NL8902103A - Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot. - Google Patents

Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot. Download PDF

Info

Publication number
NL8902103A
NL8902103A NL8902103A NL8902103A NL8902103A NL 8902103 A NL8902103 A NL 8902103A NL 8902103 A NL8902103 A NL 8902103A NL 8902103 A NL8902103 A NL 8902103A NL 8902103 A NL8902103 A NL 8902103A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
runway
arm
boat
davit
hoisting
Prior art date
Application number
NL8902103A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Schat Davit Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Schat Davit Bv filed Critical Schat Davit Bv
Priority to NL8902103A priority Critical patent/NL8902103A/nl
Priority to DE1990604762 priority patent/DE69004762T2/de
Priority to ES90202237T priority patent/ES2046676T3/es
Priority to EP19900202237 priority patent/EP0414321B1/en
Priority to NO903671A priority patent/NO173223C/no
Priority to FI904145A priority patent/FI904145A0/fi
Priority to PCT/NL1991/000032 priority patent/WO1992015480A1/en
Publication of NL8902103A publication Critical patent/NL8902103A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B23/00Equipment for handling lifeboats or the like
    • B63B23/28Devices for projecting or releasing boats for free fall

Description

Titel: Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot.
De uitvinding heeft betrekking op een lanceerinrichting voor een vrije-valboot met een hellende afloopbaan aan een boordzijde van een schip of van een off-shore installatie, waarop een reddingsboot losmaakbaar vergrendelbaar is.
Aan boord van zeeschepen en bij off-shore eilanden worden naast reddingsinstallaties waarbij vaartuigen of vlotten onder invloed van de zwaartekracht worden afgevierd, ook vrije-val-boten toegepast. Deze zijn aan een boordzijde op een hellende afloopbaan verankerd met de boeg naar de buitenboordzijde gericht. Nadat de boot is bemand wordt de vergrendeling gelost en glijdt de boot van de hellende baan af.
Een voordeel van vrije valboten is dat deze zich door de valbeweging direct van de installatie af bewegen. Een ander voordeel is dat, eenmaal te water, er geen ontkoppelingshan-delingen behoeven te worden verricht.
Een bezwaar is dat deze vorm van te water laten niet altijd kan plaatsvinden, b.v. in het geval dat ijs en wrakstukken in het water drijven, waarop de boot kan stukslaan.
Voor het oefenen met een vrije valboot zal deze telkens weer moeten worden opgehesen en in de gestouwde stand op de afloopbaan moeten worden geplaatst.
Zowel voor het geval dat de boot gecontroleerd in het water moet worden neergelaten als voor het hijsen en op de afloopbaan plaatsen van de boot, is derhalve een vier- en hijsinrichting nodig.
De uitvinding beoogt een voorziening bij de afloopbaan van een vrije-valboot, die onafhankelijk van energie-aanvoer, in staat stelt de boot zowel via vrije val als gecontroleerd te water te laten, en die verder de mogelijkheid verschaft een in het water liggende boot aan te haken, op te hijsen en op de afloopbaan te stouwen. Voor deze laatste handelingen is uiteraard wel energie nodig.
Volgens de uitvinding is de afloopbaan kantelbaar gelegerd en bij geloste vergrendeling kantelbaar tussen een binnenwaarts gekantelde stand, waarbij de afloopbaan een van de boordzijde van een schip of off-shore-installatie, afhellende paraatstand inneemt en een buitenwaarts gekantelde stand, waarbij de af-loopbaan zich in hoofdzaak omlaag gericht, langs de buiten-boordzijde uitstrekt, welke kantelbare afloopbaan deel uitmaakt van een davit die bij buitenwaarts gekantelde afloopbaan werkzaam kan zijn voor het ophijsen of neerlaten van een vrije-valboot.
Voor het via vrije val te water laten van een boot is er geen verschil met bekende installaties. Wanneer echter wordt gekozen voor het gecontroleerd neerlaten van de boot, wordt deze aan de davit bevestigd, wordt de afloopbaan onder de boot weggekanteld en wordt de boot door de davit neergelaten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de afloopbaan onder een vaste hoek verbonden met een hijs/vierarm en is het davitsamenstel van afloopbaan en hijs/vierarm scharnierend langs de boordzijde van een schip of off-shore-installatie gelegerd met het zwaartepunt van het samenstel aan de buitenboordzijde van het scharnier, waarbij de davit kantelbaar is tussen een binnenwaartse eindstand, waarin de afloopbaan zich in een vergrendelbare, hellende paraatstand bevindt en een buitenwaartse eindstand, waarin de afloopbaan zich in hoofdzaak verticaal omlaag, langs de boordzijde uitstrekt terwijl de hijs/vierarm zich buitenboord, met de kop van de arm voorbij de afloopbaan uitstrekt.
Wanneer wordt gekozen voor het gecontroleerd te water laten van een op de afloopbaan vergrendelde boot, wordt deze aan een over de kop van de hijs/vierarm geleide lierkabel bevestigd. De davit wordt naar voorste stand gekanteld, waarin de afloopbaan zich recht omlaag langs de boordzijde uitstrekt. Tijdens deze kantelbeweging wordt het gewicht van de boot overgenomen door de hijskabel en nadat de afloopbaan onder de boot is weggekanteld kan de boot door afvieren te water worden gelaten .
Bij voorkeur is de inrichting voorzien vaneen lier waarvan de kabel naar de kop van de hijs/vierarm is geleid , welke lier, in samenhang met het door de zwaartepuntsligging ten opzichte van het scharnier bepaalde positieve uitdraaikoppel van de davit, zowel met als zonder op de afloopbaan geplaatste boot, zodanig instelbaar is, dat bij het ontgrendelen van de afloopbaan, de davit gecontroleerd door de remmend uitvierende lier, naar de buitenboord-eindstand kantelt.
Bij het gecontroleerd aan een hijskabel neerlaten van een aanvankelijk op de hellende afloopbaan geplaatste boot zal dan, nadat de afloopbaan onder de boot is weggekanteld, het afvieren automatisch volgen totdat de boot te water is gelaten.
Opdat het voor de inzittenden van een neergelaten boot mogelijk is de verbinding met de hijskabel te verbreken kan verder volgens de uitvinding gebruik worden gemaakt van een ophangblok van een zodanig gewicht dat alleen het blok, zonder verdere daaraan hangende last, in staat is de lierkabel te vieren. Nadat een neergelaten boot op het water drijft zal de lierkabel onder invloed van het gewicht van het ophangblok verder uitvieren en zal de spanning in de hijskabel worden opgeheven, zodat het blok makkelijk van de boot kan worden losgemaakt. Een ander voordeel van deze maatregel is dat het bij een te water gelaten boot, b.v. bij oefeningen, mogelijk is, zonder de lier in vierende zin aan te drijven, het ophangblok neer te laten om de boot aan te haken en op te hijsen.
Verder kan volgens de uitvinding bij de kop van de hijsarm een aanslag voor het ophangblok zijn aangebracht zodat de lier behalve voor het gecontroleerd naar buiten kantelen van het samenstel van afloopbaan en hijs/vierarm, tevens kan worden gebruikt voor het uit de buitenwaartse eindstand terugkantelen van het samenstel van afloopbaan en hijs/vierarm naar de binnenwaartse eindstand.
Wanneer een te water gelaten boot weer moet worden opgehesen gaat men als volgt te werk. Is de boot door afwerpen in vrije val neergelaten dan moet eerst de davit naar de buiten-boordstand worden gekanteld. Bij een gecontroleerd neergelaten boot is dit reeds gebeurd.
Voor zover nodig wordt de hijskabel neergelaten en aan de boot vastgemaakt. Vervolgens wordt de lier in opwikkelende zin aangedreven zodat de boot uit het water wordt gehesen. Deze hijsbewerking wordt zolang volgehouden totdat het ophangblok de aanslag bij de kop van de hijs/vierarm raakt. Vanaf dit moment zal het doortrekken met de lier het binnenwaarts kantelen van de davit veroorzaken terwijl de boot op dezelfde afstand van de kop van de arm blijft. Daardoor wordt de boot binnenwaarts getrokken tot deze een positie boven de afloopbaan bereikt op het moment dat de afloopbaan zijn parate, hellende uitgangsstand bereikt. De afloopbaan kan nu worden vergrendeld en de boot kan op de afloopbaan worden neergelaten. Nadat de boot op de afloopbaan is vergrendeld kan het ophangblok van de boot worden gelost en de boot is gereed voor een vrije val lancering.
Voor het gecontroleerd te water laten van de vrije-valboot wordt deze, na aan het hijsblok te zijn bevestigd, van de afloopbaan losgekoppeld en bij het buitenwaarts kantelen wordt de boot automatisch van de afloopbaan getild. Bij het vervolgens afvieren van de boot is het mogelijk dat de resultante van de op de hijsarm werkende kabelkrachten zodanig ten opzichte van het scharnier verloopt, dat de davit in de binnenwaartse kan-telstand wordt gehouden en de afloopbaan het verder zakken van de boot in de weg staat.
Door volgens de uitvinding de hijsarm te voorzien van een vangnok die over een beperkte kantelhoek van de hijsarm werkzaam is voor het ondersteunen van het hijsblok, kan de boot tijdelijk aan de vangnok worden opgehangen, zodat het samenstel van davit en boven de afloopbaan hangende boot naar de buiten-boordstand kantelt. De vangnok, die de vorm kan hebben van een van de hijsarm uitstekende haak, kan daarbij zodanig zijn bemeten, dat na een kantelbeweging van het davitsamenstel die de afloopbaan buiten de neerlaatbaan van de boot brengt, het hijsblok niet meer door de haak wordt ondersteund en de boot kan worden afgevierd.
De kantelbare davit kan eveneens worden gebruikt voor het corrigeren van de afloopbaanhelling bij verschillende slagzij-posities.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de kantelbare zwaartekrachtdavit voor een vrije-valboot worden beschreven.
Fig.l is een zij-aanzicht van de davit in de binnenwaartse kantelstand, geschikt voor het in vrije val lanceren van een reddingsboot; fig.2 toont de davit volgens fig.l in de stand waarin de boot gecontroleerd door de davit kan worden neergelaten; en fig.3A en 3B zijn vergrote details van de kop van de hijs/vierarm in twee verschillende kantelstanden.
In de tekening is aan een boordzijde van een eiland 1 of andere installatie, kantelbaar om een scharnier 2, een davit 3 aangegeven, die in hoofdzaak is samengesteld uit een afloopbaan 4 en een door een frame 5 onder een vaste hoek mee verbonden hijs/vierarm 6. De davit 3 is in fig.l afgebeeld in een binnenwaartse kantelstand, waarin de afloopbaan in de paraatstand buitenwaarts helt voor het in vrije val lanceren van een daarop geplaatste reddingssloep 7. De op en tussen rollen 8 rustende sloep 7 is vanaf de sloep vergrendelbaar ten opzichte van de afloopbaan 4.
Wanneer de omstandigheden het lanceren van de sloep 7 in vrije val niet toelaten, kan deze met behulp van de davit 3 gecontroleerd worden neergelaten.
Hiertoe wordt de sloep via z.g.n. spruiten 11 bevestigd aan het oog 12 van een hijsblok 13, dat via een aanslag 14 is bevestigd aan een over rollen 15 geleide kabel 16 van een lier 17. Nabij de kop 18 van de hijs/vierarm 6 strekt een haakvormige vangnok 19 zich over een beperkte afstand buitenwaarts uit van de hijs/vierarm 6. In de binnenwaarts gekantelde stand van de davit 3 (zie fig.l en fig.3A), is de hijs/vierarm 6 vrijwel verticaal gericht en rust het hijsblok 13 op de vangnok 19. Na het opheffen van de sloepvergrendeling wordt het gewicht van de (bemande) sloep 7 via het hijsblok 13 overgedragen op de vangnok 19. Bij het vieren van de lierkabel 16 wordt de davit, nadat de afloopbaan is ontgrendeld, doordat het zwaartepunt van het samenstel van davit 3 en boot 7 is gelegen aan de buiten-boordzijde van het scharnier 2, naar de buitenboordstand volgens fig.2 gekanteld, waarbij de vangnok 19 het hijsblok 13 blijft ondersteunen totdat de hijs/vierarm 6 de in fig.3B afgeheelde kantelstand heeft bereikt, waarin de vangnok 19 het hijsblok 13 heeft vrijgegeven. Deze kantelstand van de hijs- en vierarm 6 correspondeert met een zodanige krachtverdeling in de kabel dat het samenstel van afloopbaan 4, hijs/vierarm 6 en sloep 7 ook zonder oplegging op de vangnok 19 tot de buitenwaartse eindstand doorkantelt en.het frame 5 aanligt tegen een aanslag 20, hetgeen correspondeert met een vrijwel verticale positie van de afloopbaan, naast en buiten het neerlaattraject van de sloep 7.
Het hijsblok 13 heeft voldoende gewicht om de hijskabel 16, ook zonder aangehangen sloep, uit te vieren. Dit is van belang in verband met de mogelijkheid met de kantelbare zwaartekrachtdavit en een vrije-valboot te kunnen oefenen, waarbij de sloep telkens uit het water moet worden gehaald en weer op de afloopbaan moet worden geïnstalleerd.
Na een oefenlancering in vrije val bevindt de davit zich in de in fig.l afgebeelde stand. Voor het ophijsen van de sloep moet de davit eerst in de in fig.2 afgebeelde stand worden gebracht. Dit geschiedt door de afloopbaan 4 bij 9 te ontgrendelen en de lierrem te lossen. Onder invloed van de buitenwaartse zwaartepuntsligging kantelt de davit 3 vanzelf naar de buitenboordstand en het inmiddels door de vangnok 19 vrijgegeven hijsblok 13 zakt, onder uitvieren van de lierkabel 16 naar het wateroppervlak, alwaar de sloep kan worden aangehaakt. Door de lier aan te drijven wordt de sloep gehesen totdat het hijsblok 13 de aanslag 14 raakt. De lier 17 trekt dan de davit 3 binnenwaarts en de sloep 7 komt op korte afstand boven de weer in de paraatstand teruggekeerde afloopbaan 4 te hangen. Nadat de afloopbaan 4 weer is vergrendeld (bij 9), kan de sloep op de afloopbaan worden neergelaten en ten opzichte van de baan 4 worden vergrendeld.
De ligging van de leirollen 15 is zo gekozen dat tijdens het hijsen van de sloep alleen de sloep omhoog beweegt en niet de davit 3 wordt teruggekanteld.
Bij het hijsen van een gecontroleerd neergelaten sloep bevindt de davit zich reeds in de in fig.2 afgebeelde, buitenwaarts gekantelde stand en kan meteen het hijsblok aan de te water liggende sloep worden gekoppeld.

Claims (7)

1. Lanceerinrichting voor een vrije-valboot met een hellende afloopbaan aan een boordzijde van een schip of van een offshore installatie/ waarop een reddingsboot losmaakbaar vergren-delbaar is, met het kenmerk, dat de afloopbaan (4) kantelbaar is gelegerd en bij geloste vergrendeling (9) kantelbaar is tussen een binnenwaarts gekantelde stand, waarbij de afloopbaan (4) een van de boordzijde van een schip of off-shore-instal-latie (1), afhellende paraatstand inneemt en een buitenwaarts gekantelde stand, waarbij de afloopbaan (4) zich in hoofdzaak omlaag gericht, langs de buitenboordzijde uitstrekt, welke kantelbare afloopbaan (4) deel uitmaakt van een davit (3) die bij buitenwaarts gekantelde afloopbaan (4) werkzaam kan zijn voor het ophijsen of neerlaten van een vrije-valboot (7) .
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afloopbaan (4) onder een vaste hoek is verbonden met een hijs/vierarm (6) en het davitsamenstel (30 van afloopbaan (4) en hijs/vierarm (6) scharnierend (2) langs de boordzijde van een schip of off-shore-installatie (1) is gelegerd met het zwaartepunt van het samenstel aan de buitenboordzijde van het scharnier (2), waarbij de davit (3) kantelbaar is tussen een binnenwaartse eindstand, waarin de afloopbaan (4) zich in een vergrendelbare (9), hellende paraatstand bevindt en een buitenwaartse eindstand, waarin de afloopbaan (4) zich in hoofdzaak verticaal omlaag, langs de boordzijde uitstrekt terwijl de hijs/vierarm (6) zich buitenboord, met de kop (12) van de arm voorbij de afloopbaan (4) uitstrekt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van en lier (17) waarvan de kabel naar de kop (12) van de hijs/vierarm (6) is geleid, welke lier (17), in samenhang met het door de zwaartepuntsligging ten opzichte van het scharnier (2) bepaalde positieve uitdraaikoppel van de davit (3), zowel met als zonder op de afloopbaan (4) geplaatste boot (7), zodanig instelbaar is, dat bij het ontgrendelen van de afloopbaan (9), de davit (3) gecontroleerd door de remmend uitvierende lier (17), naar de buitenboord-eindstand kantelt.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat gebruik wordt gemaakt van een ophangblok (13) van een zodanig gewicht dat alleen het blok (13), zonder verdere daaraan hangende last, in staat is de lierkabel (16) te vieren.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij de kop (18) van de hijsarm (6) een aanslag (14) voor het ophangblok (13) is aangebracht.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies* met het kenmerk, dat de hijsarm (6) is voorzien van een vangnok (19) die over een beperkte kantelhoek van de hijsarm (6) werkzaam is voor het ondersteunen van het hijsblok (13).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vangnok (19) de vorm heeft van een van de hijsarm (6) uitstekende haak.
NL8902103A 1989-08-21 1989-08-21 Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot. NL8902103A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902103A NL8902103A (nl) 1989-08-21 1989-08-21 Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot.
DE1990604762 DE69004762T2 (de) 1989-08-21 1990-08-20 Kippdavit für Freifall-Rettungsboote.
ES90202237T ES2046676T3 (es) 1989-08-21 1990-08-20 Pescante de gravedad inclinable para un bote de caida libre.
EP19900202237 EP0414321B1 (en) 1989-08-21 1990-08-20 A tilting gravity davit for a free-fall boat
NO903671A NO173223C (no) 1989-08-21 1990-08-21 Utsetningsanordning for frittfallbaat
FI904145A FI904145A0 (fi) 1989-08-21 1990-08-21 Daevert foer raeddningsbaot eller dylikt.
PCT/NL1991/000032 WO1992015480A1 (en) 1989-08-21 1991-02-27 A tilting gravity davit for a free-fall boat

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902103 1989-08-21
NL8902103A NL8902103A (nl) 1989-08-21 1989-08-21 Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902103A true NL8902103A (nl) 1991-03-18

Family

ID=19855188

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902103A NL8902103A (nl) 1989-08-21 1989-08-21 Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot.

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP0414321B1 (nl)
DE (1) DE69004762T2 (nl)
ES (1) ES2046676T3 (nl)
FI (1) FI904145A0 (nl)
NL (1) NL8902103A (nl)
NO (1) NO173223C (nl)
WO (1) WO1992015480A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8902103A (nl) * 1989-08-21 1991-03-18 Schat Davit Bv Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot.
KR101620917B1 (ko) * 2014-05-28 2016-05-13 대우조선해양 주식회사 자유낙하 구명정의 제동장치
CN105620669A (zh) * 2014-10-31 2016-06-01 无锡晟欧船舶设备有限公司 一种自由降落式救生艇降放装置

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3515544A1 (de) * 1985-04-30 1986-10-30 Neuenfelder Maschinenfabrik, 2101 Hamburg Vorrichtung zum aussetzen eines bootes vom heck eines schiffes, insbesondere eines freifallbootes
DE3534257C2 (de) * 1985-09-26 1996-10-31 Robert Hatecke Schwenkbar angeordnete Ablaufbahn für Freifallboote auf Schiffen
NL8902103A (nl) * 1989-08-21 1991-03-18 Schat Davit Bv Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot.

Also Published As

Publication number Publication date
DE69004762T2 (de) 1994-04-14
NO173223C (no) 1993-11-17
EP0414321A1 (en) 1991-02-27
NO173223B (no) 1993-08-09
WO1992015480A1 (en) 1992-09-17
NO903671D0 (no) 1990-08-21
ES2046676T3 (es) 1994-02-01
NO903671L (no) 1991-02-22
FI904145A0 (fi) 1990-08-21
DE69004762D1 (de) 1994-01-05
EP0414321B1 (en) 1993-11-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1044534A (en) Anchoring system and chain stopper therefor
GB2150903A (en) Method and assembly for launching or retrieving a lifeboat
US4406244A (en) Launching and recovery apparatus
US5706755A (en) Access and evacuation system for an offshore platform
NL8902103A (nl) Kantelbare zwaartekrachtdavit voor vrije-valboot.
NL8204956A (nl) Reddingstelsel.
NL1010650C1 (nl) Automatisch verbindingssysteem voor vaartuigen.
US20050166821A1 (en) Watercraft lift assembly
US5018473A (en) Dinghy towing mechanism and method
US2319854A (en) Gravity davit
US4348043A (en) Disengaging apparatus
NL193531C (nl) Ontruimingsstelsel voor een buitengaats werkeiland of dergelijke.
US2949617A (en) Ships' lifeboat davits
US2028513A (en) Davit mechanism device for launching lifeboats
US2650378A (en) Davit
NL8902104A (nl) Kantelbare reddingsvlot-davit.
US1271237A (en) Apparatus for raising and lowering ships' boats.
NL8004776A (nl) Inrichting voor het stilhouden van een in een scheeps- kraan hangende last bij bewegend schip.
US20040099198A1 (en) Watercraft roll-on system
US2698949A (en) Boat lowering device
NL1011514C1 (nl) Veiligheidshaak voor reddingsvaartuigen.
JP2005206039A (ja) 救命艇積載装置
US1827535A (en) Boat-launching device
JP2864084B2 (ja) バラ物荷揚げ機械
NL8900166A (nl) Reddingsloep-bijhaalinrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed