NL8902970A - Klepvergrendelinrichting voor een bandcassette. - Google Patents

Klepvergrendelinrichting voor een bandcassette. Download PDF

Info

Publication number
NL8902970A
NL8902970A NL8902970A NL8902970A NL8902970A NL 8902970 A NL8902970 A NL 8902970A NL 8902970 A NL8902970 A NL 8902970A NL 8902970 A NL8902970 A NL 8902970A NL 8902970 A NL8902970 A NL 8902970A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
latch
spring
locking
protruding
Prior art date
Application number
NL8902970A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Skc Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Skc Ltd filed Critical Skc Ltd
Publication of NL8902970A publication Critical patent/NL8902970A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08735Covers

Landscapes

  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Casings For Electric Apparatus (AREA)

Description

Klepvergrendelinrichting voor een bandcassette.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bandcassette voor een bandrecorder (in het hiernavolgende aangeduid met VTR), en meer in het bijzonder op een klepvergrendelinrichting van de bandcassette waarbij, wanneer de bandcassette in de VTR is ingebracht en wanneer de band van de bandcassette is blootgelegd doordat een zich aan de voorzijde van de bandcassette bevindende klep is geopend, een koptrommel van de VTR de band kan raken om op de band geregistreerde audio- en videosignalen te reproduceren of om audio- en videosignalen op de band te registreren, en wanneer de bandcassette uit de VTR is uitgeworpen, de band van de cassette is beschermd doordat de klep is gesloten.
Conventioneel is een magnetische band-cassette voor gebruik in de VTR voorzien van een aan de voorkant van de boven- en onderbehuizing van de bandcassette gemonteerde klep, en in één zijde van de klep is een klepgrendel aanwezig die door een klepveer de klep vergrendelt en vrijgeeft. Wanneer de bandcassette in de VTR wordt ingebracht, wordt de klepgrendel door een vrijgeefstaaf van de VTR vrijgegeven en wordt de klep geopend door de herstelkracht van de klepveer. Wanneer de bandcassette uit de VTR wordt uitgeworpen, sluit de klepgrendel de klep om de band te beschermen tegen externe invloeden.
Voor het bereiken van deze doelen omvat de bekende klepvergrendelinrichting een aan de voorzijde van een bovenbehuizing 2 en een onderbehuizing 2a van de magnetisch bandcassette 1 gemonteerde klep 3 die geopend en gesloten kan worden, zoals getoond in fig. 10. De klepvergrendelinrichting omvat verder een klepgrendel 4 die zich in een klep-grendelinbrengkanaal 7 bevindt dat aan ëén zijde van de van de bovenbehuizing 2 en de benedenbehuizing 2a van de bandcassette 1 is gevormd, welke klepgrendel 4 is voorzien van een veerdraagdeel 6, draaipennen 8 en 8a, een vierkant uitstekend gedeelte 9, en een uitstekend vergrendelgedeelte 10, waarbij het veerdraagdeel 6 wordt gedragen door een om gebogen gedeelte 5a van een op een inwendige grendelveerpen 12 van de klep 3 gemonteerde klepveer 5. Aan de buitenonderzijde van het klepgrendelinbrengkanaal 7 van de benedenbe-huizing 2a is een uitstekend eindgedeelte 14 gevormd voor het vormen van een ruimte 13. Voorts omvat de bekende klep-vergrendelinrichting een niet weergegeven grendel- en vrijgeef staaf die in de VTR kan binnendringen. De klepgrendel 4 wordt door de klepveer 5 zodanig voorgespannen, dat het vierkante uitstekende gedeelte 9 zich in het klepgrendelinbrengkanaal 7 bevindt en daarbij onder het uitstekende eindgedeelte 14 uitsteekt. Daarom wordt, wanneer de magnetische band-cassette 1 in de VTR wordt ingebracht of daaruit wordt uitgeworpen, de klepgrendel 4 in aanraking gebracht met de klepveer 5 om de klep 3 te vergrendelen of te ontgrendelen.
De conventionele klepvergrendelinrichting wordt echter bediend wanneer het veerdraagdeel 6 van de klepgrendel 4 en het gebogen gedeelte 5a van de klepveer met elkaar in contact worden gebracht, maar de bovenzijde van het klep-draagdeel 6 van de klepgrendel 4 wordt in een horizontale toestand gehouden, de raakbewerking tussen de bovenzijde van het veerdraagdeel en het gebogen gedeelte 5a van de klepveer 5 kan niet soepel tot stand worden gebracht en daardoor wordt een kraken en een wrijvingsweerstand veroorzaakt. In dit geval, vanwege het kraken en de wrijvingsweerstand, kunnen de grendel- en ontgrendeloperaties van de klepgrendel 4 ook niet soepel tot stand worden gebracht en aldus kan een onzekere open- en sluitoperatie van de klep 3 worden gecreeerd.
Bovendien heeft het in het klepgrendelinbrengkanaal 7 van de bovenbehuizing 2 en onderbehuizing 2a van de band-cassette 1 ingebrachte vierkante uitstekende gedeelte 9 van de klepgrendel 4 een vierkante vorm, terwijl het hoekpunt van het aan de buitenzijde van het klepgrendelinbrengkanaal 7 van de onderbehuizing 2a gevormde uitstekende eindgedeelte 14 een hoek heeft zodat het vierkante uitstekende gedeelte 9 zich naar de buitenzijde uitstrekt. Daarom wordt, wanneer de klep 3 van de bandcassette 1 wordt vergrendeld waarbij de klepgrendel 4 wordt gedraaid, het vierkante uitstekende gedeelte 9 vaak geklemd aan het uitstekende uiteindgedeelte 14 van de onderbehuizing 2a. Dienovereenkomstig kan, omdat de klep 3 geen nauwkeurige beweging kan hebben voor grendel-of vrijgeefoperaties, de werking van de bandcassette 1 verslechteren terwijl tevens de levensduur wordt verminderd aangezien slijtage kan optreden vanwege een door het vierkante uitstekende gedeelte 9 en het uitstekende gedeelte 14 veroorzaakt klemmen. Bovendien neemt het lawaai van de VTR bij het afspelen of registreren toe, en het assembleren van de klepgrendel 4 door een assemblerend persoon is bijzonder omslachtig vanwege het klemmen tussen het vierkante uitstekende gedeelte en het uitstekende eindgedeelte.
Verder, wanneer het uitstekende grendelgedeelte 10 van de klepgrendel 4, die in het in de bovenbehuizing 2 en de onderbehuizing 2a aangebrachte klepgrendelinbrengkanaal 7 is ingebracht en door de klepveer 5 wordt gedragen voor het vergrendelen en vrijgeven van de klep 3, is vergrendeld aan een binnengrendelnok 20 van de klep door de elastische kracht van de klepveer 5, kan een overmatige vergrendeling worden gecreëerd vanwege het ontbreken van een extra grendel-stoporgaan. Daarom wordt, wanneer de klep 3 van bandcassette 1 uit de vergrendelde toestand wordt vrijgegeven, de vrij-geefoperatie in de vergrendelde toestand van de klep 3 niet gemakkelijk tot stand gebracht aangezien de bediening van het uitstekende grendelgedeelte 10 van de klepgrendel 4 niet soepel tot stand kan worden gebracht door het overmatige grendelverschijnsel, en aldus, aangezien een bediening van de grendelvrijgeefstaaf binnen de VTR onnodig groot moet zijn, wordt de werking van de VTR verminderd. Bovendien, aangezien de klepveer 5 is ingebracht tussen de boven- en onderbehuizing 2, 2a en de klep 3, is het assembleren van de klepveer 5 door een assemblerend persoon ongemakkelijk vanwege het ontbreken vaneen extra grendelleidorgaan voor het fixeren van de grendelveer 5.
Verder gebeurt het bij het assembleren van de klep-veer vaak, dat de klepveer wegspringt door de elasticiteit daarvan.
Dienovereenkomstig heeft de conventionele grendel-inrichting veel nadelen.
Het is een doel van de uitvinding een verbetering te verschaffen voor een klepvergrendelinrichting van een bandcassette waarbij de in de bovengenoemde bekende klepvergrendelinrichting aanwezige nadelen zijn geëlimineerd.
Voor het bereiken van dit doel wordt een klepvergrendelinrichting voor een videocassette verschaft met een boven- en onderbehuizing en een op deze behuizingen beweegbaar gemonteerde klep die bewogen kan worden tussen een geopende positie en een gesloten positie, welke klepvergrendelinrichting een klepgrendel omvat met een draaiorgaan om genoemde klepgrendel draaibaar te monteren binnen de boven- en onderbehuizingen voor een draaibeweging tussen een klepvergrendelpositie en een klepvrijgeefpositie, en een afgeronde groef in de bovenzijde van een veerdraag-onderdeel van de klepgrendel, en een vierkant uitstekend gedeelte van de klepgrendel met aan de bovenzijde een convex gedeelte, en een hoek van het met het vierkante uitstekende gedeelte corresponderende uitstekende eindgedeelte dat is voorzien van een concaaf gedeelte.
De precieze aard van de onderhavige uitvinding, en andere doelen en voordelen daarvan, zullen duidelijk worden uit een beschouwing van de volgende beschrijving onder verwijzing naar de begeleidende tekening, waarin gelijke verwijzingstekens gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: fig. 1 een algemeen perspectiefaanzicht is dat een bandcassette volgens de onderhavige uitvinding illustreert; fig. 2 een uitvergroot perspectiefaanzicht is dat de bandcassette volgens de onderhavige uitvinding toont; fig. 3 een uitvergroot perspectiefaanzicht is van essentiële onderdelen volgens de onderhavige uitvinding; fig. 4 een uitvergroot perspectiefaanzicht is dat een combinatie van essentiële onderdelen volgens de onderhavige uitvinding toont; fig. 5{a) en 5(b) respectievelijk uitvergrote zijaanzichten zijn van essentiële onderdelen volgens een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 6(a) en 6(b) respectievelijk uitvergrote zijaanzichten zijn van essentiële onderdelen volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 7(a) en 7(b) respectievelijk uitvergrote zijaanzichten zijn van essentiële onderdelen volgens een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 8 een uitvergroot perspectiefaanzicht is van essentiële onderdelen volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 9(a) - 9(c) respectievelijk aanzichten in doorsnede zijn van essentiële onderdelen van de in fig. 8 getoonde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en fig. 10 een uitvergroot perspectiefaanzicht is dat een bandcassette volgens de stand van de techniek illustreert.
Thans wordt verwezen naar de fig. 1 t/m 4 die een videobandcassette 101 tonen die is voorzien van een klep-vergrendelinrichting volgens de onderhavige uitvinding.
De videobandcassette 101 omvat een bovenbehuizing 102 en een onderbehuizing 102a, en een klep 103 die steunt tegen een klepveer 105 en draaibaar op de behuizing is gemonteerd om te kunnen bewegen tussen een geopende positie en een gesloten positie. De klepvergrendelinrichting omvat een klepgrendel 104 die is ingebracht in een inbrengkanaal 107 dat gevormd is aan één zijde van de behuizing 102, 102a.
De bovenzijde van een veerdraagdeel 106 van de klepgrendel 104 voor het vergrendelen en vrijmaken van de klep 103, is voorzien van een afgeronde groef 115. Een de afgeronde groef 115 rakende en hiermee bij vergrendel- en vrijmaak- handelingen tezamen bediend uiteinde van de klepveer 105 is uitgevoerd als een ringvormig gedeelte 105a om het raken tussen de klepgrendel 104 en de klepveer 105 soepeler te laten verlopen. Aan de onderzijde is de klepgrendel 104 j voorzien van een vierkant uitstekend gedeelte 109. Door de elasticiteit van de klepveer 105 bevindt de klepgrendel zich in het klepgrendelinbrengkanaal 107, waarbij het vierkante uitstekende gedeelte 109 van de klepgrendel 104 uitsteekt voorbij een uitstekend eindgedeelte 114 van het klep-i grendelinbrengkanaal 107 van de onderbehuizing 102a. De bovenzijde van het vierkante uitstekende gedeelte 109 is voorzien van een convex gedeelte 116, en een hoek van het uitstekende eindgedeelte 114 van de onderbehuizing 102a dat met het convexe gedeelte 116 correspondeert, is voorzien van een concaaf gedeelte 117 zodat het uitstekende gedeelte 109 van de klepgrendel 104 niet tegen het eindgedeelte 114 van de onderbehuizing 102a klemt wanneer de klep 103 wordt vergrendeld en vrijgegeven.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het veerdraagonderdeel 106 van de klepgrendel 104 aan de onderzijde voorzien van een uitstekend gedeelte 118, en is een achterdeel van het klepgrendelinbrengkanaal 107 van de onderbehuizing 102a corresponderend met het uitstekend gedeelte 118 voorzien van een gren-delonderdeel 119 zodat, wanneer een grendelnok 110 van de klepgrendel 104 met een inwendige grendelnok 120 van de klep 103 is vergrendeld, geen overmatig grendelverschijnsel wordt gecreëerd.
Bovendien, zoals in fig. 8 getoond, is een inwendig gedeelte van de klep 103, welke beweegbaar is gemonteerd aan de voorzijde van de boven- en onderbehuizingen 102, 102a van de bandcassette 101 door de klepgrendel 104 en de klepveer 105, voorzien van een uitstekend veerfixeer-gedeelte 121, een klepgrendelpen 112, en een uitstekend veerleidgrendelgedeelte 123 dat hoger is gepositioneerd dan een veergrendelgedeelte 122, en aldus wordt de klep- veer 105 gemakkelijk met de klep 103 gekoppeld.
Zoals getoond in de fig. 5(a) en 5(b), die respectievelijk uitvergrote zijaanzichten zijn volgens de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, moet het veerdraagonderdeel 106 van de klepgrendel 104 gedraaid worden om de klep 103 te vergrendelen en vrij te geven wanneer de magnetische band-cassette 101 in de (niet weergegeven) videobandrecorder wordt ingebracht of daaruit wordt uitgeworpen. Het veerdraagonderdeel 106 is voorzien van de afgeronde groef 115, en het voor het aan de klepgrendel 104 verschaffen van de elasticiteit met deze' afgeronde groef rakende uiteinde van de klepveer 105 is gevormd door het ringvormige gedeelte 105a. Hierdoor kunnen vergrendel- en vrijgeefhandelingen van de klepgrendel 104 soepel tot stand worden gebracht aangezien de afgeronde groef 115 van het veerdraagonderdeel 106 van de klepgrendel 104 en het ringvormige gedeelte 105a van de veer 105 elkaar op een glijdende manier raken wanneer de klepgrendel 104 wordt gedraaid.
Daardoor kunnen open- en sluitoperaties van de klep 103 soepel tot stand worden gebracht en kan het optreden van een schrapend verschijnsel van de klepgrendel worden voorkomen.
In de fig. 6(a) en 6(b) zijn respectievelijk uitvergrote zijaanzichten volgens een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding getoond. Zoals getoond in de fig. 6(a) en 6(b) is de bovenzijde van het vierkante uitstekende ondergedeelte 109 van de klepgrendel 104 voor het vergrendelen en ontgrendelen van de klep 103 door de elasticiteit van de klepveer 105 en de elasticiteit een uitgeoefende kracht van de (niet weergegeven) grendelvrij-geefstaaf wanneer de magnetische band-cassette 101 in de videobandrecorder wordt ingebracht of daaruit wordt uitgestoten, voorzien van een convex gedeelte 116, en is de hoek van het externe uitstekende eindgedeelte 114 van het klep-grendelinbrengkanaal 107 van de onderbehuizing 102a, dat correspondeert met het convexe gedeelte, voorzien van een concaaf gedeelte 117 zodat het uitstekende ondergedeelte 109 van de klepgrendel 104 niet klemraakt tegen het uitstekende eindgedeelte 114 van de onderbehuizing 102a wanneer de klepgrendel 104 tijdens grendel- en vrijgeefoperaties van de klep 103 wordt gedraaid, en aldus kan de klep 103 grendel- en vrijgeefoperaties correct tot stand brengen. Bijgevolg kan geen schuren optreden tussen het uitstekende eindgedeelte 114 van de onderbehuizing 102a en het vierkante uitstekende gedeelte 109 van de klepgrendel 104.
In de fig. 7(a) en 7(b) zijn respectievelijk uitvergrote zijaanzichten volgens de derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding getoond.
Zoals in de fig. 7(a) en 7(b) getoond, is de bovenzijde van het veerdraagonderdeel 106 van de klepgrendel 104 die is opgesteld binnen het klepgrendelinbrengkanaal 107 van de boven- en onderbehuizing 102, 102a en tegen de ene zijde van de klepveer 105 steunt om de klep 103 te grendelen door de elasticiteit van de klepveer 105, voorzien van een uitstekend stopgedeelte 118, en is het achterdeel van het klepgrendelinbrengkanaal 107 corresponderend met het uitstekend gedeelte voorzien van een grendelonderdeel 119 zodat een overmatig grendelverschijnsel van de grendelnok 110 van de klepgrendel 104 niet optreedt aangezien het uitstekende stopgedeelte in aanraking is met het grendelorgaan wanneer de onderste grendelnok 110 van de klepgrendel 104 door de elasticiteit van de klepveer 105 is vergrendeld aan de inwendige grendelnok 120 van de klep 103 van de magnetische band-cassette 101. Daarom kan de vrijgeefoperatie vanuit de vergrendelde toestand van de klep soepel tot stand worden gebracht.
In de fig. 9(a) - 9(c) zijn respectievelijk doorgesneden aanzichten volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding getoond. Zoals is getoond in fig. 9(a) - 9 (c)', is de aan de voorzijde van de magnetische band-cassette 101 voor het bewegen tussen een geopende stand en een gesloten stand gemonteerde klep 103 aan de binnen zijde voorzien van een uitstekend veerfixeergedeelte 121, een veergrendelpal 112, en een boven een veergrendelgedeelte 122 gepositioneerd uitstekend veerleigrendelgedeelte 123.
Als de klepveer 105 op de klep wordt aangebracht, wordt de klepveer 105 in de aan de binnenzijde van de klep 103 aangebrachte veergrendelpen 112 ingebracht, en ién uiteinde van de klepveer wordt vergrendeld met het veerfixeergedeelte 121 en het andere uiteinde van de klepveer wordt vergrendeld met het uitstekende veerleigrendelgedeelte 123, en dan wordt de klepveer gekoppeld met de bovenbehuizing 102 en de klep, en daardoor wordt het assembleren van de klepveer gemakkelijk tot stand gebracht aangezien het met het inwendige uitstekende veerleigrendelgedeelte 123 vergrendelde ene uiteinde van de klepveer 105 gescheiden is van het uitstekende gedeelte 123 en vergrendeld aan het op de bovenbehuizing 102 gemonteerde veerfixeergedeelte 121.
Zoals in het voorgaande is beschreven, is volgens de onderhavige uitvinding de bovenzijde van het veerdraagonder-deel van de klepgrendel voor het vergrendelen en vrijgeven van de klep wanneer de magnetische band-cassettè in de video-bandrecorder wordt ingebracht of daaruit wordt uitgeworpen, voorzien van een afgeronde groef, en is één uiteinde van de klepveer die deze groef door de elasticiteit steunt, gevormd als een ringvormig gedeelte en kan aldus een draai-operatie van de klepgrendel en grendel- en vrijgeefoperaties van de klep soepel tot stand worden gebracht, terwijl een schraapverschijnsel van het veerdraagonderdeel van de klepgrendel en lawaai van de videobandrecorder niet kunnen worden gecreëerd.
Hierdoor kan de magnetische band-casette volgens de onderhavige uitvinding een verbeterde kwaliteit en levensduur verschaffen.
Bovendien is de bovenzijde van het onderste uitstekende gedeelte van de klepgrendel voor het vergrendelen en vrijgeven van de klep in de magnetische band-cassette voorzien van een convex gedeelte, en is het uitstekende eind- gedeelte van het klepgrendelinbrengkanaal van de onderbe-huizing voorzien van een concaaf gedeelte zodat het onderste uitstekende gedeelte van de klepgrendel niet tegen het uitstekende eindgedeelte van de onderbehuizing klemt wanneer de klepgrendel wordt gedraaid om de klep van de magnetische band-cassette te vergrendelen en vrij te geven, en aldus wordt de operatie van de klepgrendel correct tot stand gebracht. Hierdoor worden vergrendel- en vrijgeefoperaties van de klep ook correct tot stand gebracht om een schok tussen het onderste uitstekende gedeelte van de klepgrendel en het uitstekende eindgedeelte van de onderbehuizing te voorkomen. Aldus kunnen bij de bandcassette en de videobandrecorder optredende defecten worden voorkomen om hun functioneren te verbeteren, en vermeden kan worden dat aan het stelsel schade optreedt.
Bijgevolg kan de levensduur van de bandcassette worden verlengd. Aangezien de onderzijde van het veerdraag-onderdeel van de klepgrendel voor het vergrendelen en vrijgeven van de klep van de magnetische band-cassette is voorzien van een uitstekend stopgedeelte terwijl het achterdeel van het klepgrendelinbrengkanaal van de onderbehuizing is voorzien van het grendelonderdeel, wordt verder, wanneer de onderste grendelnok van de klepgrendel wordt gedraaid om het binnengrendelonderdeel van de klep door de veerelas-ticiteit van de klepveer te vergrendelen, de bovenste uitstekend stopklepgrendel vergrendeld met het grendelonderdeel van het klepgrendelinbrengkanaal van de onderbehuizing en wordt de grendeloperatie gestopt. Tegelijkertijd wordt een overmatig grendelverschijnsel van de klep voorkomen en aldus kan de vrijgeefoperatie vanuit de vergrendelde toestand van de klep soepel tot stand worden gebracht. Bijgevolg is het werkzame gebied van de grendelvrijgeefstaaf van de videobandrecorder niet onnodig groot en kan de functie van de videobandrecorder worden verbeterd. Verder kan de klep de vrijgeefoperatie soepel tot stand brengen en kan de bandcassette in kwaliteit en levensduur stijgen.
Bovendien, aangezien het uitstekende veerfixeer-gedeelte, de veergrendelpen, en het boven-gepositioneerde uitstekende veerleigrendelgedeelte in plaats van het veer-grendelgedeelte van de bovenbehuizing is aangebracht aan de binnenzijde van de klep voor het dragen van de klep-grendel voor het grendelen en vrijgeven van de klep van de magnetische band-cassette en voor het gemakkelijk koppelen van de in het binnendeel van de klep ingebrachte veer, en wanneer de klepveer is ingebracht in de veergrendelpen en één uiteinde van de klepveer is vergrendeld met het uitstekende veerleigrendelgedeelte, en gekoppeld met de bovenbehuizing, is één uiteinde van de klepveer gescheiden van het uitstekende veerleigrendelgedeelte en vergrendeld aan het uitstekende veerfixeergedeelte van de bovenbehuizing, en zijn de assembleerwerkzaamheden van de klepveer eenvoudig, de onderhavige uitvinding kan het effect tot stand brengen van het reduceren van de hoeveelheid assemblage-uitval van de klepveer en de waarde economisch vermeerderen door het uitvallen van de veer bij de assembleerwerkzaamheden van de klepveer te voorkomen, evenals de werkmogelijkheid en de produktiecapaciteit om de assembleertijd van de klepveer te verminderen.
Het zal echter duidelijk zijn dat er geen bedoelingen zijn om de uitvinding te beperken tot de specifieke beschreven vormen maar daarentegen moet de uitvinding alle modificaties, alternatieve constructies en equivalenten dekken die vallen binnen de geest en omvang van de uitvinding zoals in de bijgevoegde conclusies tot uitdrukking is gebracht.

Claims (5)

1. Klepvergrendelinrichting voor een bandcassette met een bovenbehuizing en een onderbehuizing en een op genoemde twee behuizingen beweegbaar gemonteerde klep voor het bewegen tussen een geopende positie en een gesloten positie, welke klepgrendelinrichting een klepgrendel omvat met draai-organen voor het draaibaar monteren van de grendel binnen de behuizing voor een draaibare beweging tussen een klep-grendelpositie en een klepvrijgeefpositie, met het kenmerk, dat de klepgrendelinrichting omvat: - een contactorgaan voor het soepel opnemen van de raak-actie tussen de klepgrendel en een klepveer in de grendelen vrijgeefoperatie van de klep? - een orgaan voor het voorkomen van een klemmen van de klepgrendel bij een draaien daarvan; en - een grendelstuurorgaan voor het elimineren van een overmatige vergrendeling van de grendel.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bovenzijde van een veerdraagonderdeel van de klepgrendel voor het vergrendelen en vrijgeven van de klep is voorzien van een afgeronde groef, en dat één uiteinde van de klepveer de afgeronde groef raakt en hiermee samenwerkt, is voorzien van een ringvormig gedeelte.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bovenzijde van een onderste uitstekend gedeelte van de klepgrendel welke wordt gedraaid voor een beweging tussen een open positie en een gesloten positie, is voorzien van een convex gedeelte, en waarbij een uitstekend eindgedeelte van de onderbehuizing corresponderend met het convexe gedeelte is voorzien van een concaaf gedeelte.
4. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de onderzijde van het veerdraagonderdeel van de klep-grendel voor het vergrendelen en vrijgeven van de klep, is voorzien van een uitstekend stopgedeelte, en waarbij een achterdeel van de behuizing van de onderbehuizing 102a corresponderend met het uitstekend stopgedeelte is voorzien van een vergrendelend onderdeel.
5. Klepvergrendelinrichting voor een bandcassette met een beweegbaar aan de voorzijde van de boven- en onder-behuizingen gemonteerde klep voor het bewegen tussen een geopende positie en een gesloten positie, welke inrichting omvat een uitstekend veerfixeergedeelte binnen één zijde van de door een klepveer geïnstalleerde klep welke beweegbaar is voor de vergrendel- en vrijgeefbeweging; en een uitstekend veerléigrendelgedeelte dat zich bevindt boven in plaats van een veergrendelpositie van de bovenbehuizing, met het kenmerk, dat de klepveer gemakkelijk wordt geïnstalleerd.
NL8902970A 1988-12-06 1989-12-01 Klepvergrendelinrichting voor een bandcassette. NL8902970A (nl)

Applications Claiming Priority (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
KR880020133 1988-12-06
KR880020133 1988-12-06
KR880020197 1988-12-07
KR880020189 1988-12-07
KR880020190 1988-12-07
KR880020190 1988-12-07
KR880020189 1988-12-07
KR880020197 1988-12-07
KR880020295 1988-12-09
KR880020295 1988-12-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902970A true NL8902970A (nl) 1990-07-02

Family

ID=27532114

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902970A NL8902970A (nl) 1988-12-06 1989-12-01 Klepvergrendelinrichting voor een bandcassette.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5084799A (nl)
JP (1) JPH0718072Y2 (nl)
DE (1) DE8914202U1 (nl)
FR (1) FR2640071B1 (nl)
GB (1) GB2227478B (nl)
NL (1) NL8902970A (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5169088A (en) * 1989-08-04 1992-12-08 Shape, Inc. Video cassette combined dust door and dust door latch spring
US5026000A (en) * 1989-08-04 1991-06-25 Shape Inc. Video cassette integral dust door latch/spring
US5390057A (en) * 1989-12-27 1995-02-14 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Cassette loading apparatus
US5114092A (en) * 1991-01-10 1992-05-19 Paul J. Gelardi Low cost video cassette
EP0773547B1 (en) * 1990-11-30 1999-06-23 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Tape cassette
JPH04349283A (ja) * 1991-05-27 1992-12-03 Sony Corp テープカセットにおけるリッドロック機構
US5308015A (en) * 1992-05-21 1994-05-03 Lcv Associates Dust door arrangement for video cassettes
US5351941A (en) * 1993-08-13 1994-10-04 Hwang Paul C Constant force spring system
US5596464A (en) * 1993-10-12 1997-01-21 Sony Corporation Locking assembly for a lid member of a tape cassette
JPH11185428A (ja) * 1997-12-19 1999-07-09 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気テープカセット
JPH11250613A (ja) * 1998-03-04 1999-09-17 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気テープカセット
JP2000339905A (ja) * 1999-05-25 2000-12-08 Sony Corp テープカセット
US6956717B2 (en) * 2001-04-17 2005-10-18 Fuji Photo Film Co., Ltd. Recording media cartridge

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS593759A (ja) * 1982-06-30 1984-01-10 Hitachi Ltd 磁気テ−プカ−トリツジの蓋ロツク機構
US4466583A (en) * 1982-08-12 1984-08-21 T/B & H Home Video Cassette door latch
DE3331258C2 (de) * 1983-08-30 1986-11-20 Agfa-Gevaert Ag, 5090 Leverkusen Magnetbandkassette
US4628389A (en) * 1983-09-13 1986-12-09 Tdk Corporation Lock member for the lid of a magnetic tape cassette
CA1233248A (en) * 1984-09-14 1988-02-23 Sony Corporation Video tape cassette
JPH0731426Y2 (ja) * 1985-01-19 1995-07-19 ソニー株式会社 テープカセット
DE3504965A1 (de) * 1985-02-13 1986-08-14 Agfa-Gevaert Ag, 5090 Leverkusen Frontklappenverriegelung von magnetbandkassetten insbesondere videobandkassetten
KR900009622Y1 (ko) * 1987-09-29 1990-10-15 주식회사 에스케이씨 비디오 테이프 카세트용 록커
JPH01132548U (nl) * 1988-03-07 1989-09-08

Also Published As

Publication number Publication date
GB2227478A (en) 1990-08-01
JPH02110077U (nl) 1990-09-03
GB2227478B (en) 1992-12-09
FR2640071A1 (fr) 1990-06-08
US5084799A (en) 1992-01-28
JPH0718072Y2 (ja) 1995-04-26
DE8914202U1 (de) 1990-04-05
FR2640071B1 (fr) 1994-02-18
GB8927179D0 (en) 1990-01-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5293293A (en) Disk cartridge for exchangeably accommodating a disk-shaped recording medium
US5924782A (en) Computer having protecting means for peripheral equipment
US4485988A (en) Tape cassette
NL8902970A (nl) Klepvergrendelinrichting voor een bandcassette.
KR900008096B1 (ko) 테이프 카세트
JPH054752B2 (nl)
JPS62273652A (ja) デイスクカ−トリツジのシヤツタ開閉機構
US5796563A (en) Tape cassette having locking front cover with ribs or projection
US4646189A (en) Magnetic tape cassette with door opening mechanism
JPH0513356B2 (nl)
JP4284801B2 (ja) テープカセット
KR100200833B1 (ko) 디스크 카트리지 수납장치
JPH0834056B2 (ja) ドア装置
US4858849A (en) Tape cassette housing
US5943183A (en) Recording or reproducing apparatus having cassette lid opening device
US4899242A (en) Locking mechanism of magnetic tape cassette
JP3575186B2 (ja) ディスクカセット
JP3377643B2 (ja) 記録再生装置
KR960002758B1 (ko) 비디오 테이프 레코더의 프론트 로딩장치
JP2508971B2 (ja) テ―プカセット
KR920006916Y1 (ko) 자기테이프 카트리지의 리드(lid) 개폐장치
JP3243839B2 (ja) スプリング部材及びテープカセット
JP3570115B2 (ja) ディスクカセット
JPH0447818Y2 (nl)
JP3560207B2 (ja) 磁気テープカセット

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed