NL9000933A

NL9000933A - Sportvloer.

Info

Publication number: NL9000933A
Application number: NL9000933A
Authority: NL
Original assignee: Hollandsche Betongroep Nv
Priority date: 1990-04-19
Filing date: 1990-04-19
Publication date: 1991-11-18
Also published as: DE69101251D1; NO911518D0; DE69101251T2; ES2052322T3; US5183438A; PT97406A; EP0453045A1; EP0453045B1; DK0453045T3; NO179184C; PT97406B; NO179184B; NO911518L

Description

Titel: Sportvloer.

De uitvinding heeft betrekking op een op een dragende onderbouwconstruc-tie aan te brengen universele sportvloer. De onderbouwconstructie kan bestaan uit steenachtige materialen, zoals beton, anhydriet, asfalt, of andere samenstellingen van materialen, welke voldoende stevigheid bieden, zoals een houten vloer of gestabiliseerd zand.

Universele sportvloeren zijn bijvoorbeeld geschikt voor het daarop beoefenen van bijvoorbeeld volleybal, basketbal, handbal, korfbal, zaalvoetbal, zaalhockey, badminston, gymnastiek.

Universele binnensportvloeren zijn volgens normen van de Nederlandse Sportfederatie (NSF) in drie verschillende klassen ingedeeld. De klasse 1 sportvloer moet aan de hoogste eisen voldoen onder andere ten aanzien van schokabsorbtie, loopcomfort, opgewekte wrijving van het oppervlak, statische en dynamische mechanische sterkte, houdbaarheid onder duurbe-lasting, slijtvastheid, bestendigheid tegen klimatologische invloeden en balgedrag. In het bijzonder mag de vloer noch te hard noch te zacht aanvoelen, moet de vloer zowel in droge als vochtige staat voldoende wrijving bieden voor sportschoenen, mag zijdelings afzetten niet belemmerd worden en moet de demping, dat is de vermindering van de bots-kracht, groter worden naar mate de tref snelheid van de sporter op de vloer groter is. Voorts moet de vloer niet of nauwelijks natrillen na een botsing en mag de sporter de vloer tijdens gewoon lopen niet onder zijn of haar voeten voelen wegzakken. Ook in de Duitse DIN-norm 18032 zijn de aan binnensportvloeren gestelde eisen vastgelegd.

Met de uitvinding wordt beoogd een sportvloer te verschaffen die voldoet aan de normen van een universele binnensportvloerklasse 1 van de Nederlandse Sportfederatie (code NSF-US1-1).

Deze sportvloer moet voldoen aan de hoogste eisen ten aanzien van sport-functionaliteit, kleinste kans op blessures van de sporter, mechanische sterkte en duurzaamheid.

Volgens de uitvinding dient een sportvloer, gezien van boven naar beneden hiertoe tenminste uit een combinatie van de volgende lagen of samengestelde lagen te bestaan: 1. tenminste één relatief dunne polyurethaan-toplaag met voor de sporter wrijving opwekkende afdekking; 2. tenminste één hard elastische laag gevormd uit een granulaat van rubberdeeltjes en tussen die deeltjes aanwezige luchtholtes; 3. tenminste één relatief dunne krachtenverdelende harde laag bijvoorbeeld uit multiplex of harde kunststof; 4. tenminste één relatief dikke laag uit kunststofschuim.

Zeer goede resultaten ten aanzien van schokabsorbtie worden bereikt indien de toplaag bestaat uit twee polyurethaanlagen van elk 1 mm dikte en een soortelijke massa van 1340 kg/m3, de rubbergranulaatlaag een dikte van circa 9 mm. een elasticiteitsmodulus van 21 MPa en een soortelijke massa van 870 kg/m3 heeft, de krachtenverdelende laag uit twee onderling door flexibele polyurethaanlijm verbonden lagen watervaste multiplex van elk circa 6 mm dik bestaat en de schuimlaag uit één of meer lagen van gelijke of ongelijke soortelijke massa bestaat en een dikte van circa 30 mm heeft.

Verdere grenzen en voorkeurswaarden van parameters van de verschillende lagen volgen uit de beschrijving en de onderconclusies.

Om de mate van schokabsorbtie van de sportvloer te kunnen aanpassen aan de te beoefenen sport kan het kunststofschuim zijn verpakt in luchtdichte kunststof zakken die via één of meer slangen onderling en/of met een drukvat en/of met een pomp zijn verbonden waarbij in de zakken en/of de verbindingsslangen bedienbare ventielen zijn aangebracht om de drukverschillen op een bepaalde wijze, bijvoorbeeld onder andere afhankelijk van de op de sportvloer te beoefenen sport, teweeg te kunnen brengen en/of op te kunnen heffen.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een doorsnede van een voorkeursuitvoering van een sportvloer volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een grafiek waarin het dempingspercentage is uitgezet tegen een op de sportvloer uitgeoefende kracht.

De in figuur 1 weergegeven sportvloer is op een betonvloer 1 aangebracht en bestaat, gezien van boven naar beneden, uit de volgende lagen: - een circa 1 mm dikke laag 2 uit polyurethaan met een soortelijke massa van 1350 kg/πβ en met een polyurethaan afwerklaag die de voor de sporter benodigde opgewekte wrijving onder vochtige, bijvoorbeeld uitgelopen zweetdruppels, en droge omstandigheden teweeg brengt; - een circa 1 mm dikke laag 3 uit polyurethaan met een soortelijke massa van circa 1350 kg/πβ; - een hard elastische laag 4 uit een granulaat van door polyurethaanlijm aan elkaar verbonden rubberdeeltjes, welke laag een dikte van circa 9 mm heeft; tussen de deeltjes bevinden zich luchtholtes; de soortelijke massa bedraagt circa 87Ο kg/πβ en de elasticiteitsmodulus circa 21 MPa; de bovenzijde van deze laag is meestal voorzien van een vlakvul-lende laag; - een krachten verdelende harde laag 5 uit watervaste multiplex met een dikte van circa 6 mm en een elasticiteitsmodulus van 4300 MPa; - een zeer dunne laag flexibele polyurethaanlijm (7); - een krachten verdelende harde laag 6 uit watervaste multiplex met een dikte van circa 6 mm en een elasticiteitsmodulus van 4300 MPa, waarbij de lagen 5 en 6 bestaan uit platen die verspringend ten opzichte van elkaar zijn geplaatst zodat de krachtenverdeling ook bij overgangs-naden optimaal is; - een laag 8 uit polyurethaan-gebonden-polyetherschuim met een dikte van 15 mm en een soortelijke massa van 120 kg/ηβ; - een laag 9 uit polyurethaan gebonden polyetherschuim met een dikte van 15 mm en met een soortelijke massa van 80 kg/ηβ.

Deze sportvloer voldoet aan de normen van de Nederlandse Sportfederatie voor een universele sportvloer klasse 1,

De volgende tabellen geven een indruk van de eigenschappen van de bovenbeschreven sportvloer.

Tabel 1

OPP ERVLAKTEHARDHE I D

Tabel 2

NSF-SPORTVLOERTESTER DYNAMISCH

Opmerkingen : De vloer heeft een goed dempend vermogen.

Tabel 3 ST I JFHE I DSMODUL I (karakterisering) (Relatie tussen spanning en vervorming)

Tabel 4 KRU I PMODULUS (karakterisering) (Verandering van de vervorming per tijdseenheid; druk is konstant)

Tabel 5

WR I JV | NGSCOEFF I C I ENT

Tabel 6 GLIJVERMOGEN van persoon in sportkleding

Tabel 7

BALSTUITVERMOGEN

Tabel 8

DUURBELAST I NG

Tabel 9

WEERSTAND TEGEN MECHANISCHE SLIJTAGE

Tabel 10 DRUKSTERKTE (STATISCH)

Tabel 11

SLAGSTERKTE (DYNAMISCH) NSF - SLAGTESTER

Tabel 12

KOGELVALPROEF

Tabel 13

TRILLINGSGEVOELIGHEID

BRANDBESTENDIGHEID Zwaar ontvlambaar

Van de sportvloer volgens de uitvinding werden als zeer goed beoordeeld het loopcomfort, de schokabsorbtie, de statische en dynamische sterkte en de houdbaarheid onder duurbelasting.

Figuur 2 toont grafisch de schokabsorbtie, in NSF rapporten aangegeven met dempend vermogen, in % uitgezet tegen de uitgeoefende kracht. Het gebied tussen de stippellijnen is het gebied waarbinnen het percentage van de schokabsorbtie van klasse 1 vloeren moet vallen.

Om behoorlijke resultaten te bereiken worden de volgende grenzen aangegeven:

Rubbergranulaatlaag 4: dikte 4 tot 14 mm en soortelijke massa 500 tot 1000 kg/m3.

Krachtenverdelende laag 5. 6, 7: dikte 6 tot 20 mm en soortelijke massa 350 tot 800 kg/m3 bij voorkeur 490 tot 535 kg/m3.

Schuimlaag 8, 9i dikte 12 tot 50 mm en soortelijke massa 30 tot 200 kg/m^.

De schuimlagen 8, 9 kunnen in luchtdichte kunststofzakken zijn verpakt die via één of meer slangen zijn verbonden met een drukvat of pomp. De zakken kunnen onderling zijn verbonden. Door de zakken op een bepaalde druk te brengen kan de schokabsorptie door de vloer worden aangepast aan de aard van de sport. Door middel van ventielen in de zakken en/of de slangen kunnen drukverschillen op een bepaalde wijze, welke onder andere afhankelijk is van de te beoefenen sport, worden bereikt of teniet worden gedaan.

De sportvloer volgens de uitvinding heeft onder andere de volgende voordelen: - de vloer voelt niet te hard aan doch de sporter heeft niet het gevoel in de toplaag weg te zakken.

- de vloer kan voldoende wrijving aan de sporter leveren, zowel in droge staat als in vochtige staat.

- zijdelings afzetten wordt niet belemmerd - tijdens het neerkomen na een sprong voelt de vloer zodanig aan dat de botsing zo goed mogelijk wordt opgevangen; hoe hoger de trefsnelheid van de sporter op de vloer hoe groter de reductie van de botskracht is, de term reductie van de botskracht is in sportkringen synoniem aan demping.

- de schokabsorbtie of ook wel de reductie van de botskracht moet zodanig zijn dat de beweging van de sporter, bijvoorbeeld bij springen, niet dood wordt gemaakt, maar zo, dat er altijd snelheid in de sport blijft bestaan en dat de krachten op de sporter zo klein mogelijk kunnen worden gehouden.

- indien een sporter op een vloer springt zal het natrillen nauwelijks voelbaar zijn voor een andere sporter.

Claims

1. Op een samenhangende of uit een zandachtige structuur bestaande onderbouwconstructie aan te brengen sportvloer, met het kenmerk, dat deze sportvloer, gezien van boven naar beneden, tenminste uit de combinatie van de volgende lagen of samengestelde lagen bestaat: 1. tenminste één relatief dunne polyurethaan toplaag met een afdekking, welke speciale wrijvingseigenschappen heeft; 2. tenminste één hard-elastische laag gevormd uit een granulaat van rubberdeeltjes en tussen die deeltjes aanwezige luchtholtes; 3. tenminste één relatief dunne krachten verdelende harde laag bijvoorbeeld uit multiplex of harde kunststof; 4. tenminste één relatief dikke laag uit kunststof-schuim.

2. Sportvloer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de polyurethaan in de toplaag een soortelijke massa van tussen 1000 en 2500 kg/m^ heeft.

3. Sportvloer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de toplaag in vloeibare toestand op de hard-elastische laag is aangebracht.

4. Sportvloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de polyurethaan toplaag bestaat uit twee circa 1 mm dikke lagen.

5· Sportvloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rubber granulaatlaag een dikte tussen 4 en 14 mm en een soortelijke massa tussen 500 en 1000 kg/m3 heeft.

6. Sportvloer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de elastici-teitsmodulus van de rubber granulaatlaag circa 21 MPa en de soortelijke massa circa 870 kg/m^ bedraagt.

7. Sportvloer volgens één van de conclusies 5 of 6, met het kenmerk, dat de rubber granulaatlaag een dikte van circa 9 111111 heeft.

8. Sportvloer volgens één van de conclusies 5“7» met het kenmerk, dat de rubber deeltjes van de rubbergranulaatlaag met polyurethaanlijm aan elkaar zijn verbonden.

9. Sportvloer volgens één van de conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de bovenzijde van de rubber granulaatlaag van een vlak vullende laag is voorzien.

10. Sportvloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de krachten-verdelende harde laag uit twee lagen watervast multiplex bestaat waarvan de delen zodanig aan elkaar zijn gelijmd dat zij ten opzichte van elkaar verspringen.

11. Sportvloer volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de krachten-verdelende harde laag uit twee lagen kunststof bestaat, waarvan de delen zodanig aan elkaar zijn gelijmd, dat zij ten opzichte van elkaar verspringen.

12. Sportvloer volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de krachten-verdelende harde laag uit een kunststof laag bestaat.

13. Sportvloer volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de dikte van de krachten-verdelende laag tussen 6 en 20 mm bedraagt.

14. Sportvloer volgens een van de conclusies 10-13* met het kenmerk, dat de elasticiteitsmodulus van de krachten-verdelende laag circa 4300 MPa bedraagt.

15. Sportvloer volgens één van de conclusies 10 t/m 14, met het kenmerk, dat de soortelijke massa van de krachten-verdelende laag tussen 350 en 800 kg/m3 bedraagt.

16. Sportvloer volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de soortelijke massa van de krachten-verdelende laag tussen 490 en 535 kg/m3 is gelegen.

17. Sportvloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dikte van de schuimlaag 12 tot 50 mm bedraagt.

18. Sportvloer volgens conclusie 17» met het kenmerk, dat de soortelijke massa van de schuimlaag 30 tot 200 kg/m3 bedraagt.

19. Sportvloer volgens één van de conclusies VJ en 18, met het kenmerk, dat de schuimlaag uit twee lagen polyurethaanschuim bestaat waarvan de ene een dikte van circa 15 mm en een soortelijke massa van circa 120 kg/m3 en de andere een dikte van circa 15 mm en een soortelijke massa van circa 80 kg/m3 heeft.

20. Sportvloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat onder de genoemde vier lagen een lagenpakket is aangebracht dat gezien van boven naar beneden bestaat uit een krachten-verdelende harde laag met een dikte van 3 tot 20 mm en een schuimlaag met een dikte van 12 tot 50 mm.

21. Sportvloer volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kunststof-schuim is verpakt in luchtdichte kunststof-zakken die via één of meer slangen onderling met elkaar en/of met een drukvat en/of met een pomp zijn verbonden.

22. Sportvloer volgens conclusie 21, dat in de zakken en/of verbindings-slangen bedienbare ventielen zijn aangebracht.