NL8901470A - Inrichting voor het keren van kazen. - Google Patents

Description

Inrichting voor het keren van kazen

De uitvinding betreft een inrichting voor het over een gekozen hoek in een vertikaal vlak draaien van kazen of andere produkten. voor het keren, d.w.z over 180° draaien van kazen is een inrichting bekend, die gebruik maakt van een "Holmen"-transportsysteem. De daarvoor gebruikte draagtanden dienen een vaste slag te maken van steeds 60°.

De kazen worden ingevoerd en vallen op een afvoer-plank. In het bijzonder bij kleine, ronde kazen met een gewicht tussen omstreeks 1 en 5 kg is een dergelijke wijze van keren weinig betrouwbaar.

Bij de zogenaamde broodkazen, d.w.z. kazen in de vorm van een brood, met een gewicht tussen omstreeks 2,5 en 5 kg is het voor wat betreft de vormstabiliteit van de kazen nadelig, dat het wentelen van de kazen alleen over 180° kan plaatsvinden.

Voor het aanbrengen van een etiket op de kazen zou het verder gewenst zijn, de kazen met eenvoudige middelen in een gewenste vaste positie ten opzichte van een etiketteerstation te kunnen brengen.

De bekende inrichtingen zijn relatief storingsgevoelig en vragen dan ook veel onderhoud.

De uitvinding beoogt, een inrichting voor het over een gekozen hoek draaien van produkten zodanig uit te voeren, dat een grote eenvoud in de opbouw wordt gekombineerd met een nagenoeg volledig storingsongevoeligheid en een grote flexibiliteit.

Deze doelstellingen worden in het algemeen gerealiseerd met een inrichting die is gekenmerkt door een althans ten dele schroefvlakvormige transportbaan met een toevoerzijde voor toevoer van de produkten en een afvoerzijde voor de produkten tijdens transport langs welke transportbaan de produkten worden gesteund en gedraaid over een met de vorm van de transportbaan overeenkomende hoek. Zeer eenvoudig is die uitvoering, waarin de transportbaan ten minste één rollenbaan omvat.

Teneinde een stabiele stand van de getransporteerde produkten onder alle omstandigheden te verzekeren, verdient die uitvoering de voorkeur, die het kenmerk vertoont, dat in niet-horizontale delen elke rollenbaan aansluit aan ten minste één andere, dwars daarop geplaatste rollenbaan, zodanig dat de produkten tijdens transport steeds in een stabiele stand worden gesteund.

Men kan de produkten over de transportbaan aandrijven. Ook kan men, wanneer gebruik wordt gemaakt van andere middelen om de produkten langs de baan te transporteren, gebruik maken van een uitvoering die het kenmerk vertoont, dat de rollen van de rollenbaan vrij draaiend zijn.

In het hiervoor genoemde kader kan met voordeel een uitvoering dienen die het kenmerk vertoont, dat de rollenbaan zich in de transportrichting omlaag uitstrekt, zodat transport van de produkten daarlangs althans ten dele onder invloed van de zwaartekracht kan plaatsvinden.

Ook kan de inrichting de bijzonderheid vertonen dat althans in een zich horizontaal uitstrekkend deel van de transportbaan de rollen aandrijfbaar zijn.

In beide laatstgenoemde gevallen heeft men het voordeel, dat de produkten elkaar niet voor transport behoeven aan te duwen, hetgeen in het bijzonder bij relatief zachte, jonge kazen de vormstabiliteit ten goede komt.

Een zeer eenvoudige opbouw, die zich bovendien gemakkelijk tot andere konfiguraties laat instellen, is gekenmerkt door een steunas, een aantal met gekozen onderlinge axiale afstanden en hoekstanden aan die steunas bevestigde dragers, welke dragers de rollen dragen.

In een nadere uitwerking hierop is de inrichting gekenmerkt door dragers, die twee zich dwars op elkaar uitstrekkende rollen dragen.

Verder kan de inrichting zodanig zijn uitgevoerd, dat de transportbaan een aandrijfbaar, eindloos,vervormbaar, bijvoorbeeld elastisch of gesegmenteerd,transportvlak omvat.

Bij het gebruik van een rollenbaan, die zich in de transportrichting omlaag uitstrekt, kan bijv. een verval van omstreeks 10° worden gebruikt. Met een dergelijke inrichting, die een hoogteverschil van 0,50 m over een afstand van 2,50 m vertoont, zijn zeer goede resultaten bereikt.

De inrichting volgens de uitvinding biedt, zoals duidelijk zal zijn, een zeer grote flexibiliteit. Men kan de hoek, waarover de produkten draaien geheel door eenvoudige aangepaste dimensionering van de inrichting kiezen. Desgewenst kan de transportbaan ten dele schroefvlakvormig en ten dele vlak zijn. Het vlakke deel van de transportbaan kan voor inspektie- of bewerkingsdoeleinden dienen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een tekening. Hierin tonen:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een alternatief in schematisch perspectivisch aanzicht;

Fig. 3 een beugel van een eerste type met rollen;

Fig. 4 een beugel van een tweede type met rollen;

Fig. 5 een beugel van een derde type met rollen; en

Fig. 6 de hoogte-instelling volgens detail VI in fig.2.

Fig. 1 toont een inrichting 1 voor het over ongeveer 180° in een vertikaal vlak draaien van kazen 2. Deze inrichting 1 omvat een aantal schroefvlakvormige transportbanen, bestaande uit rollenbanen. Een centrale ronde balk 3 draagt over zijn werkzame lengte een aantal dragers. Over de met a aangeduide zone zijn de dragers van het in fig. 3 getoonde type. In het met b aangeduide gebied zijn de dragers van het in fig. 4 aangeduide type, en in het met c aangeduide gebied zijn de dragers van het in fig. 5 aangeduide type.

Fig. 3 toont een drager 4. Deze omvat een oog 5 voor bevestiging aan de steunbalk 3. De drager is in hoofdzaak L-vormig en omvat twee vrijdraaiende rollen 6 en 7.

De drager volgens fig. 4 die met 8 is aangeduid is in hoofdzaak U-vormig, en draagt drie rollen 9, 10 en 14.

De in fig. 5 getoonde drager 11 is ook ongeveer U-vormig en omvat, evenals de drager 4 volgens fig. 3 twee rollen 12, 13.

Nu wordt weer verwezen naar fig. 1. Zoals deze figuur duidelijk toont zijn de elkaar opvolgende dragers 4 in de zone a zodanig gegroepeerd, dat ze onderlinge hoekafstanden maken en gemeenschappelijk een schroefvlakvormige transportbaan vormen. De rollen 6 dragen in het begin de kazen 2 voor ongeveer horizontaal transport. Bij het naderen van de zone b nemen de rollen 7 een belangrijk deel van de steunende functie van de rollen 6 over om kantelen van de kazen in de overgangszone b te voorkomen, waar daartoe de rollen 9, 10 van de dragers 8 de kazen zijdelings voor kanteling behoeden. Voorbij de zone b nemen de rollen 13 van de dragers 11 de vertikaal steunende functie van de rollen 14 over, waarbij tijdens transport langs de zone c de kazen geleidelijk in een meer horizontaal vlak verder worden geleid en aan het einde in hoofdzaak worden gesteund door de rollen 12 van de dragers 11.

Fig. 2 toont een draaibaar gestel 15 met twee steunhoepels 16, 17 van respectievelijk een grotere en kleinere diameter, welk gestel 15 enerzijds een inrichting 1 volgens fig. 1 draagt voor het keren van door een transportinrichting 18 aangevoerde kazen en afvoer daarvan naar een afvoertransportbaan 19 en anderzijds een vlakke rollenbaan 20. Door middel van een borgelement 21 kan het gestel 15 in twee stabiele standen worden geplaatst, waarvan de ene is getoond in fig. 2 en de andere zodanig is, dat de afvoerzijde van de aanvoertransportinrichting 18 overeenkomt met de invoerzijde van de vlakke rollenbaan 20, en de afvoerzijde van de rollenbaan 20 overeenkomt met de invoerzijde van de afvoertransportbaan 19. Met deze "wissel" kan worden bereikt dat bijvoorbeeld in een eerdere processtap geëtiketteerde kazen voor afvoer naar bijvoorbeeld een vervoermiddel zoals een vrachtauto niet nog eens over 180° worden gedraaid, waardoor de etiketten zich aan de onderkant van de kazen bevinden, maar zonder rotatie van de aanvoertransportbaan 18 naar de afvoertransportbaan 19 worden geleid.

Fig. 6 toont het detail VI op vergrote schaal. Dit detail VI toont de hoogteverstelling, die algemeen met 22 is aangeduid, waarmee het verval van de transportinrichtingen 21 kan worden ingesteld. Deze hoogte-instelling 22 omvat vier instelschroeven 23, elk op de hoek van een plateau 24, dat twee leirollen 25 voor de hoepel 17 draagt.

Een draaggestel 26 draagt twee vast opgestelde leirollen 27 voor de hoepel 16.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding zich niet beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringen. De transportbaan kan bijvoorbeeld ook aangedreven rollen omvatten, in tegenstelling tot de hiervoorbeschreven uitvoeringen met vrijdraaiende rollen, desgewenst in combinatie met een zeker verval, terwijl bovendien de transportbaan kan zijn uitgevoerd als een aandrijfbaar, eindloos vervormbaar, bijvoorbeeld elastisch of gesegmenteerd transportvlak.

Claims (10)

1. Inrichting voor het over een gekozen hoek in een vertikaal vlak draaien van kazen of andere produkten, gekenmerkt door een althans ten dele schroefvlakvormige transportbaan met een toevoerzijde voor toevoer van de produkten en een afvoerzijde voor de produkten tijdens transport langs welke transportbaan de produkten worden gesteund en gedraaid over een met de vorm van de transportbaan overeenkomende hoek.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transportbaan ten minste één rollenbaan omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in niet-horizontale delen elke rollenbaan aansluit aan ten minste één andere, dwars daarop geplaatste rollenbaan, zodanig dat de produkten tijdens transport steeds in een stabiele stand worden gesteund.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rollen van de rollenbaan vrijdraaiend zijn.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de rollenbaan zich in de transportrichting omlaag uitstrekt, zodat transport van de produkten daarlangs althans ten dele onder invloed van de zwaartekracht kan plaatsvinden.

6. inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat althans in een zich horizontaal uitstrekkend deel van de transportbaan de rollen aandrijfbaar zijn.

7. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door een steunas en een aantal met gekozen onderlinge axiale afstanden en hoekstanden aan die steunas bevestigde dragers, welke dragers de rollen dragen.

8. Inrichting volgens conclusie 7 en 3, gekenmerkt door dragers, die twee zich dwars op elkaar uitstrekkende rollen dragen.

9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transportbaan een aandrijfbaar, eindloos, vervormbaar, bijvoorbeeld elastisch of gesegmenteerd, transportvlak omvat.

10. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een vlakke transportbaan, die samen met de schroefvlakvormige transportbaan is bevestigd aan een kantelbaar en in twee standen plaatsbaar gestel in welke eerste stand de produkten door de schroefvlakvormige transportbaan worden getransporteerd, en in welke tweede stand de produkten door de vlakke transportbaan worden getransporteerd.