NL8503179A

NL8503179A - Ophangbeugel.

Info

Publication number: NL8503179A
Application number: NL8503179A
Authority: NL
Original assignee: Flamco Bv
Priority date: 1985-11-18
Filing date: 1985-11-18
Publication date: 1987-06-16
Also published as: ATE40739T1; EP0223298A1; ES2006676B3; EP0223298B1; DE3662072D1

Description

Korte aanduiding: Ophangbeugel.

855138/Iem/cd

De uitvinding heeft betrekking op een ophangbeugel voor een buisleiding of soortgelijk prismatisch voorwerp, omvattende een in hoofdzaak U-vormig draagorgaan waarvan de eindge-deelten samenwerken met een bevestigingsorgaan dat aan een 5 uit een plafond of zoldering neerwaarts gerichte draadstang kan worden bevestigd.

Dergelijke ophangbeugels zijn bekend.

Bij een bekende ophangbeugel bestaat het draagorgaan uit een U-vormige en enigszins veerkrachtige strip met naar binnen 20 toe vervormde uiteinde, een tussen deze uiteinden gelegen bevestigingsorgaan met een versmald middengedeelte waarin de uiteinden van de strip passen en dat voorzien is van een inwendige schroefdraad waarin de draadstang past en een montagering of -bus voor het om het bevestigingsorgaan en in het 15 versmalde gedeelte ervan fixeren van de buitenwaarts verende stripuiteinde.

Deze bekende ophangbeugel heeft het bezwaar dat de onderdelen relatief duur zijn. Zo is het bevestigingsorgaan een gedraaid produkt en moet de montagering of -bus speciaal ge-20 maakt worden. Bovendien is de montage van de ophangbeugel vrij moeilijk.

De uitvinding beoogt een ophangbeugel te verschaffen die vervaardigd is uit relatief goedkope, en bij voorkeur standaardonderdelen en waarvan de montage eenvoudig is.

25 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een ophangbeugel van het in de aanhef genoemde type, die tot kenmerk heeft dat het U-vormige draagorgaan gevormd is uit stug draad en de eindgedeelten van het draagorgaan tenminste naar binnen toe zijn omgebogen, dat het bevestigingsorgaan is uit-30 gevoerd als een juk met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede waarbij de bodem van het U-vormige juk gedeeltelijk is weggenomen voor het doorlaten van de draadstang en de omgebogen eindgedeelten van het draagorgaan, en dat in gemonteerde toestand de omgebogen eindgedeelten van het draagorgaan zijn 35 gelegen tussen de van het draagorgaan afgerichte benen van het juk en in de lengterichting van de draadstang zijn opgesloten - ï *: 7 e » ·ι -2- tussen opsluitelementen die aan de "boven- en onderzijde van het juk op de door het juk stekende draadstang zijn aangehracht.

Een dergelijke ophangbeugel bestaat uit een minimaal aantal onderdelen die enerzijds op eenvoudige wijze door middel van snij- en buigbewer-5 kingen uit relatief goedkoop materiaal kunnen worden vervaardigd of anderzijds standaard-onderdelen zijn. De montage van deze beugel kan bovendien op zeer eenvoudige wijze plaats vinden door het inschuiven en vast zetten van de eindgedeelten van het draagorgaan in het juk, waarbij tegelijkertijd de bevestiging aan de draadstang plaats vindt.

10 Bij voorkeur is het draagorgaan enigszins veerkrachtig en is elk been van het draagorgaan nabij de omgébogen eindgedeelten aan de van het andere been afgekeerde zijde voorzien van een uitsparing, waarbij de afstand tussen de bodems van de uitsparingen in niet gemonteerde toestand van het draagorgaan groter is dan de afstand tussen de in de lengterichting van 15 het juk tegenover elkaar gelegen randdelen van het weggenomen bodemdeel van het juk, welke laatstgenoemde randdelen in gemonteerde toestand van het draagorgaan in de uitsparingen vallen, waardoor het mogelijk is het draagorgaan en het juk gecombineerd als sub-samenstel af te leveren, zodat bij· de montage geen onderdelen bij elkaar gezocht behoeven te worden.

20 Doelmatig zijn de eindgedeelten van het draagorgaan U-vormig naar bin nen toe omgebogen, waarbij de hoogte van deze U in hoofdzaak overeenkomt met de hoogte van het juk en zijn de uitsparingen ter hoogte van de vrije uiteinden van de U-vormig omgebogen eindgedeelten van het draagorgaan aangebracht. Daardoor wordt de montage van het draagorgaan in het juk dankzij 25 de aanwezigheid van een als zoekrand dienende afronding aan de einden van het draagorgaan vergemakkelijkt en is het draagorgaan in gemonteerde toestand van de ophangbeugel zeer goed in het juk opgesloten.

In een praktische uitvoeringsvorm is de inwendige afstand tussen de benen van het juk ter plaatse van de doorgang voor de eindgedeelten van het 30 draagorgaan in hoofdzaak gelijk of iets groter dan de draaddikte van het draagorgaan en ter plaatse van de doorgang voor de draadstang zodanig dat de draadstang met speling tussen de benen van het juk past, waarbij een van de benen van het juk ter plaatse van de doorgang van de draadstang aan de binnenzijde voorzien kan zijn van een uitsteeksel of nok met een geringe 35 hoogte, die kan samenwerken met de schroefgangen van de draadstang, zodat het juk tijdens de montage op de draadstang kan blijven hangen.

« * ' ^ n -3-

Verder kannen in een van de benen van het juk aan de zijde van de bodem uitsparingen zijn aangebracht voor het vanaf de zijkant van het juk doorlaten van de omgebogen eindgedeelten van het draagorgaan.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoe-5 ringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin: figuur 1 in perspectief een voorkeursuitvoering van de ophangbeugel volgens de uitvinding weergeeft, figuur 2 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de ophangbeugel van figuur 1 is, met een daarin geplaatste buisleiding, 10 figuur 3 een detail III van figuur 2 op vergrote schaal weergeeft, figuur k een bovenaanzicht is van het juk van de ophangbeugel volgens de lijn IV-IV in figuur 2, figuur 5 een doorsnede op vergrote schaal is van een deel van een van de benen van het juk volgens de lijn V-V in figuur U, en 15 figuur 6 weergeeft hoe de montage van de ophangbeugel van figuur 1 kan plaatsvinden.

De in figuur 1 en 2 weergegeven voorkeursuitvoering van een ophangbeugel volgens de uitvinding bestaat uit een in hoofdz'aak U-vormig draagorgaan 1 en een met de eindgedeelten van dit draagorgaan samenwerkend beves-20 tigingsorgaan 2. Dit bevestigingsorgaan kan bevestigd worden aan een uit een plafond of zoldering neerwaarts gerichte draadstang 3.

Het U-vormige draagorgaan 1 is gevormd uit stug draad. De eindgedeelten 4, 5 van het draagorgaan 1 zijn naar binnen toe omgebogen in de vorm van een ü. Het bevestigingsorgaan 2 is uitgevoerd als een juk met een in 25 hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede. De bodem $ van het juk 2 is gedeeltelijk weggenomen. De hierdoor ontstane sleuf 7 (zie ook figuur U) dient voor het doorlaten van de draadstang 3 en de eindgedeelten 4, 5 van het draagorgaan 1. De inwendige afstand tussen de beide opstaande benen 8, 9 van het juk 2 is aangepast aan de dikte van de draad waaruit het draag-30 orgaan 1 is gevormd respectievelijk aan de diameter van de draadstang 3.

In gemonteerde' toestand steken de U-vormig omgebogen eindgedeelten U, 5 van het draagorgaan 1 door de sleuf 7 in de bodem van het juk en zijn gelegen tussen de beide benen ervan. De beide eindgedeelten k, 5 zijn in de lengterichting van de draadstang 3 opgesloten tussen twee moeren 10 en 35 11, die aan de boven- en onderzijde van het juk 2 op de draadstang 3 zijn aangebracht.

«» -· *\ — ’ -«s % * ^

- V * . V

ί

•J

* * -U- ‘Pllk been 12 respectievelijk 13 van het draagorgaan is nabij de omgebogen eindgedeelten h resp. 5 aan de van het andere been afgekeerde zijde voorzien van een uitsparing 1¼ resp. 15. In niet gemonteerde toestand van het draagorgaan 1 is de afstand tussen de bodems van de uitsparingen “ik, 5 15 groter dan de afstand tussen de in de lengterichting van het juk 2 te genover elkaar gelegen randdelen 16, 17 van de sleuf 7 in de bodem 6 van het juk. Het draagorgaan 1 is enigszins veerkrachtig en in de gemonteerde toestand van het draagorgaan vallen de genoemde randdelen 16 en 17 in de uitsparingen 1U en 15· Hierdoor is het mogelijk om het draagorgaan 1 en 10 het juk 2 gecombineerd als sub-samenstel af te leveren, zodat bij de montage geen onderdelen bij elkaar gezocht behoeven te -worden.

De lengte van de omgebogen eindgedeelten k en 5 is zodanig dat de hoogte van de U in hoofdzaak overeenkomt met de hoogte van het juk 2. Verder zijn de uitsparingen 1U en 15 ter hoogte van de vrije uiteinden 18 en 15 19 van de U aangebracht. De eindgedeelten b en 5 zijn daarom in gemonteerde toestand van het draagorgaan 1 zeer goed in het juk opgesloten, zodat een in het draagorgaan 1 liggende buisleiding 20 door middel van de ophangbeu-gel zeer betrouwbaar aan het plafond of zoldering kan worden opgehangen.

In figuur 6 is weergegeven hoe de montage van de ophangbeugel kan 20 plaatsvinden. Daarbij worden allereerst de beide moeren 10 en 11 en het juk 2 op de draadstang aangebracht, waarbij de afstand tussen de beide moeren 10 en 11 groter wordt gehouden dan de hoogte van het juk (zie figuur 6a). Vervolgens wordt het draagorgaan 1 aangebracht door de beide benen van het draagorgaan naar elkaar toe te drukken in de lichting van de pijlen 21 en 25 het draagorgaan in de richting van de pijlen 22 tussen het juk en de moer 11 te plaatsen. Om deze plaatsing te vergemakkelijken, zijn in het been 8 van het juk aan de zijde van de bodem 6 uitsparingen 23 en 2k aangebracht waarvan de vorm is aangepast aan de vorm van de omgebogen eindgedeelten U en 5 van het draagorgaan 1. Ha het aanbrengen van het draagorgaan 1 is de situ-30 atie zoals weergegeven in figuur 6b.

Vervolgens wordt de moer 10 aangedraaid (pijl 23) waardoor het juk 2 naar beneden toe wordt gedrukt. Op een gegeven moment komt het juk 2 tegen de moer 11 aan te liggen waarbij tegelijkertijd de randdelen 16 en 17 van de sleuf 7 in de bodem van het juk in de uitsparingen lU en 15 van het draag-35 orgaan vallen.

De omgebogen eindgedeelten van het draagorgaan zijn dan in het juk op- -T f ·1¥ > i i 1> ψ· -...........

-5- gesloten tussen de zijwanden en de moeren 10 en 11, en het draagorgaan kan dan niet meer uit het juk verwijderd worden (figuur 6c).

3ij de bovenbeschreven montage kan de op te hangen buisleiding in het draagorgaan 1 liggen.

5 Bij de montage van de ophangbeugel kan het draagorgaan ook zodanig geplaatst worden dat de randdelen 16 en 17 van de sleuf in de bodem van het juk di-rekt in de uitsparingen 1^· en 15 vallen, waarna door het aandraaien van moer 10 of moer 11 het geheel gefixeerd kan worden.

Om te voorkomen dat bij de montage van het juk 2 op de draadstang 3 10 het juk naar beneden glijdt, kan. een van de benen 8, 9 van het juk 2 ter plaatse van de doorgang van de draadstang 3 aan de binnenzijde voorzien zijn van een uitsteeksel of nok 25 met een geringe hoogte die kan samenwerken met de schroefgangen van de draadstang 3. Een dergelijke nok kan worden aangebracht door het opstaande been van het juk ter plaatse van de nok vanaf 15 de andere zijde bij 26 door te drukken.

De bovenbeschreven ophangbeugel heeft het voordeel dat hij kan worden vervaardigd uit relatief goedkope onderdelen, die ofwel met eenvoudige snij- en buigbewerkingen .kunnen worden vervaardigd, ofwel standaardonderdelen zijn. Bovendien is de montage van de ophangbeugel zeer eenvoudig.

20 Het zal duidelijk zijn dat de ophangbeugel volgens de uitvinding niet beperkt is tot de in de beschrijving en de tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm. Zo kan het draagorgaan in plaats van uit draad met een ronde doorsnede ook gevormd worden uit draad met een vierkante of een veelhoekige doorsnede. Hoewel het de voorkeur geniet om het juk uit omgebogen plaat-25 materiaal te vormen, is dit echter niet noodzakelijk voor het goed functioneren van de ophangbeugel. Tenslotte kunnen in plaats van de moeren 10 en 11 ook andere opsluitmiddelen op de draadstang aangebracht worden. 1 7 ’ '7 '

Claims

1. Ophangbeugel voor öuisleiding of soortgelijk prismatisch voorwerp, omvattende een in hoofdzaak U-vormig draag-orgaan waarvan de eindgedeelten samenwerken met een bevesti-gingsorgaan dat aan een uit het plafond of zoldering neer-5 waarts gerichte draadstang kan worden bevestigd, met het kenmerk, dat het U-vormige draagorgaan (1) gevormd is uit stug draad en de eindgedeelten(4,5) van het draagorgaan (1) tenminste naar binnen toe zijn omgebogen, dat het bevestigings-orgaan is uitgevoerd als een juk (2) met een in hoofdzaak IQ U-vormige dwarsdoorsnede waarbij de bodem (6) van het U-vormige juk (2) gedeeltelijk is weggenomen voor het doorlaten van de draadstang (3) en de omgebogen eindgedeelten (4,5) van het draagorgaan (1), en dat in gemonteerde toestand de omgebogen eindgedeelten (4,5) van het draagorgaan (1) zijn gelegen tussen 15 de van het draagorgaan (1) afgerichte benen (8,9) van het juk (2) en in lengterichting van de draadstang (3) zijn opgesloten tussen opsluitelementen (10,11) die aan de boven en aan de onderzijde van het juk (2) op de door het juk stekende draadstang (3) zijn aangebracht.

1 I -6- - Conclusies -een

2. Ophangbeugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het draagorgaan (1) enigszins veerkrachtig.is en elk been (12, 13. van het draagorgaan nabij de omgebogen eindgedeelten (4,5) aan de van het andere been afgekeerde zijde voorzien is van een uitsparing (14,15) waarbij de afstand tussen de bodems van 25 de uitsparingen (14,15) in niet gemonteerde toestand van het draagorgaan (1) groter is dan de afstand tussen de in de lengterichting van het juk (2) tegenover elkaar gelegen randdelen (16,17) van het weggenomen bodemdeel (7) van het juk (2), welke laatstgenoemde randdelen (16,17) in gemonteerde toestand 30 van het draagorgaan (1) in de uitsparingen (14,15) vallen.

3. Ophangbeugel volgens conclusie' 1 of 2, met het kenmerk, dat de eindgedeelten (4,5) van het draagorgaan (1) U-vormig naar binnen toe omgebogen zijn, waarbij de hoogte van deze U in hoofdzaak overeenkomt met de hoogte van het juk (2).

4. Ophangbeugel volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk, dat de uitsparingen 0.4,15) ter hoogte van de vrije uiteinde (18,19) van de U-vormig omgebogen eindgedeelten (4,5) van het 1 .............. -*7— draagorgaan (1) zijn aangebracht.

5. Ophangbeugel volgens ëën der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de inwendige afstand tussen de benen (8,9) van het juk (2) ter plaatse van de doorgang voor de eindge-deelten (4,5) van het draagorgaan (1) in hoofdzaak gelijk of 5 iets groter zijn dan de draaddikte van het draagorgaan en ter plaatse van de doorgang voor de draadstang (3) zodanig zijn dat de draadstang (3) met speling tussen de benen (8,9) van het juk (2) past.

6. Ophangbeugel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat IQ een van de benen (8,9) van het juk (2) ter plaatse van de doorgang van de draadstang (3) aan de binnenzijde voorzien is van een uitsteeksel of nok (25) met een geringe hoogte die kan samenwerken met de schroefgangen van de draadstang (3).

7. Ophangbeugel volgens één der conclusies 1-6, met het 15 kenmerk, dat in een van de benen (8,9) van het juk (2) aan de zijde van de bodem (6) uitsparingen (23,24) zijn aangebracht voor het vanaf de zijkant van het juk doorlaten van de omgebogen eindgedeelten (4,5) van het draagorgaan (1). «.·* ..· , -j - ^