NL8901375A - Systeem voor het opnemen/weergeven van signalen op magneetband in cassettes. - Google Patents

Systeem voor het opnemen/weergeven van signalen op magneetband in cassettes. Download PDF

Info

Publication number
NL8901375A
NL8901375A NL8901375A NL8901375A NL8901375A NL 8901375 A NL8901375 A NL 8901375A NL 8901375 A NL8901375 A NL 8901375A NL 8901375 A NL8901375 A NL 8901375A NL 8901375 A NL8901375 A NL 8901375A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cassette
cassettes
type
standard
recording
Prior art date
Application number
NL8901375A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8901375A priority Critical patent/NL8901375A/nl
Priority to AT90201341T priority patent/ATE126382T1/de
Priority to ES90201341T priority patent/ES2078294T3/es
Priority to DK90201341.6T priority patent/DK0400744T3/da
Priority to DE69021447T priority patent/DE69021447T2/de
Priority to EP90201341A priority patent/EP0400744B1/en
Priority to CN90103230A priority patent/CN1029435C/zh
Priority to HU903228A priority patent/HU207600B/hu
Priority to FI902647A priority patent/FI902647A0/fi
Priority to SU904830107A priority patent/RU2044346C1/ru
Priority to PT94185A priority patent/PT94185A/pt
Priority to BR909002530A priority patent/BR9002530A/pt
Priority to TR90/0544A priority patent/TR26697A/xx
Priority to AU56018/90A priority patent/AU5601890A/en
Priority to YU106190A priority patent/YU106190A/sh
Priority to PL90302058A priority patent/PL166448B1/pl
Priority to PL28541690A priority patent/PL285416A1/xx
Priority to JP2143259A priority patent/JPH0322277A/ja
Priority to PL90302057A priority patent/PL166439B1/pl
Priority to KR1019900007946A priority patent/KR900017598A/ko
Publication of NL8901375A publication Critical patent/NL8901375A/nl
Priority to AU57933/94A priority patent/AU5793394A/en
Priority to GR950402928T priority patent/GR3017833T3/el
Priority to HK169996A priority patent/HK169996A/xx

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08714Auxiliary features
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/38Visual features other than those contained in record tracks or represented by sprocket holes the visual signals being auxiliary signals
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/05Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container
    • G11B15/06Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container by sensing auxiliary features on record carriers or containers, e.g. to stop machine near the end of a tape
    • G11B15/07Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container by sensing auxiliary features on record carriers or containers, e.g. to stop machine near the end of a tape on containers

Landscapes

  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Indexing, Searching, Synchronizing, And The Amount Of Synchronization Travel Of Record Carriers (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
  • Automatic Tape Cassette Changers (AREA)
  • Management Or Editing Of Information On Record Carriers (AREA)
  • Signal Processing Not Specific To The Method Of Recording And Reproducing (AREA)
  • Recording Or Reproducing By Magnetic Means (AREA)
  • Electrically Operated Instructional Devices (AREA)
  • Networks Using Active Elements (AREA)
  • Transmission And Conversion Of Sensor Element Output (AREA)

Description

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het
•O
opnemen/weergeven van signalen op magneetband in cassettes, omvattende apparaten van een eerste en van een tweede gestandaardiseerde soort, waarvan de eerste geschikt is voor opname/weergave van signalen volgens een eerste standaard en waarvan de tweede geschikt is voor opname/ weergave van signalen volgens een met de eerste niet compatibele tweede standaard, welke beide soorten apparaten ontworpen zijn om te functioneren met cassettes van een in de eerste standaard gestandaardiseerde soort,
Er zijn verschillende voorbeelden te geven van dergelijke systemen. Een bekend systeem voor het opnemen/weergeven van videosignalen (bijvoorbeeld het zogenaamde 8 mm systeem of het zogenaamde VHS-systeem) maakt gebruik van magneetbandcassettes en daarmee samenwerkende schuinspoorrecorders die de videosignalen in schuine onderbroken sporen naast elkaar op de magneetband aanbrengen. Ten behoeve van de onderlinge uitwisselbaarheid of de zogenaamde compatibiliteit tussen enerzijds cassettes en anderzijds apparaten behorende tot het systeem, is het bekende systeem nauwkeurig gestandaardiseerd met betrekking tot alle eigenschappen en afmetingen die van belang zijn om de uitwisselbaarheid te garanderen.
Hoewel het bovengenoemde bekende systeem voor het opnemen en weergeven van videosignalen is geconcipieerd, zijn niettemin verschillende fabrikanten ertoe overgegaan om videorecorders op de markt te brengen die bovendien in staat zijn om audiosignalen op de magneetband te registreren volgens een zogenaamde PCM (Pulse Code Modulation) standaard. De betreffende audiostandaard, óf tweede standaard, waarborgt dat de met audiosignalen beschreven cassettes althans op alle door dezelfde fabrikant op de markt gebrachte recorders met de mogelijkheid tot het opnemen/weergeven van PCM-audio afspeelbaar zijn.
Bij een dergelijk systeem omvattende twee verschillende standaarden is het niet uitgesloten dat door een gebruiker vergissingen worden gemaakt. Zo kan een gebruiker een met videosignalen beschreven magneetbandcassette in een recorder ‘aanbrengeri mét hei öögMérk' óm In PCM-audio opgenomen muziek tè beluisteren. Anderzijds'Is'het:hiét uit- * gesloten dat een gebruiker die' een videoprogramma· ί&Ι -bekijken eën' · cassette gebruikt waarop PGM-audiosignalen-staan.- Veelal-'kunnen door oplettendheid van de gebruiker dergelijke-vèrgissirigën· wördëft -voorkomen. Bovendien zijn de'vergissingen over het algemeen niet schadelijk voor de cassette, de recorder of de gebruiker zodat een gemaakte vergissing geen schadelijke gevolgen heeft. Er zijn evenwel omstandigheden denkbaar waaronder dit anders is. Voorbeelden van zulke omstandigheden zullen in het navolgende worden gegeven.
Bij het zogenaamde Compact-Cassettesysteem voor het registreren van analoge audiosignalen is de voor de compatibiliteit vereiste standaard zelfs vastgelegd In een officiële norm, de zogenaamde internationale IEC-standaard van de International Electrotechnical Commission, men zie publikatie nummer 94-7 (1986) uitgegeven door het centrale bureau van de IEC, Rue de Varembée 3 in Genève, Zwitserland.
Het betreffende systeem heeft op een zeer grote schaal ingang gevonden, jaarlijks worden enkele miljarden Compact-Cassettes over de hele wereld gefabriceerd volgens de genoemde standaard. Door de zeer grote verbreiding en de algemene beschikbaarheid van de gestandaardiseerde Compact-Cassettes zijn in de loop der tijd toepassingen voorgesteld die niet aan de vorengenoemde standaard voldoen. Zo wordt de Compact-Cassette, meestal voorzien van een wat afwijkende magneetband, gebruikt als magnetisch geheugen ten behoeve van kleine computer installaties. Bij dit soort toepassingen wordt de informatie in digitale vorm volgens een, geheel van de vorengenoemde standaard afwijkende, tweede standaard op de magneetband geschreven.
Er zijn ook voorstellen bekend, zie bij wijze van voorbeeld het Europese octrooischrift EP 0.148.999 Bi, om op de magneetband in een Compact-Cassette geen analoog signaal te registreren, maar een PCM-audiosignaal, in wezen dus een digitaal signaal. Het zal duidelijk zijn dat, hoewel de Compact-Cassettes die gebruikt worden steeds voldoen aan de eerste standaard, van een compatibiliteit geen sprake kan zijn tussen enerzijds de apparaten geschikt voor het opnemen/weergeven van analoge signalen en anderzijds de apparaten die geschikt zijn voor het opnemen/weergeven van digitale signalen. De onderlinge verschillen tussen de apparaten zijn voor wat betreft het mechanische loopwerk over het algemeen niet groot. Uiteraard dient wel een andere magneetkop te worden gebruikt in combinatie met andere electronische circuits.
De kans dat door een gebruiker een cassette beschreven met analoge signalen wordt aangebracht in een apparaat dat niet geschikt is voor het opnemen/weergeven van analoge signalend en omgekeerd dat een cassette voorzien van digitale signalen wordt aangebracht in een apparaat dat niet geschikt is voor het opnemen/weergeven van digitale signalen is, gezien het feit dat exact dezelfde cassettes worden gebruikt, niet denkbeeldig. Ook hier geldt dat in het algemeen geen grote schade op zal treden. Zo zal veelal door een opdruk op de cassette al duidelijk gemaakt zijn of de cassette bedoeld is voor apparaten volgens de eerste standaard danwel voor apparaten volgens de , tweede standaard. Onder omstandigheden van slecht zicht echter, bijvoorbeeld door onvoldoende verlichting ter plekke of in het donker, zal een bedrukking van de cassette geen uitkomst bieden. Voor slechtzienden en zeker voor blinden is al helemaal van geen uitkomst sprake. Maar zelfs in het geval dat er voldoende licht is en de gebruiker in staat is om een opdruk te kunnen lezen, kunnen zich omstandigheden voordoen dat de opdruk niet gelezen wordt. Dit kan zijn uit onachtzaamheid, haast, doordat de gebruiker wordt afgeleid door andere zaken, doordat de gebruiker niet kan lezen, althans de gebruikte taal niet kan lezen of begrijpen, of omdat de gebruiker uit het oogpunt van veiligheid zijn aandacht niet aan de opdruk op de cassette kan schenken. Dit laatste geval doet zich bijvoorbeeld voor wanneer de cassette gebruikt wordt in een auto of een ander voertuig, waarbij de gebruiker zijn aandacht moet houden bij het besturen van het voertuig en bij het verkeer en daarom met slechts één hand, zonder te kijken, de cassette moet manipuleren voor het inbrengen in een apparaat.
De uitvinding beoogt een systeem van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen, waarbij het gevaar van het verwisselen van cassettes tussen incompatibele apparaten sterk kan worden verminderd en heeft tot kenmerk, dat de tweede soort apparaten bovendien ontworpen is om te functioneren met cassettes van een in de tweede standaard gestandaardiseerde soort, welke tweede soort cassettes een modificatie vormen van de eerste soort cassettes en dezelfde hoofdafmetingen bezitten maar een gestandaardiseerde afwijkende uitwendige vorm bezitten, zodat de twee soorten cassettes, hoewel althans in hoofdaftaetingen gelijk, bij afwezigheid van,een onderscheidende opdruk op duidelijk zichtbare en op de tast duidelijk voelbare wijze van elkaar door een gebruiker zijn te: onderscheiden. ....
De uitvinding heeft verrassend grqte voordelen voor allerlei systemen van de in de aanhef genoemde soort. Ter illustratie zullen de . voordelen worden toegelicht voor een systeem omvattende Compaet-Cassettes volgens de eerste standaard waarbij, naast het.opnemen/ registreren van audiosignalen in analoge vorm volgens deze eerste standaard, het binnen het systeem mogelijk is om digitale audiosignalen op te nemen en/of weer te geven volgens de tweede standaard* Gezien de enorme verbreiding van het analoge Compact-Cassette-systeem zijn Compaot-Cassettes en de daarmee samenwerkende apparaten goedkoop en betrouwbaar. Het is dan ook erg aantrekkelijk om digitale audiorecording mogelijk te maken met gebruik van cassettes en loopwerken die zo min mogelijk van de bekende afwijken. Anderzijds moet effectief voorkomen worden dat er verwarring onder de enorm grote groep van gebruikers van Compact-Cassettes en Compact-Cassettereeorders ontstaat met betrekking tot het gebruik van de cassettes en de apparaten. Het verrassende idee van de uitvinding ligt erin om cassettes volgens een tweede standaard te gebruiken die praktisch geheel voldoen aan de eerste standaard behalve een in de tweede standaard gestandaardiseerde afwijkende uitwendige vorm die zodanig is, dat zelfs bij afwezigheid van een onderscheidende opdruk voor een gebruiker direkt duidelijk zal zijn, onder welke omstandigheden dan ook, dat het een cassette volgens de tweede standaard en niet volgens de eerste standaard betreft. Omdat de afwijkende vorm ook op de tast duidelijk voelbaar is zullen minder of geen verwisselingen optreden, zelfs bij kleine kinderen, analfabeten, slechtzienden of blinden maar ook bij zienden in situaties waarin de uitwendige vorm niet gezien kan worden of onder omstandigheden waarin het vermogen tót zien niet aan de cassette besteed kan worden.
Het digitale recordingsysteem volgens de tweede standaard noodzaakt noeh de fabrikanten van cassettes, noch de fabrikanten van mechanische loopwerken tot de grote nieuwe investeringen die gemoeid plegen te zijn met de introductie van een totaal nieuw systeem, aangezien de cassettes althans voor een deel hetzelfde zijn, althans niet in alle opzichten afwijken, zoals bij vele van de tot nu toe voorgestelde nieuwe digitale audio-systemen. Bij voorkeur wordt een uitvoeringsvorm van de uitvinding gebruikt die het kenmerk bezit dat de tweede soort cassettes slechts een afwijkend gevormd deel bezit op een plaats die niet in de standaard van de eerste soort cassettes is vastgelegd voor samenwerking met een onderdeel van een apparaat van de eerste soort. Hiermee wordt gegarandeerd, dat voor wat betreft de samenwerking tussen de cassettes en de loopwerken geen verschil bestaat tussen de eerste standaard en de tweede standaard. De reusachtige hoeveelheid kuow-how en kennis die zich in de loop van meer dan twintig jaar bij fabrikanten van loopwerken voor Compact-Cassettes is opgebouwd is dus direkt en zonder beperkingen beschikbaar, direkt bij de introductie van het digitale audiorecordingsysteem volgens de tweede standaard, zonder dat een grote verwarring bij de gebruikers verwacht hoeft te worden. Zelfs gehandicapte gebruikers zoals blinden, slechtzienden of analfabeten kunnen direkt, eenmaal ervan op de hoogte gebracht, constateren of men met een cassette volgens de eerste standaard of volgens de tweede standaard te maken heeft. Diegenen die cassettes en apparaten zowel volgens de eerste standaard als volgens de tweede standaard bezitten kunnen gemakkelijk een ongewenste verwisseling voorkomen. Bij gebruik van een cassette-apparaat volgens de tweede standaard in een automobiel kan door een automobilist met één hand op de tast vastgesteld worden, zonder dat de ogen van de weg hoeven worden afgenomen, of een cassette volgens de eerste standaard of volgens de tweede standaard in het apparaat wordt aangebracht.
Een volgende uitvoeringsvorm, die verreweg de voorkeur verdient, heeft tot kenmerk dat het afwijkend gevormde deel van de tweede soort cassettes zich op een hoofdwand van de cassette bevindt. Deze uitvoeringsvorm heeft meerdere belangrijke voordelen. Zo zijn bij sommige bekende cassettes zoals de Compact-Cassette in de eerste standaard meerdere openingen in de achterwand gedefinieerd, die bedoeld zijn om te worden gedetecteerd door censors in het apparaat. Voor visuele herkenning, of voor herkenning op de tast, zijn deze openingen minder geschikt, aangezien in de eerste plaats op de tast de openingen niet gemakkelijk te voelen zijn en bovendien de doorsnee gebruiker niet geacht kan worden de betekenis van de aanwezige opening of openingen te kunnen bevroeden. Een ander punt is dat de hoofdwand veel groter is zodat veel meer plaats aanwezig is om afwijkende vormen aan te brengen. Deze zijn daarmee visueel en op de tast makkelijker en sneller te constateren. Bovendien zijn.cassettes.in hun verpakking meestal ook uitsluitend op een hoofdwand-zichtbaar, zodat deze uitvoeringsvorm garandeert dat ook in de verpakking reeds een duidelijk onderscheid . door een gebruiker kan worden gemaakt. . , ··
Zoals bekend, bezitten Compact-Cassettes evenwijdige hoofdwanden verbonden door dwarswanden waarvan er één een althans ten dele open voorwand vormt. De beide hoofdwanden bevinden zich bij de voorwand plaatselijk op een grotere afstand van elkaar dan in het overige deel van de cassette, zodat de cassette aan de voorkant een plaatselijke verdikking bezit. Deze plaatselijk grotere afstand tussen de beide hoofdwanden heeft een technische reden. De magneetkop die samenwerkt met de magneetband in de cassette heeft namelijk een grotere breedte dan de magneetband. Een uitvoeringsvorm van de uitvinding is speciaal voor het Compact-Cassette-systeem en soortgelijke systeemen van belang en stelt voor, dat de afwijkende uitwendige vorm van de tweede soort cassettes een afwijkende vorm van de genoemde verdikking omvat. Een dergelijke afwijkende vorm is direkt op de tast of visueel te constateren. Bij voorkeur wordt een uitvoeringsvorm gebruikt die tot kenmerk heeft dat de verdikking van de cassettes van de tweede soort, gemeten in een richting dwars op de voorwand, een aanmerkelijk geringere afmeting bezit dan bij de cassettes van de eerste soort. Verrassenderwijs is deze modificatie van de bekende Compaet-Cassette mogelijk zonder dat daardoor invloed wordt uitgeoefend op het functioneren van de cassette. In het inwendige van de cassette bevindt zich, ongeveer halverwege tussen de voorwand en de achterzijde van de verdikking, bij de Compaet-Cassette een intern wanddeel dat een functie heeft voor het geleiden van de magneetband langs de openingen in de voorwand. Het gedeelte van de verdikking dat gelegen is achter deze tussenwand heeft evenwel geen enkele bijzondere functie en het is dus zondermeer mogelijk ten behoeve van de beoogde onderscheiding van de cassettes van de tweede soort de afmeting van de verdikking in de genoemde richting aanmerkelijk te verkleinen. Nog een verdere verkleining zou mogelijk zijn door ook het inwendige van de cassette te wijzigen. In het extreme geval is de verdikking geheel afwezig.
Een belangrijke verhoging van het visuele en het tastbare effect van de verandering van de afmeting van de verdikking van de cassette is mogelijk door een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding die tot kenmerk heeft, dat de verdikking van de cassette van de tweede soort een van de voorzijde van de cassette afgekeerde achterkant bezit met een vorm die op de tast zich duidelijk onderscheidt van een rechte kant. Bij Compact-Cassettes is de betreffende kant, zoals bij een ieder welhaast overbekend, recht van vorm. Een afwijking van deze rechte vorm valt onmiddelijk op. Bijvoorbeeld kan de achterkant van de verdikking bij cassettes volgens de tweede standaard gekromd worden uitgevoerd terwijl ook profileringen mogelijk zijn, bijvoorbeeld gegolfd of gekarteld Of gedeeltelijk hol en gedeeltelijk bol etc. Met voordeel kan verder nog gebruik gemaakt worden van een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding die tot kenmerk heeft, dat de achterkant is voorzien van een gecodeerde profilering met een op de tast voelbare codering van een cassette-eigenschap. Gedacht kan worden aan een codering van de speel-duur van de cassette zodat direkt zichtbaar maar ook voelbaar is hoeveel de maximale speelduur van de cassette bedraagt.
Compact-Cassettes worden, net als andere voor gebruik door consumenten bedoelde cassettes, in vrijwel alle gevallen door spuitgieten uit een kunststof vervaardigd. Een uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij een gecodeerde profilering aan de achterzijde van de verdikking aanwezig is, kan bij dergelijke kunststof cassettes worden toegepast en heeft tot kenmerk, dat na het spuitgieten de gecodeerde profilering met behulp van uitwendige middelen tot stand is te brengen door het aanbrengen dan wel opvullen van een opening in de hoofdwand van de cassette. Het is van belang om de codering pas aan te brengen na het spuitgieten. Hiermee wordt bereikt dat niet voor de verschillende cassettes ook verschillende spuitgietmallen dienen te worden gebruikt. Een ander voordeel is dat fabrikanten van CQ-eassettes -dat wil zeggen in hoofdzaak lege cassettes waarbij tussen de spoelkernen alleen een zogenaamde leadertape aanwezig is en die in een later stadium door andere fabrikanten van magneetband worden voorzien- cassettes van een enkele soort kunnen fabriceren en verkopen. Pas bij het laden van de cassette met een bepaalde hoeveelheid magneetband behoeft de codering te worden aangebracht. Bijvoorbeeld kan, op op zich bekende wijze, de cassette worden voorzien van uitbreekbare delen die op het moment dat het gewenst is uit het cassettehuis.kunnen worden gebroken. Een andere mogelijkheid is om juist openingen die in het huis aanwezig zijn met later aan te brengen delen te vullen.
Apparaten voor een systeem zoals hiervoor· behandeld kunnen zijn voorzien van aftastmiddelen voor het aftasten van de aanwezigheid van de afwijkende vorm van de tweede soort•cassettes en kunnen verder zijn voorzien van door de aftastmiddelén gestuurde besturingsmiddelen voor het besturen van een functie: van het apparaat afhankelijk van de soort van de aanwezige cassette. Door een apparaat op een dergelijke manier uit te voeren ontstaat het voordeel dat het apparaat zelf, geheel automatisch en onafhankelijk van de oplettendheid van de gebruiker, kan vaststellen of een cassette van de eerste soort danwel van de tweede soort aanwezig is. Uiteraard zal deze uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de uitvinding pas tot toepassing komen, nadat een systeem van de tweede soort tot invoering is gekomen. Na die datum kunnen echter zowel apparaten volgens de eerste standaard als apparaten volgens de tweede standaard met een dergelijke voorziening worden uitgerust. Als mogelijke functies van het apparaat kan bijvoorbeeld aan een alarmfunctie gedacht worden of een display-functie. Een andere mogelijkheid is de weergave- of opname-functie van het apparaat te beïnvloeden.
Een uitvoeringsvorm van het apparaat volgens de uitvinding kan tot kenmerk hebben, dat de aftastmiddelen een beweegbaar tastorgaan omvatten dat samenwerkt met een hoofdwand van een aangebrachte cassette op een plaats waar zich alleen bij de eerste soort cassettes een deel van de verdikking bevindt en dat beweegbaar is tussen een eerste stand, corresponderend met de aanwezigheid van een cassette van de eerste soort en een tweede stand, corresponderend met de aanwezigheid van een cassette van de tweede soort. Op deze manier zijn betrekkelijk eenvoudig te realiseren mechanische aftastmiddelen mogelijk die met de cassette samenwerken op een plaats die geen enkele relatie heeft tot de voor de compatibiliteit van belang zijnde onderlinge samenwerking van cassette en apparaat.
Een verdere belangrijke uitvoeringsvorm kan nog tot kenmerk hebben, dat het apparaat is voorzien van door de besturingsmiddelen gestuurde beletmiddelen die bij aanwezigheid van een cassette van de tweede soort het weergeven van signalen van de magneetband beletten.
Bij deze uitvoeringsvorm kan bij nieuw te introduceren apparaten bereikt worden dat een verkeerde cassette, dat wil zeggen een cassette volgens de niet bijbehorende eerste standaard, niet geaccepteerd wordt zodat een verkeerde opname of weergave in het allervroegste stadium reeds onmogelijk wordt gemaakt.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening die bij wijze van voorbeeld schematisch enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding toont en waarin:
Figuur 1 een frontaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van een apparaat alsmede van een bijbehorende cassette,
Figuur 2 een frontaanzicht is in hoofdzaak gelijk aan dat van figuur 1 van een ander apparaat alsmede een andere cassette,
Figuur 3 een explosie-aanzicht is van een bekende Compact-
Cassette,
Figuur 4 een bovenaanzicht is van de cassette van figuur 3 waarbij gearceerd gedeelten zijn aangegeven die in overeenstemming met de internationale standaard die geldt voor Compact-Cassettes dienen als ondersteuningszones voor de cassette,
Figuur 5 tot en met Figuur 8 bovenaanzichten zijn van een deel van een cassette die in hoofdzaak overeenkomt met de Compaet-Cassette volgens de figuren 3 en 4 maar plaatselijk gemodificeerd zijn, en
Figuur 9 een doorsnede is volgens de pijlen IX-IX in Fig. 8. De figuren 1 en 2 tonen apparaten DR1 en DR2 van respectievelijk een eerste gestandaardiseerde soort en een tweede gestandaardiseerde soort. Het apparaat DR1 is geschikt voor opname/weergave van signalen volgens een eerste standaard en wel volgens de eerder genoemde Corapact-Cassettêstandaard. Het apparaat DR2 daarentegen is geschikt voor opname/weergave van signalen volgens een met de eerste niets compatibele tweede standaard. In afwijking van het Compact-Cassette-apparaat DR1 volgens figuur 1 is het apparaat DR2 geschikt voor het registreren en uitlezen van digitaal gecodeerde audio-signalen op een magneetband. Bijvoorbeeld kan het apparaat DR2 van een soort zijn zoals beschreven in de reeds eerder door Aanvrager ingediende octrooiaanvrage 8900214 (PHN 12.816, herewith incorporated by reference). Bij apparaten van deze eerder voorgestelde soort is het digitale audio-signaal verdeeld over een aantal parallel op de magneetband aangebrachte sporen, zodat de magneetkopmiddelen die worden gebruikt voor het opnemen/weergeven van de signalen voorzien moeten zijn van een overeenkomstig aantal kopspleten, bijvoorbeeld 1.0 stuks. Het apparaat DR1 is voorzien van een bij Compact-Cassette-apparaten gebruikelijke analoge magneetkop T, alsmede van een wiskop 2, die gezamenlijk zijn aangebracht op een gebruikelijke beweegbare kopslede 3. Ten behoeve van het bandtranspqrt zijn een kaapstander 4 alsmede een drukrol 5 aanwezig, welke laatste behoort tot een zwenkbare drukroleenheid 6. Aangezien Compact-Cassette-apparaten in velerlei uitvoeringsvormen bekend zijn in de stand van de techniek, zal op de details van het apparaat DR1 verder niet worden ingegaan. Volstaan zal worden met nog te vermelden dat het apparaat voorzien is van een zwenkbare klep 7 voor het opnemen van een Compact-Cassette, alsmede van motorisch aangedreven wikkeldoorns 8 en 9 voor het aandrijven van de spoelkernen van de cassette.
Het apparaat DR2 is zoveel mogelijk, zeker voor wat de mechanische delen en in het bijzonder wat het loopwerk betreft, gelijk aan het apparaat DRt. Het bezit evenwel in plaats van een analoge magneetkop nu een digitale of een gecombineerd analoog/digitale magneetkop 10. Voor nadere bijzonderheden omtrent de ligging van de kopspleten in een dergelijke magneetkop wordt verwezen naar de eerder genoemde octrooiaanvrage 8900214 (PHN 12.816). Voorts zijn weer aanwezig een wiskop 11, een kaapstander 12, een drukrol 13 behorende tot een drukroleenheid 14, een cassetteklep 15 en wikkeldoorns 16 en 17. De digitale magneetkop 10 is verbonden met een onderscheidingscircuit 18 waarvan de betekenis en de functie verderop nog nader zullen worden verklaard. De beide magneetkoppen 10 en 11 zijn weer gezamenlijk aangebracht op een beweegbare kopslede 19.
Ter onderscheiding zullen in het vervolg van de beschijving de apparaten DR1 en DR2 respectievelijk worden aangeduid als een analoog en een digitaal apparaat. De apparaten behoren tot systemen volgens een eerste -hier te noemen analoge- standaard en een tweede -hier te noemen digitale- standaard die uiteraard niet compatibel zijn met elkaar.
De beide soorten apparaten zijn ontworpen om te functioneren met in de eerste standaard, dus de Compact-Cassette-standaard, gestandaardiseerde cassettes Cl. Dit komt doordat de digitale apparaten mechanisch in belangrijke mate gelijk zijn aan de analoge apparaten, zodat in hoofdzaak dezelfde componenten kunnen worden gebruikt.
De digitale apparaten DR2 zijn ontworpen om bovendien te functioneren met cassettes C2 van een in de digitale standaard gestan- daardiseerde soort. De cassettes C2 vormen een modificatie van de Compact-Cassette C1 en bezitten dezelfde hoofdafmetingen. Ze hebben evenwel een zodanig afwijkende uitwendige vorm, dat de cassettes C1 en C2, hoewel in hoofdzaak en in hoofdafmetingen gelijk, zelfs bij afwezigheid van een onderscheidende opdruk toch op duidelijk zichtbare en ook op de tast duidelijk voelbare wijze van elkaar door een gebruiker zijn te onderscheiden.
Het digitale apparaat DR2 kan, in overeenstemming met het eerdere voorstel volgens de eerder genoemde octrooiaanvrage 8900214 (PHN 12.816) geschikt zijn voor de opname/weergave van digitaal gecodeerde audio-signalen maar daarnaast bovendien geschikt zijn voor althans het weergeven van op een Compact-Cassette opgenomen analoge audio-signalen. Hiertoe dient de digitale magneetkop 10 op een bijzondere en in de voornoemde eerdere octrooiaanvrage beschreven wijze te zijn geconstrueerd. Het onderscheidingsoircuit 18 is geschikt om geheel automatisch te kunnen onderscheiden of door de magneetkop 10 analoge danwel digitale signalen worden gelezen. Afhankelijk van het gedetecteerde signaal worden vervolgens de signalen naar analoge danwel digitale audio-circuits toegevoerd.
Het apparaat DR1 en de cassette C1 behoren dus tot een systeem volgens de Compact-Cassette-standaard. Het apparaat DR2 en de cassette C2 behoren tot een tweede systeem volgens een tweede, digitale, standaard voor het opneraen/weergeven van audio-signalen. De Compact-Cassette C1 is evenwel bruikbaar zowel in apparaten volgens de Compact-Cassette-standaard als in apparaten volgens de tweede, digitale, standaard. Daarnaast zijn de apparaten volgens de digitale standaard ontworpen om te functioneren met cassettes C2 volgens de tweede standaard.
Figuur 3 toont een explosie-aanzicht van de bekende zogenaamde Compact-Cassette. De cassette is voorzien van een magneetband 20 gewikkeld op een tweetal spoelkernen 21 en 22, aangebracht binnen een behuizing gevormd door twee schalen 23 en 24. De schalen omvatten evenwijdige hoofdwanden 25 en 26. Verder bezitten ze halve dwarswanden die tezamen een achterwand en twee zijwanden vormen die de hoofdwanden verbinden. De halve dwarswanden 25 tot en met 28 zijn in de tekening zichtbaar. Aan de voorzijde van de cassette is een dwarswand 29 aanwezig die een ten dele open voorwand vormt en geheel tot de schaal 23 behoort., Met name zijn openingen 30 én 31 aanwezig voor een drukrol, een centrale opening 23 ten behoeve van één of meer magneet-koppen, alsmede een tweetal kleinere openingen; 33 en 3¾ voor een band-spanningsvoeler. De schalen worden met elkaar verbonden met behulp van een vijftal schroefjes 35* Binnen de cassette zijn een tweetal gelei-dingsrollen 36 en 37 aanwezig voor het geleiden van de magneetband.
Bij de voorwand 29 bevinden de hoofdwanden van de cassette zich plaatselijk op een grotere afstand van elkaar dan in het overige deel van de cassette. Zodoende bezit de cassette aan de voorkant een plaatselijke verdikking 38. Achter de openingen 30 tot en met 3¾ bevindt zich een vaste bandgeleidingseenheid 39 die in zijn geheel tot de onderste schaal 24 behoort. Een drukviltje 40 is met behulp van een bladveer 41 achter de centrale opening 32 opgesteld, teneinde de magneetband 20 met een zekere kracht tegen een magneetkop te drukken. Ter plaatse van de verdikking 38 zijn in de hoofdwanden openingen 42 aanwezig voor het doorlaten van een kaapstander. Voorts zijn openingen 43 en 44 voorzien voor het doorlaten van positioneringspennen van een loopwerk van een apparaat. Aan de zijkant van de cassette nabij de voorzijde bevinden zich ribbels 45 die bij de Compact-Cassette functies zijn toegedacht voor het beletten van het verkeerd inbrengen van de cassette in een Compact-Cassette-apparaat.
Figuur 4 toont volgens de Compact-Cassettestandaard gestandaardiseerde oplegzones 46 tot en met 49 die bedoeld zijn voor de samenwerking met een Compact-Cassette-apparaat.
De digitale cassettes C2 bezitten een afwijkend gevormd deel op een plaats die niet in de Compact-Cassettestandaard is vastgelegd voor samenwerking met een onderdeel van een Compact-Cassette-apparaat. Dit afwijkend gevormde deel bevindt zich op een hoofdwand van de cassette. In de figuren 5 tot en met 8, die betrekking hebben op uitvoeringsvormen van de cassette C2, zijn de delen van de cassette die overeenkomen met de Compact-Cassette C1 voorzien van verwijzingscijfers overeenkomend met die van de figuren 3 en 4. De uitvoeringsvormen van de getoonde cassette C2 worden echter van elkaar onderscheiden door toevoeging van het figuurnummer. Zo wordt de uitvoeringsvorm van figuur 5 aangeduid als C2-5 en de uitvoeringsvorm volgens figuur 8 als C2-8.
De cassette C2-5 tot en met C2-7 zijn in hoofdzaak gelijk aan de Compact-Cassette C1, maar de verdikking 38 van deze cassettes is gemeten in een richting dwars op de voorwand aanmerkelijk geringer dan bij de Compact-Cassettes. Ter illustratie is met een streeplijn de verdikking 38 van de Compact-Cassette aan in de figuren toegevoegd. Het valt direkt op dat in de figuren 5 tot en met 7 de verdikking ongeveer, gemeten in de richting dwars op de voorwand, half zo groot is als bij de Compact-Cassette. Dit is mogelijk omdat de afstand tussen de band-geleidingseenheid 39 en de voorwand 29 van de Compact-Cassette beduidend kleiner is dan de afstand tot de achterzijde 50 van de verdikking 38. De uitvinding maakt op creatieve wijze gebruik van de verrassende constatering, dat de verhoging 38 van de bekende Compact-Cassette, voor zover deze zich bevindt aan de achterzijde van de band-geleidingseenheid 39, eigenlijk geen enkele bijzondere functie heeft. Het is dan ook zondermeer mogelijk om de afmeting van de verdikking van de cassette van het systeem van de uitvinding, met ongeveer de helft kleiner te maken.
De achterwand 50-5 van de cassette C2-5 bevindt zich dus aanmerkelijk dichter bij de voorwand 29-5 dan de achterwand 50 van de Compact-Cassette C1 zich bevindt vanaf de voorwand 29. Een zodanig aanmerkelijk verschil is gemakkelijk met het oog, maar zelfs ook op de tast waarneembaar, zodat een duidelijk onderscheid aanwezig is tussen de beide soorten cassettes, zelfs bij afwezigheid van een onderscheidende opdruk.
Bij de cassette C2-6 van figuur 6 bezit de achterkant 50-6 van de verdikking 38-6 een gewelfde, afgeronde, vorm die geheel afwijkt van de vorm van de achterwand 50 van de Compact-Cassette. Niet alleen bevindt de achterwand 50-6 zich dichter bij de voorwand van de cassette, wat op zich al een voelbaar en zichtbaar onderscheid oplevert, maar is bovendien de vorm van de achterwand zodanig anders dan bij de Compact-Cassette dat een nog duidelijker onderscheid aanwezig is. Bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 7 en 8 is de achterwand van de verdikking voorzien van een makkelijk zichtbare en op de tast voelbare profilering. De achterwanden 50-7 en 50-8 van de cassettes C2-7 en C2-8 zijn op deze wijze, afgezien van de geringere afmeting dwars op de voorwand, makkelijk op de tast te onderscheiden van de achterwand 50 van de verdikking 38 van een Compact-Cassette.
Compact-Cassettes, alsmede praktisch alle andere bekende cassettes voor consumenten gebruik, worden normaal gesproken met behulp van een spuitgiet-procédé uit een kunststof vervaardigd. Het is dus niet moeilijk de achterwand van de verdikking de gewenste profilering te geven. Het is zelfs mogelijk de achterkant van de verdikking te voorzien van een gecodeerde profilering met een op de tast voelbare codering van een cassette-eigenschap. Zo zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn de cassette C2-7 volgens figuur 7 in verschillende versies te fabriceren, voorzien van alleen de nok 51, van twee nokken 51 en 52 of van drie nokken 51 tot en met 53. Om op deze manier zijn drie verschillende cassette-eigenschappen van elkaar te onderscheiden. Bijvoorbeeld kan de aanwezigheid van alleen de nok 51 duiden op een hoeveelheid magneetband in de cassette die voldoende is voor een opnameduur van 60 minuten. De aanwezigheid van de nokken 51 en 52 samen kan dan duiden op een speelduur van 90 minuten en de aanwezigheid van alle drie de nokken 51 tot en met 53 op een speelduur van 120 minuten. Een consequentie is natuurlijk dat de verschillende uitvoeringsvormen van de cassette C2-7 vervaardigd moeten worden met verschillende matrijzen. Bovendien ontstaat een nadeel voor de gebruikers van CO-cassettes. CO-cassettes zijn cassettes die nog niet voorzien zijn van magneetband maar waarbij uitsluitend een voorloopband aanwezig is tussen de beide spoelkernen. Dit soort cassettes kan met geschikte laadmachines geheel automatisch voorzien worden van een hoeveelheid magneetband, door op de laadmachine de voorloopband enigszins uit de cassette te trekken, door te snijden, aan een magneetband te plakken, aan één zijde een stuk magneetband van de vereiste lengte in de cassette te spoelen, de magneetband door te snijden en deze vervolgens te verbinden met het andere stuk van de voorloopband. Wanneer cassettes in meerdere uitvoeringen in omloop zijn, voorzien van verschillende bandlengtecoderingen, is dit voor de firma die de magneetband in de cassette laadt een extra complicatie. Er moeten aparte voorraden worden aangehouden van de verschillende typen cassettes en bovendien moet er streng op worden toegezien dat uitsluitend het juiste type cassette aan de betreffende laadmachine wordt toegevoerd die de juiste hoeveelheid magneetband in de cassette spoelt.
Ook de fabrikant van de CO-cassettes zal apparate voorraden moeten aanhouden van de verschillende typen cassettes.
Deze problemen zijn opgelost door gebruikmaking van een uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 8. Ook bij de cassettes volgens deze uitvoeringsvorm bezit de achterwand van de verdikking een profile- ring die ten allen tijde een duidelijk onderscheid ten opzichte van een Compact-Cassette mogelijk maakt. De profilering omvat een drietal uithollingen 54, 55 en 56, die tijdens het spuitgiet-procédé in alle gevallen worden aangebracht, zodat de cassettehuizen voor alle typen cassettes C2-8 aan elkaar gelijk zijn. Opgemerkt wordt hier nog dat, ter verdere onderscheiding van de cassette C2-8 van de Compact-Cassette, geen ribbels overeenkomstig de ribbels 45 van de Compact-Cassette aan de zijkanten van de cassette aanwezig zijn. Ook dit vormt een op de tast en met het oog waarneembare onderscheiding. Bij de Compact-Cassette zijn deze ribbels volgens de standaard noodzakelijk, maar hebben voor de praktijk geen functie meer.
Bij de cassette C2-8 wordt na het spuitgieten een codering van de profilering achteraf tot stand gebracht met behulp van uitwendige middelen, namelijk door het opvullen van één of meer van de uithollingen 54 tot èn met 56 in de hoofdwand van de cassette. Zoals in figuur 8 bij wijze van voorbeeld is getoond is in de uitholling 54 een dopje 57 gemonteerd, waarmee de cassette C2-8 gecodeerd is voor een speelduur van 60 minuten. Voor het monteren van dit soort dopjes is in de hoofdwanden van de cassette C2-8 een drietal vierkante openingen 58 aanwezig. Zoals figuur 9 toont bevinden de openingen 58 zich in opstaande delen 59 die binnen in de cassette op elkaar aansluiten. De openingen 58 vormen aldus geen toegang voor vuil en stof uit de omgeving tot het inwendige van de cassette. De gaten 58 kunnen, zoals getoond in de tekening, vierkant uitgevoerd zijn. Het dopje 57 draagt een gespleten veerkrachtige steel 60, met behulp waarvan een snelle en gemakkelijke snap-verbinding tot stand kan worden gebracht. De steel 60 is vierkant van doorsnede, overeenkomstig de doorsnede van de opening 58. Hiermee wordt draaien van de steel 60 in de opening 58 voorkomen. Eventuele symbolen aanwezig op het dopje 57 behouden dus hun stand ten opzichte van de rest van de cassette. Uiteraard kunnen de dopjes desgewenst verschillend van kleur zijn. Wanneer de dopjes een van de cassettebehuizing sterk afwijkende kleur hebben is ook daardoor weer een extra visuele indicatie aanwezig van het feit dat het een cassette betreft volgens een standaard die afwijkt van de Compact-Cassette-standaard.
Het digitale apparaat DR2 volgens figuur 2 is voorzien van aftastmiddelen 61 de aanwezigheid van de afwijkende vorm van de tweede soort cassette·C2 aftasten en is voorzien van door de aftastmiddelen gestuurde besturingsmiddelen 18 voor het besturen van een functie van het apparaat afhankelijk van de soort aanwezige cassette, De aftastmiddelen 61 omvatten een beweegbaar tastorgaan in de vorm van een indrukbaar pennetje 62 dat samenwerkt met een hoofdwand van een aangebraohte cassette en wel op de plaats waar zich alleen bij de cassette C1 een deel van de verdikking 38 bevindt. De tastpen 62 is beweegbaar tussen een eerste, meer ingedrukte, stand die correspondeert met de aanwezigheid van een cassette C1 en een tweede stand die correspondeert met de aanwezigheid van een cassette C2. In de eerste stand wordt de tastpen door de verdikking 38 van de cassette C1 meer naar het inwendige van het apparaat gedrukt. In de tweede stand bevindt zich de tastpen op een hoger niveau, aangezien de tastpen buiten het bereik van de verdikking van de cassette C2 ligt en dus niet door de verdikking van de gemodificeerde cassette wordt ingedrukt. De tastpen 62 bedient een schakelaar die de besturingsmiddelen 63 meldt of er al of niet een cassette van het type C1 of €2 aanwezig is. De besturingsmiddelen 63 kunnen zodanig met overige circuitdelen van de apparaat DR2 zijn verbonden dat bijvoorbeeld voorkomen wordt dat digitale audio-signalen worden geschreven op een normale Compact-Cassette C1. Ook kunnen andere functies bestuurd worden. Bijvoorbeeld kunnen de besturingsmiddelen beletmiddelen besturen in de vorm van een beletoircuit 64 dat zowel opname als weergave van signalen in welke vorm dan ook belet.
Hoewel de uitvinding reeds aan de hand van verschillende uitvoerlngsvoorbeelden is toegelicht dient beseft te worden dat binnen het kader van de uitvinding velerlei andere uitvoeringsvormen mogelijk zijn. Zo betekent bijvoorbeeld het feit dat de uitvinding is toegelicht aan de hand van een systeem waarbij gebruik wordt gemaakt van enerzijds normale Compact-Cassettes en anderzijds van ten opzichte daarvan gemodificeerde andere cassettes geenszins, dat niet uitvoeringsvormen met totaal andere cassettes mogelijk zouden zijn. Hoofdzaak van de uitvinding is, onafhankelijk van de specifieke uitvoeringsvorm, dat de uitvinding een systeem verschaft met twee soort niet compatibele apparaten die allebei met een enkel soort cassettes kunnen samenwerken, maar waarbij de tweede soort apparaten behoort tot een standaard die ook een tweede soort cassettes omvat. Doordat de tweede soort cassettes een gemakkelijk door een gebruiker, zelfs bij afwezigheid van een opdruk, voelbare en zichtbare onderscheiding bezit ten opzichte van de eerste soort cassettes kan op effectieve wijze voorkomen worden dat door een gebruiker ongemerkt cassettes worden aangebracht in een niet compatibel apparaat.
Niettegenstaande deze algemene strekking van de uitvinding heeft de meer specifieke toepassing van de uitvinding op het gebied van magneetbandcassettesystemen voor audiotoepassingen, waarbij de eerste standaard gevormd wordt door de Compact-Cassettestandaard, ontegenzeglijk enorme voordelen voor de consument. Bij een systeem zoals eerder voorgestel in de reeds genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 8900214 (PHN 12.816), waarbij het tweede soort apparaten geschikt is voor digitale opname/weergave van audio-signalen, is namelijk reeds het enorme voordeel aanwezig dat de vele miljarden op de wereld reeds aanwezige met analoge audio-signalen voorbespeelde Compact-Cassettes afgespeeld kunnen worden op de nieuwe digitale audio-apparaten. Het systeem garandeert de consument dus, dat ook na aanschaf van een nieuwe, digitale, audiorecorder, de onnoemlijk vele aanwezige analoog opgenoraen Compact-Cassette met het nieuwe apparaat nog altijd kunnen worden afgespeeld. Bovendien is het digitale systeem goedkoop door het gebruik van vele bestaande onderdelen en fabricagemachines.
Vanzelfsprekend zijn de aanwezige analoge Compact-Cassette-.· apparaten niet geschikt om magneetbandcassettes voorzien van digitale signalen af te spelen. Het belang van de uitvinding is daarom dat het de consument mogelijk wordt gemaakt op een snelle, eenvoudige en niet afleidende wijze op de tast of met het oog uit te maken met welk soort cassette hij te doen heeft. Voor. fabrikanten van apparaten is het grote voordeel aanwezig dat de in de digitale audio-apparaten toegepaste loopwerken gelijk of althans in hoofdzaak gelijk kunnen zijn aan die welke reeds lang in audio-apparaten van het Compact-Cassette-type worden toegepast. Voor de fabrikanten van audio-cassettes en voor de firma's die magneetband aanbrehgen in audio-cassettes is het grote voordeel aanwezig dat de digitale cassette qua hoofdafmetingen en vormen gelijk kunnen zijn aan de bekende Compact-Cassettes en de nieuwe cassette slechts in beperkte mate gemodificeerd is. De modificaties bevinden zich bovendien bij voorkeur op een plaats die niet van belang is voor de onderlinge samenwerking tussen cassettes en apparaten zodat de loopwerken voor de nieuwe digitale cassette-apparaten niet of nauwe- lijks behoeven af te wijken van die voor Compaet-Cassette-apparaten.
De tot nu toe besproken modificaties aan de cassette betroffen modificaties van de verdikking van de Compact-Cassette alsmede het weglaten van ribbels aan de zijwanden. Binnen het kader van de uitvinding laten zich evenwel ook alle mogelijke andere modificaties denken. Modificaties aan de hoofdwand vallen evenwel het meeste op en zijn op de tast ook het makkelijkste te constateren.
De aftastmiddelen van de apparaten behoeven niet mechanisch van aard te zijn maar kunnen elke andere denkbare vorm bezitten en bijvoorbeeld optisch, inductief of capacitief van aard zijn. Afhankelijk van de soort van de aanwezige cassette kunnen door de besturingsmidde-len verschillende functies van het apparaat gestuurd worden. Vele bekende magneetbandoassette-apparaten bezitten een slede waarin de cassette gelegd kan worden en die motorisch in het huis van het apparaat wordt bewogen voor het afspelen van de cassette. De besturingsmiddelen kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat bij het aanbrengen van een verkeerde soort cassette de cassette geweigerd wordt, danwel weer naar buiten wordt gebracht. Een andere mogelijkheid is de aansturing van een hoorbaar of zichtbaar alarm, dat de gebruiker erop attent maakt dat de verkeerde cassette is ingebracht. Nog een andere mogelijkheid is dat het inbrengen van een verkeerde soort cassette in een apparaat op mechanische wijze wordt belet door de aftastmiddelen, eventueel in combinatie met de besturingsmiddelen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat in het apparaat delen aanwezig zijn die samenwerken met delen van een cassettes en daardoor het inbrengen van de cassette op mechanische wijze blokkeren.
De apparaten DR2 zullen cassettes Cl moeten accepteren en daarvoor dus ook alle middelen aanwezig hebben. Hierdoor is op zich reeds gegeven dat de cassettes C2 op een aantal punten niet of nauwelijks kunnen afwijken van de cassette Cl. Niettemin kunnen de modificaties van de cassette C2 aanmerkelijk omvangrijker zijn dan die welke in de beschreven uitvoeringsvormen aan de hand van de tekening zijn toegelicht.
De codering van cassette-eigenschappen volgens Fig. 6 kan gebruikt worden in combinatie met middelen aanwezig in een apparaat die de codering aftasten (optisch, mechanisch, etc.). Uit het Amerikaanse octrooischrift US-PS 4.339.776 (PHD 78.513, herewith incorporated by reference) is een dergelijk systeem bekend, De afgetaste cassette-eigenschap is de maximale speelduur van de cassette. Deze waarde wordt doorgegeven aan een inrichting voor het voorprogrammeren van tijd-ge-programmeerde opnamen van uitgestraalde uitzendingen. Voorkomen wordt, dat de meer-opnamen voorgeprogrammeerd worden dan op de cassette kunnen worden opgenomen,

Claims (12)

1. Systeem voor het opnemen/weergeven van signalen op magneet band in cassettes, omvattende apparaten van een eerste en van een tweede gestandaardiseerde soort, waarvan de eerste geschikt is voor opname/weergave van signalen volgens een eerste standaard en waarvan de tweede geschikt is voor opname/weergave van signalen volgens een met de eerste niet compatibele tweede standaard, welke beide soorten apparaten ontworpen zijn om te functioneren met cassettes van een in de eerste standaard gestandaardiseerde soort, met het kenmerk, dat de tweede soort apparaten bovendien ontworpen is om te functioneren met cassettes van een in de tweede standaard gestandaardiseerde soort, welke tweede soort cassettes een modificatie vormen van de eerste soort cassettes en dezelfde hoofdafmetingen bezitten maar een gestandaardiseerde afwijkende uitwendige vorm bezitten, zodat de twee soorten cassettes, hoewel althans en in hoofdafmetingen gelijk, bij afwezigheid van een onderscheidende opdruk op duidelijk zichtbare en op de tast duidelijk voelbare wijze van elkaar door een gebruiker zijn te onderscheiden.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede soort cassettes een afwijkend gevormd deel bezit op een plaats die niet in de standaard van de eerste soort cassettes is vastgelegd voor samenwerking met een onderdeel van een apparaat van de eerste soort.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het afwijkend gevormde deel van de tweede soort cassettes zich op een hoofdwand van de cassette bevindt.
4. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de beide soorten cassettes evenwijdige hoofdwanden bezitten, verbonden door dwarswanden waarvan er één een althans ten dele open voorwand vormt, waarbij de beide hoofdwanden bij dé voorwand zich plaatselijk op een grotere afstand van elkaar bevinden dan in het overige deel van de cassette, zodat de cassette aan de voorkant een plaatselijke verdikking bezit en dat de afwijkende uitwendige vorm van de tweede soort cassettes een afwijkende vorm van de verdikking omvat.
5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de verdikking van de cassettes van de tweede soort, gemeten in een richting dwars op de voorwand, een aanmerkelijk geringere afmeting bezit dan bij de cassettes van de eerste soort.
6. Systeem volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de verdikking van de cassettes van de tweede soort een van de voorzijde van de cassette afgekeerde achterkant bezit met een vorm die op de tast zich duidelijk onderscheidt van een rechte kant,
7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de achterkant is voorzien van een gecodeerde profilering met een op de tast voelbare codering van een cassette-eigenschap.
8. Systeem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de cassettes van de tweede soort een door spuitgieten uit kunststof vervaardigd huis bezitten en dat na het spuitgieten de gecodeerde profilering met behulp van uitwendige middelen tot stand is te brengen door het aanbrengen dan wel opvullen van een opening in de hoofdwand van de cassette,
9. Cassette van de tweede soort behorende tot een systeem volgens en voorzien van kenmerken van één of meer der voorgaande conclusies,
10. Apparaat behorende tot een systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apparaat is voorzien van aftastmiddelen voor het aftasten van de aanwezigheid van de afwijkende vorm van de tweede soort cassettes en vérder is voorzien van door de aftastmiddelen gestuurde besturingsmiddelen voor het besturen van een functie van het apparaat afhankelijk van de soort van de aanwezige cassette.
11. Apparaat volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de aftastmiddelen een beweegbaar tastorgaan omvatten dat samenwerkt met een hoofdwand van een aangebrachte cassette op een plaats waar zich alleen bij de eerste soort cassettes een deel van de verdikking bevindt en dat beweegbaar is tussen een eerste stand, corresponderend met de aanwezigheid van een cassette van de eerste soort en een tweede stand, corresponderend met de aanwezigheid van een cassette van de tweede soort.
12. Apparaat volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het apparaat is voorzien van door de besturingsmiddelen gestuurde beletmiddelen die bij aanwezigheid van een cassette van de tweede soort het weergeven van signalen van de magneetband beletten.
NL8901375A 1989-05-31 1989-05-31 Systeem voor het opnemen/weergeven van signalen op magneetband in cassettes. NL8901375A (nl)

Priority Applications (23)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901375A NL8901375A (nl) 1989-05-31 1989-05-31 Systeem voor het opnemen/weergeven van signalen op magneetband in cassettes.
AT90201341T ATE126382T1 (de) 1989-05-31 1990-05-25 System für die aufnahme/wiedergabe von signalen auf magnetband in kassetten.
ES90201341T ES2078294T3 (es) 1989-05-31 1990-05-25 Sistema para registrar/reproducir señales sobre bandas magneticas, en cassettes.
DK90201341.6T DK0400744T3 (da) 1989-05-31 1990-05-25 System til at optage/afspille signaler på magnetbånd i kassetter
DE69021447T DE69021447T2 (de) 1989-05-31 1990-05-25 System für die Aufnahme/Wiedergabe von Signalen auf Magnetband in Kassetten.
EP90201341A EP0400744B1 (en) 1989-05-31 1990-05-25 System for recording/reproducing signals on magnetic tape in cassettes
CN90103230A CN1029435C (zh) 1989-05-31 1990-05-28 用于对盒式磁带进行记录/重放信号的系统
HU903228A HU207600B (en) 1989-05-31 1990-05-28 Magnetic tape cassette system for recording and reproducing signals, as well as cassette and apparatus suitable for saik system
FI902647A FI902647A0 (fi) 1989-05-31 1990-05-28 System foer inspelning och aotergivning av signaler pao magnetband i kassetter.
SU904830107A RU2044346C1 (ru) 1989-05-31 1990-05-28 Новая система для записи-воспроизведения сигналов на магнитной ленте в кассетах
BR909002530A BR9002530A (pt) 1989-05-31 1990-05-29 Sistema para gravacao/reproducao de sinais sobre fita magnetica em cassetes e cassete e aparelho para uso com o mesmo
PT94185A PT94185A (pt) 1989-05-31 1990-05-29 Sistema e aparelho para gravar/reproduzir sinais analogicos/digitais em cassetes de fita magnetica
TR90/0544A TR26697A (tr) 1989-05-31 1990-05-30 KASETLER ICINDE MANYETIK BAND ICINDE SINYALLERI YENIDEN üRETMEK ICIN SISTEM
AU56018/90A AU5601890A (en) 1989-05-31 1990-05-30 System for recording/reproducing signals on magnetic tape in cassettes
YU106190A YU106190A (sh) 1989-05-31 1990-05-30 Sistem za snimanje/reprodukovanje signala na magnetnu traku u kasetama
JP2143259A JPH0322277A (ja) 1989-05-31 1990-05-31 カセット内の磁気テープに信号の記録/再生を行うシステム
PL28541690A PL285416A1 (en) 1989-05-31 1990-05-31 System for recording and reproducing signals on and from a magnetic tape cassette, apparatus therefor and magnetic tape cassette used in that system
PL90302058A PL166448B1 (pl) 1989-05-31 1990-05-31 U r z a d z e n i e d o r e j e s t r a c j i / o d t w a r z a n i a s y g n a l ó w n a t a s m i e m a g n e t y c z n e j w k a s e c i e PL PL
PL90302057A PL166439B1 (pl) 1989-05-31 1990-05-31 Kaseta do rejestracji/odtwarzania sygnalów na tasmie magnetycznej PL PL
KR1019900007946A KR900017598A (ko) 1989-05-31 1990-05-31 카셋트 자기테이프상의 신호기록 및 재생시스템
AU57933/94A AU5793394A (en) 1989-05-31 1994-03-16 System for recording/reproducing signals on magnetic tape in cassettes
GR950402928T GR3017833T3 (en) 1989-05-31 1995-10-20 System for recording/reproducing signals on magnetic tape in cassettes.
HK169996A HK169996A (en) 1989-05-31 1996-09-12 System for recording/reproducing signals on magnetic tape in cassettes

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901375 1989-05-31
NL8901375A NL8901375A (nl) 1989-05-31 1989-05-31 Systeem voor het opnemen/weergeven van signalen op magneetband in cassettes.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901375A true NL8901375A (nl) 1990-12-17

Family

ID=19854752

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901375A NL8901375A (nl) 1989-05-31 1989-05-31 Systeem voor het opnemen/weergeven van signalen op magneetband in cassettes.

Country Status (20)

Country Link
EP (1) EP0400744B1 (nl)
JP (1) JPH0322277A (nl)
KR (1) KR900017598A (nl)
CN (1) CN1029435C (nl)
AT (1) ATE126382T1 (nl)
AU (2) AU5601890A (nl)
BR (1) BR9002530A (nl)
DE (1) DE69021447T2 (nl)
DK (1) DK0400744T3 (nl)
ES (1) ES2078294T3 (nl)
FI (1) FI902647A0 (nl)
GR (1) GR3017833T3 (nl)
HK (1) HK169996A (nl)
HU (1) HU207600B (nl)
NL (1) NL8901375A (nl)
PL (3) PL166439B1 (nl)
PT (1) PT94185A (nl)
RU (1) RU2044346C1 (nl)
TR (1) TR26697A (nl)
YU (1) YU106190A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9109790U1 (nl) * 1991-08-07 1991-10-17 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken, Eindhoven, Nl
JP2807119B2 (ja) * 1992-03-18 1998-10-08 シャープ株式会社 磁気テープ装置のカセット検出装置
FR2776418A1 (fr) * 1998-03-17 1999-09-24 Didier Valade Module sonore permettant la reconnaissance du contenu de support audio/video.
JP2000123441A (ja) * 1998-10-19 2000-04-28 Victor Co Of Japan Ltd 情報記録装置及び情報記録システム

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3598339A (en) * 1968-02-05 1971-08-10 Olympus Optical Co Tape cassette for use in tape recorders
GB2098961A (en) * 1981-05-27 1982-12-01 Matos Don Atilano Fernandez Prerecorded tape cassettes suitable for use by blind persons
JPS5933680A (ja) * 1982-08-19 1984-02-23 Victor Co Of Japan Ltd テ−プカセツト
CA1214268A (en) * 1982-11-11 1986-11-18 Akihisa Osawa Video cassette designed for video theater use
GB2137959A (en) * 1983-01-31 1984-10-17 Audio Reading Trust Device for Tape Identification by Touch
JPS59168891U (ja) * 1983-04-26 1984-11-12 富士写真フイルム株式会社 磁気テ−プカセツト
US4642721A (en) * 1983-09-19 1987-02-10 Data Electronics, Inc. Magnetic tape cartridge with increased data packing density
JPS6089676U (ja) * 1983-11-28 1985-06-19 株式会社福武書店 カセツトテ−プ
JP2545885B2 (ja) * 1987-10-16 1996-10-23 ソニー株式会社 テープカセット

Also Published As

Publication number Publication date
HK169996A (en) 1996-09-20
JPH0322277A (ja) 1991-01-30
PL166439B1 (pl) 1995-05-31
HUT54245A (en) 1991-01-28
PT94185A (pt) 1992-02-28
FI902647A0 (fi) 1990-05-28
EP0400744A1 (en) 1990-12-05
PL166448B1 (pl) 1995-05-31
DK0400744T3 (da) 1996-01-02
TR26697A (tr) 1995-05-15
CN1029435C (zh) 1995-08-02
CN1048280A (zh) 1991-01-02
PL285416A1 (en) 1991-01-28
HU903228D0 (en) 1990-10-28
ATE126382T1 (de) 1995-08-15
EP0400744B1 (en) 1995-08-09
KR900017598A (ko) 1990-12-19
ES2078294T3 (es) 1995-12-16
DE69021447D1 (de) 1995-09-14
RU2044346C1 (ru) 1995-09-20
AU5793394A (en) 1994-05-19
HU207600B (en) 1993-04-28
DE69021447T2 (de) 1996-04-11
YU106190A (sh) 1994-11-15
AU5601890A (en) 1990-12-06
GR3017833T3 (en) 1996-01-31
BR9002530A (pt) 1991-08-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1122977C (zh) 数字编码数据的读取设备和解码方法
EP0807929B1 (en) Optical disk provided with bar code
KR0180795B1 (ko) 정보 기억 매체 및 그것을 이용하는 전자 장치
US4593337A (en) Video cassette play counting, storing and reading system
EP0430042B1 (en) A recording medium and method of reproducing thereof
KR100383689B1 (ko) 디스크카트리지
NL8901375A (nl) Systeem voor het opnemen/weergeven van signalen op magneetband in cassettes.
US7016294B2 (en) Inner region identifier for optical disk
US5566033A (en) Method and apparatus for determining the location of information on a magnetic tape
CA2175556A1 (en) Method of masking data on a storage medium
EP0677847B1 (en) Label for data cartridge
US5404251A (en) Auto reverse cassette deck capable of recording/reproducing with two different cassette types and formats
US5474249A (en) Method for producing tape leaders for hubs
EP0638901A1 (en) Disk cartridge
EP0512628B1 (en) System for magnetically recording/reproducing signals
US6866216B2 (en) Cartridge
US5760996A (en) System for recording/reproducing signals on/ from a magnetic tape in a cassette
US5592352A (en) System for recording/reproducing signals on/from a magnetic tape in a cassette
WO1999045539A1 (en) Copy protection
JP2004280750A (ja) 識別情報付きコイン
JPS6226680A (ja) 情報記憶媒体のカセツト装置
FR2688922A1 (fr) Procede et dispositif de commande de lecteur portable de disque audio en relation avec des objets.
GB2425215A (en) WORM Data Storage Device, Data Transfer Device and Data Integrity Device
PT1496516E (pt) Caracterização de um material de suporte para informações destinadas à reprodução
JPH11149751A (ja) カートリッジケース

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed