NL9000112A - Transportinrichting voor slachtdieren. - Google Patents

Description

Titel: Transportinrichting voor slachtdieren

Bekend is een werkwijze en inrichting voor het tijdenshet slachten van slachtdieren, in het bijzonder gevogelte,transporteren daarvan vanaf een transporteur met ophanghakennaar een verpakkingsinrichting, waarbij de slachtdieren vanuitde ophanghaken worden overgebracht naar en buffertransporteur,waarin de slachtdieren gericht worden gebufferd en vanaf debuffertransporteur gericht worden overgebracht naar eengrijpinrichting: gewezen wordt bijvoorbeeld op het Amerikaanseoctrooischrift 4.856.144.

De onderhavige aanvrage nu heeft meer in het bijzonderbetrekking op een verdere uitwerking van de genoemde werkwijzeen inrichting waarbij het geslachte dier i.c. een vogeltelkens vanaf een transporteur met dragers wordt overgebrachtnaar een verpakkingsbaan van een verpakkingsinrichting zoalsbeschreven in het Nederlandse octrooischrift 0 065 802respectievelijk het Europese octrooi 0 065 802. Dit laatsteoctrooi heeft betrekking op een verpakkingsinrichting, waarbijwordt zorggedragen dat het geslachte gevogelte telkens op dejuiste wijze in de verpakking komt.

Bij het hiervoor genoemde Amerikaanse octrooischrift4.856.144 is reeds sprake van een grijpinrichting uitgerustmet twee grijpelementen die deel uitmaken van een grijparm,waartussen het gevogelte kan worden geklemd. De grijparm kandaarbij rond een as van de buffertransporteur worden gezwenkt,waarbij het ge slachte dier op een verpakkingsbaan van eenverpakkings- of inpakinrichting wordt gepositioneerd. Volgensde onderhavige uitvinding nu is de overbrenginrichting opge¬steld daar waar de dragers ten behoeve van het overbrengentijdelijk naar onderen scharnieren, tegelijk met het naarbeneden bewegen van de grijparmen van de overbrenginrichtingdie het geslachte dier vasthouden, terwijl de transporteurverder wordt bewogen, waardoor de poten van het dier automa¬tisch uit de drager worden gelost.

Daarbij kan het tijdelijk naar beneden scharnieren van dedragers telkens plaatsvinden in een bocht van de transporteur.

In verdere uitwerking van de uitvinding toont de inrich¬ting voor het uitvoeren genoemde werkwijze het kenmerk, dat dedragers een vaste stand innemen ten opzichte van het trans-portbaangedeelte, waar de drager zich momentaan bevindt.

Elke drager kan daarbij zijn voorzien van een hulpnok diehet lossen van het geslachte dier na vastpakken daarvan doorde overbrenginrichting bevordert.

Verder kan' de inrichting zijn voorzien van een vast aaneen aandrijfbare as bevestigde hefboom, waarvan het andereeinde is voorzien van een as vast waarop aan de ene zijdebeweegbare vangarmen zijn opgesteld, terwijl de hefboom diame¬traal tegenover de vangarmen is voorzien van een sleuf waar¬doorheen een pen reikt die vast is verbonden met het frame.

Teneinde een juist verpakken te bevorderen kan terweerszijden van de verpakkingsbaan schuin ten opzichte van deverpakkingsbaan gerichte zijplaten zijn opgesteld, welkedienen voor het tegen het lichaam van het geslachte dierdrukken van de vleugels, poten of dergelijke uitstekendedelen.

Dit wordt nog verbeterd door de zijplaten trechtervormiguit voeren.

Ook kunnen daarbij de zijplaten eveneens in de transport-richting taps naar elkaar toelopend, bijvoorbeeld geknikt ofgebogen, zijn opgesteld.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onderverwijzing naar de tekening, een inrichting voor het overbren¬gen van een geslachte kip vanaf een transporteur met dragersnaar een verpakkingsinrichting worden beschreven. In de teke¬ning toont:

Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van· de inrichting vol¬gens de uitvinding;

Fig. 2 een bovenaanzicht van een op de verpakkingsbaanafgelegd dier;

Fig. 3 een aanzicht volgens de lijn III-III in fig. 2,tijdens het afleggen van het geslachte dier op de verpakkings-goot; en

Fig. 4 een aanzicht overeenkomstig de lijn IV-IV in fig.

3.

Volgens de tekening is een overbrenginrichting opgesteldter plaatse van een omkeergedeelte van een transporteur 1 metdragers 2. De overbrenginrichting op zich is voorzien van eenhefboom 3 die vast is bevestigd op een as 4 welke draaibaar isopgenomen in een steun 5 van een verder niet weergegevenframe. De as 4 is verbonden met een niet weergegeven motor.

Aan het tegenover de as 4 gelegen einde van de hefboom 3bevindt zich een as 8 waaraan enerzijds een grijpinrichting 6is bevestigd terwijl aan de tegenover gelegen zijde een bestu-ringshefboom 7 is aangebracht.

Door draaiing van de hefboom 3 rond de as 4 beweegt de as8 zich volgens de met een streep-punt-lijn weergegeven bewe-gingsbaan naar de gestippeld weergegeven stand van de bestu-ringshefboom met de grijpinrichting. Doordat de besturings-hefboom 7 is voorzien van een sleuf 19 die samenwerkt met eenvaste as 17 van het niet weergegeven frame, zal een geslachtevogel 18 vanuit de getrokken stand naar de gestreept weerge¬geven stand bewegen. In deze gestippeld weergegeven standbevindt de geslachte vogel zich boven een verpakkingsbaan ofgoot 10 van een verpakkingsinrichting: deze verpakkingsinrich¬ting kan van de soort zijn zoals beschreven in het Europeseoctrooi 0 065 802.

Boven de verpakkingsgoot bevindt zich nog een opduworgaan11 en schuine zijplaten 12, waarvan er in fig. 1 echterslechts één is weergegeven.

Opgemerkt wordt hierbij dat de grijpinrichting 6 hierslechts schematisch is weergegeven, daar deze op zich welbekend is.

Zoals uit fig. 1 en 4 blijkt is de drager voorzien vannokken 13 alsmede verder niet beschreven bedieningselementen14, die in wezen bestaan uit een veerelement die zorg draagt dat de benen 15, 16 van de drager 2 steeds verend naar elkaartoe worden geduwd.

De werking van de inrichting zal na het vorenstaandeduidelijk zijn: zodra een aangevoerd, geslacht dier 18 in degrijpinrichting 6 loopt zal deze daarin worden vastgepakt,terwijl onderwijl de transporteur 1 doorloopt. Het gevolg zalzijn dat de poten van het dier 8 los zullen komen uit dedrager 2. Dit losmaken wordt bevorderd door de nokken 13 dietot gevolg hebben dat bij het kantelen van de drager 13 tenopzichte van de'in hoofdzaak verticaal gerichte poten van hetdier 8 deze laatste als het ware uit de drager zullen wordengedraaid.

Zoals uit de tekening verder blijkt is elke zijplaat 12geknikt uitgevoerd, waardoor in alle gevallen wordt gewaar- _borgd dat uitstekende delen van het geslachte dier vlak tegenhet lijf daarvan zullen worden gedrukt tijdens het langs dezijplaten bewegen met behulp van het aandrukorgaan 11.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uit-vindingsgedachte een groot aantal wijzigingen mogelijk is.

Claims (9)

1. Werkwijze voor het overbrengen van een geslacht diervanaf een transporteur met dragers voor geslachte dieren, metbehulp van een overbrenginrichting naar een verpakkingsinrich-ting, met het kenmerk, dat de overbrenginrichting is opgestelddaar waar de dragers ten behoeve van het overbrengen tijdelijknaar onderen scharnieren, tegelijk met het naar benedenbewegen van de grijparmen van de overbrenginrichting die hetgeslachte dier vasthouden, terwijl de transporteur verderwordt bewogen, waardoor de poten van het dier automatisch uitde drager worden gelost.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hettijdelijk naar beneden scharnieren van de dragers telkensplaatsvindt in een bocht van de transporteur.

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgensconclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de dragers een vastestand innemen ten opzichte van de transporteur, waar de dragerzich momentaan bevindt.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat dedrager is voorzien van een hulpnok die het lossen van hetgeslachte dier na vastpakken daarvan door de overbreng¬inrichting bevordert.

5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgensconclusie 1, gekenmerkt door een vast aan een aandrijfbare asbevestigde hefboom (3), waarvan het andere einde is voorzienvan een as (8) vast waarop aan de ene zijde beweegbare vang¬armen (6) zijn opgesteld, terwijl de hefboom (7) diametraaltegenover de vangarmen is voorzien van een geleidingssleuf(19), waardoorheen een pen (17) reikt die vast is verbondenmet het freem.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat degeleidingsstang is voorzien van een sleuf waardoorheen een penreikt die vast is verbonden met het frame.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij hetgeslachte dier gericht kan worden afgelegd op een verpakkings- baan, met het kenmerk, dat ter weerszijden van de verpakkings-baan trechtervormig boven de verpakkingsbaan opgesteldegeleideplaten (12) zijn opgesteld, welke dienen voor het tegenhet lichaam van het geslachte dier drukken van de vleugels,poten of dergelijke uitstekende delen.

8 Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat dezijplaten geknikt of gebogen zijn uitgevoerd.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, datde zijplaten eveneens in de transportrichting taps naar elkaartoelopend zijn bpgesteld.