NL8901702A - Werkwijze en inrichting voor het localiseren van storingen in een telefoonstelsel. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het localiseren van storingen in een telefoonstelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8901702A
NL8901702A NL8901702A NL8901702A NL8901702A NL 8901702 A NL8901702 A NL 8901702A NL 8901702 A NL8901702 A NL 8901702A NL 8901702 A NL8901702 A NL 8901702A NL 8901702 A NL8901702 A NL 8901702A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
telephone company
remote
switch
line
company line
Prior art date
Application number
NL8901702A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Teradyne Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Teradyne Inc filed Critical Teradyne Inc
Publication of NL8901702A publication Critical patent/NL8901702A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M3/00Automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M3/22Arrangements for supervision, monitoring or testing
    • H04M3/26Arrangements for supervision, monitoring or testing with means for applying test signals or for measuring
    • H04M3/28Automatic routine testing ; Fault testing; Installation testing; Test methods, test equipment or test arrangements therefor
    • H04M3/30Automatic routine testing ; Fault testing; Installation testing; Test methods, test equipment or test arrangements therefor for subscriber's lines, for the local loop
    • H04M3/301Circuit arrangements at the subscriber's side of the line
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03KPULSE TECHNIQUE
    • H03K17/00Electronic switching or gating, i.e. not by contact-making and –breaking
    • H03K17/51Electronic switching or gating, i.e. not by contact-making and –breaking characterised by the components used
    • H03K17/56Electronic switching or gating, i.e. not by contact-making and –breaking characterised by the components used by the use, as active elements, of semiconductor devices
    • H03K17/72Electronic switching or gating, i.e. not by contact-making and –breaking characterised by the components used by the use, as active elements, of semiconductor devices having more than two PN junctions; having more than three electrodes; having more than one electrode connected to the same conductivity region
    • H03K17/725Electronic switching or gating, i.e. not by contact-making and –breaking characterised by the components used by the use, as active elements, of semiconductor devices having more than two PN junctions; having more than three electrodes; having more than one electrode connected to the same conductivity region for ac voltages or currents
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M1/00Substation equipment, e.g. for use by subscribers
    • H04M1/24Arrangements for testing
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04MTELEPHONIC COMMUNICATION
    • H04M2203/00Aspects of automatic or semi-automatic exchanges
    • H04M2203/05Aspects of automatic or semi-automatic exchanges related to OAM&P
    • H04M2203/058Aspects of automatic or semi-automatic exchanges related to OAM&P signature devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Monitoring And Testing Of Exchanges (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het localiseren van storingen in een telefoonstelsel.
De uitvinding heeft betrekking op automatische te-lefoonabonneelusteststelsels die worden gebruikt bij het localiseren van storingen in een telefoonuitrusting.
Tegenwoordig hebben klanten van een telefoonbedrijf de mogelijkheid een telefoonuitrusting elders te kopen. Deze telefoonuitrusting kan een enkel toestel zijn of een privételefooncen-trale (PBX) of een ander telefoonschakelstelsel voor een grote onderneming. De locale telefoonbedrijven zijn evenwel niet verplicht een in eigendom van de abonnee zijnde uitrusting die is gekocht van een leverancier anders dan het telefoonbedrijf zelf te onderhouden. Dientengevolge zou, wanneer zich een onderhoudsprobleem voordoet, het plaatselijke telefoonbedrijf in staat willen zijn om zonder de kosten van een bezoek aan de abonnee, te bepalen of het probleem wordt veroorzaakt door de uitrusting en lijnen van het telefoonbedrijf of door de uitrusting die eigendom is van de abonnee.
Hiertoe passen telefoonbedrijven een automatisch abonneelusteststelsel toe, dat is geplaatst bij de telefooncentrale, en isolatie-organen op afstand (RID's) die zijn verbonden tussen de lijnen van het telefoonbedrijf en de uitrusting van de abonnees. De RID's worden gebruikt voor het tijdelijk isoleren van de uitrusting van de abonnees van de lijnen van het telefoonbedrijf gedurende het testen door de automatische lustester om de bron van een probleem te bepalen. Dit testen kan ook worden uit gevoerd als onderdeel van een periodieke algemene test van alle telefoonlijnen. Een automatische abonneelustester wordt beschreven in het Amerikaanse octrooischrift nr. 4.139.745 van Ashdown e.a. en het Amerikaanse octrooischrift nr. 4.113.998 van Ashdown e.a., welke tester in de handel verkrijgbaar is bij Teradyne, Ine. onder de handelsaanduiding 4TEL. Elders zijn andere automatische abonneelustesters in de handel verkrijgbaar. Een kenmerkende testopeenvolging omvat het verrichten vein gelijkstroom (D.C.) en wisselstroom (A.C.)-me-tingen, bijvoorbeeld zoals beschreven in kolom 2, regels 25 tot en met 45 van het Amerikaanse octrooischrift 4.113.998. De resultaten van de testopeenvolging omvat een "storingwaarde" (in ohm), een "type storing"-identificatie (bijvoorbeeld een "kortsluiting" tussen de A- en B-lijnen van dezelfde telefoonlijn, een "sluitings"-verbinding van één telefoonlijn met een naburige lijn, of een "aar-de"-verbinding naar de A- of B-lijn), en een aanwijzing of er een isolatie-orgaan op afstand (RID) is, en indien dit het geval is, het type orgaan. Indien een RID wordt gedetecteerd, wordt een verdere reeks van gelijkstroom- en wisselstroommetingen uitgevoerd teneinde de storing "in te delen", het identificeren als hetzij een storing van het telefoonbedrijf of een storing bij de abonnee.
Bekende isolatie-organen op afstand die thans in gebruik zijn omvatten organen van het spanninggevoelige schakel-type (VSS) die gelijkstroomtestsignalen beneden hun drempels blokkeren en die gelijkstroomsignalen boven hun drempels doorlaten, en door een puls geactiveerde organen die een hoge impedantie verschaffen die beschikbaar is voor de signalen van het teststelsel nadat een activeringspuls is aangelegd.
Volgens een aspect van de uitvinding vindt het lo-caliseren van storingen bij een telefoonstelsel plaats door het verbinden van een antiparallel gelijkrichtende schakelaar (ARS) die het vloeien van wisselstromen (A.C.) belet in één richting tussen de telefoonbedrijflijn en de abonnee-uitrusting, het aanleggen van een wissélstroomtestsignaal aan een telefoonlijn en het meten van het resulterende signaal en het bepalen of er een storing is op de telefoonbedrijflijn of in de abonnee-uitrusting op basis van het resulterende signaal. Door gebruik te maken van deze werkwijze kan men de resultaten van een eerste lijnonderzoek gebruiken dat reeds is gebruikt voor het verkrijgen van het storingtype en de storingwaarde om een storing in te delen als hetzij een abonnee-uitrus-tingstoring of een telefoonbedrijfstoring zonder het verrichten van een tweede lijnonderzoek.
In voorkeursuitvoeringen wordt het resulterende signaal gebruikt om de gemeten wisselstroomconductantie te bepalen en er is ook een gelijkstroomtestsignaal en een meting van de ge-lijkstroomweerstand, en de gemeten wisselstroomconductantie en de gemeten gelijkstroomweerstand worden vergeleken om de storing in te delen,· het ARS-orgaan heeft in één richting een drempel die hoger is dan die in de andere richting en het aangelegde wisselstroom-testsignaal is beneden de hogere drempel om een gelijkgericht resulterend signaal te veroorzaken; het tussenkomende orgaan kan functioneren als een isolatie-orgaan door het vergelijken van signalen die beneden en boven de hogere drempel worden verschaft; het stelsel past een gelijkrichting toe om sluitingsstoringen en aar-dingsstoringen in te delen, een blokkering om kortsluitingsstorin-gen in te delen en een isolatie in de gevallen waarbij een indeling niet kan worden vastgesteld door een gelijkrichting, bijvoorbeeld bij complexe meervoudige storingen. Het stelsel voert een eerste reeks metingen uit (omvattende wisselstroom- en gelijkstroommetin-gen en een bepaling van het storingtype en de -waarde), en stelt vast of er een isolatie-orgaan pp afstand is (hetzij een antiparal-lel gelijkrichtende schakelaar, dat wil zeggen een schakelaar die het vloeien van een wisselstroom in één richting verhindert, of een ander type RID), en, indien dit niet zo is, geeft het stelsel een verwerkingsopdracht weer zonder een aanwijzing van een indeling. Indien er een isolatie-orgaan op afstand is gedetecteerd, bepaalt het stelsel of er een door een puls geactiveerd type RID is, en, indien dit zo is, verschaft het en puls om het RID los te koppelen en voert het een tweede reeks metingen uit teneinde de storing in te delen, indien het RID niet een door een puls geactiveerd type is, stelt het stelsel vast of het RID een antiparallel gelijkrichtende schakelaar (ARS) is en of de storing een aarding, sluiting of kortsluiting is en, indien aan beide voorwaarden is voldaan, bepaalt het een indeling op basis van de resultaten van de eerste reeks metingen, indien niet aan beide voorwaarden is voldaan, en indien de storing geschikt is om te worden ingedeeld met het type RID dat aanwezig is, wordt er een tweede reeks metingen uitgevoerd op een wijze om een isolatie te verschaffen en wordt de storing ingedeeld.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een ARS geplaatst tussen een telefoonbedrijflijn en een abonnee-uitrusting, waarbij de ARS een eerste en een tweede ingang en een eerste en een tweede uitgang heeft (dat wil zeggen voor a- en B-lijnen) en paden tussen respectievelijke ingangen en uitgangen, welke paden lage inschakeldrempels in êên richting en hoge inscha-keldrempels in de andere richting verschaffen, waarbij de richting van laag en hoog dezelfde is voor de beide stellen ingangen en uitgangen. Door het gebruikmaken van asymmetrische drempels in de ARS, behoeft slechts één drempelniveau te worden bereikt om stroom te geleiden door de beide lijnen, in tegenstelling tot de noodzaak aan twee drempels te voldoen bij bestaande RID's met symmetrische drempels. Een dergelijke opstelling maakt een nauwkeurige karakterisering van bepaalde storingsituaties mogelijk die anders niet gedetecteerd of onjuist gekarakteriseerd zouden kunnen worden, bijvoorbeeld kortsluitingen aan de abonneezijde (dat wil zeggen van B naar A) en meervoudige storingen.
In voorkeursuitvoeringen omvat elk pad tussen respectievelijke ingangen en uitgangen een hoge inschakeldrempel-pad voor een stroomdoorgang in één richting en een lage inschakeldrem-pel-pad voor een stroomdoorgang in de andere richting; het lage inschakeldrempel-pad omvat een diode; en hoge inschakeldrempel-pad omvat één uit de groep van een thyristor (SCR) of een functioneel equivalent, een diac, een triac een unilaterale siliciumschakelaar, een bilaterale siliciumschakelaar of andere vier-lagen organen, bij voorkeur wordt een' SCR gebruikt, waarbij een zenerdiode wordt verbonden met de poort van de SCR om de inschakeldrempel te regelen; ook zijn er weerstanden en condensatoren om overgangssignalen te onderdrukken teneinde een vroegtijdig ontsteken van de SCR te voorkomen. Een signatuurketen omvat een zenerdiode, een weerstand en een diode om een gepolariseerde impedantie te verschaffen tussen de ingangen van de ARS. Door het tussen de ingangen plaatsen van de signatuurketen, is deze niet afhankelijk van de spanninggevoelige aard van de paden tussen de ingangen en de uitgangen. Ook maakt de zenerdiode het mogelijk de signatuur te doen "verdwijnen" wanneer testsignalen beneden de zenerdrempel zijn, hetgeen de identificatie vergemakkelijkt.
Andere voordelen en kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving van een voorkeursuitvoering daarvan en uit de conclusies.
Beschrijving van de vooikcurBuitvocring
De voorkeursuitvoering zal nu worden beschreven.
Tekeningen
Figuur 1 is een blokschema dat een telefoontest-stelsel toont dat gebruik maakt van de werkwijze volgens de uitvinding en dat AES's omvat overeenkomstig de uitvinding.
Figuur 2 is een schema van een ARS van figuur 2.
Figuur 3 toont de spanning-versus-stroomkarakteri-stiek voor een groep van componenten die worden gebruikt in de ARS van figuur 2.
Figuur 4 is een stroomdiagram van een werkwijze die wordt toegepast bij het stelsel volgens figuur 1.
Figuur 5 en 5A zijn Schema's die een werkwijze voor het indelen illustreren onder toepassing van een gelijkrichting en een blokkering.
Figuur 6 is een schema dat een situatie van een kortsluitingsstoring aan de abonneezijde illustreert.
Figuur 7 is een schema dat een situatie illustreert van meer dan één storing aan de abonneezijde.
In figuur 1 omvat een telefoonstelsel 20 een tele-fooncentrale-uitrusting 22 die wordt verbonden met een verwijderde abonneetelefoonuitrusting 24 via lijnen 26 van het telefoonbedrijf. De verwijderde abonneetelefoonuitrusting 24 kan een enkele telefoon omvatten zoals bij woningen wordt toegepast of een aantal telefoons die via een schakelstelsel (bijvoorbeeld een privételefooncentrale) zijn verbonden zoals bij zakelijke toepassingen. Elke telefoonlijn 26 omvat een A-leiding 27 en een B-leiding 29. Een antiparallel ge-lijkrichtende schakelaar (ARS) 32 wordt op afstand verbonden tussen tenminste enige telefoonleidingen 26 en de bijbehorende abonnee- uitrusting 24. De ARS 32 is een bijzonder type isolatie-orgaan op afstand (RID) dat het vloeien van een wisselstroom in één richting verhindert maar niet in de andere. Andere typen RID's, bijvoorbeeld een door een puls geactiveerd RXD 31 en een RID 33 met een span-ninggevoelige schakelaar (waarbij de laatste dezelfde inschakel-drempels heeft in beide richtingen) worden gebruikt om telefoonlijnen 26 met andere abonnee-uitrustingen 24 te verbinden.
De telefooncentrale-uitrusting 22 omvat een schakelaar 34 om telefoonlijnen 26 te verbinden met een meeteenheid 36 en een telefooncentralebatterij 38. De meeteenheid 36 wordt ook verbonden met een geautomatiseerd besturingsorgaan 40 voor het abon-neelusteststelsel. Deze componenten zijn dezelfde als en verrichten dezelfde metingen als de componenten die thans worden gebruikt in commercieel verkrijgbare telefoonstelseltesters en zij worden beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.139.745 en 4.113.998. Het besturingsorgaan 40 bevat aanvullende programmatuur om de toegevoegde capaciteiten te verschaffen die mogelijk worden gemaakt door het gebruik van een ARS 32, zoals hierna wordt beschreven.
Onder verwijzing naar figuur 2 wordt de ARS 32 verbonden tussen A- en B-lijnen 27, 29 van de telefoonlijn 26 en A- en B-lijnen 41, 43 van de abonnee-uitrusting 24. De ARS 32 omvat twee volledig onafhankelijke en geïsoleerde schakelketens 43, 44 die zich bevinden tussen een A-ingangsaansluitklem 46 en een A-uit-gangsaansluitklem 48 respectievelijk een B-ingangsaansluitklem 47 en een B-uitgangsaansluitklem 49. Een signatuurketen 51 wordt tussen de A-ingangsaansluitklem 46 en de B-ingangsaansluitklem 47 geschakeld.
De A-schakelaar 42 omvat een thyristor (SCR) Q2, een diode D3, weerstanden R9 en R11, condensatoren C1 en C3, en ze-nerdioden D1 en D5. De B-schakelaar 44 is identiek en omvat SCR Q4, diode D4, weerstanden R10 en R12, condensatoren C2 en C4 en zener-dioden D2, D6. De signatuurketen 51 omvat een diode D7, een weerstand R1, en een zenerdiode D8 in serie geschakeld. Hierna volgt een lijst van waarden voor de elementen van de voorkeursuitvoering:
Weerstanden Waarde (ohms) R1 75k, 1/2 W, 5% R9, R10 470, 1/8 W, 10%
Ril, R12 1,2 M, 1/8 W, 5%
Dioden Type D1, D2 IN5235 6,8 V zener
D3, D4, D7 IN4007 1000 V 1A
D5, D6, D8 IN5242 12 V zener
Condensatoren Waarde
Cl, C2 0,047 μΡ 50 V keramiek C3, C4 2200 pF 50 V keramiek SCR Q2 is een SCR met een gevoelige poort met een maximale houdstroomspecificatie van 500 μ A en een minimale houd-stroomspecificatie van 30 μ A over zijn werktemperatuurbereik van -40 °C tot +65°C.
De A-schakelaar 42 en de B-schakelaar 44 zijn elk een groep van componenten met de karakteristieken die zijn getoond in figuur 3 en die hierna in detail worden beschreven (andere groepen componenten met de gewenste karakteristieken zouden kunnen worden gebruikt.) Aan de ingangen 46, 47 is voorzien in smeltveilighe-den 56, 58 die 250 V, 2,0 A trage smeltveiligheden zijn.
Aangezien de schakelaars 42 en 44 identiek zijn, zullen slechts de verbindingen van de schakelaar 42 in detail worden beschreven. De anode van de diode D3 wordt verbonden met de A-ingangsaansluitklem 46 via de smeltveiligheid 56, de kathode van de diode D3 wordt verbonden met de A-uitgangsaansluitklem 48. De kathode van de SCR Q2 wordt verbonden met de A-ingangsaansluitklem 46 via de smeltveiligheid 56 en de anode wordt verbonden met de A-uitgangsaansluitklem 48. De weerstand R11 en de condensator C3 worden parallel geschakeld tussen de kathode van de SCR Q2 en de poort van SCR Q2. Ook wordt met de poort van SCR Q2 de anode van de zenerdiode D5 verbonden. De weerstand R9 en de condensator C1 worden in serie geschakeld tussen de kathode van de SCR Q2 en de kathode van de zenerdiode D5. De kathode van de diode D5 wordt ook verbonden met de anode van de zenerdiode D1, waarvan de kathode wordt verbonden met de aansluitklem 48.
Bedrijf
Algemeen gesproken worden, wanneer het gewenst is om voor storingen te testen met betrekking tot een gesignaleerd probleem of als onderdeel van het algemeen periodiek testen, de A-lijn 27 en de B-lijn 29 voor de uitrusting 24 van een bepaalde abonnee verbonden via de schakelaar 34 met de meeteenheid 36 en de batterij 38 voor het testen onder besturing van het besturingsor-gaan 40. De testen omvatten, doch zijn daartoe niet beperkt, het aanleggen van testsignalen met bekende spanningskarakteristieken aan de A- en B-lijn en het meten van de resulterende stroom om een impedantie te berekenen die samenhangt met een storing. De werking van de ARS 32 zal eerst worden beschreven en de verbeterde werkwijze van het storingtesten en de mogelijkheid zekere storingsituaties te verwerken zullen daarna worden beschreven.
Antiparalel gelijkrichtende schakelaar (ARS)
Onder verwijzing naar figuur 2 omvat de ARS 32 twee schakelaars 42, 44 die een lage inschakeldrempel hebben vanaf de ingangen 46, 47 naar de uitgangen 48, 49 en een hoge inschakeldrempel vanaf de uitgangen 48, 49 naar de ingangen 46, 47. Omdat de schakelaars 42, 44 identiek zijn, zal slechts de schakelaar 42 in detail worden besproken.
Het de hoofdstroom voerende pad door de schakelaar 42 voor het doorlaten van een stroom vanuit de A-ingangsaansluit-klem 46 naar de A-uitgangsaansluitklem 48 gaat door de diode D3 die een lage 0,7 V inschakeldrempel heeft.
Het de hoofdstroom voerende pad voor een stroom- doorgang in de omgekeerde richting, vanaf de uitgangsaansluitklem 48 naar de ingangsaansluitklem 46, gaat door de SCR Q2. Dit pad heeft een hoge inschakeldrempel (ongeveer 20 V), tengevolge van de interactie van de SCR Q2 met de gecombineerde zenerdioden Dl, D5. Opdat de SCR Q2 inschakelt en stroom geleidt, moet er een positieve anode-naar-kathode potentiaal zijn en een minimale stroomhoeveel-heid aan zijn poort worden verschaft. In figuur 3 brengt het inschakelen de gang met zich mee van de blokkeertoestand met hoge impedantie via het gebied met negatieve weerstand naar de geleidings-toestand met een lage impedantie. De dioden D1 en D5 staan een stroomdoorgang naar binnen de poort van de SCR Q2 niet toe totdat de spanning over de SCR Q2 hun gecombineerde zenerdrempel overschrijdt, namelijk 20 V. Een drempel van 20 V wordt gebruikt omdat dit tussen de 10 V en 50 V testgelijkspanningen ligt, hetgeen het gebruik van het 50 V stuursignaal mogelijk maakt om storingen aan de abonneezijde te zien en het gebruik van een 10 V stuursignaal om de abonneezijde te isoleren. Na te zijn ingeschakeld zal een stroomgeleiding door de SCR Q2 voortduren zolang als de stroming is mits deze de houdstroomspecificatie van de SCR Q2 overschrijdt, De SCR Q2 voorziet, wanneer hij stroom geleid, in een pad met een lage impedantie, waarbij de spanningsval verwaarloosbaar is in vergelijking met de storing die wordt gemeten. Indien de beschikbarte stroom kleiner is dan de houdstroomvereiste van de SCR Q2's, zal de SCR Q2 terugschakelen naar zijn niet-geleidende toestand. De SCR Q2 heeft een maximale houdstroomspecificatie van 500 μ A en een minimale houdstroomspecificatie van 30 μ A. De 500 μ A specificatie garandeert de vergrendelde toestand voor een 50 V sturing en storingen van 100 k-ohm of minder. De 30 μA specificatie garandeert dat de SCR Q2 bij lage stroomniveau's zal zijn uitgeschakeld om te beschermen tegen onechte pulsen van bellen met een lage impedantie. Tussen de 30 en 500 μΑ waarden kan de SCR aan of uit zijn.
De resterende componenten van de schakelaar 42, te weten de weerstanden en de condensatoren, zijn werkzaam als over-gangsonderdrukkingsorganen. De weerstand R11 en de condensator C3 voorzien in een poortovergangsonderdrükking. Hun doel is kortston dige stroomloopgolven met steile fronten om de poort heen te leiden zodat de SCR Q2 niet geleid. Een parasitaire capaciteit in de ze-nerdioden D1, D5 kan voor elk oplopen tot 100 pF. Deze parasitaire capaciteit is in staat een stroom te induceren in de aanwezigheid van een stapspanning met een korte stijgtijd. Deze onderdrukking is van groot belang wanneer het lijnteststelsel omklapt in zijn 10 V sturing, en het gewenst is dat de blokkeringstoestand van de SCR Q2 wordt gehandhaafd. De weerstand R9 en de condensator C1 reduceren elke 60 Hz wisselspanning (de overheersende netfrequentie) die is geïnduceerd op de telefoonlijn, zoals in detail wordt besproken in het Amerikaanse octrooischrift 4.113.998. Indien de geïnduceerde spanning groot genoeg is om de zenerdiode D1 te doen doorslaan, wordt een pad met een lage impedantie gecreëerd rondom de SCR Q2 door C1 en R9, waardoor het mogelijk is dat de keten 42 in zijn blokkeringstoestand blijft onder de wisselspanningsnetinvloed terwijl het lijnteststelsel zijn 10 V stuursignaal op de lijn heeft.
De signatuurketen 51 wordt gebruikt om vast te stellen of er een ARS 32 is op een bepaalde telefoonlijn 26. De signatuurketen voorziet in een gepolariseerde impedantie van 100 k-ohm +/- 10% die wordt verschaft door een 75 k-ohm 5% weerstand R1 en een 12 V zenerdiode D8; onder een 50 V bedrijftoestand biedt deze combinatie 100 k-ohm weerstand aan het lijnteststelsel. omdat deze signatuur is gepolariseerd, wordt het niet verward met een 100 k-ohm kortsluiting tussen de A- en B-lijnen. Deze polarisatie wordt zodanig georiënteerd dat zij transparant is voor de normale batterij van het telefoonbedrijf. De zenerdiode D8 heeft een omgekeerde doorslagspanning van 12 V +/- 5%. De signatuur zal aldus worden gedetecteerd wanneer een 50 v testsignaal van een geschikte polariteit (B positiever dan a) wordt aangelegd en zij zal "verdwijnen" wanneer een 10 V testsignaal wordt aangelegd. Dit kenmerk is niet aanwezig in door een puls geactiveerde isolatie-organen op afstand en het maakt het mogelijk de ARS 32 te onderscheiden van door een puls geactiveerde isolatie-organen op afstand.
De plaatsing van de signatuurketen aan de zijde van het telefoonbedrijf van de schakelaars 42, 44 elimineert de span- ning/stroomgevoelige effecten van deze schakelingen bij een signa-tuurdetectie en verschaft een meer betrouwbare signatuurdetectie. De spanning/stroomgevoelige effecten van de schakelaars 42, 44 zouden, in de aanwezigheid van storingen, het aan het lijnteststelsel aanbieden van de signatuurimpedantie kunnen belemmeren. Een geschikte identificatie van de ARS 32 staat het het lijnteststelsel toe onnodige testen te vermijden.
De smeltveiligheden 56 , 58 zijn ontworpen om door te smelten bij een doorlopend niveau dat is gelegen boven het niveau dat gedurende het testen en een normale telefoonwerking wordt gebruikt maar dat aanzienlijk lager is dan het niveau dat ontstaat uit een netsluiting (sluiting van de telefoonlijn met een netlijn). De smeltveiligheden 56, 58 zijn ook ontworpen can kortstondige pieken te weerstaan (35 piekampère, 1000 piek volt met een 10 microseconds stijging naar de piekwaarde en een 1000 microseconde verval naar de halve piekwaarde), zoals bereikt kunnen worden tengevolge van een verafgelegen bliksem.
Een verder kenmerk van de ARS 32 is dat deze geen grote 10 tot 20 microfarad capaciteit heeft die vele huidige RID's met een spanninggevoelige schakeling hebben in samenhang met hun wisselstroomomlooppaden die aanwezig zijn rondom de VSS's en die noodzakelijk zijn voor deze RID's om te functioneren. Door het verwijderen van dit pad en de bijbehorende capaciteit vermijdt de ARS 32 de resulterende interferentie van de bel van de aansluituitrus-ting op capaciteitsmetingen aan het netwerk die worden gebruikt om de lengte van een lijn te bepalen.
Werkwijze voor het onderzoeken van storingen
Bij de werkwijze voor het onderzoeken van storingen zoals wordt beschreven in figuur 4, veroorzaakt het besturingsor-gaan 40 dat de gelijkstroom- en wisselstroommetingen worden uitgevoerd onder verschillende omstandigheden en het interpreteert de resultaten van de metingen voor storingen en signaturen, zoals is beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4,113.998 en 4.139.
745. De eerste reeks metingen, ook aangeduid als een "lijnonder-zoek", zal het type storing aangeven (bijvoorbeeld een A-aarde# A-sluiting, A-naar-B kortsluiting, B-aarde, B-sluiting) en de waarde (bijvoorbeeld 50 k-ohm), Ook worden, zoals in meer detail hierna wordt beschreven, indien er een sluitingsstoring is en er een ARS is gedetecteerd, wisselstroommetingen verricht op een wijze om een storinggelijkstroom te verhinderen te stromen.
Indien er geen signatuur wordt gedetecteerd (hetgeen de afwezigheid van elk type isolatie-orgaan aangeeft, ongeacht een ARS 32 of een ander type) worden de eerste resultaten berekend en weergegeven in een verwerkingsopdracht (bijvoorbeeld op een kathodestraalbuis of afgedrukt) zonder enige indicatie of de storing van het telefoonbedrijf is of een abonneestoring is, zoals wordt weergegeven in de linkerkolom van figuur 4.
Indien een signatuur wordt gedetecteerd bepaalt het stelsel of deze een door een puls geactiveerd RID 31 aangeeft of een ander type orgaan, bijvoorbeeld een ARS 32 of een symmetrisch VSS-type orgaan 33.
Indien er een door een puls geactiveerd RID is gedetecteerd, is de rechterkolom van figuur 4 van toepassing. Een 130 V loskoppelpuls wordt afgegeven aan het RID, en een tweede lijnonderzoek wordt onder gebruikmaking van gelijkstroommetingen en wisselstroommetingen uitgevoerd (waarbij de abonnee-uitrusting 24 is geïsoleerd). De resultaten worden vergeleken met de resultaten van het eerste lijnonderzoek teneinde storingen in te delen in telefoonbedrijf- en abonneestoringen. Een aanwijzing van een verdeling wordt dan opgenomen in een verwerkingsopdracht*
Indien een andere dan een signatuur van een door een puls geactiveerd RID is gedetecteerd, is de middenkolom van figuur 4 van toepassing. Het besturingsorgaan 40 bepaalt of de metingen die reeds zijn uitgevoerd kunnen worden gebruikt om een verdeling te bepalen zonder de noodzaak van het isoleren van de abonnee-uitrusting en het uitvoeren van een tweede lijnonderzoek. Een dergelijke bepaling kan worden uitgevoerd indien; (1) een ARS 32 is gedetecteerd door zijn eenduidige signatuur, (2) de storing een aardestoring, een sluitingsstoring of een kortsluitingsstoring is, en (3) de wisselstroommetingen aan geven dat een gelijkrichting of een wisselstroomblokkering is opgetreden. (Meervoudige storingen moeten worden geïsoleerd door de ARS 32 om te worden ingddeeld.) zo ja, dan voert het besturingsorgaan 40 indelingsberekeningen uit die zijn gebaseerd op de resultaten van het eerste lijnonderzoek zoals hierna meer in detail wordt beschreven, en het geeft de resultaten in de verwerkingsopdracht weer. Zo nee, zoals in het geval van VSS RID's, dan is de rechterkolom wederom van toepassing en is er een tweede lijnonderzoek op een wijze waarbij de abonnee-uitrusting 24 wordt geïsoleerd zoals zojuist is beschreven.
Bij het indelen van de storing als hetzij een tele-foonbedrijfstoring een abonneestoring op basis van de resultaten van het eerste lijnonderzoek, wordt de gemeten gelijkstroomweer-stand vergeleken met de gemeten wisselstroomconductantie. Het wis-selstroomstuursignaal is kleiner dan de 20 V inschakeldrempels van de SCR Q2 en Q4. De gemeten gelijkstroomweerstand hangt niet af van of de storing in de telefoonlijn 26 of de abonnee-uitrusting 24 is. De gemeten wisselstroomconductantie hangt af van of de storing in de telefoonlijn 26 of de abonnee-uitrusting is; indien de storing in de telefoonlijn 26 is, wordt het wisselstroomsignaal niet beïnvloed door de ARS 32? indien de storing in de abonnee-uitrusting 24 is, zal de ARS veroorzaken dat het wisselstroomsignaal enkelzijdig wordt gelijkgericht in het geval van kortsluitings- of aardingssto-ringen, wordt geblokkeerd in het geval van sluitingsstoringen bij de abonnee, niet wordt beïnvloed door storingen bij het telefoonbedrijf. De acht aardings- en sluitingsstoringsituaties waarvoor het enkelzijdige gelijkrichtings-effect wordt gebruikt voor de indeling en de bijbehorende signalen die resulteren uit de aangelegde signalen zijn weergegeven in figuur 5. De twee kortsluitingsstoringsi-tuaties waarvoor het isolatie-effect van de gehele wisselstroomgolf wordt gebruikt voor de verdeling en de bijbehorende signalen die resulteren uit de aangelegde signalen zijn weergegeven in figuur 5A. Het resultaat van de wisselstroommeting dat wordt vergeleken is dat resultaat dat correspondeert met de gelijkstroommeting voor het type storing. Indien bijvoorbeeld de gelijkstroommetingen een A-zijde aardingsstoring aanwijzen, is het resultaat van de wissel-stroommeting dat wordt gebruikt dat van de Α-zijde meting.
De vergelijking die wordt toegepast door het bestu-ringsorgaan 40 is als volgt: (1) voor aardings- en sluitingsstorin-gen, indien de gemeten wisselstroomconductantie ongeveer de helft is van het omgekeerde van de gemeten gelijkstroomweerstand, wordt de storing gekwalificeerd als een storing aan de abonneezijde; anders wordt de storing gekwalificeerd als een storing aan de telefoonbedrijf zijde, (2) voor kortsluitingsstoringen, indien de gemeten wisselstroomconductantie verwaarloosbaar is ten opzichte van het omgekeerde van de gemeten gelijkstroomweerstand, wordt de storing gekwalificeerd als een storing aan de abonneezijde; anders wordt de storing gekwalificeerd als een storing aan de telefoonbe-drijfzijde.
Een voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding boven werkwijzen die gebruikmaken van symmetrische spanninggevoeli-ge schakel-RlD1 s als functie van een isolatie om een indeling te verschaffen, is het vermogen om sluitingsstoringen aan de abonneezijde te identificeren en in te delen, bijvoorbeeld een metallische storing naar een B-lijn van een naburig paar of een PBX-signatuur; dit is vanwege het feit dat dergelijke organen dergelijke storingen niet kunnen isoleren. De indeling volgens de uitvinding van sluitingsstoringen berust niet op een isolatie. Wanneer men met een dergelijke sluitingsstoring wordt geconfronteerd, wordt de wissel-stroombron aangelegd aan de lijnen op een wijze die het stromen van welke gelijkstroomcomponent dan ook als gevolg van de sluitingssto-ring verhindert. Een manier om de doorgang van een gelijkstroom te blokkeren is door middel Van het gebruik van een filter; een andere manier is het in overeenstemming brengen van de gelijkspanning van de sluitingsstoring met een gelijke gelijkspanning en het hierop superponeren van een wisselstroomtestsignaal. De ARS veroorzaakt de gelijkrichting van het wisselstroomsignaal indien de sluitings- of aardingsstoring aan de abonneezijde is en geen gelijkrichting indien de sluitings- of aardingsstoring aan de telefoonbedrijfzijde is, hetgeen de indeling mogelijk maakt door de vergelijking die in de voorgaande paragraaf is beschreven.
In het geval van sluitingsstoringen aan de abonnee-zijde, wordt de ARS 32 gebruikt om het wisselstroomtestsignaal te blokkeren. Omdat de samengestelde lusdrempel hoger ligt dan het wisselstroomsignaalniveau, wordt geen wisselstroomsignaal toegestaan door de schakelaars te passeren; een indeling kan derhalve ontstaan door de vergelijking van de wisselstroomconductantie met de gemeten gelijkstroomweerstand. De wisselstroommetingen worden niet beïnvloed door storingen aan de telefoonbedrijfszijde.
Het isolatievermogen van de ARS 32 maakt het mogelijk de ARS 32 ook te gebruiken bij oudere teststelsels die een tweelijnenonderzoek/twee testspanningen-benadering vereisen voor een verdeling. De isolatie kan ook worden gebruikt bij een redun-dantiecontrole van de indeling met wisselstroom bij meervoudige storingen.
Een voordeel van de automatische werkwijze van het teststelsel is dat zij automatisch detecteert of er een ARS 32 aanwezig is en, indien dit zo is, controleert of een gelijkrichting of een blokkering is opgetreden, en vervolgens een verdeling uitvoert zonder de noodzaak van een tweede lijnonderzoek, hetgeen leidt tot aanzienlijke tijd- en kostenbesparingen van het onderzoek. De automatische werkwijze detecteert ook bestaande RID's die niet in staat zijn gelijk te richten of wisselstroom te blokkeren, en zij voert een tweede stel lijnmetingen uit met het RID in zijn geïsoleerde toestand.
Karakterisering van kortsluitings- en meervoudige storingen
De asymmetrische aard van de schakelaars 42, 44 maakt een nauwkeurige storingkarakterisering van bepaalde storing-situaties mogelijk die anders niet gedetecteerd of onjuist gekarakteriseerd zouden kunnen worden door huidige spanninggevoelige schakel- RID's waarbij symmetrische drempels worden toegepast. Bijvoorbeeld zouden voor kortsluitingen aan de abonneezijde, aangegeven door een weerstand 50 tussen de A- en B-lijnen 41, 43 in figuur 6, indien de schakelaars 42, 44 symmetrische drempels zouden hebben, zoals in het geval van VSS RID's, twee inschakeldrempels moeten worden overschreden en aan twee afzonderlijke spanning/stroomver-houdingen moeten worden voldaan opdat een storingstroom stroomt. De asymmetrische drempels van de ketens 42, 44 volgens deze uitvinding vereisen dat slechts één inschakeldrempel wordt overschreden en dat aan een enkele spanning/stroomverhouding wordt voldaan opdat een storingstroom stroomt, hetgeen het mogelijk maakt kortsluitingssto-ringen aan de abonneezijde op nauwkeurige wijze te typeren en de storingwaarden voor hen op nauwkeurige wijze te meten.
Een andere storingsituatie die problemen kan opleveren voor een storingtypering en storingwaardemetingen door symmetrische drempelorganen zoals VSS RID's zijn meervoudige storingen. Een voorbeeld van een dergelijke meervoudige storing wordt getoond in figuur 7. Dit voorbeeld veronderstelt dat het lijnteststelsel een 50 V gelijkstroomstuurpotentiaal gebruikt en dat er een 100 k-ohm kortsluiting aan de abonneezijde is die wordt aangegeven door een weerstand 50 en een 20 k-ohm B-naar-aardestoring aan de abonneezijde/ aangegeven door een weerstand 52. Indien de inschakeldrempels voor de schakelaars 42, 44 symmetrisch zijn bij 20 V, zoals in het geval van VSS RID's, wordt de A-lijn 27 gestuurd met 50 V en de B-lijn 29 met aarde verbonden, de schakelaar 44 zal niet inschakelen tenzij ongeveer 20 V aanwezig is tussen de B-ingang 47 en de B-uitgang 49. Deze toestand kan niet optreden omdat de span-ningdelerconfiguratie door de storingen aan de abonneezijde ongeveer 8,3 V over de schakelaar aan de B-zijde overlaat; het stelsel zou ten onrechte een 20 k-ohm B-aarde en een 120 k-ohm A-aarde aangeven. Wanneer de asymmetrische drempels volgens de uitvinding worden gebruikt, vereist de schakelaar 44 slechts ongeveer 0,7 V om in te schakelen, en zouden de storingen op nauwkeurige wijze worden getypeerd en gewaardeerd.
Een voordeel van het in staat zijn om op nauwkeurige wijze storingen te typeren, te verdelen en te meten is dat de voor het storingtype geschikte reparateur zal worden gestuurd en hij of zij zal nauwkeuriger en vollediger informatie worden aangeboden, waardoor onnodig reizen wordt vermeden en het reparatiewerk wordt vergemakkelijkt·
Opgemerkt zij dat andere uitvoeringen van de uitvinding liggen binnen het kader van de bijgaande conclusies. Bijvoorbeeld zouden in plaats van de SCR Q2 en Q4 en hun bijbehorende dioden, andere spanninggevoelige organen worden gebruikt, bijvoorbeeld diac's, triac's, unilaterale siliciumschakelaars en bilaterale siliciumschakelaars, en vier-lagen organen. Ook zou de richting van de hoge inschakeldrempel en de lage inschakeldrempel kunnen worden omgekeerd zolang de richting voor hoog en laag dezelfde zijn voor de beide schakelaars 42, 44.

Claims (32)

1. Werkwijze voor het localiseren van storingen in een telefoonstelsel, gekenmerkt door: het verbinden van isolatie-organen op afstand tussen een abonnee-uitrusting en bijbehorende telefoonbedrijflijnen van een telefoonbedrijfnetwerk, waarbij tenminste een aantal van de isolatie-organen op afstand antiparallel gelijkrichtende schakelaars (ARS1 s) omvat die het vloeien van een wisselstroom in êên richting verhindert maar niet in de andere, het aanleggen van een wisselstroomtestsignaal aan een genoemde telefoonbedrijflijn die is verbonden met een genoemde ARS en het meten van een resulterend signaal, waarbij de toestand van het resulterende signaal verschillend is indien er een storing op de telefoonbedrijflijn is dan wanneer er een' storing in de bijbehorende abonnee-uitrusting, en het bepalen of een storing op de telefoonbedrijflijn is of bij de abonnee-uitrusting op basis van het resulterende signaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het meten van een resulterend signaal leidt tot een gemeten wisselstroomconductantie, waarbij de werkwijze verder omvat, voorafgaande aan het bepalen, het aanleggen van een gelijkstroom-testsignaal aan de telefoonbedrijflijn en het meten van een gelijk-stroomweerstand van de telefoonbedrijflijn, en waarbij het bepalen het vergelijken omvat van de gemeten wisselstroomconductantie met de gemeten gelijkstroomweerstand.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ARS een inschakeldrempel in één richting heeft die hoger is dan die in de andere richting, en dat het aangelegde wis- selstroomtestsignaal beneden de hogere inschakeldrempel is en boven de lagere inschakeldrempel, hetgeen een gelijkgericht resulterend signaal veroorzaakt wanneer de storing in de abonnee-uitrusting is en hetzij een sluitings- of aardestoring is, hetgeen een geblokkeerd resulterend signaal veroorzaakt wanneer de storing in de abonnee-uitrusting is en een A-naar-B kortsluiting is, en hetgeen een niet gelijkgericht resulterend signaal veroorzaakt wanneer de storing in de telefoonbedrijflijn is.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de telefoonlijnen a- en B-lijnen omvatten, dat de ARS is voorzien van gescheiden paden voor de A- en B-lijnen, en dat elk pad door de ARS voor de A- en B-lijnen een hoge inschakeldrempel in één richting heeft en een lage inschakeldrempel in de andere richting.
5. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de storingen een of meer storingen zijn van de groep van sluitingsstoringen, aardingsstoringen en A-naar-B kortsluitingen.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door voorafgaande aan het verbinden, het selecteren van een telefoonbedrijflijn voor het testen, en verder omvattende, na het aanleggen, het bepalen of er een isolatie-orgaan op afstand is anders dan een ARS op de geselecteerde telefoonbedrijflijn, en, indien dit het geval is, het verkrijgen van testresultaten in de geïsoleerde en de niet-geïsoleerde toestand van het isolatie-orgaan op afstand, teneinde te bepalen of de storing op de telefoonbedrijf is of bij de abonnee-uitrusting.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aanleggen onderdeel is van een reeks metingen, waarbij de werkwijze verder omvat, voorafgaande asui het verbinden, het selecteren van een genoemde telefoonbedrijflijn voor het testen, en verder omvat, na het aanleggen, het bepalen uit de eerste reeks metingen of er al dan niet een bepaling van een storinginde-ling kan worden uitgevoerd, en, indien dit niet het geval is, het verkrijgen van aanvullende testresultaten met de antiparallel ge- lijkrichtende schakelaar in zijn geïsoleerde toestand teneinde te bepalen of de storing op de telefoonbedrijflijn of bij de abonnee-uitrusting is.
8. Werkwijze volgens conclusie 4, «et het kenmerk, dat de ARS een signatuurketen omvat die een diode, een weerstand en een zenerdiode omvat die in serie zijn geschakeld tussen de A- en B-ingangen, en waarbij het aanleggen onderdeel is van een eerste reeks metingen die het testen omvat dat de aanwezigheid van de signatuurketen aanwijst/ en waarbij de werkwijze verder omvat, voorafgaande aan het verbinden, het selecteren van een genoemde telefoonbedrijflijn voor het testen.
9. Werkwijze volgens conclusie 1, set het kenmerk, dat het aanleggen onderdeel van een reeks metingen is die het testen omvat dat de aanwezigheid van een of vele typen isola-tie-organen op afstand aangeeft en verder het type isolatie-orgaan op afstand dat aanwezig is op de telefoonbedrijflijn onderscheidt, en waarbij de werkwijze verder omvat het selecteren van een genoemde telefoonbedrijflijn voor het testen, het bepalen of er een isolatie-orgaan op afstand aanwezig is op de telefoonbedrijflijn, en het bepalen welk type isolatie-orgaan op afstand aanwezig is, en, waar aangegeven, het uitvoeren van elke noodzakelijke aanvullende testmeting en/of het weergeven van een verwerkingsopdracht die een reparatieverantwoordelijkheid voor het telefoonbedrijf of de abonnee kan omvatten op basis van de aanwezigheid van een isolatie-orgaan op afstand op de telefoonbedrijflijn.
10. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aanleggen onderdeel is van een eerste reeks metingen die het testen omvat dat de aanwezigheid aangeeft van een of vele typen isolatie-organen op afstand en dat het type isolatie-orgaan op afstand dat aanwezig is op de telefoonbedrijflijn onderscheidt, en waarbij de werkwijze verder omvat het selecteren van een genoemde telefoonbedrijflijn voor het testen, het bepalen of er een isolatie-orgaan aanwezig is op de telefoonbedrijflijn, en het bepalen welk type isolatie-orgaan op afstand aanwezig is, en indien er een anti-parallel gelijkrichtende schakelaar aanwezig is op de geselecteerde telefoonbedrijflijn het niet uitvoeren van aanvullende metingen en het voortgaan met het bepalen of een storing aanwezig is op de telefoonbedrijflijn of de abonnee-uitrusting en daarna het weergeven van een verwerkingsopdracht met de telefoonbedrijf-of abonneereparatieverantwoordelijkheidsinformatie. 11. werkwijze volgens conclusie 1, set het kenmerk, dat het aanleggen onderdeel van een eerste reeks metingen is die het testen omvat dat de aanwezigheid van een of vele typen isolatie-organen op afstand aangeeft en verder het type isolatie-orgaan op afstand dat aanwezig is op de telefoonbedrijflijn onderscheidt, en waarbij de werkwijze verder omvat het selecteren van een genoemde telefoonbedrijflijn voor het testen, het bepalen of er een isolatie-orgaan aanwezig is op de telefoonbedrijflijn en het bepalen welk type isolatie-orgaan op afstand aanwezig is, en indien er een isolatie-orgaan op afstand van het spanninggevoelige scha-keltype (VSS) aanwezig is dat dezelfde inschakeldrempels in beide richtingen op de geselecteerde lijn heeft, het uitvoeren van een aanvullende reeks metingen met het VSS-type isolatie-orgaan op afstand in de geïsoleerde toestand en het weergeven van een verwerkingsopdracht roet de telefoonbedrijf- of abonneereparatieverantwoordeli jkheidsinf ormatie.
12. Werkwijze volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat het aanleggen onderdeel is van een eerste reeks metingen die het testen omvat dat de aanwezigheid van een of vele typen isolatie-organen op afstand aangeeft en verder het type isolatie-orgaan op afstand dat aanwezig is op de telefoonbedrijflijn onderscheidt, en waarbij de werkwijze verder omvat het selecteren van een genoemde telefoonbedrijflijn voor het testen, het bepalen of er een isolatie-orgaan op afstand aanwezig is op de telefoonbedrijflijn, het bepalen welk type isolatie-orgaan op afstand aanwezig is, en, indien er een door een puls geactiveerd type isolatie-orgaan op afstand aanwezig is op de geselecteerde lijn, het aanleggen van een loskoppelpuls en het uitvoeren van een aanvullende reeks metingen met het isolatie-orgaan van het door een puls geactiveerd type in de geïsoleerde toestand en het weergeven van een verwerkingsop- dracht met de telefoonbedrijf- of abonneereparatieverantwoordelijk-heidsinformatie.
13. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aanleggen onderdeel is van een eerste reeks metingen die het testen omvat dat de aanwezigheid van een of vele typen isolatie-organen op afstand aangeeft en verder het type isolatie-orgaan op afstand dat aanwezig is op de telefoonbedrijflijn onderscheidt, en waarbij de werkwijze verder omvat het selecteren van een genoemde telefoonbedrijflijn voor het testen, het bepalen of er een isolatie-orgaan op afstand aanwezig is op de telefoonbedrijflijn en het bepalen welk type isolatie-orgaan op afstand aanwezig is, en indien er geen isolatie-orgaan op afstand aanwezig is op de geselecteerde lijn het niet uitvoeren van aanvullende metingen ......en het weergeven van een verwerkingsopdracht zonder telefoonbedrijf-of abonneereparatieverantwoordelijkheidsinformatie.
14. Antiparallel gelijkrichtende schakelaar (ARS), gekenmerkt door een eerste ingang en een eerste uitgang, een tweede ingang en een tweede uitgang voor het verbinden tussen een telefoonbedrijflijn en een abonneeuitrusting voor het localiseren van storingen, en paden tussen respectievelijke ingangen en uitgangen die lage inschakeldrempels in één richting verschaffen tussen respectievelijke ingangen en uitgangen en hoge inschakeldrempels in de andere richting, waarbij de richtingen van laag en hoog dezelfde zijn voor beide stellen ingangen en uitgangen.
15. Schakelaar volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat elk pad tussen de bijbehorende ingang en uitgang een pad omvat met een hoge inschakeldrempel-pad voor het vloeien van een stroom in één richting en een afzonderlijk lage inschakeldrempel-pad voor het vloeien van een stroom in de andere richting.
16. Schakelaar volgens conclusie 14, waarbij het lage inschakeldrempel-pad een diode omvat.
17. Schakelaar volgens conclusie 15, waarbij het hoge inschakeldrempelpad één uit de groep van een thyristor, een diac, een triac, een unilaterale siliciumschakelaar, een bilaterale bischakelaar of andere vier-lagen organen omvat.
18. Schakelaar volgens conclusie 15, eet het kenmerk, dat elk hoge inschakeldrempel-pad een thyristor omvat en dat de schakelaar verder omvat een zenerdiode die met de poort van de thyristor is verbonden teneinde de inschakeldrempel voor het pad te regelen.
19. Schakelaar volgens conclusie 18, waarbij de schakelaar ook capaciteiten en weerstanden heeft voor het onderdrukken van overgangssignalen.
20. Schakelaar volgens conclusie 18, met het ken-aerk, dat één stel condensatoren en weerstanden is verbonden om kortstondige stroompieken om de poort heen te geleiden en een ander stel condensatoren en weerstanden wordt gebruikt om wisselstroom die is geïnduceerd bij de overheersende netfrequentie te reduceren.
21. Schakelaar volgens conclusie 14, aet het ken-aerk, dat een signatuurketen aanwezig is die is aangebracht tussen de ingangsaansluitklemmen.
22. Schakelaar volgens conclusie 21, aet het kenmerk, dat de signatuurketen een polariteit verschaft die transparant is voor de batterijpotentiaal van het telefoonbedrijf.
23. Schakelaar volgens conclusie 21, aet het ken-aerk, dat de signatuurketen een weerstand, een zenerdiode, en een diode, die in serie zijn verbonden, omvat.
24. Inrichting voor het localiseren van storingen in een telefoonstelsel, gekenmerkt door: isolatie-organen op afstand tussen een abonnee-uit-rusting en bijbehorende telefoonbedrijflijnen van een telefoonbedrijf netwerk, waarbij tenminste een aantal van de isolatie-organen op afstand antiparallel gelijkrichtende schakelaars (ARS1s) is die het vloeien van een wisselstroom in één richting blokkeren maar niet in de andere, een meetorgaan voor het aanleggen van een wissel-stroomtestsignaal aan een genoemde telefoonbedrijflijn die is verbonden met een genoemde ARS en voor het meten van een resulterend signaal, waarbij de toestand van het resulterende signaal anders is indien er een storing op de telefoonbedrijflijn is dan indien er een storing in de bijbehorende abonnee-uitrusting is, en een verwerkingsorgaan voor het bepalen of een storing op de telefoonbedrijf lijn is of bij de abonnee-uitrusting op basis van het resulterende signaal.
25. Inrichting volgens conclusie 24, net het kenmerk, dat het meten van een resulterend signaal leidt tot een gemeten wisselstroomconductantie, en waarbij het meetorgaan een orgaan omvat voor het aanleggen van een gelijkstroomtestsignaal aan de telefoonbedrijflijn en het meten van een gelijkstroomweerstand van de telefoonbedrijflijn, en waarbij het verwerkingsorgaan een orgaan omvat voor het vergelijken van de gemeten wisselstroomconductantie en de gemeten gelijkstroomweerstand.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de antiparallel gelijkrichtende schakelaar een inscha-keldrempel in één richting heeft die hoger is dan die in de andere richting, en dat het aangelegde wisselstroomtestsignaal beneden de hogere inschakeldrempel is en boven de lagere inschakeldrempel, hetgeen een gelijkgericht resulterend signaal veroorzaakt wanneer de storing in de abonneeuitrusting is en hetzij een kortsluitings-of aardestoring is, hetgeen een geblokkeerd resulterend signaal veroorzaakt wanneer de storing in de abonnee-uitrusting is en een A-naar-B kortsluiting is, en een niet gelijkgericht resulterend signaal veroorzaakt wanneer de storing in de telefoonbedrijflijn is.
27. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de telefoonlijnen A- en B-lijnen omvatten, waarbij de ARS afzonderlijke paden heeft voor de A- en B-lijnen, en dat elk pad door de ARS voor dè A- en B-lijnen een hoge inschakeldrempel in één richting heeft en een lage inschakeldrempel in de andere richting.
28. Inrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de storingen een of meer van een groep korts luitings-storingen, aardingsstoringen of A-naar-B kortsluitingen zijn.
29. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het verwerkingsorgaan verder organen omvat voor het se lecteren van een genoemde telefoonbedrijflijn voor het testen en voor het bepalen of er een isolatie-orgaan op afstand aanwezig is anders dan een ARS op de geselecteerde telefoonbedrijflijn, en, indien dit het geval is, het verkrijgen van testresultaten in de geïsoleerde en niet-geïsoleerde toestand van het isolatie-orgaan op afstand, teneinde te bepalen of de storing op de telefoonbedrijflijn is of bij de abonnee-uitrusting.
30. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het meetorgaan een orgaan omvat voor het aanleggen van het wisselstroomtestsignaal als onderdeel van een eerste reeks metingen, en waarbij het verwerkingsorgaan een orgaan ómvat voor het bepalen uit de eerste reeks metingen of een bepaling van een sto-ringindeling al dan niet kan worden verricht, en, indien dit niet zo is, het verkrijgen van testresultaten met de anti-parallel ge-lijkrichtende schakelaar in de geïsoleerde toestand, teneinde te bepalen of de storing op de telefoonbedrijflijn of de abonnee-uit-rusting is.
31. Inrichting volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de ARS een signatuurketen omvat die een weerstand en een zenerdiode in serie geschakeld tussen de A- en B-ingang omvat, en waarbij het meetorgaan een orgaan omvat voor het aanleggen van het wisselstroomtestsignaal als onderdeel van een eerste reeks metingen die het testen omvat dat de aanwezigheid van de signatuurketen aangeeft.
32. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het meetorgaan een orgaan omvat voor het aanleggen van een wisselstroomtestsignaal om de A-naar-B conductantie van de telefoonbedrijflijn te meten, en waarbij het verwerkingsorgaan een orgaan omvat voor het bereken van een globale kabellengte als een resultaat van de A-naar-B conductantiemetingen, en waarbij de inrichting verder een orgaan omvat voor het weergeven van de globale kabellengte in een verwerkingsbericht.
33. Schakelaar volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de beide paren een lage inschakeldrempel hebben tussen de ingang en de uitgang, en een hoge inschakeldrempel tussen de uitgang en de ingang, en dat de gecombineerde lusdrempel hoger is dan het wisselstroomsignaalniveau, waardoor een wisselstroomisola-tie van A-naar-B conductanties aan de abonneezijde wordt verschaft, hetgeen resulteert in aanzienlijk verbeterde kabellengtemetingen.
NL8901702A 1988-07-22 1989-07-04 Werkwijze en inrichting voor het localiseren van storingen in een telefoonstelsel. NL8901702A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US07/223,435 US4852145A (en) 1988-07-22 1988-07-22 Telephone subscriber loop test system
US22343588 1988-07-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901702A true NL8901702A (nl) 1990-02-16

Family

ID=22836482

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901702A NL8901702A (nl) 1988-07-22 1989-07-04 Werkwijze en inrichting voor het localiseren van storingen in een telefoonstelsel.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4852145A (nl)
JP (1) JPH0273755A (nl)
BE (1) BE1002711A3 (nl)
CA (1) CA1307862C (nl)
DE (1) DE3923981A1 (nl)
FR (1) FR2635244B1 (nl)
GB (2) GB2221124B (nl)
IT (1) IT1233229B (nl)
NL (1) NL8901702A (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5018184A (en) * 1990-07-03 1991-05-21 At&T Bell Laboratories Automated channel test unit
US5144252A (en) * 1990-11-27 1992-09-01 Harris Corporation Method and apparatus for transducer measurements on a metallic pair
DE4200775C1 (nl) * 1992-01-11 1993-05-19 Krone Ag, 1000 Berlin, De
GB9213992D0 (en) * 1992-07-01 1992-08-12 Raychem Ltd Remotely actuated switch and protection circuit
US5357556A (en) * 1992-08-10 1994-10-18 Pacific Bell System and method for telephone network testing
GB9218134D0 (en) * 1992-08-26 1992-10-14 Raychem Sa Nv Communication channel switching arrangement
US5404388A (en) * 1993-03-03 1995-04-04 Northern Telecom Limited Digital measurement of amplitude and phase of a sinusoidal signal and detection of load coil based on said measurement
US5699402A (en) * 1994-09-26 1997-12-16 Teradyne, Inc. Method and apparatus for fault segmentation in a telephone network
US5524043A (en) * 1994-12-27 1996-06-04 At&T Corp. Remotely connectable maintenance termination unit
US5644617A (en) * 1995-01-12 1997-07-01 Teradyne, Inc. Method and apparatus for testing cables
US5721773A (en) * 1995-03-30 1998-02-24 Lucent-Technologies Inc. Lightning protected maintenance termaination unit
US5896446A (en) * 1996-07-29 1999-04-20 Mars Incorporated Coin operated telephone auditor
US5754624A (en) * 1996-09-04 1998-05-19 Test-Um, Inc. Telephone line test kit
US5937033A (en) * 1997-05-20 1999-08-10 Gte Laboratories Incorporated Telephone system diagnostic measurement system including a distant terminal drop test measurement circuit
US6108404A (en) * 1998-02-05 2000-08-22 Mci Communications Corporation Method and system for testing a connection in a telephone network using interactive telephone response module
US6212258B1 (en) 1998-11-25 2001-04-03 Westell Technologies, Inc. Device for remotely testing a twisted pair transmission line
US6483914B1 (en) * 1999-05-06 2002-11-19 Nortel Networks Limited Telephone filter arrangement
US6535580B1 (en) * 1999-07-27 2003-03-18 Agere Systems Inc. Signature device for home phoneline network devices
US8223958B2 (en) * 2005-10-27 2012-07-17 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Determining an active line
FR2904497A1 (fr) * 2006-07-28 2008-02-01 St Microelectronics Sa Protection d'une ligne de communication
JP4807436B2 (ja) * 2009-05-29 2011-11-02 ブラザー工業株式会社 通信装置
DE102009054193A1 (de) * 2009-11-24 2011-05-26 Metrawatt International Gmbh Verfahren zur Erkennung einer elektrischen Signatur

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4113998A (en) * 1975-10-14 1978-09-12 Teradyne, Inc. Testing electrically conductive lines to determine electrical characteristics thereof
US4139745A (en) * 1975-11-05 1979-02-13 Teradyne, Inc. Telephone line test system
US4373121A (en) * 1981-06-15 1983-02-08 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Maintenance termination device
US4396809A (en) * 1981-08-03 1983-08-02 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Maintenance termination unit
US4438299A (en) * 1982-02-26 1984-03-20 Tomim William L On-line telephone troubleshooting apparatus
US4700380A (en) * 1984-07-20 1987-10-13 Om Ahuja Solid state remote actuable switch
US4653084A (en) * 1984-07-20 1987-03-24 Om Ahuja Remote actuated switch
US4626632A (en) * 1985-07-25 1986-12-02 Porta Systems Corp. Maintenance termination unit
US4685120A (en) * 1985-11-26 1987-08-04 Teccor Electronics, Inc. Electronic trigger switch for maintenance termination unit

Also Published As

Publication number Publication date
IT8967620A0 (it) 1989-07-21
FR2635244B1 (fr) 1994-01-07
DE3923981A1 (de) 1990-01-25
BE1002711A3 (fr) 1991-05-14
FR2635244A1 (fr) 1990-02-09
US4852145A (en) 1989-07-25
IT1233229B (it) 1992-03-20
GB2256332A (en) 1992-12-02
GB8916871D0 (en) 1989-09-06
JPH0273755A (ja) 1990-03-13
GB2256332B (en) 1993-02-17
GB2221124A (en) 1990-01-24
CA1307862C (en) 1992-09-22
GB9212171D0 (en) 1992-07-22
GB2221124B (en) 1993-02-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8901702A (nl) Werkwijze en inrichting voor het localiseren van storingen in een telefoonstelsel.
US7986500B2 (en) Ground fault detection in an ungrounded electrical system
US8953288B2 (en) Sentinel unit for an IT electrical distribution system having a floating reference conductor
US5153806A (en) Transient surge suppressor and alarm signal circuit
US4054759A (en) Subscriber loop verification device and method
US7323878B2 (en) Ground testing method and apparatus
JPH055425B2 (nl)
EP1001554A2 (en) Line shunt and ground fault detection apparatus and method
US11754613B2 (en) Locating a ground fault in a DC network
US4041255A (en) Switching circuit for telecommunications lines
US4373121A (en) Maintenance termination device
US5530363A (en) DC ground fault detecting apparatus with an auto-null circuit and method
CN1042683C (zh) 对地泄漏单元
US4720845A (en) Protective circuit for the overvoltage protection of a subscriber line interconnect circuit
US20150323587A9 (en) Diagnostic circuit for testing a circuit
CN113795992A (zh) 直流电网中的接地故障的定位
US4440985A (en) Apparatus for determining the location of faults in a transmission line
US4715058A (en) Protective circuit for the overvoltage protection of a subscriber line interconnect circuit
PL191165B1 (pl) Układ monitorowania stanu wyłącznika prądu przemiennego
US3184644A (en) Polyphase electroresponsive apparatus
US4605827A (en) Line fault discriminator
GB2181625A (en) Apparatus for connecting and disconnecting telephone equipment
JPH03238930A (ja) 通信回線の障害探査方式
US8928331B2 (en) Diagnostic circuit and method of testing a circuit
CA1048669A (en) Subscriber loop verification device and method

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed