NL8902600A - Voorrapportering van een meerkleuren rotatiezeefdrukmachine. - Google Patents

Description

Voorrapportering van een meerkleuren rotatiezeefdrukmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het voorrapporteren van een rotatiezeefdrukmachine volgens de aanhef van conclusie 1.

Zo'n werkwijze is bekend uit de gepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage NL 7906131.

Het voorrapporteren is van belang om verlies aan materiaal bij het inregelen van de machine te beperken.

In een meerkleuren rotatiezeefdrukmachine, zoals die bijvoorbeeld wordt toegepast voor het bedrukken van textiel, worden de kleuren achtereenvolgens middels gedessineeerde cylindrische schablonen op een baan gedrukt. Van belang hierbij is dat de diverse kleuren in een goede relatieve positie ten opzichte van elkaar op de baan worden gebracht. Indien een nieuw dessin gedrukt dient te worden zullen de cylinderschablonen zo goed mogelijk in de goede oriëntatie in de machine geplaatst worden waarna het drukken begint. Een operator zal het drukresultaat visueel beoordelen en de machine verder bijstellen om een optimaal drukresultat te bereiken. Het bijstellen gebeurt onder ander door de oriëntatie van een schabloon ten opzichte van de andere schablonen te variëren. Dit laatste is de zogenaamde lengte-rapportering. Eveneens kan breedte- en diagonaal-rapportering worden uitgevoerd.

In de eerder genoemde aanvrage 7906131 wordt een werkwijze beschreven waarbij voor een bepaald dessin de instelling van de rotatiezeefdrukmachine, waarbij een geschikt drukresultaat verkregen werd, wordt vastgelegd in een databestand. Dit heeft als voordeel dat bij een herdruk van een bepaald dessin, indien de schablonen in de eerder gebruikte drukposities worden teruggeplaatst, een optimale voorrapportering gerealiseerd kan worden door de in het databestand vastgelegde gegevens terug tè halen en met deze gegevens de machine de juiste voorinstelling te geven. Aanloopverliezen worden hiermee sterk verminderd.

Het nadeel van deze werkwijze is dat deze geen oplossing biedt voor de voorrapportering van een dessin dat voor de eerste keer gedrukt dient te worden.

Daarnaast komt het in de praktijk voor dat bij een herdruk de voor een herdruk benodigde schablonen op een andere manier in de rotatiezeefdrukmachine geplaatst worden dan bij de eerste druk. Dit vindt zijn oorzaak mede in de plaatsing van rakelen verftoevoersystemen in de aan de herdruk voorafgaande drukgang. Het is dan soms praktischer geen onnodige machine-bedrijfstijd te verliezen voor het verplaatsten van deze systemen hetgeen resulteert in grote aanloopverliezen aan materiaal ten gevolge van het opnieuw bijstellen van de machine.

Verder kan een reden om de schablonen in een andere volgorde in de machine te leggen zijn gelegen in de wens om een andere kleurstelling te krijgen. Dit verkrijgt men door dezelfde kleuren voor een patroon te gebruiken doch de kleuren van de patroononderdelen te wisselen.

Weer een andere reden om bij een herdruk de schablonen niet terug te plaatsen in de eerder gebruikte drukposities kan zijn dat men, bij machines die meer drukposities hebben dan het aantal kleuren dat men drukt, de niet gebruikte drukposities reeds klaarmaakt voor de volgende drukgang, dit teneinde stilstandsverliezen te reduceren.

Het gevolg hiervan is dat de eerder verkregen en vastgelegde voorrapporteringsdata niet meer te gebruikten zijn omdat de data betrekking hebben op de voorrapportering van schablonen die elk in een specifieke drukpositie geplaatst zijn.

De technieken van het dessineren van cylinderschablonen worden meer en meer geoptimaliseerd zodat steeds gecompliceerder dessins met hoge resolutie te realiseren zijn. Daarnaast is er een vraag vanuit de markt naar dessins met steeds meer kleuren (twintig of meer) met daarbij dikwijls de eis van exclusiviteit. Deze laatste eis heeft als gevolg dat de metrages gedrukt textiel kleiner worden zodat de aanloopverliezen relatief hoog zijn.

Teneinde de genoemde nadelen te vermijden wordt volgens de uitvinding de onderhavige werkwijze gekenmerkt doordat de voorrapportering wordt gerealiseerd op basis van schabloon-gegevens en van drukpositie gegevens, waarbij per drukpositie een vaste voorafbepaalde betrekking tussen de schabloongege-vens en de drukpositiegegevens wordt ingesteld.

Door deze werkwijze wordt een splitsing gemaakt tussen schabloongegevens en gegevens die zijn gerelateerd aan de drukpositie waarbij de laatste gegevens geen relatie hebben met het in de drukpositie te plaatsten schabloon.

Door deze werkwijze kunnen schablonen op willekeurig te kiezen wijze over de drukposities verdeeld worden waarbij toch een goede voorrapportering kan worden gerealiseerd.

Daarnaast is het ook mogelijk om een goede voorrapportering. te verkrijgen voor dessins die voor het eerst gedrukt worden.

De gegevens van de drukposities zijn namelijk niet gerelateerd aan het dessin, terwijl de schabloongegevens met bekende meettechnieken (afstands- en/of hoekmeting) zeer nauwkeurig te verkrijgen zijn. Deze laatste gegevens behoeven niet verkregen te worden uit een drukresultaat.

De werkwijze waarmee de schabloon- en de drukpositiegegevens bepaald worden is het onderwerp van de volgconclusies.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor meerkleuren rotatiezeefdruk volgens de aanhef van conclusie 4; een dergelijke inrichting heeft volgens de uitvinding de aspekten zoals deze in het kenmerkende deel van conclusie 4 zijn beschreven.

De uitvinding heeft tenslotte betrekking op een inrichting voor het door meting vaststellen van de schabloongegevens. Laatstgenoemde inrichting wordt genkenmerkt door opspanmiddelen voor de in eindringen gevatte schablonen welke het schabloon kunnen opnemen en waarbij de hoekoriëntatie van het schabloon gevarieerd kan worden en middelen aanwezig zijn voor de éénduidige koppeling van het eindring referentiepunt met een hoekoriëntatie metingsinrichting en waarbij tevens is voorzien in een inrichting voor het observeren van de schabloon referentiepunten welke inrichting schuivend is aangebracht op een meetstaaf welke voornamelijk evenwijdig loopt aan de rotatie-as van het schabloon en de meetstaaf is voorzien van middelen om de positie van de observatie inrichting langs de meetstaaf te meten.

In een andere uitvoeringsvorm kan het schabloon vast worden opgesteld en kan bijvoorbeeld de observatie inrichting zowel langs de meetstaaf als in een voornamelijk loodrecht op de meetstaaf staande richting schuivend zijn aangebracht.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin: - figuur 1 een schematische voorstelling toont van een meerkleuren rotatiezeefdruk machine, - figuur 2 a en b een schematische weergave voorstellen van een in eindringen gevat cylinderschabloon, - figuur 3 een schematisch beeld toont van de referentie drukpositie en een andere drukpositie, - figuur 4 een schematisch beeld toont van een met een standaard schabloon bedrukte baan, - figuur 5 een voorbeeld geeft van de rapporterings-mogelijkheden van een schabloon, - figuur 6 een inrichting toont voor het bepalen van schabloongegevens, - figuur 7 schematisch een inrichting als in figuur 6 toont voor een vast opgesteld schabloon.

Een meerkleuren rotatiezeefdrukmachine bestaat uit een gestel 1 zoals in figuur 1 is aangegeven. In het gestel zijn walsen 4 en 5 opgenomen waarover een band zonder einde 2 wordt geleid.

Op de band 2 kan een baan tijdelijk geplakt of anderszins aangelegd worden met behulp van een band lijmopbrenginrichting 6 of dergelijke. De baan wordt in de richting van de pijl in figuur 1 rechts aan de machine toegevoerd en links van de band afgenomen. In de machine zijn tevens drukposities 7 en 8, a t/m g geplaatst. Een drukpositie kan een van eindringen voorzien cylindrisch schabloon aan beide zijden opnemen en in rotatie brengen zodanig dat de omtrekssnelheid van het schabloon in hoofdzaak gelijk is aan de bandsnelheid. Middels een verftoevoersysteem wordt verf toegevoerd aan de binnenzijde van het schabloon en wordt met een eveneens aan de binnenzijde van het schabloon en van de gehele breedte daarvan aangebracht rakelsysteem verf door het open gedeelte van het schabloon gedrukt. Het schabloon is in innig kontakt gebracht met de op te band aangebrachte baan, mede door de aandrukkende werking van de walsen 3, zodat de verf op baan wordt afgedrukt. Een bedieningspersoon kan het drukresultaat vanaf de drukpositie 8a waarnemen en regelend optreden door verstelling van de relevante drukpositie.

Hierbij kan de drukpositie 7 als referentiedrukpositie worden beschouwd, alhoewel in principe iedere ander drukpositie als referentiedrukpositie kan worden gebruikt.

In figuren 2 a en b is een voorbeeld gegeven van de referentiepunten die toegepast kunnen worden. Een cylinderschabloon 9 is voorzien van twee eindringen 10 en 11.

Op één der eindringen is een nok 12 aangebracht welke dienst doet als eindringreferentiepunt. Met behulp van deze nok is het mogelijk om een van eindringen voorzien cylinderschabloon in een éénduidige stand in een drukpositie te plaatsen. De hoekoriëntatie van het schabloon in de drukpositie kan met een sensor worden gemeten en eventueel elektronisch door een verwerkingseenheid worden gelezen. Deze nok brengt als het ware tevens de relatie tot stand tussen de schabloon- en drukpositiegegevens.

Door middel van bekende technieken kan de hoekrelatie tussen het eindringreferentiepunt 12 en de twee schabloon referentiepunten 13 en 14 vooraf bepaald worden. Eveneens kan door afstandsmeting het schabloongegeven gamma ( ^) (zie figuur 2) worden bepaald.

Indien het positioneren van de eindringen ten opzichte van het schabloon zodanig geschiedt dat de schabloonreferentiepunten ongeveer op een lijn 15, welke lijn loopt door de nok 12 en evenwijdig is aan de as van het schabloon, dan kan de hoekrelatie worden bepaald door een afstandsmeting (namelijk het meten van de afstanden alpha ( ) en bèta {A)r (zie figuur 2).

In figuur 3 is schematisch een referentiedrukpositie 7 en een tweede drukpositie 8 weergegeven.

Door plaatsing van tëstschablonen in positie 7 en 8 kunnen gegevens betreffende de drukpositie 8 worden gegenereerd.

Een testschabloon is bijvoorbeeld een schabloon dat is voorzien van twee kruisjes als schabloonreferentiepunten, bij voorkeur aangebracht nabij de beide uiteinden van het schabloon en zodanig dat ¢( - /A en waarbij beide schablonen dezelfde o( en ^ waarden hebben.

Indien men de machine een baan laat bedrukken dan zal het drukresultaat zijn zoals in figuur 4.

De afwijkingen tussen de positie van de kruisjes 16 en 18 en van 17 en 19 zijn een maat voor de korrektie die op de drukpositie 8 uitgevoerd dient te worden teneinde de kruisjes tot dekking te brengen.

Deze korrekties kunnen uit de relatieve positie der kruisjes door meting en berekening worden afgeleid.

Alternatief kan een operator door aanpassing van het lengte-rapport (rotatie a, zie figuur 5) breedterapport (translatie c in axiale richting) en diagonale rapport (translatie van één kan van de drukpositie, zie b) de kruisjes 16 en 18 en 17 en 19 tot dekking brengen. Indien de beide kanten van de drukpositie met tasters zijn uitgevoerd die de bewegingen registreren welke de operator heeft uitgevoerd kunnen deze registraties direct gebruikt worden om de drukpositiegegevens te bepalen en vast te leggen.

Bij deze manier kunnen voor alle drukposities éénmalig drukpositie gegevens worden gegenereerd met drukpositie 7 als referentiedrukpositie. Deze éénmalig bepaalde drukpositie gegevens zijn als het ware een vaste karakteristiek van de machine geworden.

Indien nu een nieuwe set van gedessineerde schablonen wordt ingelegd in de drukposities kunnen de schabloongegevens alpha, betha en gamma van elk schabloon worden gebruikt om de grootheden a, b en c van iedere drukpositie aan te passen zodanig dat de gehele machine in rapport drukt.

Hierbij zij opgemerkt dat ook de bij de bepaling van de drukpositiegegevens als referentiedrukpositie gebruikte positie 7 zal worden bijgesteld aan de hand van de schabloongegevens van het schabloon dat in de referentie drukpositie 7 wordt ingezet.

Eventueel kan men echter drukpositie 7 vast opstellen en de schabloongegevens van het schabloon in positie 7 verdiskonteren in de instellingen a, b en c van de overige drukposities.

Het spreekt vanzelf dat de hiervoor beschreven procedure ter bepaling van de schabloongegevens en drukpositiegegevens als voorbeeld beschouwd dient te worden en de uitvoering zich niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvorm.

Zo kunnen bijvoorbeeld de referentiepunten andere vormen hebben en elders op de eindringen of schablonen zijn aangebracht.

De hoekpositie a van een schabloon in een drukpositie kan bijvoorbeeld middels een sensor worden gemeten. Deze sensor kan bestaan uit een aan de rotatie aandrijfmiddelen bevestigde potentiometer zodat een afgetakte spanning een maat is voor de hoekoriëntatie van het schabloon.

Evenzo kunnen de posities c en b middels liniaire potentiometers geregistreerd en electronisch verwerkt worden. De drukpositiegegevens kunnen in een geheugenbestand worden opgenomen evenals de schabloongegevens.

Indien een drukgang gemaakt dient te worden kan door het combineren van de schabloongegevens met de drukpositiegegevens de drukpositie voorinstelling worden gegenereerd. De voorinstelling kan in zodanige vorm worden gepresenteerd dat een bedieningsman handmatig de voorinstelling realiseert. Mogelijk is ook om de rapporteringsmogelijkheden a, b en c te realiseren met servomotoren in combinatie met de sensoren voor a, b en c, één en ander gestuurd en gecontroleerd door een rekeneenheid.

Een inrichting ter bepaling van de schabloongegevens is schematisch weergegeven in figuur 6.

De inrichting bestaat uit een gestel 20 waarop opstaande ondersteuningen 21 en 22 zijn aangebracht. De ondersteuningen 21 dragen legeringen 23 waarin het schabloon met eindringen kan worden opgenomen. De eindring waarop het eindring-referentiepunt is aangebracht wordt in verbinding gebracht met een hoekmetingsinrichting 24. Deze verbinding is zodanig dat bij koppeling van 23 met 24 de koppeling éénduidig is, dat wil zeggen de inrichting 24 de oriëntatie van de eindring een vaste bekende waarde geeft terwijl ook de afstand van 24 tot een karakteristiek merkteken op de eindring een vaste bekende waarde krijgt.

De ondersteuningen 21 dragen ook een meetstaaf 25 waarlangs een meetmicroscoop 26 geschoven kan worden.

Door de schablonenreferentiepunten 13 en 14 in de kruisdraden van de meetmicroscoop te nemen, waarbij de meetmicroscoop langs de meetstaaf 25 geschoven dient te worden en de schabloon om z'n as geroteerd dient te worden.

Uit de omvang van de rotaties en de afstanden waarover de microscoop geschoven dient te worden kunnen de schabloon- parameters worden afgeleid.

Deze waarden kunnen visueel afgelezen worden; ook kan de hoekmetingsinrichting en de meetstaaf van electronische meetinstrumenten zijn voorzien zodat registratie en verwerking door een verwerkingseenheid mogelijk is.

Anderszins kan in het geval dat het eindringreferentiepunt en de schabloonreferentiepunten ongeveer'liggen op één lijn evenwijdig aan de schabloonas, de inrichting bestaan uit een gestel waarin het schabloon met eindringen in een vaste oriëntatie wordt ingespannen. Met een meetmicroscoop 26 die zowel langs de meetstaaf 25 bewogen kan worden als loodrecht daarop langs een tweede meetstaaf kunnen dan eveneens de schabloongegevens worden bepaald (zie figuur 7).

Claims (5)

1. Werkwijze voor het voorrapporteren van een rotatie-zeefdrukmachine (1) voor meerkleurendruk waarin de te gebruiken gedessineerde cylindrische schablonen (9) zijn voorzien van één of meer met het dessin gerelateerde schabloonreferentiepunten(13; 14); de schablonen (9) zijn voorzien van twee eindringen (10; 11) en tenminste één eindring (10) is voorzien van een eindringreferentiepunt (12) en de van eindringen (10; 11) voorziene schablonen (9) in de drukposities (7; 8) van de rotatiezeefdruk-machine (1) worden geplaatst met het kenmerk dat de voorrapportering wordt gerealiseerd op basis van onafhankelijk bepaalde schabloongegevens èn van drukpositiegegevens waarbij per drukpositie (7; 8) een vaste voorafbepaalde betrekking tussen de schabloongegevens en de drukpositiegegevens wordt ingesteld.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de schabloongegevens worden bepaald door metingen van de relatieve posities tussen het eindringreferentiepunt (12) en de schabloonreferentiepunten (13; 14).

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de drukpositiegegevens van een drukpositie (7; 8) ten opzichte van een referentiedrukpositie worden verkregen uit het drukresultaat van in de referentiedrukpositie en in de drukpositie (7; 8) opgenomen testschablonen met bekende schabloongegevens.

4. Inrichting voor meerkleuren rotatiezeefdruk waarin gedessineerde cylindrische schablonen kunnen worden opgenomen en die zijn voorzien van één of meer met het dessin gerelateerde schabloonreferentiepunten, waarbij ieder der schablonen is voorzien van twee eindringen waarvan tenminste één ring voorzien is van een eindringreferentiepunt met het kenmerk dat middelen zijn aangebracht voor de instelling van het breedte rapport, lengte rapport en diagonaal rapport en mede is voorzien in een rekeneenheid die een geheugenbestand omvat waarin voorafbepaalde drukpositie en schabloongegevens zijn opgenomen en welke rekeneenheid de drukpositie instelgegevens genereert voor de gegeven schabloon/drukpositie combinatie.

5. Inrichting voor het bepalen van de schabloongegevens met het kenmerk dat opspanmiddelen (23) voor een in eindringen gevat schabloon (28) welke het schabloon (28) kunnen opnemen aanwezig zijn en waarbij de hoekoriëntatie van het schabloon kan worden gevarieerd, waarbij voorts middelen aanwezig zijn voor de éénduidige koppeling van een eindringreferentiepunt op tenminste één der eindringen met een hoekoriëntatie metingsinrichting en waarbij tevens is voorzien in een inrichting (26) voor het waarnemen van de schabloonreferentiepunten, welke inrichting (26) schuivend is aangebracht op een meetstaaf (25) welke voornamelijk evenwijdig loopt aan de rotatie-as van het schabloon (28); waarbij de meetstaaf (25) is voorzien van middelen om de positie van de waarneem-inrichting (26) langs de meetstaaf (25) te meten.