NL8902533A - Sleepoog voor een sleepkabel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Sleepoog voor een sleepkabel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sleepoog voor een sleepkabel voor een vaartuig met een sleeplier en een achtersteven-rol. Het sleepoog is aangebracht tussen de sleeplier en de achtersteven-rol om de sleepkabel te geleiden als deze naar de ene of de andere zijde is gericht, zodat de sleepkabel niet buiten de einden van de achtersteven-rol komt. Het sleepoog is op één lijn bevestigd met de lier, bijvoorkeur midscheeps, en is naar beide zijden over een bepaalde hoek verplaatsbaar en het sleepoog moet tevens de kabel omlaag houden indien deze om wat voor reden dan ook vanaf het vaartuig naar boven zou bewegen, zodat de sleepkabel altijd op de juiste wijze naar en van de sleeplier zal lopen.

Vroeger omvatte een sleepoog een schacht waarvan één einde beweegbaar is bevestigd aan het dek van het vaartuig en het andere einde is voorzien van het geschikte oog waardoor de sleepkabel loopt vanaf de sleeplier, over de achtersteven-rol van het vaartuig en bijvoorbeeld naar het te slepen schip.

Het sleepoog is een opening in een element van gesmeed staal. Met de krachten die kunnen optreden in verband met het onderhavige onderwerp, is de slijtage van de kabel uitzonderlijk hoog als de kabel glijdt langs vaste kontaktoppervlakken in het sleepoog.

Hiervoor bekende sleepogen zijn in een zware zee tevens op een meer of minder gevaarlijke wijze opgehangen aan de sleepkabel, als er een slaphangend deel in de sleepkabel is ten gevolge van de golfbeweging.

Het is een oogmerk van de onderhavige uitvinding een sleepoog te verschaffen met een aanzienlijk verminderde slijtage op de sleepkabel, daar het sleepoog tegelijkertijd altijd in een juiste stand ten opzichte van de sleepkabel wordt gehouden zodat het sleepoog direkt dienst doet om de sleepkabel te geleiden, bijvoorbeeld na een kort moment van slaphangen van de kabel vanwege een zeebeweging.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat een draaibare schijf in het eigenlijke sleepoog is aangebracht , aan één einde van de schacht, om een kontaktopper-vlak te vormen voor de sleepkabel en deze kabel te geleiden.

Er is feitelijk geen wrijving tussen de sleepkabel en de draaibare schijf en slijtage op de sleepkabel is tot een minimum verminderd. Volgens de uitvinding, is de schacht bovendien scharnierend tussen zijn einden, zodat bij een slaphangen van de sleepkabel tussen de sleeplier en de achtersteven-rol deze mee zal geven als een kniekoppeling. Het bovenste deel van de schacht met het sleepoog en de draaibare schijf zal zodoende zijn opgehangen in een stand klaar om de sleepkabel te geleiden zodra als deze weer wordt gespannen.

De uitvinding is gekenmerkt door de in de conclusies aangegeven kenmerken en zal hieronder meer in detail worden beschreven met verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een vereenvoudigd aanzicht is van een vaartuig, gezien van opzij, met de aangegeven plaatsingen van sleeplier, achtersteven-rol en sleepoog; fig. 2 het sleepoog volgens de uitvinding toont gezien van één zijkant; fig. 3 het sleepoog toont gezien van een ten opzichte van fig. 2 over 90° gedraaide stand; en fig. 4 het oog toont als het meegeeft bij het slaphangen van een sleepkabel.

Het vaartuig 1 in fig. 1 heeft een sleeplier 2 en een achtersteven-rol 3. Tussen de achtersteven-rol 3 en de sleeplier 2 is een sleepoog 4 aangebracht om in het algemeen de sleepkabel te geleiden met de door de konstruktie toegelaten bewegingsvrijheid, zowel opzij als in een opwaartse richting, zoals aangegeven door de streeplijn 5. Zoals weergegeven, is het sleepoog 4 bevestigd aan een dek 6 van het vaartuig op zodanige wijze dat het zwenkbaar is in de noodzakelijke richtingen. Volgens de uitvinding, omvat het sleepoog een schacht 7, zoals weergegeven in de fig. 2 en 3. In zijn bovenste einde is het feitelijke oog 8 aangebracht, waardoor de sleepkabel 9 loopt, en om de kabel met een mini mum speling en slijtage te laten lopen is volgens de uitvinding een schijf 10 aangebracht in het bovenste gedeelte van het oog 8. De schijf 10 is draaibaar gemonteerd en kan met zijn rand 11 enigszins verzonken zijn in het aangrenzende materiaal 12 van het oog 8. De schacht 7 is door een geschikt uitgevoerde sluitring 13, die niet in detail zal worden beschreven omdat de vakman een groot aantal oplossingen zal vinden die geen deel uitmaken van de onderhavige uitvinding.' Een ander kenmerk van de uitvinding echter is dat de schacht 7 twee elementen A en B bevat die zijn verbonden door een koppeling 14. Als de sleepkabel 9 gespannen is, zal het sleepoog worden opgericht zoals weergegeven in fig. 2. Indien er een slaphangend deel in de sleepkabel 9 is, zal het sleepoog niet meer of minder gevaarlijk omlaag vallen, maar de koppeling 14 zal meegeven zoals weergegeven in fig. 4, zodat het bovenste deel A van het sleepoog nog op de juiste wijze zal zijn opgehangen en meer of minder loodrecht op de sleepkabel 9 staat. Het sleepoog zal dientengevolge altijd gereed zijn om de sleepkabel op de juiste wijze te geleiden e'n in kombinatie met de verminderde slijtage van de kabel ten gevolge van de schijf 10, zal het doorvoeren van de sleepkabel bevredigend zijn met een eenvoudige, stevige alsmede betrouwbare uitvoering van het sleepoog.

Claims (3)

1. Sleepoog voor een sleepkabel omvattende een schacht die aan één einde op een beweegbare wijze is bevestigd aan het dek van een sleepvaartuig, tussen de sleeplier van het vaartuig en zijn achtersteven-rol, en welke schacht aan zijn andere einde een oog heeft voor de sleepkabel, met het kenmerk, dat het oog (8) opzij is gesloten en een draaibare schijf (10) heeft die voor de kabel (9) een kontaktop-pervlak vormt en deze kabel geleidt.

2. Sleepoog volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de randen (11) van de schijf zijn verzonken in aangrenzende delen (12) van het oog.

3. Sleepoog volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de schacht (7) twee elementen (A) en (B) bevat die scharnierend zijn verbonden met behulp van een koppeling (14).