NL8900554A - Inrichting voor het aan het aan een wand ophangen van voorwerpen, zoals een schilderij, tekening of derg. - Google Patents

Description

Inrichting voor het aan het aan een wand ophangen van voorwerpen, zoals een schilderij, tekening of derg.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het losneembaar aan een wand ophangen van voorwerpen zoals een tekening, schilderij of dergelijke, voorzien van een aan de wand bevestigbaar wandprofiel, ingericht voor het klemmend opnemen van een of meer railprofielen, üitgerust met een met genoemd wandprofiel samenwerkend deel.

Een dergelijke inrichting is algemeen bekend: gewezen wordt bijvoorbeeld op de door de Fa. Hebei uit de Bondsrepubliek Duitsland onder de merknaam "Klemmboy" in de handel gebrachte inrichting, die in het bijzonder bestemd is voor het ophangen van tekeningen of dergelijke vlakke, lichte voorwerpen. Bij deze constructie zijn de railprofielen in het algemeen U-vormig, met naar de open onderzijde toe naar elkaar gebogen benen. Tussen deze benen bevindt zich vrij beweegbaar een in hoofdzaak cilindrische rol met een grotere diameter dan de opening tussen de vrije beeneinden: hierdoor kan de rol tussen de benen worden bewogen en kan daarmee op eenvoudige wijze een tekening of soortgelijk voorwerp worden geklemd.

De uitvinding beoogt een dergelijke inrichting meer universeel uit te voeren, waardoor daaraan ook gemakkelijk een schilderij of dergelijk voorwerp kan worden opgehangen.

Hiertoe vertoont de inrichting van de in de aanhef genoemde soort het kenmerk, dat elk railprofiel voorts is voorzien van een haakvormig profieldeel, uitgevoerd met een zich benedenwaarts uitstrekkend been. Aan een dergelijk profieldeel kunnen dan op eenvoudige wijze schilderijen en dergelijke worden opgehangen.

Daarbij kan elk railprofiel zijn voorzien van een tweede, zich in gemonteerde toestand langs de wand uitstrekkend been, waardoor een vanaf de onderzijde toegankelijke ruimte ontstaat met een min of meer vaste afstand tussen de beide benen.

Door het eerstgenoemde been aan het vrije einde zodanig om te buigen, dat dit in gemonteerde toestand naar de wand is gericht, kan tussen de benen respectievelijk het ene, gebogen been en de wand gemakkelijk een voorwerp worden geklemd. Teneinde deze klemwerking te verbeteren kan genoemd vrije einde V-vormig zijn uitgevoerd.

Het railprofiel kan daarbij zodanig zijn uitgevoerd, dat dit snappend en klemmend met het wandprofiel kan worden gekoppeld waardoor een eenvoudige, onzichtbare montage wordt verkregen, waarbij het railprofiel door klemmen ten opzichte van de strip wordt vastgehouden.

In verdere uitwerking wordt de inrichting gekenmerkt door een met het eerste been samenwerkende ophang-, klem of dergelijke haak.

De haak kan zodanig zijn uitgevoerd dat deze onder inbrenging vanaf de voorzijde kan samenwerken met het eerst-genoemde gebogen been.

Door de ophang- of klemhaak gebogen uit te voeren en wel zodanig dat deze elastisch klemmend tussen het gebogen been en het in gemonteerde toestand daartegenover gelegen been respectievelijk de wand kan worden opgenomen, kan daarmee gemakkelijk een of meer tekeningen worden opgehangen .

Voor het kunnen verwijderen van de tekening kan de in zijn vlak gebogen ophanghaak zijn voorzien van een vingergrip, waardoor de ophanghaak kan worden ingebracht.

In verdere uitwerking van de uitvinding kan de ophanghaak aan de naar de wand toegekeerde zijde zijn voorzien van een steunnok, waardoor een evenwijdige ophanging van de haak ten opzichte van de muur is gewaarborgd en bovendien beschadiging van het zichtbare deel van het ondergelegen oppervlak, bij schuiven van de hoek, wordt voorkomen, terwijl de nok tevens als kantelpunt bij het m-brengen kan dienen en voorts een bepaalde, zij het geringe, fixatie tot gevolg heeft en wel zodanig dat de hoek uit-sluitend bewust kan worden verplaatst.

Een verdere verbetering van de inrichting wordt verkregen, wanneer de ophanghaak bestaat uit een lijf waarvan de beide einden zijn omgebogen teneinde een deel te vormen met behulp waarvan de ophanghaak kan worden opgehangen aan genoemd gebogen been, en een deel te vormen waaraan een voorwerp rechtstreeks dan wel door middel van een koord of dergelijke kan worden opgehangen, en waarbij het lijf nabij laatstgenoemd ophangdeel is voorzien van een uitsteeksel ingericht voor samenwerking met een schroef of dergelijke, bestemd voor het fixeren van een koord of dergelijke.

Bij laatstgenoemde inrichting kan het uitsteeksel in een richting in hoofdzaak loodrecht op de opening bestemd voor samenwerking met een schroef, zijn uitgerust met een doorlaatopening voor het koord.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen thans, onder verwijzing naar de tekening, enkele uitvoeringsvoor-beelden van een inrichting voor het losneembaar aan een wand ophangen van voorwerpen worden beschreven.

In de tekening toont: fig. 1 een doorsnede van een eerste uitvoerings-voorbeeld van de bevestigingsinrichting, bevestigd aan een muurgedeelte; fig. 2 vergroot schematisch de inrichting volgens fig. 1 tijdens en na montage respectievelijk demontage; fig. 3 een aanzicht overeenkomstig fig. 2, voorzien van een ophanghaak in diverse standen tijdens aanbrengen respectievelijk uitnemen daarvan; fig. 4, 5 en 6 tonen verschillende uitvoeringsvormen op gelijke schaal als fig. 1 van achtereenvolgens een ophanghaak, een eerste respectievelijk een tweede papier-klem; fig. 7, 8 en 9 tonen de ophanghaak respectievelijk de papierklemmen volgens fig. 4, 5 resp. 6 in perspectief.

Volgens de tekening is een inrichting voor het losneembaar aan een wand bevestigen van voorwerpen voorzren van een aan een wand 1 bevestigd wandprofiel 2. Zoals uit fig. 1 blijkt is het wandprofiel 2 met behulp van een schroef 3 en een plug 4 bevestigd aan een wand 1. Het wandprofiel 2 is zodanig uitgevoerd dat enerzijds de kop van de schroef 3 daarin verzonken is na bevestiging, terwijl anderzijds het wandprofiel twee gelijke ondersneden randen heeft voor het snappend kunnen opnemen van een railpro fiel 5. ....

Zoals meer in het bijzonder uit fig. 2 blijkt zi^n het wandprofiel 2 en het railprofiel 5 zodanig uitgevoerd, dat deze bij koppeling snappend en tegelijkertijd vast met elkaar worden verbonden: dit wordt niet alleen tot stand gebracht door het, hiervoor reeds beschreven snappend met elkaar bevestigen van de delen doch bovendien doordat de boveneinden van de "benen" 6 van het wandprofiel 2 telkens aanslagen vormen voor flenzen 7 van het railprofiel 5.

Het railprofiel 5 is voorzien van een haakvormig profieldeel 8 en een tweede, zich in gemonteerde toestand langs de wand 1 uitstrekkend been 9.

De beschreven constructie heeft het voordeel dat het railprofiel zich telkens evenwijdig aan de wand 1 uitstrekt, dit onafhankelijk van de toestand van de wand 1; voorwaarde is uiteraard wel dat het wandprofiel op de juiste wijze is bevestigd.

In het vorenstaande is steeds gesproken over een wandprofiel, doch dit kunnen uiteraard ook wandprofiel- delen zijn.

Zoals uit de tekening blijkt is het benedenwaartse, vrije einde van het been 8 binnenwaarts gebogen uitgevoerd en eindigt in een V-vormig uiteinde 10, waarvan het bovenste been 11 een haakvormig uiteinde vormt ingericht voor samenwerking met een ophanghaak 12.

De vorm en montage van de ophanghaak 12 blijkt dui-uit fig. 3: de ophanghaak wordt vanaf de onderzijde glijdend ingebracht en wordt na een voldoende ver bovenwaarts bewegen door kanteling rond een nok 13 zodanig gekanteld dat het "lijf" 14 van de haak evenwijdig komt aan het zich langs de wand uitstrekkende been 9 van het rail-profiel, waarna men de haak laat zakken tot deze over het been 11 grijpt. Op deze wijze is een goede, gewaarborgde bevestiging van de ophanghaak 14 verkregen.

Zoals uit de tekening blijkt kan een ophangor.gaan (bijv. een nylonkoord) ofwel een haak gemakkelijk in een holte 15 van de ophanghaak worden gebracht.

De ophanghaak is beneden de holte 15 voorzien van een ronde uitsparing. In deze holte kan schroefdraad zijn gebracht, ingericht voor samenwerking met een, niet weergegeven schroef bestemd voor het fixeren van een ophangdraad 16 van een niet weergegeven schilderij. Zoals uit fig. 4 blijkt kan de draad 16 aan de onderzijde zijn voorzien van een, omgekeerde ophanghaak 12 die op de vorenbeschreven wijze door middel van een niet genummerde schroef is verbonden met de draad 16.

Voor wat betreft de vorm van de ophanghaak wordt nog gewezen op fig. 7, waarin de ophanghaak perspectivisch is weergegeven.

fig. 5 en 8 tonen een papierklem 17 met behulp waarvan een schematisch weergegeven vel papier 18 of soortgelijk plaatvormig element gemakkelijk kan worden opge— hangen: dit laatste vindt plaats door het inschuiven van de klem 17 tussen de benen 8 en 9, die voor het kunnen verwijderen respectievelijk inbrengen daarvan is voorzien van een vingergrip 19. De papierklem is in zijn vlak gebogen ingevoerd, waardoor hij elastisch is. Bovendien is de klem aan de in fig. 8 weergegeven bovenzijde voorzien van een uitholling 23 waardoor gemakkelijk inbrengen is ontstaan.

In de fig. 6 en 9 tenslotte is nog een tweede uit voeringsvoorbeeld van een mogelijke papierklem weergegeven, welke papierklem in wezen bestaat uit een plaat van verend materiaal 20, dat zodanig is gesneden en gebogen, dat "elastische" lippen 21 resp. 22 zijn ontstaan die op de in fig. 6 weergegeven wijze kunnen samenwerken met het V-vormige einde 10, respectievelijk het zich evenwijdig aan de wand uitstrekkende been 9. Het bevestigen respectievelijk lossen van papier respectievelijk van de papierklem vindt plaats door het op de met pijlen aangegeven wijze bedienen van genoemde lippen.

De inrichting volgens de uitvinding kan verder nog zijn voorzien van eindplaten.

Uiteraard kan ook de ophanghaak anders zijn uitgevoerd en wel bijvoorbeeld naar beneden toe geen van schroefdraad voorziene holte bevatten, doch gootvormig zijn uitgevoerd.

Verder is het mogelijk om het uitsteeksel, ingericht voor samenwerking met een schroef of dergelijke, in plaats van onder, aan de zijkant van het lijf aan te brengen: de draad loopt in dat geval niet langs de "voorzijde" van het lijf van de haak (fig. 4) doch langs de "achterzijde" daarvan.

Claims (12)

1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk railprofiel is voorzien van een tweede, zich in gemonteerde toestand langs de wand uitstrekkend been.
2. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat genoemd vrije einde van het haakvormige profieldeel V-vormig is uitgevoerd.
3. 4. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het railprofiel zodanig is uitgevoerd dat dit snappend en klemmend met het wandprofiel kan worden.gekoppeld.
4. 5. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een met het eerste been samenwerkende ophang-, klem- of dergelijke haak.
5. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de ophanghaak zodanig is uitgevoerd dat deze onder inbrenging vanaf de voorzijde kan samenwerken met het gebogen been.
6. 7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de ophang- of klemhaak in zijn vlak gebogen is uitgevoerd en wel zodanig dat deze elastisch klemmend tussen het gebogen been en het in gemonteerde toestand daar tegenover gelegen been respectievelijk de wand kan worden opgenomen .
7. 8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de gebogen ophanghaak is voorzien van een vingergrip.
8. 9. Inrichting volgens conclusie 6, 1 of 8, met het kenmerk, dat de ophanghaak aan de naar de wand toegekeerde zijde is voorzien van een steunnok.
9. 10. Inrichting volgens een der conclusies 4-9, met het kenmerk, dat de ophanghaak bestaat uit een lijf waarvan de beide einden zijn omgebogen teneinde een deel te vormen met behulp waarvan de ophanghaak kan worden opgehangen aan genoemd gebogen been, en een deel te vormen waaraan een voorwerp rechtstreeks dan wel door middel van een koord of dergelijke kan worden opgehangen, en waarbij het lijf nabij laatstgenoemd ophangdeel is voorzien van een uitsteeksel ingericht voor samenwerking met een schroef of dergelijke bestemd voor het fixeren van een koord of dergelijke.
10. 11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat dwars op de schroefopening een opening is aangebracht voor het doorlaten van het koord.
11. 12. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de klem bestaat uit verende lippen dien tenminste aan één einde met elkaar zijn verbonden en die verschillend ver buitenwaarts zijn gebogen en wel zodanig dat m gemonteerde toestand telkens ten minste één lip elastisch aanligt tegen het haakvormige profieldeel en ten minste één lip tegen het genoemde tweede zich in gemonteerde toestand langs de wand uitstrekkende been.
12. 13. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de gebogen ophanghaak aan de insteekzijde uitgehold is uitgevoerd.