transmissions; Gearings; Power distribution
    • A01B33/085Transmissions; Gearings; Power distribution specially adapted for tools on a vertical shaft
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B39/00Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing
    • A01B39/12Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing for special purposes, e.g. for special culture
    • A01B39/14Other machines specially adapted for working soil on which crops are growing for special purposes, e.g. for special culture for working ridges, e.g. for rows of plants and/or furrows

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Abstract

The flame for a soil cultivator has a number of hollow shafts with upward slanting sections, driven by a left and right rotating spindle for mounting of soil working tools. The cultivator has a horizontal tubular frame, in which at distances of 25 cm, hollow shafts (2, 2A) are supported. The hollow shaft (2A) is supported at the top in bearings, fitted in a gear box (7). Around each spindle (9) fits a plate (8) with a rearward pivoting arm (10) which can be secured in various positions.

Description

C. van der Lely N.V., Maasland.C. van der Lely N.V., Maasland.

GRONDBEWERKINGSMACHINESOIL TILLER

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en een aantal om opwaartse assen aandrijfbare grondbewerkingsorganen, die in het gestel zijn gelegerd. Bij grondbewerkingsmachines van deze soort, waarbij naast elkaar gelegen grondbewerkingsorganen in tegengestelde zin worden aangedreven zijn de grondbewerkingsorganen veelal voorzien van bewerkings-elementen, die ten opzichte van de draairichting van een grondbewerkingsorgaan een slepende stand innemen. Hierdoor is de machine in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed. Teneinde de machine ook voor andere bewerkingen geschikt te maken, zijn volgens de uitvinding middelen aanwezig met behulp waarvan naar keuze een grondbewerkingsorgaan met schuin ten opzichte van de draaiingsas aangebrachte bewerkingselementen aan een links draaiende as en aan een rechts draaiende as en daarmede voor twee tegengestelde draairichtingen aanbrengbaar is. Met behulp van deze voorziening kan men op simpele wijze de bewerkingselementen van de grondbewerkingsorganen hetzij in een stekende, hetzij in een slepende stand ten opzichte van de draairichting brengen en aldus de machine geschikt maken voor meerdere bewerkingen.The invention relates to a soil tillage machine provided with a frame and a number of soil cultivating members which can be driven on upward axes and which are mounted in the frame. In soil tillage machines of this type, in which adjacent soil tillage members are driven in the opposite direction, the soil tillage members are usually provided with tillage elements which take up a trailing position relative to the direction of rotation of a soil tillage member. This makes the machine particularly suitable for preparing a seed bed. In order to make the machine also suitable for other operations, according to the invention means are provided by means of which optionally a soil tillage member with working elements arranged obliquely to the axis of rotation on a left-turning axis and on a right-turning axis and thus for two opposite directions of rotation is applicable. With the aid of this provision, the working elements of the soil working members can be brought into a sticking or a dragging position with respect to the direction of rotation in a simple manner and thus make the machine suitable for several operations.

Een volgend facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij voor een grondbewerkingsorgaan een holle as aanwezig is, die middelen omvat voor een aandrijvende verbinding tussen de holle as en een in de holle as aan te brengen asdeel. Door toepassing van deze constructie kan men een snel losnemen en weer aanbrengen van een grondbewerkingsorgaan verkrijgen.A further aspect of the invention relates to a soil cultivating machine of the above-mentioned type, in which a hollow shaft is provided for a soil cultivating member, which means comprise a driving connection between the hollow shaft and an axle part to be arranged in the hollow shaft. By using this construction, one can quickly disassemble and reapply a tillage member.

Volgens de uitvinding kan de holle as zowel als het asdeel zijn voorzien van ribben, respectievelijk sleuven met behulp waarvan de aandrijvende verbinding kan worden verkregen.According to the invention, the hollow shaft as well as the shaft part can be provided with ribs or slots, by means of which the driving connection can be obtained.

Aan de hand van een aantal in de tekening weerge-geven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to a number of exemplary embodiments shown in the drawing.

Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewer-kingsmachine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding;Figure 1 is a plan view of a soil tillage machine provided with a construction according to the invention;

Figuur 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl II in figuur 1;Figure 2 shows a view according to the arrow II in Figure 1;

Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn III-III in figuur 1;Figure 3 is a larger-scale view taken on the line III-III in Figure 1;

Figuur 4 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn IV-IV in figuur 1;Figure 4 is a larger-scale view taken on the line IV-IV in Figure 1;

Figuur 5 geeft een aanzicht weer volgens de lijn V- V in figuur 3;Figure 5 shows a view along the line V-V in Figure 3;

Figuur 6 geeft een aanzicht weer volgens de lijn VI- VI in figuur 5;Figure 6 is a view taken on the line VI-VI in Figure 5;

Figuur 7 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn VII-VII in figuur 4;Figure 7 is a larger-scale view taken on the line VII-VII in Figure 4;

Figuur 8 geeft een aanzicht weer volgens de lijn VIII-VIII in figuur 3;Figure 8 shows a view taken on the line VIII-VIII in Figure 3;

Figuur 9 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IX in figuur 3;Figure 9 shows a view according to the arrow IX in Figure 3;

Figuur 10 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl X in figuur 1, waarbij grondbewerkings-organen volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld zijn aangebracht en de rol achter de grondbewerkingsorganen is weggelaten;Figure 10 is a larger-scale view according to the arrow X in Figure 1, in which soil tillage members according to a second exemplary embodiment are arranged and the roller behind the soil tillage members is omitted;

Figuur 11 geeft een aanzicht weer volgens figuur 2, waarbij een derde uitvoeringsvoorbeeld van een grondbewer-kingsorgaan is afgebeeld;Figure 11 shows a view according to Figure 2, showing a third embodiment of a soil tillage member;

Figuur 12 geeft een achteraanzicht weer van figuur 11, waarbij de rol is weggelaten en waarbij tevens een grondbewerkingsorgaan afzonderlijk is weergegeven;Figure 12 shows a rear view of Figure 11, with the roller omitted and also showing a soil tillage member separately;

Figuur 13 geeft in bovenaanzicht een grondbewer-kingsmachine volgens de uitvinding weer, waarbij een aantal grondbewerkingsorganen zijn weggelaten en de overige grondbewerkingsorganen zodanig zijn opgesteld, dat de machine voor rijencultuur geschikt is;Figure 13 is a top view of a soil tillage machine according to the invention, with a number of soil tillage members omitted and the remaining soil tillage members arranged so that the machine is suitable for row cultivation;

Figuur 14 geeft een aanzicht weer volgens de pijl XIV in figuur 13;Figure 14 shows a view according to the arrow XIV in Figure 13;

Figuur 15 een aanzicht weergeeft volgens de lijn XV-XV in figuur 13;Figure 15 shows a view along the line XV-XV in Figure 13;

Figuur 16 geeft een aanzicht weer volgens figuur 15, waarbij twee naast elkaar gelegen grondbewerkingsorganen zijn vervangen door bewerkingsorganen voor het klappen van loof, enFigure 16 is a view of Figure 15, with two adjacent tillage members replaced by foliage tillage members, and

Figuur 17 geeft een aanzicht weer volgens de lijn XVII-XVII in figuur 16.Figure 17 shows a view taken on the line XVII-XVII in Figure 16.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine die voor meerdere bewerkingen, zoals een zaaibedbereiding, een stoppelbewerking of bij rijenculturen inzetbaar is.The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine that can be used for several operations, such as a seedbed preparation, a stubble cultivation or row cultivation.

De machine omvat een zich dwars op de voortbewe-gingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 dat tijdens bedrijf althans nagenoeg horizontaal is gelegen. In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm hol uitgevoerde assen 2 en 2A gelegerd, waarbij de holle as 2A zich nabij het midden van het gesteldeel 1 bevindt. De holle assen 2 zijn ondersteund door middel van aan de onder- en bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 in huizen 3 en 4 ondergebrachte legers 5. De holle as 2A is aan de onderzijde van het gesteldeel 1 op dezelfde wijze ondersteund als de holle assen 2. Aan de bovenzijde is de holle as 2A ondersteund door middel van legers 6 in de onderzijde van een op het gesteldeel 1 aangebrachte tandwielkast 7. De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van zich in opwaartse richting uitstrekkende platen 8, die althans nagenoeg evenwijdig zijn gelegen aan een verticaal vlak in de voortbewegingsrichting A. Nabij de voorzijde zijn de platen 8 voorzien van een as 9. De assen 9 zijn zodanig aangebracht dat zij in eikaars verlengde zijn gelegen. Om elke as 9 is een zich langs een plaat 8 naar achteren uitstrekkende arm 10 verzwenkbaar, welke arm met behulp van een verstelinrichting, welke zich nabij de achterzijde van de platen 8 bevindt, in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar is. Elk van de armen 10 is nabij zijn einde voorzien van een zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende steun 11 waartussen door middel van assen 12 en in legerhuizen ondergebrachte legers vrij draaibaar een rol 13 is aangebracht. In de figuren is de rol 13 schematisch aangegeven. De rol 13 kan elke geschikte uitvoering hebben, zoals bijvoorbeeld een uitvoering als kooirol met aan de omtrek gelegen staafvormige langselementen of een uitvoering als pakkerrol. Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is op elk van de holle assen 2 en 2A een tandwiel 14 met rechte ver-tanding aangebracht, een en ander zodanig, dat de tandwielen 14 op naast elkaar gelegen holle assen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. De nabij het midden van het gesteldeel 1 gelegen holle as 2A reikt tot in de tandwielkast 7 waarin de as aan de onderzijde door middel van de legers 6 is ondersteund. De bovenzijde van de holle as 2A is voorzien van een flens 15 waarop door middel van bouten een conisch tandwiel 16 is aangebracht. Het conisch tandwiel 16 staat in aandrijvende verbinding met een conisch tandwiel 17 op een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 18, die eveneens in de tandwielkast 7 is gelegerd. De as 18 staat via een toerenvariator 19, die zich aan de achterzijde van de tandwielkast 7 bevindt, in aandrijvende verbinding met een daarboven en daarnaast gelegen as 20 die, in bovenaanzicht gezien, zich in het midden van het kokervormig gesteldeel 1 bevindt. De as 20 steekt aan de vóór- en achterzijde buiten de tandwielkast 7, respectievelijk de toerenvariator 19 uit en kan met het voorste einde via een tussenas 21 met de aftakas van een trekker worden gekoppeld. Nabij de voorzijde is het kokervormig gesteldeel 1 voorzien van een rechthoekige bok 22, die aan de voorzijde een driepuntsbevestiging omvat voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshef-inrichting van een trekker. Elke holle as 2 en een legerhuis 3 (figuur 4), respectievelijk de holle as 2A (figuur 3) is aan de binnenzijde voorzien van spiebanen 23, die zich over de gehele lengte van de holle as uitstrekken en waarmee spiebanen 24 kunnen samenwerken op een asdeel 25 dat deel uitmaakt van een grondbewerkingsorgaan 26. Het asdeel 25 kan over zijn gehele lengte binnen de holle as 2, respectievelijk 2A worden gebracht (figuur 3 en 4). De spiebanen 23 en 24 vormen middelen, die een aandrijvende verbinding tussen de holle as 2, respectievelijk 2A en het asdeel 25 van het grondbewerkingsorgaan 26 vormen. Nabij de bovenzijde is een asdeel 25 van een grondbewerkingsorgaan 26 voorzien van een rondgaande halfcirkelvormige uitsparing 32 (figuur 4). Met de uitsparing kan een grendelpen 27, respectievelijk 27A samenwerken, dié zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekt en is aangebracht in een uitsparing aan de bovenzijde van een legerhuis 3, respectievelijk in het deel van de holle as 2A, dat zich bevindt tussen het gesteldeel 1 en de onderzijde van de tandwielkast 7 (figuur 3, 5 en 6). De grendelpen 27, respectievelijk 27A is aan weerszijden van een recht verlopend middendeel 28 voorzien van halvemaanvormige uitsparingen 29. Nabij het midden en tegenover de halvemaanvormige uitsparingen 29 heeft de grendelpen 27, respectievelijk 27A aan de van het asdeel 25 afgekeerde zijde een uitsparing 30 waarin zich een pen 30A kan bevinden, die onder werking van een drukveer 31 staat en met behulp waarvan de grendelpen 27, respectievelijk 27A drie standen kan innemen. Bij het aanbrengen van een asdeel 25 is de ruimte binnen de holle as 2 en het legerhuis 3, respectievelijk de holle as 2A geheel vrij doordat de grendelpen 27 respectievelijk 27A door middel van een buitenste uitsparing 30 en de pen 30A is vastgezet, zodat een halvemaan vormige uitsparing 29 zich ter hoogte van de binnenzijde van de holle as bevindt. Na het aanbrengen van het asdeel 25 kan men de grendelpen 27, respectievelijk 27A in de stand brengen waarbij het tussen de halvemaanvormige uitsparingen 29 gelegen rechte deel 28 in de ringvormige uitsparing 32 nabij het einde van het asdeel 25 komt en voor de fixatie van dit asdeel zorgdraagt (figuur 5 -7). Voor de nabij het midden van het gesteldeel 1 gelegen holle as 2A is aan de voorzijde van de tandwielkast 7, zoals uit figuur 8 blijkt, een vanaf de voorzijde toegankelijke ruimte 33 aanwezig, zodat men in staat is met de hand de grendelpen 27A te bereiken. Zoals uit de figuren 2 - 4 en 9 blijkt, is een asdeel 25 van een grondbewerkingsorgaan 26 voorzien van een drager 34, die is uit gevoerd als een schijf en zich althans nagenoeg loodrecht op de langshartlijn van het asdeel uitstrekt. Aan de onderzijde van de drager 34 zijn zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 35 in de vorm van mesvormige tanden aangebracht. Twee mesvormige tanden 35 zijn uit één stuk vervaardigd, waarbij het tussen de tanden gelegen deel 36 door middel van bouten 37 tegen de onderzijde van de schijfvormige drager 34 is vastgezet. Zoals uit figuur 4 blijkt, gaat het gemeenschappelijk bevesti-gingsdeel 36 via een enigszins naar buiten verlopend, althans nagenoeg haaks deel over in een zich naar beneden uitstrekkend werkzaam deel van een mesvormige tand 35. Het werkzame deel is hierbij voorzien van een aangescherpte zijde die, in zijaanzicht gezien, een hoek insluit met de langshartlijn van het asdeel 25, welke langshartlijn bij een in een holle as 2, respectievelijk 2A aangebracht asdeel 25 de draaiingsas van een grondbewerkingsorgaan 26 vormt. De tegenover gelegen zijde van het werkzaam deel verloopt althans nagenoeg evenwijdig aan de langshartlijn van het asdeel 25. Elk werkzaam deel is vanaf de bovenzijde, naar het vrije einde gerekend, enigszins getordeerd, een en ander zodanig, dat de achterzijde dichter bij de draaiingsas van het bewerkingsorgaan is gelegen dan de voorzijde (figuur 9).The machine comprises a tubular frame part 1 extending transversely of the direction of travel A and which is at least substantially horizontal during operation. In the frame part 1, shafts 2 and 2A, which are preferably 25 cm hollow, are supported at an equal distance, the hollow shaft 2A being located near the center of the frame part 1. The hollow shafts 2 are supported by bearings 5 housed in houses 3 and 4 at the bottom and top of the tubular frame part 1. The hollow shaft 2A is supported on the underside of the frame part 1 in the same manner as the hollow shafts 2 At the top, the hollow shaft 2A is supported by means of bearings 6 in the bottom of a gearbox 7 mounted on the frame part 1. The ends of the tubular frame part 1 are closed by means of plates 8 extending upwards, which at least are substantially parallel to a vertical plane in the direction of travel A. Near the front, the plates 8 are provided with a shaft 9. The shafts 9 are arranged such that they are in line with each other. An arm 10 extending backwards along a plate 8 is pivotable about each axis 9, which arm can be brought into several positions and secured with the aid of an adjustment device located near the rear side of the plates 8. Each of the arms 10 is provided near its end with a support 11 extending obliquely downwards and backwards, between which a roller 13 is freely rotatable by means of shafts 12 and armies housed in enclosures. In the figures, the roll 13 is indicated schematically. The roller 13 can have any suitable embodiment, such as, for example, an embodiment as a cage roller with circumferential rod-shaped longitudinal elements or an embodiment as a packer roller. Within the tubular frame part 1, a gear 14 with straight teeth is arranged on each of the hollow shafts 2 and 2A, such that the gears 14 are in driving connection on adjacent hollow shafts. The hollow shaft 2A located near the center of the frame part 1 extends into the gearbox 7 in which the shaft is supported on the underside by means of the bearings 6. The top side of the hollow shaft 2A is provided with a flange 15 on which a bevel gear 16 is mounted by means of bolts. The bevel gear 16 is in driving connection with a bevel gear 17 on a shaft 18 extending in the direction of travel A, which is also mounted in the gearbox 7. The shaft 18 is connected via a speed variator 19, which is located at the rear of the gearbox 7, to a shaft 20 located above it and which, viewed in plan view, is located in the center of the tubular frame part 1. The shaft 20 protrudes at the front and rear beyond the gearbox 7 and the speed variator 19, respectively, and can be coupled with the front end via an intermediate shaft 21 to the power take-off shaft of a tractor. Near the front, the tubular frame part 1 is provided with a rectangular trestle 22, which at the front comprises a three-point mounting for coupling the machine to the three-point lifting device of a tractor. Each hollow shaft 2 and a bearing housing 3 (figure 4) and the hollow shaft 2A (figure 3), respectively, are provided on the inside with keyways 23, which extend over the entire length of the hollow shaft and with which keyways 24 can cooperate on a shaft part 25 which forms part of a tillage member 26. The shaft part 25 can be brought over the entire length within the hollow shaft 2 and 2A respectively (figures 3 and 4). The keyways 23 and 24 form means which form a driving connection between the hollow shaft 2 and 2A, respectively, and the shaft part 25 of the soil working member 26. Near the top side, a shaft part 25 of a soil tillage member 26 is provided with a circumferential semicircular recess 32 (figure 4). A locking pin 27 and 27A, respectively, can cooperate with the recess, which extends transversely to the direction of travel A of the machine and is arranged in a recess at the top of an bearing housing 3, respectively in the part of the hollow shaft 2A, which is located between the frame part 1 and the underside of the gearbox 7 (figures 3, 5 and 6). The locking pin 27 and 27A, respectively, has crescent-shaped recesses 29 on either side of a straight-running central section 28. Near the center and opposite the crescent-shaped recesses 29, the locking pin 27 and 27A has a recess 30 on the side remote from the shaft section 25, in which a pin 30A which is under the action of a compression spring 31 and by means of which the locking pin 27 and 27A can take up three positions, respectively. When a shaft part 25 is fitted, the space within the hollow shaft 2 and the bearing housing 3 and the hollow shaft 2A, respectively, is completely free because the locking pin 27 and 27A are fixed by means of an outer recess 30 and the pin 30A, so that a half-moon shaped recess 29 is located at the height of the inside of the hollow shaft. After the shaft part 25 has been fitted, the locking pin 27 and 27A can be brought into position, wherein the straight part 28 located between the crescent-shaped recesses 29 comes into the annular recess 32 near the end of the shaft part 25 and for fixing this shaft part care (figure 5 -7). For the hollow shaft 2A located near the center of the frame part 1, a space 33 accessible from the front is present at the front of the gearbox 7, as can be seen from figure 8, so that the locking pin 27A can be reached by hand. . As can be seen from Figures 2-4 and 9, a shaft part 25 of a soil cultivating member 26 is provided with a support 34, which is designed as a disc and extends at least substantially perpendicular to the longitudinal axis of the shaft part. Downwardly extending processing elements 35 in the form of knife-shaped teeth are arranged on the underside of the carrier 34. Two blade-shaped teeth 35 are made in one piece, the part 36 located between the teeth being secured against the underside of the disc-shaped carrier 34 by means of bolts 37. As can be seen from Figure 4, the common fastening part 36 merges via a slightly outwardly extending, at least perpendicular part, into a downwardly extending working part of a knife-shaped tooth 35. The active part is herein provided with a sharpened side which Seen in side view, an angle encloses with the longitudinal axis of the shaft part 25, which longitudinal axis forms the axis of rotation of a tillage member 26 in an axis part 25 arranged in a hollow shaft 2 and 2A, respectively. The opposite side of the working part extends at least almost parallel to the longitudinal axis of the shaft part 25. Each working part is slightly twisted from the top, counting towards the free end, such that the rear side is closer to the axis of rotation of the processing member is located than the front side (figure 9).

De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.The operation of the machine described above is as follows.

Tijdens het bedrijf is de driepuntsbevestiging aan de voorzijde van de bok 22 met de driepuntshefinrichting van de trekker gekoppeld en kan vanaf de aftakas via de tussenas 21 en de in het voorgaande beschreven overbrenging in de tandwielkast 7 en het kokervormig geste Idee 1 1 elk van de grondbewerkingsorganen 26 via de door de hoekige ribben omvattende spiebanen 23 en 24 gevormde aandrijvende verbinding tussen de holle assen 2 en 2A en het asdeel 25 worden aangedreven, waarbij naast elkaar gelegen grondbewerkingsorganen 26 in tegengestelde zin roteren (figuur 1) en met de zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen in de vorm van de mesvormige tanden 35 ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. Met behulp van de rol 13 kan men de werkdiepte van de respectieve grondbewerkingsorganen 26 instellen. Bij de in het voorgaande beschreven constructie volgens de uitvinding kan men op de beschreven wijze door het verschuiven van de respectieve grendelpennen 27 en 27A de asdelen-25 van de bewerkingsorganen 26 gemakkelijk uit de holle assen 2 en 2A verwijderen en kan men de bewerkingsorganen 26 vervangen door bijvoorbeeld de in figuur 10 weergegeven grondbewerkingsorganen 38, die eenzelfde asdeel 25 omvatten. Elk grondbewerkingsorgaan 38 heeft twee naar beneden gerichte, diametraal tegenover elkaar gelegen bewerkings-elementen 39 in de vorm van tanden. De tanden 39 hebben een bevestigingsdeel 40, dat in een uitsparing in een schijfvormige drager 41 is gelegen en door middel van steunen 42 en 42A en bouten 43 is bevestigd. De tanden 39 hebben een werkzaam deel 44 dat naar het vrije einde taps verloopt en een hoek insluit met de door de langshartlijn van het asdeel 25 gevormde draaiingsas van het bewerkingsorgaan 38. De koppen van de bouten 43 zijn, zoals uit figuur 10 blijkt, verzonken en hierdoor tegen beschadiging en slijtage beschermd. Bij de in figuur 10 weergegeven opstelling van de grondbewerkingsorganen 38 nemen de werkzame delen 44 van de tanden 39 een slepende stand in ten opzichte van de draairichting van een grondbewerkingsorgaan 38. Bij aldus aangebrachte bewerkingsorganen 38 is de machine in het bijzonder geschikt voor het bereiden van een zaaibed. Indien men naast elkaar gelegen grondbewerkingsorganen 38 na het uitnemen van de asdelen 25 aanbrengt in een naast gelegen holle as, kan men een opstelling van de grondbewerkingsorganen verkrijgen, waarbij de werkzame delen 44 van de tanden 39 ten opzichte van de draairichting naar voren, dat wil zeggen stekend staan. Bij deze opstelling van de grondbewerkingsorganen 38 is de machine in het bijzonder geschikt voor het uitvoeren van een stoppelbewerking. Men kan de in het voorgaande genoemde grondbewerkingsorganen 26 en 38 ook vervangen door grondbewerkingsorganen 45, die eenzelfde asdeel 25 omvatten en zijn voorzien van een schijf 46, die aan de onderzijde van een verlenging 47 van een asdeel 25 is bevestigd en aan de omtrek een snijrand heeft. De schijf 46 strekt zich althans nagenoeg loodrecht op de langshartlijn van het asdeel 25 uit. Een machine waarbij dit soort grondbewerkingsorganen op de in het voorgaande beschreven wijze is aangebracht, is in de figuren 11 en 12 weergegeven. Zoals uit figuur 12 blijkt, grenzen de werkbereiken van naast elkaar gelegen schijven 46 aan elkaar. Met behulp van deze machine kan men de bovenlaag van de grond juist onder het oppervlak losmaken, hetgeen vooral voor de bestrijding van vlakwortelende onkruiden belangrijk is.During operation, the three-point mounting on the front of the trestle 22 is coupled to the three-point hitch of the tractor and can be moved from the power take-off shaft via the PTO shaft 21 and the previously described transmission into the gearbox 7 and the sleeve-shaped Idea 1 1. tillage members 26 are driven via the driving connection formed between the hollow shafts 2 and 2A and the shaft part 25 formed by the angled ribs 23 and 24, the adjacent tillage members 26 rotating in opposite directions (figure 1) and with the downward extending working elements in the form of the knife-shaped tines 35 work at least adjacent strips of soil. The working depth of the respective soil tillage members 26 can be adjusted by means of the roller 13. In the above-described construction according to the invention, by shifting the respective locking pins 27 and 27A, the shaft parts-25 of the working members 26 can easily be removed from the hollow shafts 2 and 2A and the working members 26 can be replaced. by, for example, the soil working members 38 shown in Figure 10, which comprise the same shaft part 25. Each tillage member 38 has two downwardly, diametrically opposed tillage tillage elements 39. The teeth 39 have a mounting part 40, which is located in a recess in a disc-shaped carrier 41 and is secured by means of supports 42 and 42A and bolts 43. The teeth 39 have an active part 44 which tapers towards the free end and encloses an angle with the axis of rotation of the working member 38 formed by the longitudinal axis of the shaft part 25. The heads of the bolts 43, as shown in Figure 10, are countersunk and thus protected against damage and wear. In the arrangement of the soil tillage members 38 shown in Figure 10, the working parts 44 of the tines 39 assume a trailing position relative to the direction of rotation of a soil tillage member 38. With soil tillage members 38 thus arranged, the machine is particularly suitable for preparing a seedbed. If adjacent soil tillage members 38 are arranged in an adjacent hollow shaft after the removal of the shaft parts 25, an arrangement of the soil tillage members can be obtained, wherein the active parts 44 of the tines 39 with respect to the direction of rotation, i.e. say stabbing. In this arrangement of the soil working members 38, the machine is particularly suitable for performing a stubble cultivation. The aforementioned soil tillage members 26 and 38 can also be replaced by soil tillage members 45, which comprise the same shaft part 25 and are provided with a disc 46, which is attached to the underside of an extension 47 of an axle part 25 and a cutting edge on the periphery. has. The disc 46 extends at least substantially perpendicular to the longitudinal axis of the shaft part 25. A machine in which this type of tillage members are arranged in the manner described above is shown in Figures 11 and 12. As can be seen from Figure 12, the working ranges of adjacent discs 46 are contiguous. With the help of this machine, the top layer of the soil can be loosened just below the surface, which is especially important for controlling flat-rooted weeds.

In de figuren 13 - 15 is een machine volgens de uitvinding weergegeven, waarbij aan weerszijden van de bok 22 op de bovenzijde van het kokervormig gesteIdee1 1 zich naar voren uitstrekkende, althans nagenoeg horizontale dragers 48 zijn aangebracht, die aan de voorzijde een kokervormige steun 49 hebben waarvan de langshartlijn zich in althans nagenoeg verticale richting uitstrekt en waarin een arm 50 kan worden aangebracht voor een steunwiel 51, een en ander zodanig, dat de machine tijdens het bedrijf door middel van de steunwielen 51 is ondersteund. Bij deze machine kan men door middel van de in het voorgaande beschreven holle assen 2 en 2A en de asdelen 25 een aantal grondbewerkingsorganen 38 wegnemen en een opstelling verkrijgen, die in figuur 15 is weergegeven. Hierbij bevindt zich tussen twee naast elkaar gelegen grondbewerkingsorganen 38 een strook met een breedte van ± 75 cm, zodat men met deze machine tussen aardappelrijen kan werken. Hierbij kan men naar keuze de grondbewerkingsorganen 38 aanbrengen in een stand waarbij de werkzame delen 44 van de tanden 39 ten opzichte van de draairichting slepend of stekend staan. De machine kan achter het kokervormig gestel-deel 1 tevens zijn voorzien van een zich dwars op de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende drager 52 die is bevestigd aan de armen 10 en waaraan achter de grondbewerkingsorganen 38 een aanaardlichaam 53 is aangebracht, zodat men in één arbeidsgang de stroken tussen de op ruggen staande aardappelen kan bewerken en tevens een aanaarden van de ruggen kan uitvoeren (figuur 13 en 14). Men kan de grondbewerkingsorganen 38 van de in de figuren 13 - 15 weergegeven machine ook vervangen door bewerkingsorganen 54, die aan de onderzijde van een verlenging van het asdeel 25 zijn voorzien van door middel van platen 56 aangebrachte, boven elkaar gelegen kettingen 57 voor het klappen van aardappelloof.Figures 13-15 show a machine according to the invention, in which on either side of the trestle 22 on the top of the tubular frames 1 extending forward, at least substantially horizontal carriers 48 are provided, which have a tubular support 49 at the front. the longitudinal axis of which extends in at least substantially vertical direction and in which an arm 50 can be arranged for a support wheel 51, such that the machine is supported during operation by means of the support wheels 51. In this machine, a number of tillage members 38 can be removed by means of the hollow shafts 2 and 2A and the shaft parts 25 described above, and an arrangement is shown, which is shown in figure 15. A strip with a width of ± 75 cm is situated between two adjacent soil working members 38, so that one can work with this machine between rows of potato. Here, the soil working members 38 can optionally be arranged in a position in which the active parts 44 of the teeth 39 are dragged or protruded relative to the direction of rotation. The machine can also be provided behind the tubular frame part 1 with a carrier 52 extending transversely to the direction of travel A, which is fastened to the arms 10 and to which a ridging body 53 is arranged behind the soil working members 38, so that in one operation can work the strips between the potatoes standing on ridges and also perform ridging of the ridges (figures 13 and 14). The soil working members 38 of the machine shown in Figs. 13-15 can also be replaced by working members 54, which are provided on the underside of an extension of the shaft part 25 with chains 57 arranged one above the other by means of plates 56 for folding. of potato tops.

Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn in twee groepen vier kettingen 57 op de in figuren 16 en 17 weergegeven wijze boven elkaar aangebracht. De werkbereiken van de kettingen 57 overlappen elkaar. Door het aanbrengen van de van kettingen 57 voorziene bewerkingsorganen 54 kan men op simpele wijze vóór het oogsten van de aardappelen een verwijdering van het aardappelloof verkrijgen.In the exemplary embodiment shown, four chains 57 are arranged one above the other in two groups in the manner shown in Figures 16 and 17. The working ranges of the chains 57 overlap. By arranging the processing members 54 provided with chains 57, a removal of the potato tops can be obtained in a simple manner before the potatoes are harvested.

Met behulp van de in het voorgaande beschreven constructie volgens de uitvinding kan men door de aanwezigheid van de in het gesteldeel 1 ondersteunde holle assen 2 en 2A en de mogelijkheid om binnen de holle assen asdelen 25 van bewerkingsorganen door middel van de spiebanen 23 en 24 en de vergrendelpennen 27 en 27A in aandrijvende verbinding met de holle assen aan te brengen, een machine verkrijgen die voor velerlei werkzaamheden kan worden gebruikt. Zo kan men, zoals in het voorgaande is beschreven, met de machine een zaaibed bereiden. Men kan met de machine een stoppelbewerking uitvoeren of een dunne laag grond losmaken, terwijl men bovendien de machine kan inzetten bij rijenculturen, zoals bijvoorbeeld de aardappelcultuur.With the aid of the construction according to the invention described above, the presence of the hollow shafts 2 and 2A supported in the frame part 1 and the possibility of working shaft parts 25 of machining members within the hollow shafts by means of the keyways 23 and 24 and arranging the locking pins 27 and 27A in driving connection with the hollow shafts, obtaining a machine that can be used for many different tasks. As described above, it is thus possible to prepare a seed bed with the machine. The machine can be used to stubble or loosen a thin layer of soil, while the machine can also be used for row cultures, such as potato cultivation.

Met behulp van de in het voorgaande beschreven constructie volgens de uitvinding kan men tevens op gemakkelijke en snelle wijze de bewerkingselementen van een grond-bewerkingsorgaan een andere stand geven ten opzichte van de draairichting door naast elkaar gelegen grondbewerkings-organen te verwisselen, waardoor bijvoorbeeld de tanden 39 van de grondbewerkingsorganen 38 een slepende, respectievelijk stekende stand ten opzichte van de draairichting kan worden gegeven.With the aid of the above-described construction according to the invention, it is also possible in an easy and quick manner to give the working elements of a soil working member a different position with respect to the direction of rotation by exchanging adjacent soil working members, whereby for instance the tines 39 of the soil tillage members 38 can be given a trailing or sticking position with respect to the direction of rotation.

Eveneens is het mogelijk met de in het voorgaande beschreven constructie op eenvoudige wijze een grondbewer-kingsorgaan te vervangen, indien dit is beschadigd.It is also possible with the construction described above to replace a soil tillage member in a simple manner if it is damaged.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

Claims (29)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal om opwaartse assen aandrijfbare grondbewerkingsorganen, die in het gestel zijn gelegerd, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan naar keuze een grondbewerkingsorgaan met schuin ten opzichte van de draai-ingsas aangebrachte bewerkingselementen aan een links draaiende as en aan een rechts draaiende as en daarmede voor twee tegengestelde draairichtingen aanbrengbaar is.1. Soil cultivation machine provided with a frame and a number of soil cultivating members which can be driven on upward axes and which are mounted in the frame, characterized in that means are provided by means of which a soil cultivating member with working elements arranged obliquely to the axis of rotation is optionally provided. a left-hand rotating shaft and a right-hand rotating shaft and can therefore be fitted for two opposite directions of rotation. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen een in het gestel gelegerde holle as omvatten waarin een asdeel in aandrijvende verbinding aanbrengbaar is.Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the means comprise a hollow shaft mounted in the frame in which a shaft part can be arranged in driving connection. 3. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal om opwaarts gerichte assen aandrijfbare grond-bewerkingsorganen, die in het gestel zijn gelegerd, met het kenmerk, dat voor een grondbewerkingsorgaan een holle as aanwezig is, die middelen omvat voor een aandrijvende verbinding tussen de holle as en een in de holle as aan te brengen asdeel.3. Tillage machine provided with a frame and a number of upwardly drivable axes drivable soil tillage members, which are mounted in the frame, characterized in that a hollow shaft is provided for a tillage member, comprising means for a driving connection between the hollow shaft and a shaft part to be arranged in the hollow shaft. 4. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat in de holle as asdelen van verschillende grondbewerkingsorganen in aandrijvende verbinding aanbrengbaar zijn.Soil cultivation machine according to claim 2 or 3, characterized in that shaft parts of different soil cultivation members can be arranged in a driving connection in the hollow shaft. 5. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal om opwaarts gerichte assen aandrijfbare grondbewerkingsorganen, die in het gestel zijn gelegerd, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van hol uitgevoerde assen waarin asdelen van verschillende grondbewerkingsorganen in aandrijfbare verbinding aanbrengbaar zijn.5. Tillage machine provided with a frame and a number of upwardly drivable axles drivable soil tillage members, which are mounted in the frame, characterized in that the machine is provided with hollow shafts in which shaft parts of different tillage members can be fitted in a drivable connection. 6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de holle as is voorzien van ribben, die kunnen samenwerken met overeenkomstig uitgevoerde sleuven in een tot een grondbewerkingsorgaan behorend asdeel.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the hollow shaft is provided with ribs, which can cooperate with correspondingly designed slots in an axle part belonging to a soil cultivating member. 7. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één aandrijvende as welke sleuven omvat, met het kenmerk, dat de aandrijvende as hol is uitgevoerd en voorzien is van ribben, die kunnen samenwerken met sleuven in een asdeel, dat deel uitmaakt van een grondbewerkingsorgaan.Soil cultivation machine provided with a frame and at least one driving shaft comprising slots, characterized in that the driving shaft is hollow and has ribs, which can cooperate with slots in an axle part, which forms part of a soil working member. 8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat een holle as over zijn gehele lengte is voorzien van ribben en een tot een grondbewerkingsorgaan behorend asdeel over de lengte van de holle as is voorzien van sleuven.Soil cultivation machine according to claim 6 or 7, characterized in that a hollow shaft is provided with ribs along its entire length and a shaft part belonging to a soil cultivating member is provided with slots along the length of the hollow shaft. 9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de ribben en de sleuven deel uitmaken van rondom aangebrachte spiegangen.Soil cultivation machine according to claim 8, characterized in that the ribs and the slots form part of all-round keyways. 10. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij de bovenzijde van de holle as een vergrendelinrichting aanwezig is.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that a locking device is present near the top of the hollow shaft. 11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de vergrendeling een in de langsrichting verplaatsbare grendelpen omvat, welke grendelpen kan samenwerken met een uitsparing nabij de bovenzijde van het asdeel van een grondbewerkingsorgaan.Soil cultivation machine according to claim 10, characterized in that the locking comprises a longitudinally displaceable locking pin, which locking pin can cooperate with a recess near the top of the shaft part of a soil cultivating member. 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat'de grendelpen ten minste één halvemaanvormige uitsparing omvat waarvan de kromming althans nagenoeg overeenkomt met de kromming aan de omtrek van het as deel van een grondbewerkingsorgaan.12. Soil cultivation machine according to claim 11, characterized in that the locking pin comprises at least one crescent-shaped recess, the curvature of which corresponds at least substantially to the curvature on the circumference of the shaft part of a soil cultivating member. 13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat twee halvemaanvormige uitsparingen zijn gelegen aan weerszijden van een recht verlopend deel, dat met een ringvormige uitsparing in het asdeel van het grondbewerkingsorgaan kan samenwerken.Soil tillage implement according to claim 12, characterized in that two crescent-shaped recesses are located on either side of a straight section which can cooperate with an annular recess in the shaft part of the tillage member. 14. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 11 - 13, met het kenmerk, dat de grendelpen tegen veerwerking in verplaatsbaar is.Soil cultivation machine according to any one of claims 11 to 13, characterized in that the locking pin is movable against spring action. 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat een verplaatsing van de grendelpen wordt verhinderd door middel van een onder veerwerking staande pen die met een uitsparing in de grendelpen kan samenwerken.Soil cultivation machine according to claim 14, characterized in that displacement of the locking pin is prevented by means of a spring-loaded pin which can cooperate with a recess in the locking pin. 16. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de grendelpen zich bevindt aan de bovenzijde van een legerhuis, waarin legers zijn ondergebracht waarmede de bovenzijde van een holle as wordt ondersteund.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the locking pin is located at the top of an army house, which houses armies with which the top of a hollow shaft is supported. 17. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 11 - 16, met het kenmerk, dat bij een holle as, die tot in een tandwielkast reikt aan de onderzijde van de tandwielkast een ruimte aanwezig is, via welke een grendelpen bereikbaar is.Soil cultivation machine according to any one of claims 11 to 16, characterized in that a hollow shaft, which extends into a gearbox, has a space at the bottom of the gearbox, via which a locking pin is accessible. 18. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2-17, met het kenmerk, dat een asdeel van een grondbewer-kingsorgaan is voorzien van een schijfvormige drager, die zich althans nagenoeg loodrecht op de langshartlijn van het asdeel uitstrekt en is voorzien van bewerkingselementen.Soil cultivation machine according to any one of claims 2-17, characterized in that an axis part of a soil cultivating member is provided with a disc-shaped carrier, which extends at least substantially perpendicular to the longitudinal axis of the axis part and is provided with working elements. 19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van de schijfvormige drager een verbindingsdeel van twee uit één stuk gevormde mesvormige tanden is aangebracht.Soil cultivation machine according to claim 18, characterized in that a connecting part of two one-piece knife-shaped teeth is arranged on the underside of the disc-shaped carrier. 20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de werkzame delen van de mes vormige tanden aan één zijde zijn voorzien van een aangescherpte zijde die een hoek insluit met de draaiingsas van een grondbewerkings-orgaan.Soil cultivation machine according to claim 19, characterized in that the active parts of the blade-shaped teeth are provided on one side with a sharpened side enclosing an angle with the axis of rotation of a soil cultivation member. 21. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 18 - 20, met het kenmerk, dat de tandvormige bewerkingselementen ten opzichte van de draaiingsas van een grond-bewerkingsorgaan schuin staan opgesteld, een en ander zodanig, dat zij in de ene draairichting slepend en in de andere draairichting stekend staan opgesteld.Soil tillage implement according to any one of claims 18 to 20, characterized in that the tine-shaped working elements are disposed at an angle to the axis of rotation of a tillage implement, such that they drag in one direction of rotation and in the other direction of rotation are positioned stabbing. 22. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2-21, met het kenmerk, dat de machine een aantal naast elkaar gelegen, in een zich dwars op de voortbewegings-richting uitstrekkende rij aangebrachte holle assen omvat, waarin naar keuze een aantal grondbewerkingsorganen door middel van een asdeel aanbrengbaar zijn.Soil cultivation machine according to any one of claims 2-21, characterized in that the machine comprises a number of juxtaposed hollow shafts arranged in a row extending transversely to the direction of travel, in which optionally a number of soil cultivation members are provided by means of a shaft part can be fitted. 23. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de machine voor rijenculturen geschikt is gemaakt doordat tussen twee aangebrachte grondbewerkingsorganen twee niet gebruikte holle assen zijn gelegen.Soil cultivation machine according to claim 22, characterized in that the machine for row cultivation is made suitable in that two unused hollow shafts are located between two arranged soil cultivation members. 24. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat achter de aangebrachte grondbewerkings-organen aanaardlichamen zijn aangebracht.Soil cultivation machine according to claim 23, characterized in that earthing bodies are arranged behind the arranged soil cultivating members. 25. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat, in plaats van de van tanden voorziene grondbewerkingsorganen, bewerkingsorganen aanbrengbaar zijn, die zijn voorzien van slagorganen.Soil tillage machine according to claim 23, characterized in that instead of the tine-tillage tillage members, tillage members provided with impact members can be provided. 26. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de slagorganen worden gevormd door kettingen, die in twee groepen boven elkaar zijn aangebracht.Soil cultivation machine according to claim 24, characterized in that the striking members are formed by chains arranged in two groups one above the other. 27. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 2-17, met het kenmerk, dat aan een asdeel van een grond-bewerkingsorgaan een schijfvormig bewerkingselement is aangebracht, dat tijdens het bedrijf de grond op een bepaalde diepte lossnijdt.Soil cultivation machine according to any one of claims 2-17, characterized in that a disc-shaped cultivation element which cuts the soil at a certain depth during operation is attached to an axis part of a soil cultivation member. 28. Grondbewerkingsmachine voorzien van een gestel en een aantal om opwaarts gerichte assen aandrijfbare grondbewerkingsorganen, die in het gestel zijn gelegerd, met het kenmerk, dat de grondbewerkingsorganen een schijfvormig grondbewerkingselement omvatten, met behulp waarvan de bovenlaag van de grond lossnijbaar is.28. Soil cultivating machine provided with a frame and a number of upwardly drivable axles drivable soil tillage members, which are alloyed in the frame, characterized in that the soil tillage members comprise a disc-shaped tillage element, with the aid of which the top layer can be cut from the soil. 29. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren.29. Soil cultivation machine as described above and shown in the figures.
NL9001032A 1990-05-01 1990-05-01 Agricultural soil cultivator - has frame with several upwards-pointing shafts for soil working units NL9001032A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001032A NL9001032A (en) 1990-05-01 1990-05-01 Agricultural soil cultivator - has frame with several upwards-pointing shafts for soil working units

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9001032 1990-05-01
NL9001032A NL9001032A (en) 1990-05-01 1990-05-01 Agricultural soil cultivator - has frame with several upwards-pointing shafts for soil working units

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001032A true NL9001032A (en) 1991-12-02

Family

ID=19857034

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001032A NL9001032A (en) 1990-05-01 1990-05-01 Agricultural soil cultivator - has frame with several upwards-pointing shafts for soil working units

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9001032A (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1754404A1 (en) * 2005-08-18 2007-02-21 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Rotary harrow
EP2319284A1 (en) * 2009-11-06 2011-05-11 Rögelberg Holding GmbH & Co. KG Processing device for agricultural areas, in particular power harrow

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1754404A1 (en) * 2005-08-18 2007-02-21 Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG Rotary harrow
EP2319284A1 (en) * 2009-11-06 2011-05-11 Rögelberg Holding GmbH & Co. KG Processing device for agricultural areas, in particular power harrow

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004448A (en) Vertical axis rotary harrow - has side-by-side tine-bearing members with guards around shafts
NL8203046A (en) SOIL TILLER.
NL8501109A (en) AGRICULTURAL IMPLEMENT.
NL9001032A (en) Agricultural soil cultivator - has frame with several upwards-pointing shafts for soil working units
NL8800800A (en) COMBINATION OF A TRACTOR WITH AT LEAST A TILLAGE SEED UNIT.
NL8601048A (en) SOIL TILLER.
US4641713A (en) Soil cultivating machines
NL8400269A (en) ROLL CONSTRUCTION FOR A TILLAGE MACHINE.
NL8903162A (en) SOIL TILLER.
NL8303382A (en) SOIL TILLER.
NL8602972A (en) SOIL TILLER.
NL8101312A (en) SOIL TILLER.
NL192496C (en) Soil cultivation machine.
NL9002567A (en) SOIL TILLER.
NL8602005A (en) SOIL TILLER.
NL8203655A (en) TRACTOR, IN PARTICULAR A TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
NL8701010A (en) SOIL TILLER.
NL8300682A (en) SOIL TILLER.
NL8203749A (en) GROUND TILLING DEVICE.
NL8006603A (en) SOIL TILLER.
NL8902832A (en) AGRICULTURAL MACHINE.
NL8701725A (en) SOIL TILLER.
NL8602124A (en) SOIL TILLER.
NL8602465A (en) MOWER.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed