NL9000172A - Inrichting voor het afwisselend tonen van afbeeldingen zoals reclameboodschappen en dergelijke. - Google Patents

Description

Inrichting voor het afwisselend tonen van afbeeldingenzoals reclameboodschappen en dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichtingvoor het afwisselend tonen van, op een vel papier ofeen dergelijk materiaal aangebrachte, afbeeldingen zoalsreclameboodschappen en dergelijke, welke inrichtingeen huis omvat met een, tenminste voor een deel, door¬zichtig voorpaneel waarachter de afbeeldingen één vooréén kunnen worden gebracht, tenminste twee achter ditpaneel aangebrachte, onderling evenwijdig lopende enzich bij de einden van het paneel bevindende rollen,tenminste één in het huis achter het voorpaneel en dezich daarbij bevindende afbeelding aangebrachte lampen middelen voor het afwisselend brengen van de afbeel¬dingen achter het voorpaneel.

Een dergelijke inrichting is bekend uit FR-A-2.152.011. Bij deze bekende inrichting dienen de bijhet einde van het paneel aangebrachte rollen voor hetafbuigen van een papier- of foliebaan waarop de afbeel¬dingen zijn aangebracht. Vanaf de afbuigrollen looptde baan naar twee verdere rollen. De baan wordt op deene rol gewikkeld en van de andere afgetrokken en nadathet einde van de baan bereikt is wordt de functie vande rollen omgekeerd.

Een bezwaar van deze bekende inrichting is, datslechts bij het verplaatsen van de baan in een bepaalderichting een bepaalde volgorde van vertonen van de af¬beeldingen kan worden bereikt.

Verder is het verwisselen van afbeeldingen bijzonderomslachtig en daardoor tijdrovend.

Verder is nog een bezwaar, dat bij het gaan overde afbuigrollen en het opwikkelen van de baan op devoorraadrollen de afbeeldingen ten opzichte van de papier-of foliebaan zullen verschuiven. Hierdoor kunnen vouwenin de afbeeldingen ontstaan.

De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffenen voorziet er daartoe in, dat elke afbeelding afzonderlijk is aangebracht op een rol en bij elk einde van het voor¬paneel tenminste twee rollen kunnen worden aangebracht,welke rollen zodanig zijn belast dat elke rol de betref¬fende afbeelding er op tracht te wikkelen, waarbij hetniet met de rol verbonden, vrije einde van de afbeeldingis voorzien van middelen die kunnen worden gekoppeld i met een xn het huxs tussen de einden van hetpaneel heenen weer beweegbaar koppelingsorgaan.

Er behoeft dus geen lange papier- of foliebaanaanwezig te zijn waarop de afbeeldingen stuk voor stukmoeten worden aangebracht. Ook kunnen de afbeeldingen,indien gewenst, steeds in een bepaalde volgorde wordenvertoond.

Een bijzonder snelle verwisseling van de afbeel¬dingen kan worden bereikt, wanneer de rollen, waaropde afbeeldingen zijn gewikkeld, zich bevinden in ëénof meer cassettes, die losneembaar in het huis kunnenworden aangebracht.

Een dergelijke cassette kan van tevoren gereedworden gemaakt, zodat men de betreffende inrichtingslechts behoeft te openen en de ene cassette door deandere te vervangen. Dit zal slechts weinig tijd vereisen,wat in het bijzonder van belang is wanneer de inrichtingzich in de buitenlucht bevindt.

Om de afmetingen van een cassette beperkt tehouden, zal er in het bijzonder in worden voorzien,dat zich bij elk einde van het doorzichtige voorpaneeleen cassette bevindt.

Een dergelijke cassette zal een ongeveer rechthoekigedwarsdoorsnede bezitten, zodanig dat zich daarin ten¬minste twee rollen kunnen bevinden, terwijl de lengtevan de cassette iets groter zal zijn dan de lengte vande rol.

In het bijzonder zal elke cassette bestaan uiteen freem waarin tenminste twee rollen draaibaar wordenondersteund, waarbij aan elke rol het ene einde vaneen afbeelding wordt vastgezet waarna de afbeeldingop de rol wordt gewikkeld en waarbij de afbeelding aanhet vrije einde is verbonden met een evenwijdig aan de rol lopende strip uit een stijf materiaal, die isvoorzien van middelen voor het losneembaar verbindenvan de strip met het koppelorgaan, terwijl in de rolverende middelen zijn aangebracht die door middel vaneen knop op de buitenzijde van de cassette onder spanningkunnen worden gebracht zodanig dat de rol zal trachtende afbeelding er op te wikkelen.

Daarbij zal er in worden voorzien, dat de metde afbeelding verbonden strip in positioneringssleuvenvan het freem van de cassette komt te vallen wanneerde afbeelding op de in de cassette aanwezige rol wordtgewikkeld.

In de niet gekoppelde stand zal de strip, dieis verbonden met een bepaalde afbeelding, zich dus ineen bepaalde stand in de cassette bevinden en slechtsin een bepaald geval met het koppelorgaan kunnen wordenverbonden.

Om een snelle verwisseling van cassettes mogelijkte maken, kan het freem van de cassette zijn voorzienvan boringen danwel pennen, die dwars op de lengterichtingvan de in de cassette aanwezige rollen lopen en diesamen kunnen werken met pennen respectievelijk boringendie in het huis zijn aangebracht, zodanig dat bij hetlosneembaar aanbrengen van een cassette in het huisde pennen in de boringen kunnen worden geschoven.

Indien noodzakelijk kunnen bijvoorbeeld klemschroevenworden aangebracht om de cassette op de pennen te blok¬keren. In principe is het echter ook mogelijk, dat bijhet sluiten van het huis, na verwisseling van een cassette,deze automatisch op zijn plaats wordt vastgehouden.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uit¬vinding zal het koppelorgaan worden gevormd door eenbalk, die zich dwars op de bewegingsrichting ervan uit¬strekt en bij de langsranden van het huis wordt geleid.

Bij het verplaatsen van twee, met de balk gekoppelde,afbeeldingen kan de balk zich daarbij nagenoeg tussende afbeeldingen in bevinden en in de eindstand, waarineen afbeelding gedurende enige tijd moet worden getoond,kan de balk zich achter een niet doorzichtig deel van het voorpaneel bevinden.

Een bijzonder eenvoudige inrichting kan wordenverkregen, wanneer de heen en weer beweging van de balkplaatsvindt doordat de balk is gekoppeld met een pendie is aangebracht aan een ketting, die loopt over ketting-wielen, waarbij de ketting en de kettingwielen zichbevinden aan de andere zijde van de balk als het voor¬paneel en in een vlak dat loopt in de bewegingsrichtingvan de balk en dat haaks op het voorpaneel van het huisstaat en waarbij ëën der kettingwielen steeds in êënenkele richting kan worden aangedreven.

Terwijl de kettingwielen zich kunnen bevindenachter een niet doorzichtig deel van het voorpaneelzal de ketting zich achter het doorzichtige deel bevindenmaar ten gevolge van de afbeelding niet direct zichtbaarzijn. Daar de ketting slechts geringe krachten behoeftover te brengen, zullen de afmetingen van de kettingzo gering kunnen zijn, dat deze geen storende invloedhebben op het vertonen van de afbeeldingen. Dit is inhet bijzonder het geval, daar meestal meer dan één lampzal worden toegepast om een zo gelijkmatig mogelijkeverspreiding van licht achter een afbeelding te ver¬krijgen.

Daar het aangedreven kettingwiel steeds in dezelfderichting kan worden verdraaid behoeven slechts voorzieningente worden getroffen om de aandrijvende motor op gewenstetijdstippen in- en uit te schakelen. Ook behoeft demotor slechts een gering vermogen te bezitten, daarhij slechts het gewicht van de balk moet verplaatsenen de kracht moet overwinnen, die op de balk wordt uit¬geoefend door een afbeelding, die tegen veerkracht in,van een rol moet worden afgetrokken. De laatstgenoemdekracht zal in het algemeen worden gecompenseerd, doordatenerzijds een afbeelding van een rol wordt afgetrokkenen anderzijds een afbeelding op een rol wordt gewikkeld,doordat de betreffende rol onder veerspanning is gebracht,bij het eerder van de rol aftrekken van de afbeelding.

Een bijzonder eenvoudige en betrouwbare inrichtingwordt verkregen, doordat de balk is voorzien van een verdraaibaar orgaan dat zorgt voor de koppeling vande balk met de op de ketting aangebrachte pen, welkverdraaibaar orgaan door de pen, wanneer deze één derkettingwielen passeert, naar de andere van twee eindstandenwordt verdraaid voor het gelijktijdig verdraaien vanêën van twee draaibaar in de balk opgenomen meeneemorganen,die bij het betreffende kettingwiel de eerst met debalk gekoppelde afbeelding loslaten en een andere afbeel¬ding met de balk koppelen voor het naderhand vertonendaarvan.

Het zal duidelijk zijn, dat de balk zich in eeneindstand, dus wanneer de ermee gekoppelde pen zichbij één der kettingwielen bevindt, een zekere tijd stilzal staan om de vanaf de andere zijde meegenomen afbeel¬ding gedurende enige tijd te tonen. Wanneer het aandrijf-kettingwiel weer door de motor in beweging wordt gebracht,wordt door de balk een afbeelding van een rol afgetrokken,welke rol zich dan dicht bij de balk bevindt. De eerdergetoonde afbeelding zal op een rol worden gewikkeld,die zich op afstand van de balk bevindt en naar welkerol de balk toe beweegt.

Daarbij kunnen de draaibaar in de balk opgenomenmeeneemorganen worden gevormd door assen die dwars ophet vlak van het voorpaneel van het huis lopen en diezijn voorzien van dwarspennen, die zich op onderlingeafstanden bevinden en die onderling gelijke hoeken metelkaar maken, zodanig dat bij verdraaiing van een asover de betreffende hoek de ene dwarspen een afbeeldingvrij zal geven en een andere dwarspen met een afbeeldingzal worden gekoppeld, waartoe de met een afbeeldingverbonden strip is voorzien van een boven de afbeeldinguitstekende haak die met een dwarspen samen kan werkenmaar vrij langs de as kan bewegen, zodanig dat de aszich dicht bij de strip kan bevinden.

Daarbij kan de van de dwarspennen voorziene aseen gelijk aantal nokken dragen waarmee een pal samen¬werkt die verend tegen de nokken aanligt, zodanig datde as slechts in één richting kan draaien en de koppelingtussen een .dwarspen en de haak van de strip van een afbeelding niet ongewild kan worden verbroken.

In plaats van mechanische koppelingsorganen toete passen, kunnen de koppelingsorganen ook worden gevormddoor aan de heen en weer beweegbare balk bevestigdeelektromagneten, die samenwerken met een aan de afbeeldingaangebrachte magnetiseerbare strip, waarbij de in- enuitschakeling van de elektromagneten plaatsvindt wanneerde bewegingsrichting van de balk omkeert.

Hierbij kan zijn voorzien in een schakelsysteemwaardoor de elektromagneten in een bepaalde volgordeworden in- en uitgeschakeld.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de handvan uitvoeringsvoorbeelden, weergegeven in de tekening,waarin:

Fig.l schematisch een perspectivisch aanzichttoont van een inrichting volgens de uitvinding, waarbijbepaalde delen zijn weggelaten;

Fig.2 schematisch een deel van de inrichtingvan fig.l toont, gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijkin doorsnede;

Fig.3 schematisch een aanzicht toont van fig.2;

Fig.4 schematisch een perspectivisch aanzichttoont van een deel van de inrichting volgens de fig.2en 3; en

Fig.5 schematisch een aanzicht toont van eendeel van een andere uitvoeringsvorm van de inrichtingvolgens de uitvinding.

De in de tekening weergegeven inrichting omvateen huis 1, dat in het bijzonder in fig.l met streeplijnenis aangegeven. Het huis bezit een voorpaneel 2 waarvanhet deel 3 doorzichtig is. Het voorpaneel 2 kan op nietweergegeven wijze scharnierend met de verdere delenvan het huis 1 zijn verbonden, zodat op deze wijze toegangwordt verkregen tot het inwendige van het huis 1.

In het huis 1 bevinden zich twee cassettes 4.

Een cassette 4 omvat een freem 5 voor het daarin onder¬steunen van rollen 6. In elke cassette 4 bevinden zichdrie rollen 6 en op elke rol 6 is een afbeelding 7 ge¬wikkeld.

Zoals m het bijzonder blijkt uit fig.2 is hetnaar buiten toe uit de cassette stekende einde van eenafbeelding 7 voorzien van een strip 8 waarvan de eindenworden opgenomen in sleuven 9, aangebracht in de zijplaten10 van het freem 5.

In elke rol 6 bevindt zich een schroefveer 11,waarvan het ene einde is verbonden met de rol en hetandere einde met een knop 12, zodanig dat de schroefveeronder voorspanning kan worden gebracht en een afbeelding7 automatisch op de betreffende rol 6 zal worden gewikkeld,zodanig dat de met de afbeelding 7 verbonden strip 8in de sleuven 9 wordt opgenomen.

In de zijplaten 10 van een cassette 4 zijn boringen 13 aangebracht en het freem 14 van het huis 1 is voorzienvan pennen 15, waarop de cassette kan worden geschoven.Indien noodzakelijk kan in de zijplaat 10 van de cassettenog een niet weergegeven klemschroef worden aangebracht,die tegen de pen 15 kan worden aangedraaid.

Om het mogelijk te maken een afbeelding 7 uitde cassette te trekken en voor het doorzichtige deel3 van het voorpaneel 2 te brengen, is de met de afbeelding7 verbonden strip 8 voorzien van een in hoofdzaak U-vormig oor 16 met een naar binnen toe stekend haakdeel17.

Voor het uit een cassette 4 trekken van een afbeel¬ding 7 is voorzien in een balk 18, die op en neer beweeg¬baar is langs het voorpaneel 2 doordat hij is verbondenmet T-vormige delen 19, die zijn voorzien van rollen20 welke door niet nader aangeduide delen van het freem 14 van het huis 1 worden geleid. De balk 18 is dus open neer beweegbaar in de richting van de pijl V in defig. 1-3.

In de balk 18 worden twee assen 21 draaibaarondersteund. Op elke as bevinden zich drie dwarspennen22 en wel op enige afstand van elkaar, zoals aangegevenin fig.2, en onder een hoek met elkaar van 120°, zoalsaangegeven in fig.3.

De dwarspennen 22 van de as 21 kunnen samenwerkenmet een oor 16, zoals dit in fig.3 is weergegeven, waarbij een as 21 met de dwarspennen ter plaatse van een dergelijkoor 16 is aangegeven. Wanneer een as 21 wordt verdraaidin de richting van de pijl P zal de in fig.3 horizontaalgerichte dwarspen vrijkomen van het betreffende oor16 en zal de opvolgende dwarspen 22 in aangrijping komenmet een oor 16 van een andere afbeelding 7. Wanneerde as dan tot stilstand komt kan door middel van devertikale verplaatsing van de balk 18 de betreffendeafbeelding uit de cassette naar beneden toe worden getrok¬ken.

Op overeenkomstige wijze zal de andere as 21met zijn dwarspennen 22 samen kunnen werken met oren16 die zich bevinden aan afbeeldingen 7, aangebrachtin een cassette 4 bij het ondereinde van het huis 1.

Elke as 22 is dus bestemd voor samenwerking met éénder cassettes.

Voor het op en neer bewegen van de balk 18 isvoorzien in een ketting 23, die loopt over kettingwielen24. Het onderste kettingwiel 24 wordt draaibaar onder¬steund door een niet nader aangeduid deel van het freem14 van het huis 1 en het bovenste kettingwiel 24 isverbonden met een aandrijfmotor 25, die wordt ondersteunddoor een deel van het freem 14 van het huis 1.

De ketting loopt in een slechts schematisch infig.l aangegeven vlak 26, dat haaks op de lengterichtingvan de balk 18 staat. Hierdoor zal de ketting nauwelijkszichtbaar zijn wanneer een afbeelding 7 zich achterhet voorpaneel 2 bevindt en enkele lampen 27 in hethuis 1 branden.

De ketting 23 is voorzien van een pen 28, diedwars op het vlak 26 staat waarin de ketting zich uitstrekt.De pen 28 is draaibaar opgenomen in een hefboom 29,die vast is verbonden met een as 30, die draaibaar wordtondersteund door een met de balk 18 verbonden steun31.

Zoals in het bijzonder blijkt uit fig.2 zal bijhet aandrijven van het kettingwiel 24 in de richtingvan de pijl R de balk 18 mee naar boven toe worden genomen.Wanneer de plaats van de ketting, waar zich de pen 28 bevindt, over het kettingwiel 24 heen beweegt zal debalk 18 tot stilstand komen envrordtde hefboom 29 tezamenmet de as 30 over 180° verdraaid. Op de as 30 bevindtzich, op afstand van de hefboom 29, een hefboom 32,die naar een andere zijde van de as uitsteekt als dehefboom 29.

De hefbomen 29 en 32 zijn elk voorzien van eenpen 33, die zich op gelijke afstanden van de as 30 bevindenen haaks op het bewegingsvlak van de hefbomen staan.

Elk der pennen 33 kan samenwerken met drie pennen 34,die op regelmatige onderlinge afstanden zijn aangebrachtop een schijf 35. Elke schijf 35 is verbonden met eenas 21 en wel zodanig dat de pennen 34 evenwijdig lopenmet de hartlijn van de as 21 maar op afstand daarvanstaan.

Wanneer nu, zoals boven gezegd, het kettingwiel24 in de richting van de pijl R, zie fig.2, wordt verdraaidneemt de hefboom 29 de balk 18 mee naar boven toe, totdatde hartlijn van de as 30 in het verlengde ligt van dehartlijn van het kettingwiel 24. De hefboom 29 wordtdan over 180° gedraaid en daarmee eveneens de as 30.

De met de hefboom 29 verbonden pen 33 beweegt dan, gezienin fig.4, in de richting van de pen R en neemt tijdenshet laatste deel van zijn beweging een met de schijf35 verbonden pen 34 mee. Bij de verplaatsing van depen 34 wordt de schijf 35 en dus de as 21 over 120°verdraaid, waardoor één der afbeeldingen 7 wordt vrij¬gegeven en een andere met de balk 18 wordt gekoppeld.

Door verdraaiing van de as 30 op de hiervoorbeschreven wijze, zal de met de hefboom 32 verbondenpen 33 worden verzwenkt naar de met streeplijnen aan¬geduide stand 33', zonder dat hij daarbij met een pen34 van de andere schijf 35 in aangrijping is.

Wanneer nu, na enige tijd stilstand van het ketting¬wiel 24, dit kettingwiel weer wordt aangedreven, wordtde betreffende afbeelding uit de bovenste cassette 4meegenomen. De hefboom 29 bevindt zich dan rechts vande as 30 als gezien in fig.2 en de hefboom 32 bevindtzich links daarvan, zoals dus in fig.4 met streeplijnen aangeduid. De pen 28 van de ketting 23 bevindt zichdus dan, gezien in fig.2, op het naar beneden bewegendepart van de ketting 23. Wanneer de pen 28 nu bij hetonderste kettingwiel 24 aankomt zal de balk zijn laagstestand hebben bereikt en zal de pen 28 ervoor zorgen,dat de hefboom 29 en daarmee de as 30 in dezelfde richtingworden verdraaid als bij het passerèn van het bovenstekettingwiel 24. Hierdoor zal de hefboom 32 met zijnpen 33 in aanraking komen met de schijf 35 van de andereas 21, zodat uit de onderste cassette 4 een afbeelding7 met de balk 18 zal worden gekoppeld en de er eerstmee gekoppelde afbeelding wordt losgelaten.

Wanneer de balk 18 naar beneden toe wordt verplaatsten daarbij, als gezien in fig.3, door middel van deas 21 en de dwarspen 22 een afbeelding 7 meeneemt, zalop de betreffende dwarspen 22 een belasting worden uitge¬oefend waardoor de as 21 tegen de richting van de pijlP in zal trachten te verdraaien. Om dit te voorkomenis op de steun 31 een pal 36 aangebracht, die grijptin de opeenvolgende nokdelen 37 van de schijf 35, zodatde in fig.4 rechterschijf 35 slechts in de richtingvan de pijl P kan worden verdraaid. Voor de linkerschijf35 is een dergelijke pal aangebracht op de onderzijdevan de steun 31.

Fig.5 toont de mogelijkheid de balk 18 te voorzienvan elektromagneten 40, die samen kunnen werken metmagnetiseerbare delen 41 van de strip 8 die is verbondenmet de afbeelding 7. Eventueel kan de strip 8 geheeluit magnetiseerbaar materiaal bestaan.

Voor het op en neer bewegen van de balk 18 kanweer gebruik worden gemaakt van de ketting 23 met daaropde pen 28. Daarbij kan eventueel een meer directe koppelingtussen de pen 28 en de balk 18 plaatsvinden, bijvoorbeelddoordat de pen verschuifbaar wordt opgenomen in eensleufgat in de met de balk 18 verbonden steun 31. Voorde bediening van de elektromagneten 40 kunnen dan eind-schakelaars worden toegepast, die samen kunnen werkenmet een elektrisch regelsysteem.

Het zal duidelijk zijn, dat in de tekening slechts enkele uitvoeringsvormen van een inrichting volgensde uitvinding zijn weergegeven, welke hierboven zijnbeschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aange¬bracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

Claims (13)

1. Inrichting voor het afwisselend tonen van, op eenvel papier of een dergelijk materiaal aangebrachte,afbeelding (7) zoals reclameboodschappen en dergelijke,welke inrichting een huis (1) omvat met een tenminstevoor een deel (3) doorzichtig voorpaneel (2) waarachterde afbeeldingen (7) één voor één kunnen worden gebracht,tenminste twee achter dit paneel (2) aangebrachte, onder¬ling evenwijdig lopende en zich bij de einden van hetpaneel bevindende rollen (6), tenminste één in het huis (1) achter het voorpaneel (2) en de zich daarbij bevindendeafbeeldingen (7) aangebrachte lamp (27) en middelen voor het afwisselend brengen van de afbeeldingen (7)achter het voorpaneel (2),met het ken¬merk, dat elke afbeelding (7) afzonderlijk is aangebrachtop een rol (6) en bij elk einde van het voorpaneel (2)tenminste twee rollen (6) zijn aangebracht, welke rollen (6) zodanig zijn belast dat elke rol (6) de betreffendeafbeelding (7) er op tracht te wikkelen, waarbij hetniet met de rol verbonden vrije einde van de afbeelding (7) is voorzien van middelen (8, 16, 41) die kunnenworden gekoppeld met een in het huis (1) tussen de eindenvan het paneel (2) heen en weer beweegbaar koppelings-orgaan (18,21,22,40).

2. Inrichting volgens conclusie l,met hetke nme r k, dat de rollen (6) waarop de afbeeldingen(7) zijn gewikkeld zich bevinden in één of meer cassettes(4), die losneembaar in het huis (1) kunnen worden aan¬gebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t hetkenmerk, dat zich bij elk einde van het voorpaneel (2) een cassette (4) bevindt.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, m e t het kenmerk, dat elke cassette (4) bestaatuit een freem (5) waarin tenminste twee rollen (6) draai¬baar worden ondersteund, waarbij aan elke rol (6) hetene einde van een afbeelding (7) wordt vastgezet waarnade afbeelding op de rol (6) wordt gewikkeld en waarbijde afbeelding (7) aan het vrije einde is verbonden meteen evenwijdig aan de rol (6) lopende strip (8) uiteen stijf materiaal, die is voorzien van middelen (16,41)voor het losneembaar verbinden van de strip (8) methet koppelingsorgaan (18,21,22,40), terwijl in de rol (6)verende middelen (11) zijn aangebracht die door middelvan een knop (12) op de buitenzijde van de cassette (4) onder spanning kunnen worden gebracht zodanig dat de rol (6) zal trachten de afbeelding (7) er op te wikkelen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t hetkenmerk, dat de met de afbeelding (7) verbondenstrip (8) in positioneringssleuven (9) van het freem (5) van de cassette (4) komt te vallen wanneer de afbeel¬ding (7) op de in de cassette (4) aanwezige rol (6)wordt gewikkeld.

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t hetkenmerk, dat het freem (5) van de cassette (4)is voorzien van boringen (13) danwel pennen, die dwarsop de lengterichting van de in de cassette (4) aanwezigerollen (6) lopen en die samen kunnen werken met pennen(15) respectievelijk boringen die in het huis (1) zijnaangebracht, zodanig dat bij het losneembaar aanbrengenvan een cassette (4) in het huis (1) de pennen (15) in de boringen (13) kunnen worden geschoven.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat het koppelorgaanwordt gevormd door een balk (18) , die zich dwars op de bewegingsrichting ervan uitstrekt en bij de langsrandenvan het huis (1) wordt geleid.

8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de heen en weer beweging van de balk(18) plaatsvindt doordat de balk is gekoppeld met eenpen (28) die is aangebracht op een ketting (23), dieloopt over kettingwielen (24), waarbij de ketting (23)en de kettingwielen (24) zich bevinden in een vlak (26)dat loopt in de bewegingsrichting van de balk (18) endat haaks op de lengterichting van de balk staat enwaarbij één der kettingwielen (24) steeds in één enkelerichting kan worden aangedreven.

9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t hetkenmerk, dat de balk (18) is voorzien van eenverdraaibaar orgaan (29) dat zorgt voor de koppelingvan de balk (18) met de op de ketting aangebrachte pen(28), welk verdraaibaar orgaan (29) door de pen (28),wanneer deze ëën der kettingwielen (24) passeert, naarde andere van twee eindstanden wordt verdraaid voorhet gelijktijdig verdraaien van ëën van twee draaibaarin de balk (18) opgenomen meeneemorganen (21,22), diebij het betreffende kettingwiel (24) de eerst met debalk (18) gekoppelde afbeelding (7) loslaten en eenandere afbeelding (7) met de balk (18) koppelen voorhet naderhand vertonen daarvan.

10. Inrichting volgens conclusie 9, m e t hetkenmerk, dat de draaibaar in de balk (18) opgenomenmeeneemorganen worden gevormd door assen (21) die dwarsop het vlak van het voorpaneel (2) van het huis (1)lopen en die zijn voorzien van dwarspennen (22), diezich op onderlinge afstanden bevinden en die onderlinggelijke hoeken met elkaar maken, zodanig dat bij ver¬draaiing van een as (21) over de betreffende hoek de ene dwarspen (22) een afbeelding (7) vrij zal gevenen een andere dwarspen (22) met een afbeelding (7) zalworden gekoppeld, waartoe de met een afbeelding verbondenstrip (8) is voorzien van een boven de afbeelding (7)uitstekende haak (16,17) die met een dwarspen (22) samenkan werken maar vrij langs de as (21) kan bewegen, zodanigdat de as (21) zich dicht bij de strip (8) kan bevinden.

11. Inrichting volgens conclusie 10, me t het kenmerk, dat de van de dwarspennen (22)voorziene as (21) een gelijk aantal nokken (37) draagtwaarmee een pal (36) samenwerkt die verend tegen denokken (37) aanligt, zodanig dat de as (21) slechtsin êên richting kan draaien en de koppeling tussen eendwarspen (22) en de haak (16,17) van de strip (8) vaneen afbeelding (7) niet ongewild kan worden verbroken.

12. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de koppelingsorganenworden gevormd door aan de heen en weer beweegbare balk(18) bevestigde elektromagneten (40), die samenwerkenmet een aan de afbeelding (7) aangebrachte magnetiseerbarestrip (8,41), waarbij de in- en uitschakeling van deelektromagneten (40) plaatsvindt wanneer de bewegings¬richting van de balk (18) omkeert.

13. Cassette voor gebruik bij de inrichting als beschrevenin éên of meer der voorgaande conclusies.