NL8902300A

NL8902300A - FLIP-UP MECHANISM FOR A REAR VIEW MIRROR FOR A VEHICLE.

Info

Publication number: NL8902300A
Application number: NL8902300A
Authority: NL
Original assignee: Iku Holding Montfoort Bv
Priority date: 1989-09-14
Filing date: 1989-09-14
Publication date: 1991-04-02
Also published as: WO1991004172A1; AU6401290A

Description

Qmklapmechanisme voor een spiegelhuis van een achteruitkijkspiegel voor een voertuig.Folding mechanism for a mirror housing of a rear-view mirror for a vehicle.

De uitvinding heeft betrekking op een omklap-mechanisme voor een spiegelhuis van een achteruitkijkspiegel voor een voertuig, welk omklapmechanisme omvat een vast met het voertuig verbindbaar draagorgaan, een draaibaar op dit draagorgaan aangebracht instrument-huis, dat verbindbaar is met het spiegelhuis en een in het instrumenthuis gemonteerde motor met toerenreductor, waarvan de uitgaande as door middel van een wrijvings-koppeling is verbonden met het draagorgaan.The invention relates to a flip-over mechanism for a mirror housing of a rear-view mirror for a vehicle, the flip-over mechanism comprising a support member which can be fixedly connected to the vehicle, an instrument housing rotatably mounted on this support member and which can be connected to the mirror housing and a instrument housing mounted motor with speed reducer, the output shaft of which is connected to the support member by a friction coupling.

Achteruitkijkspiegels voor voertuigen zijn vaak voorzien van binnen het spiegelhuis aangebrachte spiegelverstelinstrumenten, die de spiegel om twee onderling loodrechte assen kunnen verstellen om de stand van de spiegel op deze wijze te kunnen aanpassen aan de grootte resp. de zitpositie van de chauffeur van het voertuig. Het spiegelhuis zelf is om veiligheidsredenen doorgaans zwenkbaar om een nabij het voertuig gelegen as, zodat bij een stoot op het spiegelhuis dit huis om bedoelde zwenkas kan omklappen en eventueel in deze omgeklapte positie ongeveer evenwijdig aan het voertuig kan blijven staan resp. onder invloed van terugstelveren in de oorspronkelijke normale positie terugkeert.Rear-view mirrors for vehicles are often fitted with mirror adjustment devices fitted within the mirror housing, which can adjust the mirror about two mutually perpendicular axes in order to adjust the position of the mirror in this way to the respective size. the seating position of the driver of the vehicle. For safety reasons, the mirror housing itself can usually be pivoted about an axis located close to the vehicle, so that in the event of an impact on the mirror housing, this housing can fold over the intended pivot axis and, if necessary, remain approximately parallel to the vehicle in this folded position. returns to its original normal position under the influence of return springs.

Overeenkomstig de toenemende behoefe om electrisch bediende instrumenten in voertuigen toe te passen is de wens ontstaan dit omklappen van het spiegelhuis te kunnen teweegbrengen vanaf de positie achter het stuur, derhalve zonder het voertuig te verlaten. Dit biedt het voordeel dat de totale breedte van het voertuig kan worden verkleind en b.v. bij het parkeren minder ruimte in beslag wordt genomen resp.In accordance with the increasing need to use electrically operated instruments in vehicles, a desire has arisen to be able to effect this flip-over of the mirror housing from the position behind the steering wheel, therefore without leaving the vehicle. This offers the advantage that the total width of the vehicle can be reduced and e.g. when parking takes up less space, resp.

het voertuig dichter bij de muur van een garage kan worden geplaatst. Een elektrisch bedienbaar omklapmechanisme voor een spiegelhuis is b.v. bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.786.156.the vehicle can be placed closer to the wall of a garage. An electrically operated flip-over mechanism for a mirror housing is e.g. known from U.S. Patent 4,786,156.

De uitvinding beoogt een spiegelhuis-omklapmechanisme van het bovenomschreven type te verschaffen, dat voldoet aan de volgende eisen: - het omklapmechanisme mag geen vergroting van het spiegelhuis met zich brengen en dient derhalve zeer compact te zijn geconstrueerd, - in de "normale" positie van het spiegelhuis moet een trillingsvrije opstelling zijn gewaarborgd en - het omklapmechanisme moet het spiegelhuis elektrisch zowel in een "normale" gebruikspositie kunnen plaatsen alsook in een omklappositie, terwijl het omklapmechanisme geen nadelige invloed mag ondervinden bij het optreden van mechanische stoten op het spiegelhuis.The object of the invention is to provide a mirror housing folding mechanism of the above-described type which meets the following requirements: - the folding mechanism must not entail an enlargement of the mirror housing and must therefore be constructed very compactly, - in the "normal" position of the mirror housing must be ensured a vibration-free arrangement and - the folding mechanism must be able to electrically place the mirror housing in a "normal" position of use as well as in a folding position, while the folding mechanism must not be adversely affected by mechanical impacts on the mirror housing.

Het omklapmechanisme volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de zwenkas daarvan samenvalt met de hartlijn van de motor-reductoreenheid. Op deze wijze is de meest compact denkbare vorm van het omklapmechanisme verkregen.The folding mechanism according to the invention is characterized in that the pivot axis thereof coincides with the center line of the motor-gear unit. In this way, the most compact conceivable form of the folding mechanism is obtained.

De wrijvingskoppeling tussen de uitgaande as van de toeren-reductor en het vast met het voertuig verbindbare draagorgaan bestaat uit op het ondervlak van het draagorgaan aangebrachte, radiaal verlopende nokken, tegen welk ondervlak een van complementair uitgevoerde nokken voorziene ring onder invloed van een drukveer aanligt. Deze van nokken voorziene ring en de daarop werkzame drukveer zijn in rotatierichting vast verbonden met de uitgaande as van de toerenreductor.The friction coupling between the output shaft of the speed-reducing gear unit and the support member that can be fixedly connected to the vehicle consists of radially extending cams mounted on the bottom surface of the support member, against which bottom surface a ring provided with complementary cams abuts under the influence of a compression spring. This cam-provided ring and the compression spring acting thereon are fixedly connected in rotation direction to the output shaft of the speed reducer.

Bij op het spiegelhuis uitgeoefende mechanische stoten kan de van nokken voorziene ring in omtreksrichting verdraaien ten opzichte van het vast met het voertuig verbonden draagorgaan, onder meename van het gehele omklapmechanisme, met inbegrip van het geblokkeerde aandri jf systeem.With mechanical impacts applied to the mirror housing, the cam ring may rotate circumferentially with respect to the support member fixedly connected to the vehicle, including the entire tilt mechanism, including the locked drive system.

Bij beoogde, elektrische verzwenking van het spiegelhuis kan dit huis roteren om de stilstaande, uitgaande as van de toerenreductor, waarbij het instrument-huis wordt verdraaid ten opzichte van het vaste draag-orgaan.Upon intended electrical pivoting of the mirror housing, this housing can rotate about the stationary output shaft of the speed reducer, whereby the instrument housing is rotated relative to the fixed support member.

Een uitvoeringsvorm van het omklapmechanisme volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht. Hierin toont: fig. 1 een bovenaanzicht van een achteruitkijkspiegel, gemonteerd in een spiegelhuis waarbij de positie van het omklapmechanisme binnen het spiegelhuis is weergegeven; fig. 2 een vooraanzicht van het instrument volgens fig. 1; fig. 3 een bovenaanzicht van het omklapmechanisme; fig. 4 een doorsnede van het mechanisme volgens de lijn IV-IV van fig. 3; fig. 5 een zijaanzicht van het mechanisme volgens fig. 4; fig. 6 een doorsnede volgens de lijn VI-VI van fig. 4; fig. 7 een doorsnede volgens de lijn VII-VII van fig. 4; fig. 8 een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII van fig. 4; fig. 9 een doorsnede volgens de lijn IX-IX van fig. 4; fig. 10 een doorsnede volgens de lijn X-X van fig. 4; fig. 11 een onderaanzicht volgens fig. 4; fig. 12 een vereenvoudigd electrisch schema; en fig. 13 een in het instrument in te bouwen montage-printplaat.An embodiment of the flip-over mechanism according to the invention is further elucidated with reference to the drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a top view of a rear-view mirror mounted in a mirror housing, showing the position of the flip-over mechanism within the mirror housing; fig. 2 shows a front view of the instrument according to fig. 1; Fig. 3 shows a top view of the folding mechanism; Fig. 4 is a sectional view of the mechanism taken on the line IV-IV of Fig. 3; FIG. 5 is a side view of the mechanism of FIG. 4; fig. 6 shows a section according to the line VI-VI of fig. 4; Fig. 7 is a section on the line VII-VII of Fig. 4; Fig. 8 is a section on the line VIII-VIII of Fig. 4; FIG. 9 is a section on line IX-IX of FIG. 4; FIG. 10 is a section on line X-X of FIG. 4; Fig. 11 is a bottom view according to Fig. 4; Fig. 12 is a simplified electrical diagram; and FIG. 13 is a mounting PCB to be built into the instrument.

In de figuren 1-2 is een spiegelhuis 1 weergegeven met een daarin aangebrachte achteruitkijkspiegel 2.Figures 1-2 show a mirror housing 1 with a rear-view mirror 2 arranged therein.

Het spiegelhuis 1 is op een of andere wijze door middel van een steun 4 verbonden met een voertuig. Achter de spiegel 2 is schematisch een spiegelverstelinstrument 3 weergegeven, dat de spiegel 2 bij stilstaand spiegelhuis 1 kan verzwenken om twee onderling loodrechte assen X, Y. In het spiegelhuis is een omklapmechanisme 5 weergegeven met een zwenkas 6, om welke zwenkas het spiegelhuis 1 ten opzichte van de met een voertuig verbindbare steun 4 verzwenkbaar of omklapbaar is.The mirror housing 1 is somehow connected to a vehicle by means of a support 4. Behind the mirror 2 is schematically shown a mirror adjusting instrument 3, which can pivot the mirror 2 with two mutually perpendicular axes X, Y when the mirror housing 1 is stationary. is pivotable or foldable relative to the support 4 connectable to a vehicle.

Het omklapmechanisme (fig. 4) omvat een draag-orgaan 7, dat op een of andere wijze vast is verbonden met de steun 4, waarop het spiegelhuis 1 is gemonteerd.The flip-over mechanism (fig. 4) comprises a support member 7, which is somehow fixedly connected to the support 4 on which the mirror housing 1 is mounted.

In de onderrand van het draagorgaan 7 zijn daartoe een drietal tapgaten 8 aangebracht voor het daarin opnemen van bevestigingsschroeven (zie fig.2). Aan de bovenzijde is het draagorgaan voorzien van een opstaande, cilindrische rand 9 die ten opzichte van de omtrek van het draagorgaan 7 in radiale richting binnenwaarts is verschoven onder vorming van een kraag 10. In het midden van het draagorgaan bevindt zich een centrale opening 11 voor het doorlaten van de uitgangsas 12 van de aandrijfeenheid van het mechanisme, bestaande uit een motor 13 en een toerenreductor 14. De aandrijf-eenheid 13, 14 is opgenomen in een instrumenthuis 15, dat bestaat uit een onderste huisdeel 16 en een bovenste huisdeel of kap 17. De huisdelen 16, 17 zijn met behulp van schroeven 18 (fig. 3) met elkaar verbonden. Het huisdeel 16 is aan één zijde voorzien van twee stel paarsgewijze aangebrachte verbindingsogen 19 voor het daarop monteren van het spiegelhuis 1.To this end, three tap holes 8 are provided in the lower edge of the support member 7 for receiving fastening screws (see Fig. 2). At the top, the support member is provided with an upright, cylindrical rim 9 which is shifted inwardly in radial direction relative to the circumference of the support member 7 to form a collar 10. In the center of the support member is a central opening 11 for passing the output shaft 12 of the drive unit of the mechanism, consisting of a motor 13 and a speed reducer 14. The drive unit 13, 14 is contained in an instrument housing 15, which consists of a lower housing part 16 and an upper housing part or hood 17. The housing parts 16, 17 are connected to each other by means of screws 18 (fig. 3). The housing part 16 is provided on one side with two sets of connecting eyes 19 arranged in pairs for mounting the mirror housing 1 thereon.

De opstaande cilindrische rand 9 van het draagorgaan 7 steekt in de cilindervormige opening van het onderste huisdeel 16, waarbij de onderrand 20 van het huisdeel 16 aanligt tegen de kraag 10 van het draagorgaan 7. De randen 9 en 20 liggen tegen elkaar met een glijdende passing, zodat het instrumenthuis 15 verdraaibaar is ten opzichte van het draagorgaan 7. In het onderste huisdeel 16 van het instrumenthuis 15 bevindt zich een tussenschot 21 met een centrale opening 22 voor het doorlaten van de uitgaande as 12 van de toerenreductor 14. In deze opening 22 is een axiaal/radiaal lager 23 aangebracht voor het ondersteunen van het komvormige uiteinde 24 van de uitgangsas 12 van de hierna toe te lichten tweetraps-toerenreductor 14. Het onderste deel van de uitgangsas 12 is voorzien van een of meer spiebanen 25, waarover een ring 26 axiaal verschuifbaar is, welke ring 26 is voorzien van ruggen, welke kunnen glijden in de spiebanen 25. De ring 26 wordt tegen de onderzijde van het draagorgaan 7 aangedrukt gehouden door middel van een drukveer 27, waarvan het ondereinde aanligt op een opsluitplaat 28, die rust op een opsluit-ring 29, aangebracht aan het uiteinde van de uitgangsas 12.The upright cylindrical edge 9 of the support member 7 projects into the cylindrical opening of the lower housing part 16, the lower edge 20 of the housing part 16 abutting the collar 10 of the support member 7. The edges 9 and 20 lie against each other with a sliding fit so that the instrument housing 15 is rotatable relative to the support member 7. In the lower housing part 16 of the instrument housing 15 there is a partition 21 with a central opening 22 for the passage of the output shaft 12 of the speed reducer 14. In this opening 22 an axial / radial bearing 23 is provided to support the cup-shaped end 24 of the output shaft 12 of the two-speed speed reducer 14 to be explained below. The lower part of the output shaft 12 is provided with one or more keyways 25, over which a ring 26 is axially slidable, which ring 26 is provided with ridges which can slide in the keyways 25. The ring 26 is placed against the underside of the supporting member 7 held pressed by a compression spring 27, the lower end of which rests on a retaining plate 28, which rests on a retaining ring 29, arranged at the end of the output shaft 12.

Het ondervlak van het draagorgaan 7 (zie fig. 10) is voorzien van radiaal verlopende nokken 30, die in doorsnede trapeziumvormig zijn uitgevoerd. Het bovenvlak van de ring 26 is van complementair gevormde radiaal verlopende nokken voorzien, welke nokken door de veer 27 worden gedrukt in de nokdalen van het ondervlak van het draagorgaan 7. Op deze wijze kan de ring 27 slechts ten opzichte van het draagorgaan 7 in omtreks-richting verschuiven, indien daarop relatief grote krachten worden uitgeoefend, b.v. door een stootbelasting die wordt uitgeoefend op het met de verbindingsorganen 19 verbonden spiegelhuis 1. De ring 26 zal in dat geval over één of meer nokken 30 verspringen waarbij de ring 27 eventueel ook in een tussenstand kan blijven staan.The bottom surface of the support member 7 (see Fig. 10) is provided with radially extending cams 30, which are of trapezoidal cross-section. The top surface of the ring 26 is provided with complementary shaped radially extending cams, which cams are pressed by the spring 27 into the cam valleys of the bottom surface of the support member 7. In this way, the ring 27 can only be circumferentially relative to the support member 7 shift direction, if relatively great forces are exerted on it, e.g. by an impact load exerted on the mirror housing 1 connected to the connecting members 19. In that case the ring 26 will stagger over one or more cams 30, the ring 27 possibly remaining in an intermediate position.

In die tussenstand zullen de nokken 30 van het draagorgaan 7 en de complementaire nokken van de ring 26 niet meer in elkaar grijpen. Tussen het ondervlak van het draagorgaan 7 en het bovenvlak van de ring 26 is een metalen voering 31 aangebracht, waarvan de vorm is aangepast aan de vorm van het ondervlak van het draagorgaan 7.In that intermediate position, the cams 30 of the carrying member 7 and the complementary cams of the ring 26 will no longer interlock. Between the bottom surface of the support member 7 and the top surface of the ring 26, a metal liner 31 is arranged, the shape of which is adapted to the shape of the bottom surface of the support member 7.

De elektrische verstelling van het spiegelhuis vanuit de "normale" positie naar de parkeerpositie of omgekeerd vindt plaats met behulp van de aandrijfeenheid , bestaande uit de motor 13 en de toerenreductor 14. De toerenreductor 14 bestaat uit een tweetraps planetair vertragingssysteem, dat het duidelijkst is weergegeven in de fign. 4, 6 en 7. De eerste trap 32 van de toerenreductor 14 omvat twee planeetwielen 33, die enerzijds in ingrijping zijn met een tandwiel 34, aangebracht op de uitgaande as van de motor 13 en anderzijds met een vertande ring 35, aangebracht op de binnenwand van een in het bovenste huisdeel 17 opgesloten komvormige schijf 35a. De planeetwielen 33 zijn aangebracht op een planeetdrager 36, die is voorzien van een tandwiel 37, dat het zonnewiel vormt voor de tweede trap 38 van de toerenreductor 14. Dit zonnewiel 37 is in ingrijping met drie losse tandwielen 39, welke in axiale richting zijn voorzien van twee verschillende vertandingen 40, 41 die slechts een gering aantal tanden van elkaar verschillen, b.v. één tand. De bovenste vertanding 40 is in ingrijping met een tandkrans 42, aangebracht aan de binnenzijde van een binnen het onderste huisdeel 16 aangebrachte bus 16a, terwijl de onderste vertanding 41 van elk tandwiel 39 in ingrijping is met een tandkrans 43, aangebracht binnen het komvormige deel 24 van de uitgaande as 12.The electrical adjustment of the mirror housing from the "normal" position to the parking position or vice versa is effected by means of the drive unit, consisting of the motor 13 and the speed gearbox 14. The speed gearbox 14 consists of a two-stage planetary deceleration system, which is shown most clearly in Figs. 4, 6 and 7. The first stage 32 of the speed reducer 14 comprises two planetary gears 33 which are engaged on the one hand with a gear wheel 34 mounted on the output shaft of the motor 13 and on the other hand with a toothed ring 35 mounted on the inner wall of a cup-shaped disc 35a enclosed in the upper housing part 17. The planet wheels 33 are mounted on a planet carrier 36, which is provided with a gear wheel 37, which forms the sun gear for the second stage 38 of the speed reducer 14. This sun gear 37 meshes with three separate gears 39, which are provided in axial direction of two different teeth 40, 41 which differ only a small number of teeth, eg a tooth. The upper toothing 40 meshes with a toothed rim 42 disposed on the inside of a sleeve 16a disposed within the lower housing portion 16, while the lower toothing 41 of each sprocket 39 meshes with a toothed rim 43 disposed within the cup-shaped portion 24 of the output shaft 12.

De eerste trap 32 van de toerenreductor 14 heeft een vertraging van 16 op 1, terwijl de tweede trap 38 van de toerenreductor 14 een vertraging van +_ 180 op 1 heeft, zodat de totale vertraging van de toerenreductor 14 ongeveer 3000 bedraagt. Deze grote vertraging heeft het voordeel dat een kleine motor 13 kan worden gekozen, welke aan de uitgangsas 12 een relatief groot koppel kan leveren. Daarnaast heeft de tweetraps-toerenreductor 14 het belangrijke voordeel dat deze een spelingvrije aandrijving oplevert, die op de drie punten P-Q-R (fig. 7) is gekoppeld met de kern 24 van de uitgaande as 12, welke punten P-Q-R bovendien op relatief grote afstand van de hartlijn 6 van het mechanisme zijn gelegen.The first stage 32 of the speed reducer 14 has a delay of 16 to 1, while the second stage 38 of the speed reducer 14 has a delay of + 180 to 1, so that the total delay of the speed reducer 14 is about 3000. This large delay has the advantage that a small motor 13 can be selected, which can supply a relatively large torque to the output shaft 12. In addition, the two-speed speed reducer 14 has the important advantage that it provides a backlash-free drive, which is coupled at the three points PQR (fig. 7) to the core 24 of the output shaft 12, which points PQR, moreover, at a relatively large distance from the centerline 6 of the mechanism are located.

Werking: a.Normale verstellingOperation: a.Normal adjustment

Bij het bekrachtigen van de motor 13 zou de uitgangsas 12 met een vertraging van ongeveer 3000 op 1 gaan roteren, indien deze uitgangsas 12 niet zou zijn geblokkeerd door de in elkaar grijpende nokken 30 van het draagorgaan 7 en de van complementaire nokken voorziene ring 26. De uitgangsas 12 staat derhalve stil en de motor 13, de toerenreductor 14 en het daarmee via de verbindingsorganen 19 verbonden spiegelhuis 1 roteert vanuit de "normale" positie (zie fig. 1 en fig. 9) naar de "parkeerpositie" waarin het spiegelhuis 1 ongeveer evenwijdig aan de zijwand van het voertuig staat. Bij bekrachtiging van de motor 13 in omgekeerde richting wordt het spiegelhuis 1 vanuit de "parkeerstand" naar de in fig. 9 weergegeven "normale" stand verzwenkt.When the motor 13 is energized, the output shaft 12 would rotate with a deceleration of about 3000 to 1 if this output shaft 12 were not blocked by the interlocking cams 30 of the support member 7 and the ring 26 provided with complementary cams. The output shaft 12 is therefore stationary and the motor 13, the speed reducer 14 and the mirror housing 1 connected thereto via the connecting members 19 rotate from the "normal" position (see fig. 1 and fig. 9) to the "parking position" in which the mirror housing 1 is approximately parallel to the side wall of the vehicle. When the motor 13 is energized in the reverse direction, the mirror housing 1 is pivoted from the "parking position" to the "normal" position shown in FIG.

Tijdens deze zwenkbeweging van het spiegelhuis roteert de onderrand 20 van het onderste huisdeel 16 ten opzichte van de stilstaande kraag 10 van het draagorgaan 7.During this pivoting movement of the mirror housing, the bottom edge 20 of the lower housing part 16 rotates relative to the stationary collar 10 of the support member 7.

De "parkeerstand" en de "normale" stand van het spiegelhuis wordt vastgelegd met behulp van twee microschakelaars 45, 46, weergegeven in de fign. 4 en 9.The "parking position" and the "normal" position of the mirror housing are determined by means of two microswitches 45, 46, shown in Figs. 4 and 9.

De schakelstiften 47, 48 van deze microschakelaars 45, 46 lopen in stuurgroeven, aangebracht op de cilindrische rand 9 van het draagorgaan 7. De schakelstift 47 van de microschakelaar 45 loopt in de stuurgroef 49 en kan buiten de stuurgroef 49 lopen over de buitenwand van de cilindrische rand 9 van het draagorgaan 7. De schakelstift 48 van de microschakelaar 46 loopt normaliter over de buitenwand van de cilindrische wand 9 van het draagorgaan 7 en kan zich radiaal verplaatsen in de stuurgroef 50, die in fig. 9 met stippellijnen is weerge- geven. In omtreksrichting en in axiale richting liggen de stuurgroeven 49, 50 op afstand van elkaar. In de "normale" positie van het spiegelhuis is de microschakelaar 45 juist uitgeschakeld en ligt de schakelstift 47 van deze microschakelaar 45 in het begin van de stuurgroef 49. In deze stand kan de motor 13 slechts rechtsom worden bekrachtigd (zie fig.-12), waarbij het spiegelhuis 1 en derhalve het onderste huisdeel 16 zich rechtsom verplaatst naar de parkeerstand, waarbij de motor 13 1 wordt gestopt zodra de schakelstift 48 treedt in de stuurgroef 50. De schakelstift 47 ligt in dat geval aan tegen het buitenvlak van de cilindrische rand 9 van het draagorgaan 7, zodat vanuit de parkeerstand het spiegelhuis 1 slechts linksom kan worden verplaatst naar de in fig. 9 weergegeven normale stand.The switching pins 47, 48 of these microswitches 45, 46 run in control grooves, arranged on the cylindrical edge 9 of the support member 7. The switching pin 47 of the microswitch 45 runs in the control groove 49 and can extend beyond the control groove 49 over the outer wall of the cylindrical edge 9 of the support member 7. The switching pin 48 of the microswitch 46 normally runs over the outer wall of the cylindrical wall 9 of the support member 7 and can move radially in the control groove 50, shown in broken lines in FIG. . In the circumferential direction and in the axial direction, the control grooves 49, 50 are spaced apart. In the "normal" position of the mirror housing, the microswitch 45 has just been switched off and the switching pin 47 of this microswitch 45 is located in the beginning of the control groove 49. In this position, the motor 13 can only be energized clockwise (see fig. 12). the mirror housing 1 and therefore the lower housing part 16 moving clockwise to the parking position, the motor 13 1 being stopped as soon as the switching pin 48 enters the control groove 50. In this case the switching pin 47 rests against the outer surface of the cylindrical edge 9 of the support member 7, so that from the parking position the mirror housing 1 can only be moved counterclockwise to the normal position shown in Fig. 9.

Uit de hierboven beschreven "normale" verstelling van het spiegelhuis 1 volgt dat er tenminste twee verschillende wrijvingsniveaus in het aandrijfsysteem aanwezig moeten zijn - een hoog wrijvingsniveau tussen het draagorgaan 7 en de ring 26 voor het blokkeren van de uitgaande as 12. Dit hoge wrijvingsniveau wordt verkregen door de trapeziumvormige oploopnokken 30 - een lager gelegen "normaal" wrijvingsniveau tussen de rand 20 van het huisdeel 16 en de kraag 10 van het draagorgaan 7. Deze "normale", steeds aanwezige wrijving tussen de rand 20 en de rand 9/kraag 10 zorgt voor het dempen van eventueel optredende trillingen, die kunnen ontstaan tengevolge van in de aandrijving aanwezige speling.From the "normal" adjustment of the mirror housing 1 described above, it follows that there must be at least two different levels of friction in the drive system - a high level of friction between the support member 7 and the ring 26 for locking the output shaft 12. This high level of friction is obtained by the trapezoidal ramps 30 - a lower "normal" friction level between the edge 20 of the housing part 16 and the collar 10 of the support member 7. This "normal", always present friction between the edge 20 and the edge 9 / collar 10 dampens any vibrations that may occur as a result of play in the drive.

b. Verstelling ten gevolge van stoten op het spiegelhuis Op het spiegelhuis 1 uitgeoefende stoten worden via de verbindingsogen 19 doorgeleid naar het huisdeel 16, dat op de punten P, Q, R (fig. 7) is gekoppeld met de tweetraps-toerenreductor 14, die slechts in de richting motor 13-uitgangsas 123 aandrijfbaar is en in tegengestelde richting geblokkeerd. Het huisdeel 16 kan zich derhalve niet verplaatsen ten opzichte van het draagorgaan 7. Via de op de punten P, Q, R geblokkeerde aandrijving wordt de uitgaande as 12 daarvan over een bepaalde hoek verdraaid onder indrukking van de veer 27 en het over elkaar verschuiven van de complementaire oploopnokken 30 in enerzijds het draagorgaan 7 en anderzijds de ring 26.b. Adjustments as a result of impacts on the mirror housing Impacts exerted on the mirror housing 1 are passed on via the connecting eyes 19 to the housing part 16, which is coupled at points P, Q, R (fig. 7) to the two-stage speed reducer 14, which can be driven in the direction of the motor 13 output shaft 123 and blocked in the opposite direction. The housing part 16 can therefore not move relative to the supporting member 7. Via the drive blocked at the points P, Q, R, the output shaft 12 thereof is rotated through a certain angle, while the spring 27 is displaced and one over another the complementary run-on cams 30 in the carrying member 7 on the one hand and the ring 26 on the other.

Ten gevolge van een op het spiegelhuis 1 uitgeoefende stootbelasting kan de ring 26 in twee verschillende eindstanden ten opzichte van het draagorgaan 7 terechtkomen, namelijk - een eindstand waarbij de complementaire nokken 30 in de ring 26 respectievelijk het draagorgaan 7 weer in elkaar grijpen. De ring 26 is dan over een geheel aantal nokken 30 verschoven, zodat tussen de onderdelen 7, 26 hetzelfde hoge wrijvingsniveau aanwezig is als voor het ondergaan van de stootbelasting. Het spiegelhuis 1 kan dan weer op de boven beschreven wijze ("normale" verstelling) in de normale of de "parkeerstand" worden gebracht.As a result of an impact load exerted on the mirror housing 1, the ring 26 can end up in two different end positions relative to the support member 7, namely - an end position at which the complementary cams 30 in the ring 26 and the support member 7 interlock again. The ring 26 is then displaced over a whole number of cams 30, so that the same high friction level is present between the parts 7, 26 as for the impact load. The mirror housing 1 can then be brought back into the normal or the "parking position" in the manner described above ("normal" adjustment).

- een eindstand waarbij de complementaire nokken 30 niet in, maar 0£ elkaar zijn gelegen. De ring 26 is dan over een niet-geheel aantal nokken 30 verschoven. Bij electrische verstelling vanuit deze positie moet er voor worden gezorgd dat eerst de uitgangsas 12 bij stilstaand huisdeel 16 zolang wordt geroteerd totdat de complementaire nokken 30 van de onderdelen 7, 26 weer in elkaar grijpen en vervolgens, bij voortgaande bekrachtiging van de motor 13, het huisdeel 16 wordt verdraaid ten opzichte van het draagorgaan 7. De wrijvingsweerstand tussen de onderdelen 7, 26 bij o£ elkaar staande nokken 30 moet derhalve geringer zijn dan de wrijvingsweerstand tussen de rand 20 van het huisdeel 16 en de kraag 10 van het draagorgaan 7.- an end position in which the complementary cams 30 are not located in one another, but in each other. The ring 26 is then displaced over an incomplete number of cams 30. When electrically adjusted from this position, it must be ensured that the output shaft 12 is rotated first with stationary housing part 16 until the complementary cams 30 of parts 7, 26 engage again and then, with continued actuation of the motor 13, housing part 16 is rotated relative to the support member 7. The frictional resistance between the parts 7, 26 at mutually protruding cams 30 must therefore be less than the frictional resistance between the edge 20 of the housing part 16 and the collar 10 of the support member 7.

Aan de onderzijde van het draagorgaan 7 wordt een meeraderige elektrische kabel 51 in het instrument geleid. Twee aders dienen voor het leveren van de voedingsspanning aan de motor 13, terwijl een meeraderige kabel 52 het instrument verlaat voor het leveren van voedingsspanning en signalen aan het spiegelverstelinstrument 3, voor het om twee onderling loodrechte assen verstellen van de spiegel 2.A multi-core electrical cable 51 is fed into the instrument at the bottom of the support member 7. Two wires serve to supply the supply voltage to the motor 13, while a multi-core cable 52 leaves the instrument to supply supply voltage and signals to the mirror adjusting instrument 3, to adjust the mirror 2 about two mutually perpendicular axes.

In fig. 12 is een vereenvoudigd schakelschema voor de motor 13 met behulp van de twee eindschakelaars 45, 46 weergegeven. Parallel aan elke eindschakelaar 45, 46 is een diode 53 aangebracht, welke diode stroomtoevoer aan de motor 13 bij geopende eindschakelaar 45 respectievelijk 46 blokkeert. De motor 13 wordt ingeschakeld met behulp van een in het voertuig geplaatste schakelaar 54.Fig. 12 shows a simplified circuit diagram for the motor 13 using the two limit switches 45, 46. A diode 53 is arranged parallel to each limit switch 45, 46, which blocks diode power supply to the motor 13 when the limit switch 45 and 46 are opened. The engine 13 is started using a switch 54 placed in the vehicle.

Fig. 13 toont een montageplaat 55 voor het daarop aanbrengen van de eindschakelaars 45, 46 met bijbehorende diodes, ontstoringselementen etc. Deze montageplaat 55 wordt in het huisdeel 17 gemonteerd (zie fig. 4).Fig. 13 shows a mounting plate 55 for mounting the limit switches 45, 46 with associated diodes, interference suppression elements, etc. This mounting plate 55 is mounted in the housing part 17 (see fig. 4).

Claims

1. Flip-over mechanism for a mirror housing of a vehicle rear-view mirror, which flip-over mechanism - a support member fixedly connectable to the vehicle - an instrument housing rotatably mounted on this support member, • connectable to the mirror housing - a motor mounted in the instrument housing- gear unit, the output shaft of which is connected to the support member by means of a friction coupling, characterized in that the pivot axis (6) of the folding mechanism (5) coincides with the center line of the motor gear unit (13-14).

Folding mechanism according to claim 1, characterized in that the support member (7) is provided at the top with an upright, cylindrical rim (9) to form a laterally projecting collar (10), which rim (9) with sliding fit is accommodated in a cylindrical opening at the bottom of the instrument housing (15), the bottom edge (20) of which abuts against the protruding collar (10) under spring pressure.

Folding mechanism according to claims 1-2, characterized in that the support member (7) on the bottom surface is provided with radially extending cams (30), against which bottom surface a ring (26) provided with complementary cams under the influence of a compression spring (27) rests.

Flip-over mechanism according to claim 3, characterized in that the output shaft (12) of the speed reducer (14) extends through a central opening (22) of the support member (7), the part protruding outside the support member (7) being surrounded by a compression spring (27) sandwiched between the cam ring (26) and a retaining disk (28) mounted on the end of the gear shaft (12), the ring (26) being rigidly connected to the output shaft shaft (12) of the speed reducer (14).

Folding mechanism according to one of claims 1 to 4, characterized in that the output shaft (12) of the speed reducer (14) is provided with an internally toothed cup (24), which is via an axial / radial bearing (23) supported on a bulkhead (21) of the instrument housing (15), which housing can rotate with the motor (13) energized about the stationary output shaft (12) of the speed reducer (14) and the upright cylindrical rim (9) of the support member ( 7).

Flip-over mechanism according to any one of claims 1 to 5, characterized in that two microswitches (45, 46) are accommodated in the wall of the instrument housing (15), each provided with a switching pin (47, 48), the free end of which can insert into a steering groove (49, 50) provided in the upright edge (9) of the support member (7).

Flip-over mechanism according to claim 6, characterized in that the control grooves (49, 50) of the two shift pins (47, 48) are spaced apart both in the circumferential direction and in the axial direction of the flip-over mechanism (5).

Flip-over mechanism according to claims 6-7, characterized in that the control grooves are designed such that in the normal position of the mirror housing (1) the first microswitch (45) is switched off and the second microswitch (46) is switched on while in the tilted position the second microswitch (46) is turned off and the first (45) is turned on.