NL8901034A - Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen. - Google Patents

Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen. Download PDF

Info

Publication number
NL8901034A
NL8901034A NL8901034A NL8901034A NL8901034A NL 8901034 A NL8901034 A NL 8901034A NL 8901034 A NL8901034 A NL 8901034A NL 8901034 A NL8901034 A NL 8901034A NL 8901034 A NL8901034 A NL 8901034A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
conveying
sheets
rollers
positioning
Prior art date
Application number
NL8901034A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Oce Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Nederland Bv filed Critical Oce Nederland Bv
Priority to NL8901034A priority Critical patent/NL8901034A/nl
Priority to US07/508,956 priority patent/US5072926A/en
Priority to DE69010069T priority patent/DE69010069T2/de
Priority to EP90200987A priority patent/EP0395148B1/en
Priority to JP2108549A priority patent/JP2954975B2/ja
Publication of NL8901034A publication Critical patent/NL8901034A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H9/00Registering, e.g. orientating, articles; Devices therefor
    • B65H9/004Deskewing sheet by abutting against a stop, i.e. producing a buckling of the sheet
    • B65H9/008Deskewing sheet by abutting against a stop, i.e. producing a buckling of the sheet the stop being formed by reversing the forwarding means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H9/00Registering, e.g. orientating, articles; Devices therefor
    • B65H9/002Registering, e.g. orientating, articles; Devices therefor changing orientation of sheet by only controlling movement of the forwarding means, i.e. without the use of stop or register wall
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H9/00Registering, e.g. orientating, articles; Devices therefor
    • B65H9/16Inclined tape, roller, or like article-forwarding side registers

Description

Océ-Nederland B.V. te Venlo
Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen, omvattende transportmiddelen voor de vellen, aanslagmiddelen die zich dwars op de transportrichting van de vellen uitstrekken, positioneermiddelen voor het verplaatsen van de vellen in een richting loodrecht op de transportrichting teneinde één van de langszijden van de vellen op de ideale transportlijn voor die langszijde te positioneren, waarbij de positioneermiddelen zich in een werkzame of in een niet-werkzame positie kunnen bevinden, en bedieningsmiddelen voor het verplaatsen van de positioneermiddelen van de werkzame positie naar de niet-werkzame positie of omgekeerd.
Een dergelijke inrichting is bekend uit US-A-l 951 901.
In deze bekende inrichting omvatten de positioneermiddelen een walsen-paar voor het verplaatsen van de vellen loodrecht op de transportrichting en een detectie-inrichting op de ideale transportlijn voor een van de langszijden van de vellen. Nadat de voorlopende rand van een vel is rechtgelegd tegen een aantal aanslagen, wordt het positioneerwalsenpaar in de werkzame positie gebracht om het vel loodrecht op de aanvankelijke transportrichting te verplaatsen. Zodra de detectie-inrichting een van de langszijden van het vel detecteert wordt via een besturingsschakeling het positioneerwalsenpaar in de niet-werkzame positie gezet, zodat de verplaatsing wordt stopgezet. Het nadeel van deze bekendeinrichting is dat positionering naar de ideale transportbaan slechts vanuit één richting mogelijk is. Wanneer een vel aangevoerd wordt met een van de langszijden reeds voorbij de ideale transportlijn voor die langszijde (gezien vanuit de transportbaan), dan is een correctie van deze afwijking met de bekende positioneerinrichting niet meer mogelijk.
Daarnaast is het positioneren naar een gedetecteerde positie minder nauwkeurig dan positioneren tegen een min of meer vaste zijaanslag, omdat afwijkingen bij in- en uitschakelen van positioneerwalsen, reactietijden in de aansturing en massatraagheid van zowel onderdelen als het vel zelf onnauwkeurigheden in de hand werken.
De uitvinding heeft ten doel een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die de hiervoorgenoemde nadelen niet heeft.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat in een inrichting volgens de uitvinding de positioneermiddelen een eerste en een tweede transportinrichting omvatten, die elk twee transportorganen omvatten waarvan er minstens één wordt gevormd door een wals, welke twee transportorganen een transportkneep kunnen vormen die zich evenwijdig aan de ideale transportlijn uitstrekt, waarbij de transportkneep van de eerste transportinrichting zich volgens de ideale transportlijn uitstrekt en de tweede transportinrichting zich op enige afstand van de eerste transport!nrichting in het gebied van de transportweg voor de vellen bevindt, en dat aandrijfmiddelen zijn voorzien waarmee de wals (walsen) van elke transport-inrichting zodanig kan (kunnen) worden aangedreven dat elke transport-inrichting in zijn werkzame positie een kracht op de vellen uitoefent die gericht is naar de andere transport!nrichting.
Hiermee wordt bereikt dat één van de langszijden van een vel op de ideale transportlijn voor die langszijde wordt gepositioneerd, ongeacht of het vel met een afwijking naar de ene of de andere kant ten opzichte van deze ideale transportlijn wordt aangevoerd, waarbij de zijaanslag wordt gevormd door de transportkneep van de eerste transport!nri chti ng.
In een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de inrichting tevens voorzien van aandrukmiddelen voor de transportinrichting, met welke aandrukmiddelen de transportorganen in hun werkzame positie zodanig op elkaar kunnen worden gedrukt, dat de verhouding tussen de normaal kracht van de eerste transportinrichting en de normaal kracht van de tweede transportinrichting groter is dan of gelijk is aan twee.
Hiermee wordt bereikt dat een vel, dat met een zodanige afwijking ten opzichte van de ideale transportbaan wordt aangevoerd dat het zowel door de transportkneep van de eerste transport!nrichting als door de transportkneep van de tweede transport!nrichting van de positioneermiddelen wordt gegrepen, zonder beschadigingen in de juiste positie wordt gebracht.
Doordat de normaalkracht van de eerste transport!nrichting veel groter is dan die van de tweede transportinrichting zal de wrijvingskracht die de eerste transportinrichting op het vel uitoefent het vel in eerste instantie slippend door de licht aangedrukte kneep van de tweede transportinrichting verplaatsen totdat het vel de kneep van de eerste transportinrichting verlaat.
Daarna oefent alleen de tweede transportinrichting nog een kracht op het vel uit, waardoor dit in tegengestelde richting wordt verplaatst tot tegen de aanslag die wordt gevormd door de kneep van de eerste transporti nri chti ng.
Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat besturingsmiddelen zijn voorzien waarmee de bedieningsmiddelen, voor het verplaatsen van de eerste en de tweede transportinrichting van de niet-werkzame positie naar de werkzame positie of omgekeerd, zodanig worden aangestuurd, dat bij overschakeling van de niet-werkzame positie naar de werkzame positie de transportorganen van de eerste transportinrichting eerder met elkaar in aangrijping komen dan de transportorganen van de tweede transporting chti ng en bij overschakeling van de werkzame positie naar de niet-werkzame positie de transportorganen van de eerste transporting chti ng langer met elkaar in aangrijping worden gehouden dan de transportorganen van de tweede transportinrichting.
Ook deze uitvoeringsvorm heeft tot doel om beschadigingen te voorkomen. Doordat de eerste transportinrichting eerder in de werkzame positie wordt gebracht dan de tweede transportinrichting, heeft een te positioneren vel in de meeste situaties de kneep van de eerste transportinrichting al verlaten als de tweede transportinrichting in zijn werkzame positie komt en kracht uit gaat oefenen op het vel.
Bij de omgekeerde positieverandering gebeurt dit dan in de tegenovergestelde volgorde.
De uitvinding zal hierna nader worden beschreven aan de hand van de bijgaande figuren, waarin
Fig. 1 een doorsnede is van een kopieerapparaat waarin de transport- en positioneerinrichtïng volgens de uitvinding wordt toegepast,
Fig. 2 een bovenaanzicht is van de transport- en positioneer!nrichting, Fign. 3a-3e schematisch de verschillende stadia weergegeven van de cyclus die wordt gehanteerd om een eerste afwijking van de positie van een vel in de inrichting volgens de uitvinding te corrigeren,
Fign. 4a-4e schematisch de verschillende stadia weergegeven van de cyclus, volgens welke cyclus de inrichting volgens de uitvinding een tweede afwijking van de positie van een vel corrigeert, en
Fig. 5 een schematische weergave is van een tweede uitvoeringsvorm van de positioneerinrichting toegepast in een uitvinding volgens de uitvinding.
Het in Fig. 1 afgebeelde kopieerapparaat is voorzien van een eindloze fotogeleidende band 1, die met behulp van aandrijf-, respectievelijk geleiderollen 2,3 en 4 met een gelijkmatige snelheid wordt voortbewogen. Het beeld van een op een ruit 5 liggend origineel wordt met behulp van flitslampen 6 en 7, een lens 8 en een spiegel 9 op de band 1 geprojecteerd, nadat deze door een corona-inrichting 10 elektrostatisch is opgeladen.
Het na de flitsbelichting op de band 1 ontstane latente ladingsbeeld wordt met een magneetborstelinrichting 11 ontwikkeld tot een poeder-beeld dat vervolgens in een eerste transferzone onder druk in kontakt wordt gebracht met een eindloze tussenmediumband 12, die vervaardigd is uit of bedekt is met zacht elastisch en hittebestendig materiaal, zoals bijvoorbeeld siliconenrubber.
Hierbij wordt het poederbeeld door adhesiekrachten overgedragen van de band 1 naar de band 12. Na deze beeldoverdracht worden eventueel achtergebleven beeldresten door een reinigingsinrichting 13 van band 1 verwijderd, waarna band 1 voor hernieuwd gebruik gereed is.
De band 12 is gespannen over aandrijf- en geleiderollen 14, 15 en wordt verwarmd door middel van een binnen de rol 15 opgestelde infraroodstraler 17. Terwijl band 12 met daarop het poederbeeld wordt voortbewogen, wordt het poederbeeld door de verwarming kleverig. In een tweede transferzone, die wordt gevormd door de band 12 en een band 22 die over rollen 23 en 24 is gespannen, wordt het kleverige poederbeeld vervolgens onder invloed van druk overgedragen en tegelijkertijd gefixeerd op een kopievel dat vanuit een reservoir 18 via rollen 19, 20 is aangevoerd. Tenslotte wordt de aldus verkregen kopie afgelegd in een sorteerinrichting 30 of omgekeerd teruggevoerd naar de tweede transferzone via een duplexcircuit 31 teneinde ook de achterkant van het kopievel van een poederbeeld te voorzien en dus een dubbelzijdig bedrukte kopie te realiseren. Het duplexcircuit 31 wordt gevormd door een deel van een veltoevoerbaan 32, die zich uitstrekt vanaf het reservoir 18 tot in de tweede transferzone, een velafvoerbaan 33, een terugvoerbaan 34 en een aantal niet nader aangegeven transport- en geleidemiddelen voor de kopievellen in deze transportbanen.
Het duplexcircuit 31 heeft een zodanige lengte dat het een aantal, bijvoorbeeld drie, kopievellen achter elkaar kan bevatten. In het duplexcircuit 31 bevinden zich verder nog een positioneerinrichting 35, die hierna nader zal worden beschreven, een wissel 36 en een wissel 37. De wissel 36 geeft, in de met een onderbroken lijn aangege-ver. stand, toegang tot een keerbaan 40 via een in draairichting omkeerbaar transportrollenpaar 41. Een door de wissel 36 afgebogen kopievel wordt door het rollenpaar 41 helemaal de keerbaan 40 ingevoerd en vervolgens gekeerd weer in het duplexcircuit 31 gevoerd, waarbij het rollenpaar 41 in omgekeerde richting roteert. Gelijktijdig met het omkeren van de draairichting van rollenpaar 41 wordt de wissel 36 in de met een getrokken lijn aangegeven stand gezet.
De stand van de wissel 37 bepaalt of een kopievel naar de sorteerin-richting 30 wordt getransporteerd of via de terugvoerbaan 34 opnieuw naar de tweede transferzone wordt gebracht.
In de met een getrokken lijn aangegeven stand van de wissel 37 wordt een enkel zij dig dan wel dubbelzijdig bedrukt kopievel toegevoerd aan een eindloze transportband 45, die het kopievel langs sorteervakken 46 kan transporteren. Met elk sorteervak 46 werken, niet weergegeven, afbuigelementen samen om het kopievel in een door de besturing van het kopieerapparaat geselecteerd sorteervak 46 af te leggen.
Originelen worden in een inlegbak 50 gereed gelegd om te worden afgevoerd naar de belichtingsplaats, waarbij de beeldzijde, en in het geval van een dubbelzijdig origineel de eerste beeldzijde, naar beneden is gekeerd.
Met behulp van een aanvoerband 51 en een daarmee samenwerkende separa-tierol 52 worden ingelegde originelen een voor een naar de aanlegruit 5 geleid. Een transportband 53 zorgt voor het transport over de ruit 5, tot het origineel de gewenste positie voor de belichting heeft bereikt en vervolgens voor de afvoer vanaf de ruit 5, waarna het origineel via een walsenpaar 55 naar een opvangbak 56 of via een keerbaan 57 en een terugvoerbaan 58 terug naar de ruit 5 kan worden getransporteerd.
Direct achter het walsenpaar 55 is een wissel 60 geplaatst die in de met een getrokken lijn aangegeven stand het origineel naar de terugvoerbaan 58 voert en in de met een onderbroken lijn aangegeven stand de weg vrijmaakt naar de opvangbak 56.
Afhankelijk van de gekozen kopieerwijze vindt het transport van originelen en kopievellen op een bepaalde manier plaats. Volgens een eerste kopieerwijze, waarin een set enkelzijdige originelen wordt gekopieerd tot een aantal sets enkel zijdig bedrukte kopieën, worden de originelen één voor één naar de ruit gevoerd en het gewenste aantal malen belicht. De geproduceerde enkelzijdige kopieën worden in de sorteert nrich ting 30 zodanig afgelegd dat in elk sorteervak 46 een kopieset wordt gevormd.
De wissels 36 en 37 in het duplexcircuit 31 staan daarbij in de met getrokken lijnen aangegeven stand, terwijl de wissel 60 in de met een onderbroken lijn aangegeven stand staat om de originelen na het gewenste aantal malen belichten af te leggen in de opvangbek 56.
Bij instelling van het kopieerapparaat op een tweede kopieerwijze wordt een set enkelzijdige originelen gekopieerd tot een aantal sets dubbelzijdig bedrukte kopieën. Volgens deze kopieerwijze stelt het, niet nader aangegeven, besturingssysteem van het kopieerapparaat de verschillende wissels zodanig in dat op de hiernavolgende wijze te werk kan worden gegaan. Een eerste origineel wordt met behulp van aan-voerband 51 en transportband 53 op de ruit gelegd en een aantal malen, bijvoorbeeld drie maal, belicht. Hierdoor worden ook drie beelden op de fotogeleidende band 1 gevormd en via de tussenmediumband 12 getransfereerd en gefixeerd op drie achtereenvolgens uit het reservoir 18 aangevoerde kopievellen. De wissels 36 en 37 zijn door het besturingssysteem in de met onderbroken lijnen aangegeven standen gezet om de kopievellen in de keerbaan 40 om te keren en via terug-voerbaan 34 en veltoevoerbaan 32 opnieuw naar de tweede transferzone te brengen.
Ondertussen is, na de derde belichting, het eerste origineel door transportband 53 van de ruit 5 afgevoerd en via walsenpaar 55, wissel 60 en keerbaan 57 over een passieve wissel 61 heen getransporteerd naar de terugvoerbaan 58, waar het eerste origineel tegen de kneep van een rollenpaar 62 wordt stilgelegd. Gelijktijdig is een tweede origineel vanuit de inlegbak 50 aangevoerd naar de ruit 5.
Het tweede origineel wordt ook drie maal belicht, waarna de ontwikkelde poederbeelden in de tweede transferzone worden overgedragen op de achterzijde van de reeds eenzijdig bedrukte kopievellen die via het duplexcircuit 31 omgekeerd worden aangevoerd.
De nu dubbelzijdige kopieën worden via keerbaan 40 nogmaals gekeerd en via de wissel 37 naar de sorteerinrichting 30 getransporteerd, waar ze in opeenvolgende sorteervakken 46 worden afgelegd. Het keren van de kop-ieve-lien· is noodzakelijk om te bereiken dat de kopieën met de eerste beeldzijde naar beneden in de sorteervakken 46 komen te liggen. De voortzetting van deze kopieerwijze is nu dat de hiervoorbeschreven kopieercyclus met de eerste twee originelen net zo lang wordt herhaald tot het gewenste aantal kopieën is gerealiseerd. Na de laatste belichting worden de originelen dan uiteraard in de opvangbak 56 gedeponeerd. Hierna wordt deze cyclus ook met de volgende originelen op de beschreven tandemwijze uitgevoerd totdat alle originelen van de originelenset zijn afgewerkt.
Een derde kopieerwijze tenslotte is bedoeld om een set dubbelzijdige originelen te kopiëren tot dubbelzijdig bedrukte kopievellen. Het eerste origineel wordt volgens deze kopieerwijze met de eerste beeldzijde naar beneden op de ruit 5 gelegd en belicht, zodat een poeder-beeld volgens dit origineel wordt gevormd en op een kopievel wordt overgedragen.
Het origineel wordt vervolgens van de ruit 5 afgevoerd en door wissel 60, die in de met een getrokken lijn aangegeven stand is gezet, naar de terugvoerbaan 58 getransporteerd en tegen rollenpaar 62 stilgelegd. Een rollenpaar 65 in de terugvoerbaan 58 wordt daarna in omgekeerde richting aangedreven, zodat het origineel in tegengestelde richting wordt getransporteerd naar de wissel 61 die het origineel afleidt naar het walsenpaar 55.
Het origineel wordt zodoende opnieuw via wissel 60 en keerbaan 57 naar de terugvoerbaan 58 gebracht, waarbij het origineel wordt gekeerd, en weer naar de ruit 5 gevoerd met de tweede beeldzijde naar beneden gericht, zodat deze kan worden belicht.
Het vervolgens gevormde poederbeeld van deze tweede beeldzijde wordt getransfereerd op de achterzijde van het reeds eenzijdig bedrukte kopievel dat via duplexcircuit 31 in de tweede transferzone wordt aangeboden, nadat het eerst in keerbaan 40 is gekeerd.
De aldus gevormde dubbelzijdige kopie wordt in keerbaan 40 gekeerd en door wissel 37 naar de sorteerinrichting 30 getransporteerd om met de eerste beeldzijde naar beneden in een van de sorteervakken 46 te worden afgelegd. Het eerste origineel wordt op deze wijze door de originelentransportbaan gevoerd en telkens belicht totdat het gewenste aantal dubbelzijdige kopieën is gevormd. Het origineel wordt na de laatste belichting van de tweede beeldzijde nog één maal door de keerbaan 57 gevoerd en daarna via walsenpaar 55 met de eerste beeldzijde naar beneden in' de opvangbak 56 afgelegd. De resterende originelen van de originelenset worden daarna op de hiervoor beschreven manier verwerkt tot dubbelzijdige kopieën, die in de sorteerinrichting 30 als complete kopiesets (in de juiste oriëntatie) worden afgelegd.
Tijdens het transport van de kopievellen door het duplexcircuit 31 blijkt een verschuiving van de loop van de vellen op te treden in een richting loodrecht op de transportrichting.
Een dergelijke verschuiving die onder andere wordt veroorzaakt door toleranties op de juiste positie van de transport- en geleidemiddelen (bijvoorbeeld scheefstand, niet correcte afstelling, slijtage), leidt tot zodanige afwijkingen dat de tweede beeldzijde niet meer op de gewenste positie op het kopievel wordt getransfereerd. Het beeld komt te dicht op de zijkant van het köpievel terecht of kan in extreme situaties zelfs gedeeltelijk buiten het kopievel terecht komen.
Om dergelijke verschuivingen van de positie van kopievellen in het duplexcircuit 31 te corrigeren, is vlak voor de tweede transferzone een positioneerinrichting 35 aangebracht. Deze positioneerinrichting 35 dient enerzijds om één van de langszijden van een kopievel te positioneren op de ideale transportlijn voor die langszijde en anderzijds om de voorlopende rand recht te leggen tegen aanslagmiddelen.
Zoals in Fig. 1 en Fig. 2 te zien is, bestaat de positioneerinrichting 35 uit twee transportwalsenparen 70, 71 die de kopievellen transporteren naar de tweede transferzone, een aanslag 72, een eerste positioneerwalsenpaar 73 en een tweede positioneerwalsenpaar 74. De aanslag 72 is draaibaar om een as 75 en kan door middel van een bedieningsmechanisme, bijvoorbeeld een hefmagneet, om de as 75 worden geroteerd tussen twee uiterste standen, een eerste stand zoals in Fig.
1 geïllustreerd waarbij de aanslag 72 zich in de veltoevoerbaan 32 bevindt, en een tweede stand waarbij de aanslag 72 volledig uit de toevoerbaan 32 is gezwenkt.
De aanslag 72 wordt gevormd door een aantal omgebogen strips 76, die over de breedte van de transportbaan zijn verdeeld, maar kan ook uit een plaat of een kamvormig element bestaan.
Om te voorkomen dat de voorlopende rand van een kopievel beschadigt tegen de aanslag 72 wordt de aandrijving van de transportwalsenparen 70,71 onderbroken en worden de walsen van elkaar vrijgezet. Het moment waarop de aandrijving wordt onderbroken en de walsen worden vrijgezet wordt bijvoorbeeld afgeleid van detectoren 77 en 78 die vlak voor de aanslag 72, nabij de buitenzijden van de transportbaan, zijn opgesteld. Zodra een kopievel door transportwalsenparen 70,71 zover tegen aanslag 72 is gevoerd dat beide detectoren 77,78 door het vel worden bedekt, wordt een signaal opgewekt dat wordt gebruikt om de aandrijving van de transportwalsenparen 70,71 tc onderbreken en de walsen van elkaar vrij te zetten.
Vanaf dat moment ligt het kopievel vrij van een transportmiddel, zodat het door positioneerwalsenparen 73,74 in de richting loodrecht op de transportrichting in de juiste positie kan worden gebracht, waarbij een langszijde van het kopievel op de met A aangeduide ideale transportlijn komt te liggen. Daartoe worden de walsenparen 73,74, die zich tijdens het transport van de kopievellen in een niet-werkzame positie bevinden, in de werkzame positie gebracht voor het uitvoeren van een positioneercyclus zoals hierna ten aanzien van Fign. 3 en 4 zal worden beschreven.
Nadat de positioneercyclus is uitgevoerd wordt de aanslag 72 uit de transportbaan weggezwenkt en wordt op het door het besturingssysteem bepaalde moment de transportwalsenparen 70,71 weer in de werkzame positie gebracht om het kopievel naar de tweede transferzone te transporteren.
In plaats van het hiervoor beschreven onderbreken van de aandrijving en vrijzetten van de walsenparen 70,71 tijdens de positioneercyclus, kan de aandrukkracht van deze walsenparen tot een zeer laag niveau worden teruggebracht zodat het kopievel slippend tussen de walsen blijft liggen, De wrijvingskrachten op de kopievellen zijn dan zo gering dat er geen beschadiging van de kopievellen optreedt. Hiermee wordt tevens bereikt dat het kopievel gedurende de gehele positioneercyclus nauwkeurig tegen de aanslag 72 wordt gehouden.
In de Figuren 3 en 4 wordt schematisch aangegeven uit welke stadia een positioneercyclus bestaat voor twee verschillende situaties. In Fign. 3a-3e wordt de afwikkeling van de cyclus geïllustreerd voor een kopievel dat met een afwijking naar links van de ideale transportlijn A wordt aangevoerd en in Fign. 4a-4e wordt hetzelfde geïllustreerd voor een kopievel dat een afwijkende positie inneemt naar rechts ten opzicht van de ideale transportlijn A.
In Fig. 3a is de uitgangssituatie aangegeven van een tegen aanslag 72 rechtgelegd kopievel 80. De beide walsenparen bestaan uit, door een niet nader aangeduide aandrijfinrichting, aangedreven walsen 81,82 en vrijdraaibare walsen 83,84. De walsen 81 en 82 worden daarbij in tegengestelde richting aangedreven, zoals in de figuur met pijlen is aangegeven.
Wals 84 is in een vaste positie gelagerd in het kopieerapparaat, terwijl walsen 81,82 en 83 in eer, eerste dan wel een tweede positie kunnen worden gezet.
In de eerste positie zijn de walsen van elk walsenpaar 73,74 met elkaar in aangrijping (de werkzame positie) en in de tweede positie zijn de walsen vrij van elkaar zodat de positioneermiddelen niet-werkzaam zijn.
De verplaatsing van de walsen tussen de verschillende posities kan met uit de techniek bekende bedieningsmiddelen, bijvoorbeeld hef-magneten of pneumatische cilinders, plaatsvinden. Uitgaande van de situatie van Fig. 3a, waarin de walsen 81,82 en 83 in de tweede (niet-werkzame) positie zijn, worden zoals uit Fig. 3b blijkt eerst de walsen 81 en 82 in de eerste positie gebracht. Hierdoor wordt de aangedreven wals 82 tegen wals 84 gedrukt zodat in de kneep tussen deze walsen 82,84 een wrijvingskracht op het kopievel 80 wordt uitgeoefend die het vel 80 naar rechts doet bewegen totdat het kopievel uit de kneep komt.
Als vervolgens de wals 83 ook in de eerste positie wordt gebracht, vormt deze wals een kneep met de aangedreven wals 81 waardoor op het kopievel 80 een wrijvingskracht naar links wordt uitgeoefend. Hiermee wordt bereikt dat het kopievel 80 door de walsen 81,83 naar links wordt getransporteerd en wordt rechtgelegd tegen de kneep van de roterende walsen 82,84 die het vel 80 naar rechts willen doen bewegen. Het resultaat is dat de linker langszijde van het kopievel 80 wordt gepositioneerd tegen de kneep van de walsen 82,84 die op de ideale transportlijn A is gelegen (zie Fig. 3c).
Nu de gewenste positie van het kopievel 80 is bereikt wordt eerst wals 83 naar de tweede positie gezet (Fig. 3d) en daarna pas worden de walsen 81 en 82 in hun tweede positie gebracht (Fig. 3e). Deze volgorde is belangrijk omdat bij de omgekeerde volgorde het, langer in aangrijping zijnde, walsenpaar 73 de positie van het kopievel 80 weer zou verstoren.
Vanaf dit moment ligt het kopievel 80 in de juiste positie klaar om door de transportwalsenparen 70,71 naar de tweede transferzone te worden getransporteerd.
Omdat de verplaatsing van de walsen 81,82 synchroon verloopt is het uiteraard niet noodzakelijk om voor beide walsen afzonderlijke bedieningsmiddelen te gebruiken. Het is bijvoorbeeld een goede oplossing om de walsen 81,82 in een juk op te nemen en het juk tussen een eerste en tweede positie te verplaatsen.
Door toleranties in de positie van het aangevoerde kopievel 80 zou het kunnen voorkomen dat de walsen 82 en 84 het kopievel nog niet helemaal uit hun kneep hebben losgelaten op het moment dat de wals 83 in aangrijping komt met de wals 81. Hierdoor zou een beschadiging van het kopievel 80 kunnen ontstaan of een verstoring van de positionering. Volgens de uitvinding wordt dit voorkomen door de walsen van elk walsenpaar 73 en 74 in hun werkzame positie, middelsop zich bekende bedieningsmiddelen, met een verschillende normaal kracht op elkaar te drukken. De verhouding tussen de normaal kracht van het walsenpaar 74 en die van het walsenpaar 73 bedraagt daartoe minstens twee, bij voorkeur tussen 2,5 en 4. In deze situatie kan walsenpaar 74 een zodanig grotere wrijvingskracht op het kopievel 80 uitoefenen, dat het kopievel slippend door de kneep van walsenpaar 73 naar rechts kan worden getransporteerd.
Bij de verhouding tussen de normaal krachten volgens het voorkeurs-gebied is het zelfs mogelijk de knepen van de walsenparen 73 en 74 gelijktijdig in de werkzame positie te brengen. Hierbij wordt het kopievel 80 in eerste instantie dus door walsenpaar 74 slippend tussen walsen 81 en 83 naar rechts getransporteerd. Zodra het kopievel 80 uit de kneep van walsenpaar 74 los wil komen, oefent alleen walsenpaar 73 nog kracht uit op het kopievel, zodat dit vervolgens naar links tegen de kneep van walsenpaar 74 blijft gepositioneerd.
De afwikkeling van de positioneercyclus bij een afwijking van een kopievel 80 naar rechts ten opzichte van de ideale transportlijn A van de linker langszijde verloopt zoals in Fign. 4a-4e geïllustreerd. Vanuit de uitgangspositie van Fig. 4a wordt eerst walsenpaar 74 in de werkzame positie gebracht (Fig. 4b), maar hierdoor wordt nog geen kracht op het kopievel 80 uitgeoefend. Zodra echter, zoals in Fig. 4c is te zien, het walsenpaar 73 in de werkzame positie is, wordt kopievel 80 naar links getransporteerd tot tegen de kneep van walsenpaar 74.
Het op deze wijze op lijn A gepositioneerde kopievel 80 wordt vervolgens eerst door walsenpaar 73 en daarna door walsenpaar 74 los- gelaten, zodat het kopievel 80 klaar ligt om in de transportschting verder te worden gevoerd.
Aangezien in de positioneercyclus volgens Fign. 4a-4e het kopievel 80 alleen maar getransporteerd wordt door walsenpaar 73, kan hier natuurlijk zonder problemen liet openen en sluiten van de beide walsenknepen, zoals ten aanzien van de positioneercyclus van Fign. 3a-3e al is beschreven, gelijktijdig worden toegepast.
De uitvoering van de positioneercycli volgens de Figuren 3a-3e en 4a-4e kan ook worden gerealiseerd met een alternatieve uitvoeringsvorm van de positioneerinrichting volgens de inrichting zoals in Fig. 5 schematisch is weergegeven.
In deze tweede uitvoeringsvorm bestaan de positioneerwalsenparen 73,74 uit walsen 100 en 101 respectievelijk 102 en 103.
De walsen 100 en 102 worden aangedreven in de met pijlen aangegeven richting en zijn samen in een schematisch aangegeven juk 104 opgenomen waarop bedieningsmiddelen kunnen aangrijpen.
Deze bedieningsmiddelen, bijvoorbeeld hefmagneten of pneumatische cilinders, kunnen het samenstel van walsen 100, 102 en juk 104 verplaatsen tussen de in Fig. 5 aangegeven niet-werkzame positie en een werkzame positie, waarin wals 100, respectievelijk 102 in aangrijping is met wals 101, respectievelijk 103.
Wals 101, respectievelijk 103 wordt door middel van veerkracht, bijvoorbeeld gerealiseerd door drukveer 106, respectievelijk 105 die op de astap van wals 101, respectievelijk 103 aangrijpt, in de richting van de walsen 100, respectievelijk 102 gedwongen. Daarnaast is de diameter van de wals 101 ook kleiner dan de diameter van wals 103.
Zodra de positioneercyclus wordt gestart, beginnen de bedieningsmiddelen de walsen 100, 102 vanuit de niet-werkzame positie naar de werkzame positie te brengen.
Bij deze beweging komt eerst wals 102 in aangrijping met wals 103 waarna bij verdere beweging tegen de veerkracht van drukveer 105 in, wals 103 omlaag wordt gedrukt. Even later komt dan wals 100 in aangrijping met wals 101 om ook dit walsenpaar 73 in de werkzame positie te brengen. Het verschil in normaal kracht tussen de walsenparen 73 en 74, zoals beschreven ten aanzien van de eerste uitvoeringsvorm, wordt in deze tweede uitvoeringsvorm gerealiseerd door drukveren 105 en 106 met een zodanige veerconstante te kiezen dat de gewenste normaal kracht (veerkracht) verhouding wordt bereikt.
Omgekeerd is hèt zo dat bij beweging van het samenstel van juk 104 met walsen 100 en 102, van de werkzame naar de niet-werkzame positie, de aangrijping van het walsenpaar 73 (door de kleinere diameter van wals 101) eerst wordt onderbroken en daarna pas de aangrijping van walsen-paur 74.
Op deze manier kunnen met deze tweede uitvoeringsvorm op analoge wijze de positioneercycli worden uitgevoerd zoals aan de hand van de Fign. 3a-3e en Fign. 4a-4e voor de eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is beschreven.
Overigens geldt voor beide uitvoeringsvormen dat de onderste transport-organen van de positioneerinrichting niet noodzakelijkerwijs als walsen 83,84,101,103 hoeven te worden uitgevoerd. Met een aandrukplaat of aandrukvingers in plaats van deze walsen 83,84,101 en 103 zou de constructie eveneens goed werken.
Hoewel de transport- en positioneerinrichting volgens de uitvinding is beschreven voor toepassing in het kopieveltransportsysteem van een kopieerapparaat, moge het duidelijk zijn dat de inrichting volgens de uitvinding uiteraard in allerlei toepassingen, waarin een positionering loodrecht op de transports chting van vellen wordt vereist, kan worden gebruikt.

Claims (3)

1. Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen, omvattende transportmiddelen (70,71) voor de vellen, aanslagmiddelen (76) die zich dwars op de transportrichting van de vellen uitstrekken, positioneermiddelen (35) voor het verplaatsen van de vellen in een richting loodrecht op de transportrichting teneinde één van de langszijden van de vellen op de ideale transportlijn (A) voor die langszijde te positioneren, waarbij de positioneermiddelen (35) zich in een werkzame of in een niet-werkzame positie kunnen bevinden, en bedieningsmiddelen voor het verplaatsen van de positioneermiddelen (35) van de werkzame positie naar de niet-werkzame positie of omgekeerd, met het kenmerk, dat de positioneermiddelen (35) een eerste (74) en een tweede transport!nrichting (73) omvatten, die elk twee transportorganen (82,84;81,83) omvatten waarvan er minstens één wordt gevormd door een wals, welke twee transportorganen (82,84; 81,83) een transportkneep kunnen vormen die zich evenwijdig aan de ideale transportlijn (A) uitstrekt, waarbij de transportkneep van de eerste transportinrichting (74) zich volgens de ideale transportlijn (A) uitstrekt en de tweede transportinrichting (73) zich op enige afstand van de eerste transport!nrichting (74) in het gebied van de transport-weg voor de vellen bevindt, en dat aandrijfmiddelen zijn voorzien waarmee de wals (walsen) van elke transport!nrichting (73,74) zodanig kan (kunnen) worden aangedreven dat elke transport!nrichting (73,74) in zijn werkzame positie een kracht op de vellen uitoefent die gericht is naar de andere transportinrichting (74,73).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting tevens is voorzien van aandrukmiddelen voor de transportinrichtingen (73,74) waarmee de transportorganen (82,84;81,83) in hun werkzame positie zodanig op elkaar kunnen worden gedrukt, dat de verhouding tussen de normaal kracht van de eerste transportinrichting (74) en de normaal kracht van de tweede transport-inrichting (73) groter is dan of gelijk is aan twee.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat besturingsmiddelen zijn voorzien waarmee de bedieningsmiddelen, voor het verplaatsen van de eerste (74) en de tweede transportinrichting (73) van de niet-werkzame positie naar de werkzame positie of omgekeerd, zodanig worden aangestuurd, dat bij overschakeling van de niet- werkzame positie naar de werkzame positie de transportorganen (82,84) van de eerste transportinrichting (74) eerder met elkaar in aangrijping komen dan de transportorganen (81,83) van de tweede transportinrichting (73) en bij overschakeling van de werkzame positie naar de niet-werkzame positie de transportorganen (82,84) van de eerste transportinrichting (74) langer met elkaar in aangrijping worden gehouden dan de transportorganen (81,83) van de tweede transporting chting (73).
NL8901034A 1989-04-25 1989-04-25 Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen. NL8901034A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901034A NL8901034A (nl) 1989-04-25 1989-04-25 Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen.
US07/508,956 US5072926A (en) 1989-04-25 1990-04-12 Device for conveying and positioning sheets
DE69010069T DE69010069T2 (de) 1989-04-25 1990-04-20 Vorrichtung zum Zuführen und Positionieren von Bögen.
EP90200987A EP0395148B1 (en) 1989-04-25 1990-04-20 A device for conveying and positioning sheets
JP2108549A JP2954975B2 (ja) 1989-04-25 1990-04-24 シートの運搬及び位置決めのための装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901034A NL8901034A (nl) 1989-04-25 1989-04-25 Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen.
NL8901034 1989-04-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901034A true NL8901034A (nl) 1990-11-16

Family

ID=19854543

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901034A NL8901034A (nl) 1989-04-25 1989-04-25 Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US5072926A (nl)
EP (1) EP0395148B1 (nl)
JP (1) JP2954975B2 (nl)
DE (1) DE69010069T2 (nl)
NL (1) NL8901034A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5282614A (en) * 1991-05-10 1994-02-01 Moore Business Forms, Inc. Rotation of a document through a finite angle
DE4116409C2 (de) * 1991-05-18 1995-01-05 Roland Man Druckmasch Seitenmarken- und Überziehkontrolle einer Rotations-Bogendruckmaschine
DE19822307B4 (de) * 1997-07-12 2008-12-24 Heidelberger Druckmaschinen Ag Verfahren zum paßgerechten Ausrichten von Bogen
JP5790067B2 (ja) * 2011-03-29 2015-10-07 富士ゼロックス株式会社 用紙搬送装置および画像形成装置

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1951901A (en) * 1932-12-17 1934-03-20 Cottrell C B & Sons Co Sheet registering device
US3065835A (en) * 1961-03-28 1962-11-27 Phototypograph Corp High speed serial printer apparatus
US3240487A (en) * 1963-04-03 1966-03-15 Burroughs Corp Sheet aligning feed mechanism
NL7803129A (nl) * 1978-03-23 1979-09-25 Oce Van Der Grinten Nv Inrichting voor het positioneren van een velvormig origineel.
JPS63171749A (ja) * 1987-01-08 1988-07-15 Canon Inc シ−ト搬送装置

Also Published As

Publication number Publication date
US5072926A (en) 1991-12-17
EP0395148B1 (en) 1994-06-22
JPH0318541A (ja) 1991-01-28
DE69010069D1 (de) 1994-07-28
DE69010069T2 (de) 1994-12-15
EP0395148A1 (en) 1990-10-31
JP2954975B2 (ja) 1999-09-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1039678A (en) Self-actuating sheet reverser
US5008713A (en) Sheet conveying apparatus and sheet conveying method
US3719266A (en) Sheet stacking apparatus
EP0632340B1 (en) Soft nip sheet folding apparatus
US5078384A (en) Combined differential deskewing and non-differential registration of sheet material using plural motors
JP3208193B2 (ja) 画像形成装置のシート給送方法とそのシート給送方法を実施するシート給送装置
US4744555A (en) Sheet transport and registration apparatus
US4068937A (en) Copier image transfer system
JPH07319241A (ja) シ−ト材給送装置および画像形成装置
SE429793B (sv) Kopieringsapparat
US4166614A (en) Jogging and normal force for sheet feeding
JPS6010622B2 (ja) シ−ト取扱い装置
US4110025A (en) Duplex electrostatic copying machine
NL8103336A (nl) Inrichting voor het aan- en afvoeren van originelen bij een kopieerapparaat.
JP2644012B2 (ja) ベルト張力装置
GB2060577A (en) Registering sheets
NL8901034A (nl) Inrichting voor het transporteren en positioneren van vellen.
US4141545A (en) Paper feed for copying machine
EP0425249A2 (en) Copiers with side-registration systems
US4937634A (en) Reproducing machine with document feeding apparatus
NL8500995A (nl) Belichtingsinrichting voor bladen.
USRE33843E (en) Sheet transport and registration apparatus
EP0031668B1 (en) Sheet feeding and registering apparatus and document copying machine incorporating same
JP3662332B2 (ja) ロング・シートのデスキュ及びバックル長ラチチュードのためのカム・アイドラ
EP0378361A2 (en) Paper pressing device for an image forming apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed