NL9000675A - Zaai-inrichting. - Google Patents

Description

Zaai-inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een zaai-inrichting voor het automatisch inzaaien van een zaailingbak.

Het verdient de voorkeur om nauwkeurig en automatisch een voorafbepaald aantal zaden te zaaien in het midden van elke opening van een zaailingbak. Echter is een dergelijke zaai-inrichting die voldoet aan al deze functies, tot nu toe niet voorgesteld als gevolg van de hoge prijs daarvan.

Het is daarom het belangrijkste doel van de uitvinding te voorzien in een zaai-inrichting waarmee het zaai-proces automatisch kan worden uitgevoerd met een vereenvoudigd mechanisme.

Volgens de uitvinding wordt een zaai-inrichting met een zaai-eenheid en een wagen verschaft. De zaai-eenheid is voorzien van een zaaigoedhouder met een aantal scheidingsplaten voor het opdelen van de houder in een aantal ruimtes, en in elk van de ruimtes een borstel evenwijdig aan de scheidingsplaat; een celplaat die zo is aangebracht in een bodem van de zaaigoedhouder dat hij kan worden heen en weer bewogen, met een aantal cellen dat in een rij aan een zijde van de borstel in elk van de ruimtes is aangebracht; een opneemplaat die vast onder de celplaat is aangebracht en een aantal openingen heeft dat correspondeert met de rij cellen; een heen en weergaand orgaan voor het heen en weer bewegen van de celplaat om zo elke rij cellen heen en weer te bewegen over de corresponderende borstel om elke cel met een overeenkomstige opening te laten samenvallen; een aantal pijpen, aangesloten aan de opneemplaat aan de onderzijde daarvan waarmee elke pijp in verbinding staat met een overeenkomstige opening; en een sluiterplaat voor het opvangen van zaden die uit de celplaat door de pijpen zijn gevallen en om de opgevangen zaden te laten vallen om deze uit te zaaien.

Volgens een aspect van de uitvinding is de zaai-eenheid verticaal verplaatsbaar gemonteerd in de wagen en is een lier op de wagen aangebracht om de zaai-eenheid te kunnen laten zakken voor het uitzaaien.

De overige doelen en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving die verwijst naar de bijgaande tekeningen. In de tekeningen is fig. 1 een perspectivisch aanzicht van de zaai-een- heid volgens de uitvinding; en fig. 2 een perspectivisch aanzicht dat de zaai-in- richting in een bedrijfsto.estand laat zien.

In een voorkeursuitvoering is in een frame 15 een zaai-eenheid A aangebracht. Een zaaigoedhouder 1 is in het frame 15 gemonteerd waarbij in de houder een aantal scheidingsplaten 2 en borstels 2a verticaal is aangebracht waarbij elke borstel 2a is geplaatst tussen naast elkaar gelegen scheidingsplaten 2 evenwijdig aan een plaat 2. In de zaaigoedhouder zijn in elke ruimte tussen de platen 2 gecoate zaden 11 ondergebracht. Een celplaat 4 is aangebracht in de bodem van de zaaigoedhouder 1 en wel zo dat de celplaat heen en weer kan worden geschoven. Een aantal cellen 4a is in de celplaat in elke ruimte gevormd evenwijdig aan de borstels 2a en wel aan een zijde daarvan. De voorwaartse verschuivingsslag van de plaat 4 wordt bewerkstelligd door de aandrijfkracht van een ronddraaiende nokkenschijf 7 die wordt aangedreven met een electromotor 8, Een rol 6 die is aangebracht op de plaat 4 aan een eind daarvan, is veerkrachtig gekoppeld met de nokkenschijf 7 door middel van een terugloopveer 9. De ronde nokkenschijf 7 is voorzien van drie korte nokken 7a die een onderling gelijke straal hebben, en een lange nok 7b met een iets langere straal dan die van de nokken 7a. Tijdens één omwenteling van de nokkenschijf 7 wordt de celplaat 4 driemaal heen en weer verplaatst zodat elke rij van de cellen 4a over de corresponderende borstel 2a heen en weer kan worden bewogen. Onder de celplaat is een opneemplaat 3 vast aangebracht. In de opneemplaat is een aantal openingen 3a gevormd zodat elke opening 3a samenvalt met een overeenkomstige cel wanneer de celplaat 4 door middel van de korte nok 7a wordt verplaatst.

Wanneer de celplaat 4 in een wachtstand verkeert, bevat elke cel 4a een zaadkorrel. Wanneer de celplaat 4 door middel van de korte nok 7a wordt verplaatst, valt elke zaadkorrel door de cel 4a en de opening 3a op een sluiterplaat 27 via een pijp 12 van vinyl.. De sluiterpijp 27 bestaat uit een heen en weergaande plaat 27a en een opneemplaat 27b en heeft dezelfde constructie als de celplaat 4 en de opneemplaat 3. Aldus kan slechts een enkele zaadkorrel uit elk van de cellen 4a vallen bij elke omwenteling van de nokkenschijf 7.

Een microswitch 10 is aangebracht voor het detecteren van het aantal omwentelingen van de nokkenschijf 7 en wordt bediend door de lange nok 7b.

Het aantal gevallen zaadkorrels neemt toe met het toenemen van het aantal omwentelingen van de nokkenschijf 7 en het aantal uitgezaaide zaadkorrels kan worden gevolgd door de input van de micro-switch 10 te tellen.

De werking van de zaai-inrichting zal nu worden beschreven.

De zaai-inrichting is gekoppeld aan een zaairobot 26 en loopt op wielen 22 door bediening van een bedieningspaneel 25. Wanneer een optische sensor 24 een lijst van een zaailingbak detecteert wordt de verplaatsing vooruit van de inrichting onmiddellijk stil gezet. De zaai-eenheid A wordt op de lijst van de zaailingbak naar beneden gelaten door middel van een lier 17 die wordt aangedreven door een electromotor 18.

De celplaat 4 wordt heen en weer bewogen door middel van de nokkenschijf 7 zodat de gecoate zaden een voor een op de slui-terplaat 27 vallen door telkens één van de pijpen 12 van vinyl. De heen en weergaande plaat 27a van de sluiterplaat 27 wordt heen en weer bewogen door middel van een paar draadspoelen 28. Aldus valt elke zaadkorrel op de grond in de zaailingbak. Aangezien elke zaadkorrel door de sluiterplaat wordt opgevangen, wordt voorkomen dat de korrel over de grond in de zaailingbak strooit. De zaai-eenheid A wordt met een kabel 19 van de lier 17 opgetrokken. Het optrekken wordt stilgezet wanneer een sensor 21 voor de hoge stand in werking komt. De zaai-eenheid A wordt naar de volgende zaailingbak verschoven door middel van de robot 26. Het inzaaien van een rij wordt voltooid door herhaling van de hierboven genoemde werkstappen. De robot 26 wordt automatisch achteruit verplaatst wanneer de robot een eind van de rij zaailingbak-ken detecteert en de robot wordt teruggebracht naar de uitgangspositie.

De zaai-inrichting heeft een lengte van 705 mm, een breedte van 460 mm en een hoogte van 820 mm; voorts is zijn bruto-mas-sa 20 kg. De zaai-eenheid A heeft een lengte van 610 mm, een breedte van 330 mm en een hoogte van 660 mm; voorts is zijn totale massa 6 kg. De volgende gegevens werden verkregen door 5 mm te gebruiken als ope-ningdiameter van de cellen 4a:

Soorten gecoate zaden respectievelijke gemiddelde_ beschikbaar voor uitzaaien korrelgroottes

broccoli A

broccoli B

bloemkool

sla

Verder wordt bij wijze van voorbeeld voor de gecoate zaden van broccoli het bedrijfsrendement en de nauwkeurigheid in tabel A aangegeven.

Tabel A

Bedri j f srendement

Uit het voorafgaande zal duidelijk zijn dat het bedrijf srendement van de zaai-inrichting viermaal dat is van het inzaaien met de hand en dat de fouten bij het zaaien die inherent zijn aan de werking van de inrichting, uiterst gering zijn. Voorts bevindt zich wat betreft de ingezaaide posities in de zaailing-positie, 94,0% van de zaailingen zich binnen een straal van 0,5 mm vanuit het hart van de opening van de cel 4a, 5,3% binnen een straal van 0,5 mm - 1,0 cm uit het hart en 0,7% binnen een straal van 1,0 cm. Deze percentages tonen een hogere nauwkeurigheid van een inrichting zonder een sluitplaat waarbij de percentages zijn 42,8%, respectievelijk 41,0% en 16,2%.

Hoewel de beschrijving is gegeven van de op dit moment als voorkeur geldende uitvoeringsvorm van de uitvinding, zal duidelijk zijn dat de beschrijving dient ter toelichting en dat verschillende wijzigingen en modificaties kunnen worden aangebracht zonder te treden buiten de streking van de uitvinding.

Claims (2)

1. Zaai-inrichting met een zaai-eenheid en een wagen waarbij de zaai-eenheid is gekenmerkt door een zaaigoedhouder met een aantal scheidingsplaten voor het opdelen van de houder in een aantal ruimtes, en in elk van de ruimtes een borstel evenwijdig aan de scheidingsplaat; een celplaat die zo is aangebracht in een bodem van de zaai-goedhouder dat hij kan worden heen en weer bewogen, en met een aantal cellen dat in een rij aan een zijde van de borstel in elk van de ruimtes is aangebracht; een opneemplaat die vast onder de celplaat is aangebracht en een aantal openingen heeft dat correspondeert met de rij cellen; een heen en weergaand orgaan voor het heen en weer bewegen van de celplaat om zo elke rij cellen heen en weer te bewegen over de corresponderende borstel om elke cel met een overeenkomstige opening te laten samenvallen; een aantal pijpen, aangesloten aan de opneemplaat aan de onderzijde daarvan waarbij elke pijp in verbinding staat met een overeenkomstige opening; en een sluiterplaat voor het opvangen van zaden die uit de celplaat door de pijpen zijn gevallen en om de opgevangen zaden te laten vallen om deze uit te zaaien.

2. Zaai-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zaai-eenheid verticaal verplaatsbaar is gemonteerd in de wagen en dat een lier op de wagen is aangebracht om de zaai-eenheid te kunnen laten zakken voor het uitzaaien.