NL1018121C2

NL1018121C2 - Afwerklaag voor een vloer.

Info

Publication number: NL1018121C2
Application number: NL1018121A
Authority: NL
Inventors: Jacob Jan Pilon
Original assignee: Descol Kunststof Chem Bv
Priority date: 2001-05-21
Filing date: 2001-05-21
Publication date: 2002-11-25
Also published as: EP1260655A1

Description

*

AFWERKLAAG VOOR EEN VLOER

De uitvinding betreft een afwerklaag voor een vloer, omvattend een op die vloer te leggen eerste laag van een verend materiaal, een op die eerste laag te leggen tweede laag van een in hoofdzaak niet-samendrukbaar materiaal en een 5 op die tweede laag te leggen toplaag.

Een dergelijke afwerklaag levert een veerkrachtige vloerconstructie op, waarbij de toplaag aan de vloer een zogenaamd puntelastisch karakter kan verlenen, en de op een elastische eerste laag rustende tweede laag aan de vloer een 10 drukverdelend of zogenaamd vlakelastisch karakter verleent. Deze afwerklaag is bijvoorbeeld bestemd om te worden toegepast als vloerbedekking in een sportaccommodatie.

Bekend is een vlakteverende sportvloerconstructie waarbij de tweede laag bestaat een stapeling van twee spaanplaten of 15 twee platen multiplex materiaal, met een totale dikte van ca. 16 tot 24 mm.

De bekende sportvloerconstructie heeft het nadeel dat deze een relatief grote massatraagheid en een geringe buigzaamheid bezit, als gevolg waarvan de vloer onder 20 belasting slechts langzaam in beweging komt en door sportbeoefenaren als oncomfortabel kan worden ervaren. Door de totale dikte en de daaruit voortvloeiende massa is het leggen van de bekende afwerklaag arbeidsintensief en daarmee relatief duur.

25 Het is een doel van de uitvinding een afwerklaag te verschaffen, die een geringe massatraagheid bezit, die onder belasting snel in beweging komt en die door sportbeoefenaren als comfortabel wordt ervaren.

Het is voorts een doel een afwerklaag te verschaffen die 30 een geringe totale dikte en een daaruit voortvloeiende massa heeft, en die snel en op eenvoudige en kostenbesparende wijze op een vloer kan worden aangebracht.

Deze doelen worden bereikt met een afwerklaag van het in de aanhef omschreven type, waarbij overeenkomstig de 35 uitvinding de tweede laag is samengesteld uit matten die elk 1 ! : L s \ i <-» 1 I ^ t w * 2 zijn vervaardigd uit onderling evenwijdige latten van een niet-samendrukbaar materiaal.

Een afwerklaag volgens de uitvinding biedt het bijkomende belangrijke voordeel dat de tweede laag een minder grote 5 stijfheid vertoont dan de tweede laag in bekende afwerklagen, als gevolg waarvan voor de eerste laag gekozen kan worden uit materialen met grotere stevigheid en daarmee samenhangende grotere duurzaamheid, bij een groter gebruikscomfort.

In een uitvoeringsvorm van een afwerklaag volgens de 10 uitvinding omvat de tweede laag een stapeling van ten minste twee matten, waarbij bij voorkeur telkens de onderling evenwijdige latten van een op een eerste mat gestapelde tweede mat de onderling evenwijdige latten van die eerste mat onder een bepaalde hoek kruisen.

15 Door het laten kruisen van de latten in een tweede laag die uit meerdere gestapelde matten is samengesteld, wordt de de uniformiteit van de buigeigenschappen en de mechanische belastbaarheid van de vloerafwerking bevorderd.

In een gunstige uitvoeringsvorm van een afwerklaag 20 volgens de uitvinding, waarbij de tweede laag een stapeling van n matten omvat, waarbij n een geheel getal 2, 3 of 4 is, bedraagt de bepaalde hoek waaronder de evenwijdige latten van respectieve matten elkaar kruisen 180°/n.

Gevonden is dat een afwerklaag wordt verkregen die 25 uitstekende buigeigenschappen en een mechanische belastbaarheid bezit, indien overeekomstig de uitvinding de tweede laag een stapeling van drie matten omvat, waarbij de onderling evenwijdige latten van een op een eerste mat gestapelde tweede mat de onderling evenwijdige latten van die 30 eerste mat en de onderling evenwijdige latten van een op de tweede mat gestapelde derde mat de onderling evenwijdige latten van die tweede mat onder een hoek van 60° kruisen, op zodanige wijze dat de onderling evenwijdige latten van de derde en van de eerste mat elkaar onder een hoek van 120° 35 kruisen.

In een uitvoeringsvorm is het niet-samendrukbare materiaal hout.

,t i 9 1 5 U i ü % *- * 3

Bij voorkeur is het niet-samendrukbare materiaal bamboe.

Bamboe is een niet-samendrukbaar zeer buigzaam materiaal. Gevonden is dat een stapeling van matten uit bamboe-latten een plaat vormt die een daarop uitgeoefende kracht 5 oppervlakte-isotroop, dat wil zeggen in alle richtingen langs het oppervlak van die plaat in gelijke mate, verdeelt. Bamboe heeft bovendien het voordeel dat het een duurzaam natuurlijk materiaal is dat kan worden gewonnen zonder uitputting van de bron.

10 De ten minste twee matten in de stapeling in de tweede laag zijn in een uitvoeringsvorm aan elkaar gehecht door middel van een elastische kleefstof, bijvoorbeeld een lijm op basis van polyurethaan (PUR).

De eerste laag in een afwerklaag volgens de uitvinding 15 omvat bijvoorbeeld een rubbergranulaat of een synthetisch schuimstofmateriaal, of een combinatie van beide materialen.

Volgens de Duitse norm DIN 18032-2 wordt onderscheid gemaakt tussen een vlakelastische, een puntelastische, een gecombineerd elastische en een mengelastische sportvloer.

20 Door een geschikte keuze van het materiaal van de eerste laag en de samenstelling van de toplaag kan het karakter van een als sportvloer dienende afwerklaag worden bepaald.

De toplaag in een afwerklaag volgens de uitvinding omvat bijvoorbeeld een hard kunststof materiaal, bijvoorbeeld een 25 van de materialen polyvinylchloride (PVC), linoleum of polyurethaan (PUR), waarmee een vlakelastische of een mengelastische sportvloer wordt verkregen, afhankelijk van de samenstelling van de eerste en de tweede laag.

In weer een uitvoeringsvoorbeeld is de toplaag 30 samengesteld uit ten minste twee lagen, bijvoorbeeld uit een onderste laag van een verend materiaal en een die onderste laag afsluitende afdeklaag van een elastisch kunststofmateriaal, waarmee een gecombineerd elastische of een mengelastische sportvloer wordt verkregen, afhankelijk 35 van de samenstelling van de eerste en de tweede laag.

In weer een uitvoeringsvoorbeeld is de toplaag samengesteld uit ten minste twee lagen, bijvoorbeeld uit een < ;·"* <: r· O \ _ i. ' »· 4 onderste laag van een verend materiaal en een die onderste laag afsluitende afdeklaag van een hard kunststofmateriaal, waarmee een gecombineerd elastische of een mengelastische sportvloer wordt verkregen, afhankelijk van de samenstelling 5 van de eerste en de tweede laag.

De uitvinding betreft verder het gebruik van een hierboven beschreven afwerklaag in een sportaccommodatie.

De uivinding zal in het nu volgende worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar 10 de tekeningen.

In de tekeningen tonen

Fig. 1 in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm van een afwerking voor een vloer volgens de uitvinding, en

Fig. 2 in een dwarsdoorsnede de in fig. 1 getoonde vloer. 15 In de figuren worden overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen.

Fig. 1 toont een vlakke dragende ondergrond 1 van bijvoorbeeld zand-cement, beton, asfalt, anhydriet, of houtvezelplaat van een vloer, met daarop een afwerking die 20 bestaat uit (in volgorde van onder naar boven) een elastische eerste laag 2 met een dikte van ca. 5 mm tot ca. 50 mm, die in hoofdzaak bestaat uit gebonden rubbergranulaat, een synthetisch schuimstofmateriaal of een combinatie daarvan, een tweede laag bestaande uit drie op elkaar met een 25 elastische lijm verlijmde matten 3, 4, 5 van onderling evenwijdige bamboelatten 6, 7, 8, met een breedte van ca. 5 mm, waarbij de latten 7 van de op de eerste mat 3 gestapelde tweede mat 4 de latten 6 van die eerste mat 3 onder een hoek van 60° kruisen, en de latten 8 van de derde mat 5 de latten 30 6 van de eerste mat 3 elkaar onder een hoek van 120° kruisen.

Op de bovenste bamboemat 5 is een naadloze elastische toplaag 9 aangebracht.

Fig. 2 toont in dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1 de vloer 1 met vloerafwerking 2-9.

35 Een afwerklaag volgens de getoonde uitvoeringsvorm heeft bij een voldoende dikte en een voldoende elasticiteit van het materiaal van de eerste laag een hoog schokabsorberend l i '-· 1 “· ' 5 vermogen voor sportbeoefenaren in alle gewichtsklassen, vertoont aan het oppervlak een geringe rotatiewrijving, heeft een geringe inbouwhoogte en vertoont een specifiek veringsgedrag dat in hoge mate overeen komt met dat van 5 zogenaamde vlakelastische vloerconstructies.

Claims

1. Afwerklaag (2-9) voor een vloer (1), omvattend een op die vloer (1) te leggen eerste laag (2) van een verend materiaal, een op die eerste laag (2) te leggen tweede laag (3, 4, 5) van een in hoofdzaak niet-samendrukbaar materiaal 5 en een op die tweede laag (3, 4, 5) te leggen toplaag (9), met het kenmerk, dat de tweede laag is samengesteld uit matten (3, 4, 5) die elk zijn vervaardigd uit onderling evenwijdige latten (6, 7, 8) van een in hoofdzaak niet-samendrukbaar materiaal.

2. Afwerklaag (2-9) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede laag een stapeling van ten minste twee matten (3, 4, 5) omvat.

3. Afwerklaag (2-9) volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat telkens de onderling evenwijdige latten (7) van een op 15 een eerste mat (3) gestapelde tweede mat (4) de onderling evenwijdige latten (6) van die eerste mat (3) onder een bepaalde hoek kruisen.

4. Afwerklaag (2-9) volgens conclusie 3, waarbij de tweede laag (3, 4, 5) een stapeling van n matten omvat, 20 waarbij n een geheel getal 2, 3 of 4 is, met het kenmerk, dat de bepaalde hoek 180°/n bedraagt.

5. Afwerklaag (2-9) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tweede laag een stapeling van drie matten (3, 4, 5) omvat, waarbij de onderling evenwijdige latten (7) van een op 25 een eerste mat (3) gestapelde tweede mat (4) de onderling evenwijdige latten (6) van die eerste mat (3) en de onderling evenwijdige latten (8) van een op de tweede mat (4) gestapelde derde mat (5) de onderling evenwijdige latten (7) van die tweede mat (4) onder een hoek van 60° kruisen, op 30 zodanige wijze dat de onderling evenwijdige latten (8, 6) van de derde (5) en van de eerste mat (3) elkaar onder een hoek van 120° kruisen.

6. Afwerklaag volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het in hoofdzaak niet-samendrukbare materiaal 1013121 * hout is.

7. Afwerklaag (2-9) volgens een der conclusies 1-5, met, het kenmerk, dat het in hoofdzaak niet-samendrukbare materiaal (6, 7, 8) bamboe is.

8. Afwerklaag (2-9) volgens een der conclusies 2-7, met het kenmerk, dat de ten minste twee matten (3, 4, 5) in de stapeling in de tweede laag aan elkaar zijn gehecht door middel van een elastische kleefstof.

9. Afwerklaag (2-9) volgens een der conclusies 1-8, met 10 het kenmerk, dat de eerste laag (2) een rubbergranulaat omvat.

10. Afwerklaag (2-9) volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de eerste laag (2) een synthetisch schuimstofmateriaal omvat.

11. Afwerklaag (2-9) volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de toplaag (9) een hard kunststof materiaal omvat.

12. Afwerklaag (2-9) volgens een conclusie 11, met het kenmerk, dat het harde kunststofmateriaal een van de 20 materialen polyvinylchloride (PVC), linoleum of polyurethaan (PUR) is.

13. Afwerklaag (2-9) volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de toplaag (9) is samengesteld uit ten minste twee lagen.

14. Afwerklaag (2-9) volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de toplaag (9) is samengesteld uit een onderste laag van een verend materiaal en een die onderste laag afsluitende afdeklaag van een elastisch kunststofmateriaal.

15. Afwerklaag (2-9) volgens conclusie 13, met het 30 kenmerk, dat de toplaag (9) is samengesteld uit een onderste laag van een verend materiaal en een die onderste laag afsluitende afdeklaag van een hard kunststofmateriaal.

16. Gebruik van een afwerklaag (2-9) volgens een der conclusies 1-15 in een sportaccommodatie. j 0 « *