NL8900553A - Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie. Download PDF

Info

Publication number
NL8900553A
NL8900553A NL8900553A NL8900553A NL8900553A NL 8900553 A NL8900553 A NL 8900553A NL 8900553 A NL8900553 A NL 8900553A NL 8900553 A NL8900553 A NL 8900553A NL 8900553 A NL8900553 A NL 8900553A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sector
beam sector
ray
modulators
modulator
Prior art date
Application number
NL8900553A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Optische Ind De Oude Delft Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Optische Ind De Oude Delft Nv filed Critical Optische Ind De Oude Delft Nv
Priority to NL8900553A priority Critical patent/NL8900553A/nl
Priority to US07/752,636 priority patent/US5210782A/en
Priority to DE69015624T priority patent/DE69015624T2/de
Priority to JP2503904A priority patent/JP2994742B2/ja
Priority to PCT/EP1990/000338 priority patent/WO1990010939A1/en
Priority to EP90903810A priority patent/EP0462133B1/en
Priority to IL9366590A priority patent/IL93665A/en
Priority to CN90101205A priority patent/CN1021948C/zh
Publication of NL8900553A publication Critical patent/NL8900553A/nl
Priority to JP11206819A priority patent/JP2000126174A/ja

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05GX-RAY TECHNIQUE
    • H05G1/00X-ray apparatus involving X-ray tubes; Circuits therefor
    • H05G1/08Electrical details
    • H05G1/26Measuring, controlling or protecting
    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21KTECHNIQUES FOR HANDLING PARTICLES OR IONISING RADIATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; IRRADIATION DEVICES; GAMMA RAY OR X-RAY MICROSCOPES
    • G21K1/00Arrangements for handling particles or ionising radiation, e.g. focusing or moderating
    • G21K1/02Arrangements for handling particles or ionising radiation, e.g. focusing or moderating using diaphragms, collimators
    • G21K1/04Arrangements for handling particles or ionising radiation, e.g. focusing or moderating using diaphragms, collimators using variable diaphragms, shutters, choppers
    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21KTECHNIQUES FOR HANDLING PARTICLES OR IONISING RADIATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; IRRADIATION DEVICES; GAMMA RAY OR X-RAY MICROSCOPES
    • G21K1/00Arrangements for handling particles or ionising radiation, e.g. focusing or moderating
    • G21K1/10Scattering devices; Absorbing devices; Ionising radiation filters

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Spectroscopy & Molecular Physics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Apparatus For Radiation Diagnosis (AREA)
  • Measurement Of Radiation (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor spleetradiografie, waarbij met behulp van een röntgen-bron en een voor de röntgenbron geplaatst spieetvormig diafragma een waaiervormige röntgenbundel wordt gevormd, waarmee een te onderzoeken lichaam althans deels wordt afgetast in een richting dwars op de langsrichting van de spleet van het spieetvormige diafragma voor het vormen van een röntgenschaduwbeeld op een achter het lichaam geplaatste röntgendetector, welke waaiervormige röntgenbundel wordt gevormd door een aantal naast elkaar gelegen sectoren, en waarbij in bedrijf per sector van de waaiervormige bundel middels met het spleetdiafragma samenwerkende bestuurbare bundelsectormodulatoren momentaan tijdens de aftastbeweging de doorgelaten röntgenstraling wordt beïnvloed, en waarbij tijdens de aftastbeweging momentaan per sector van de röntgenbundel de door het lichaam doorgelaten hoeveelheid straling met behulp van detectie-middelen wordt gemeten en het meetresultaat wordt gebruikt om de bundelsectormodulatoren te besturen. De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het toepassen van de werkwijze.
Een dergelijke werkwijze en een dergelijke inrichting zijn bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8400845. Volgens de uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8400845 bekende techniek wordt voor de regeling van de door het spleetdiafragma op elk tijdstip doorgelaten hoeveelheid röntgenstraling gebruik gemaakt van nabij of in de spleet van het spleetdiafragma geplaatste als bundelsectormodulatoren werkzame verzwakkingsorganen, die elk een sector van de waaiervormige röntgenbundel kunnen beïnvloeden en die afhankelijk van de in de bijbehorende sector optredende, door het te onderzoeken lichaam veroorzaakte, verzwakking zodanig worden bestuurd, dat de verzwakkingsor-ganen in meerdere of mindere mate in de röntgenbundel reiken. Indien de in een bepaalde sector op een bepaald moment door het doorstraalde lichaam veroorzaakte verzwakking groot is wordt het bij die sector behorende verzwakkings-element geheel of grotendeels uit de röntgenbundel bewogen.
Is daarentegen in een bepaalde sector op een bepaald moment de door het lichaam veroorzaakte verzwakking gering, dan wordt het bijbehorende verzwakkingselement verder in de röntgenbundel gebracht.
Het voordeel van deze techniek is, dat daarmee geharmoniseerde röntgenopnamen kunnen worden verkregen, dat wil zeggen röntgenopnamen, die zowel in de lichte delen als in de donkere delen een goed contrast hebben.
Indien derhalve op deze wijze bijvoorbeeld een opname wordt gemaakt van het bovenlichaam voor een patiënt kan de radioloog in één en dezelfde opname voldoende informatie vinden voor zowel de borst als de buikholte van de patiënt, terwijl voordien voor het verkrijgen van dezelfde informatie twee verschillende opnamen nodig waren.
Een probleem bij de bekende werkwijze is dat de bundelsectormodulatoren hysteresisverschijnselen kunnen vertonen. Deze verschijnselen doen zich in het bijzonder voor bij toepassing van piëzo-elektrische tongen als (dragers van) absorbtie-elementen, maar ook bijv. bij bundelsectormodulatoren, die verende elementen bevatten of daarmee zijn verbonden.
Als gevolg van dergelijke hysteresisverschijnselen kan bijv. de stand van een bundelsectormodulator t.o.v. de te beïnvloeden bundelsector afwijken van de stand, die overeenkomt met de door de detectiemiddelen verschafte signalen. Hierdoor kunnen in het uiteindelijke röntgenscha-duwbeeld ongewenste artefacten ontstaan.
De uitvinding beoogt het geschetste probleem te ondervangen of althans te reduceren.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat in bedrijf voortdurend de momentane stand van elke bundelsec-tormodulator wordt gedetecteerd; dat voor elke bundelsec-tormodulator een de momentane stand representerend elektrisch signaal wordt opgewekt; dat het de momentane stand representerende elektrische signaal wordt, vergeleken met het door de detectiemiddelen verschafte, bij de desbetreffende bundelsector behorende meetresultaat; en dat uit het meetresultaat en het de momentane stand representerende signaal een stuursignaal voor de desbetreffende bundelsec-tormodulator wordt gevormd.
Een inrichting voor spleetradiografie, omvattend een röntgenbron, die via een spleet van een spleetdiafragma met een waaiervormige bundel een te onderzoeken lichaam althans deels kan aftasten in een richting dwars op de langsrichting van de spleet voor het vormen van een röntgenschaduwbeeld op een röntgendetector; met het spleetdiafragma samenwerkende bundelsectormodulatoren, die in bedrijf tijdens de aftastbeweging de waaiervormige bundel per sector momentaan kunnen beïnvloeden, teneinde de in elke sector op het te onderzoeken lichaam vallende röntgenstraling te kunnen regelen; en detectiemiddelen, die zijn ingericht om tijdens een aftastbeweging van de röntgenbundel momentaan per sector de door het lichaam -doorgelaten hoeveelheid röntgenstraling te detecteren en om te zetten in corresponderende signalen wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door middelen die in bedrijf de momentane stand van elke bundelsectormodulator kunnen detecteren en met de gedetecteerde standen corresponderende elektrische signalen kunnen verschaffen, en door middelen, die uit de genoemde elektrische signalen en de door de detectiemiddelen voor de door een lichaam doorgelaten hoeveelheid straling verschafte signalen stuursignalen voor de bundelsectormodulatoren kunnen vormen.
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 toont schematisch een voorbeeld van een bekende inrichting voor spleetradiografie; fig. 2 schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; fig. 3 toont schematisch een variant van een deel van fig. 2; en fig. 4 toont schematisch nog een variant van een deel van fig. 3.
Fig. 1 toont schematisch een voorbeeld van een bekende inrichting voor spleetradiografie. De getoonde inrichting voor spleetradiografie omvat een röntgenbron 1 met een röntgenfocus f. Voor de röntgenbron is een spleetdiafragma 2 geplaatst met een spleet 3, welke in bedrijf een in hoofdzaak platte waaiervormige röntgen-bundel 4 doorlaat. Voorts is een bundelsectormodulatie-inrichting 5 aanwezig, die de waaiervormige röntgenbundel per sector daarvan kan beïnvloeden. De bundelsectormodula-tie-Inrichting wordt door via een leiding 6 toegevoerde regelsignalen bestuurd.
In bedrijf doorstraalt de röntgenbundel 4 een te onderzoeken lichaam 7. Achter het lichaam 7 is een röntgendetector 8 geplaatst voor het registreren van het röntgenschaduwbeeld. De röntgendetector 8 kan bijvoorbeeld zoals in fig. 1 getoond een grootbeeldcassette zijn, maar kan ook bijv. een bewegende langwerpige röntgenbeeld-versterker zijn.
Teneinde het gehele lichaam 7 of althans een te onderzoeken deel daarvan, zoals de thorax, op de röntgendetector af te beelden voert de waaiervormige röntgenbundel in bedrijf een aftastbeweging uit zoals schematisch met een pijl 9 is aangegeven. Hiertoe kan de röntgenbron tesamen met het spleetdiafragma 2 en de inrichting 5 zwenkbaar ten opzichte van het röntgenfocus f zijn opgesteld, zoals aangegeven met een pijl 10. Het is echter ook op andere wijze mogelijk om een te onderzoeken lichaam met een platte röntgenbundel af te tasten, bijv. door de röntgenbron al dan niet tesamen met het spleetdiafragma een lineaire beweging uit te doen voeren.
Tussen het lichaam 7 en de röntgendetector 8 zijn detectiemiddelen 11 geplaatst, die zijn ingericht om momentaan per sector van de waaiervormige bundel 4 de door het lichaam doorgelaten hoeveelheid straling te detecteren en om te zetten in corresponderende elektrische signalen, die via een elektrische verbinding 12 worden toegevoerd aan een regelinrichting 13, die uit de ingangssignalen regelsignalen voor de modulatie-inrichting 5 vormt. De detectiemiddelen 11 kunnen bijv. een ééndimensionale stationaire dosismeter, die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de röntgendetector, of het vlak waarin deze een aftastbeweging uitvoert, uitstrekt omvatten.
De dosismeter heeft zodanige afmetingen, dat deze de gehele breedte van het door de platte röntgenbundel tijdens bedrijf afgetaste gebied bestrijkt, en wordt in bedrijf synchroon met de röntgenbundel op en neer bewogen volgens de pijlen 14. De dosismeter is hiervoor als ééndimensionale dosismeter omschreven. Mathematisch juist is deze uitdrukking niet, doch de dikte van de dosismeter in de richting van de röntgenstraling gezien is relatief gering.
Geschikte dosismeters kunnen een in secties verdeelde ionisatiekamer omvatten en zijn bijv. beschreven in aanvrager's Nederlandse octrooiaanvragen 85.03152 en 85.03153. Opgemerkt wordt, dat de detectiemiddelen ook achter het röntgenscherm 8 geplaatst kunnen zijn, bijv. op de in de Nederlandse octrooiaanvrage 84.00845 beschreven wijze. Voorts kan ook een tweedimensionale dosismeter, zoals bijv. beschreven in aanvrager's oudere Nederlandse octrooiaanvrage 8701122 worden toegepast.
De bundelsectormodulatie-inrichting kan, zoals in Nederlandse octrooiaanvrage 8400845 beschreven, een aantal naast elkaar geplaatste, met één uiteinde op een drager bevestigde tongen van bijv. piëzo-elektrisch materiaal omvatten, waarvan het andere, vrije, einde onder invloed van de regelsignalen in meerdere of mindere mate in de röntgenbundel gebracht kan worden. De vrije einden van de tongen kunnen desgewenst nog zijn voorzien van afzonderlijke absorptie-elementen van een materiaal dat röntgenstraling absorbeert. Een dergelijke tongvormige modulator is schematisch bij wijze van voorbeeld bij 15 getoond in fig. 1, doch binnen het kader van de uitvinding kunnen ook andere typen bundelsectormodulatoren worden .^egepast.
Zoals reeds opgemerkt, kunnen zich in de praktijk bij de besturing van de bundelsectormodulatoren hystersis-verschijnselen voordoen, die tot gevolg hebben, dat de bundelsectormodulatoren op een bepaald moment een andere stand t.o.v. de röntgenbundel innemen dat overeenkomt met de toegevoerde regelsignalen.
Deze hysteresisverschijnselen kunnen het gevolg zijn van een mechanische hysteresis, zoals zich bij bijv. veren voordoet, of van een elektromechanische hysteresis, zoals zich bij piëzo-elektrische elementen voordoet, of van magnetische hysteresis, zoals zich bij (elektro)magneten voordoet.
De invloed van de hysteresisverschijnselen kan volgens de uitvinding worden opgeheven of althans gereduceerd, door toepassing van een of meer extra detectors, die signalen verschaffen, die nauwkeurig overeenkomen met de momentane standen van de bundelsectormodulatoren.
Fig. 2 toont schematisch een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. In fig. 2 zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in fig.
1 voor overeenkomstige elementen.
Tussen de röntgenbron 1 en de bundelsectormodulatie-inrichting 5 is een eerste extra stralingsdetector 20 geplaatst, die de hoeveelheid aangeboden straling per sector van de röntgenbundel kan detecteren en die daarmee corresponderende elektrische signalen kan verschaffen.
Een geschikte stralingsdetector is bijv. de in aanvrager's Nederlandse octrooiaanvrage 85.03153 beschreven dosismeter.
De stralingsdetector 20 is in het getoonde voorbeeld tussen de röntgenbron 1 en het spleetdiafragma 2 geplaatst. Het werkingsgebied van de detector dient dan overeen te komen met dat gedeelte van de röntgenbundel dat daadwerkelijk door de spleet 3 van het spleetdiafragma doorgelaten kan worden. Dat kan elektronisch worden gerealiseerd door bewerking van het signaal op de lijn 25, maar ook kunnen daartoe afschermmiddelen worden toegepast. De stralingsdetector 20 kan ook tussen de het diafragma en de bundelsectormodulatie-inrichting geplaatst zijn.
Het is mogelijk om de bundelsectormodulatie-inrichting tussen het spleetdiafragma en de röntgenbron aan te brengen. In dat geval dient de stralingsdetector 20 zich tussen de röntgenbron en de bundelsectormodulator te bevinden.
Voorts is een tweede stralingsdetector 21 aangebracht voorbij de bundelsectormodulatie-inrichting. De tweede stralingsdetector kan per sector van de waaiervormige röntgenbundel 4 de hoeveelheid op het te onderzoeken lichaam momentaan invallende straling meten en kan corresponderende elektrische signalen verschaffen.
Derhalve is het verschil of de verhouding van de uitgangssignalen van de eerste en de tweede stralingsdetector voor elke bundelsector een maat voor de werkelijke stand van elke bundelsectormodulator.
Door deze werkelijke stand nu te vergelijken met de gewenste stand, kunnen stuursignalen worden verkregen waarmee de bundelsectormodulatoren nauwkeurig kunnen worden bestuurd. Door uit te gaan van de werkelijke stand van de bundelsectormodulatoren worden hystersiseffecten automatisch gecompenseerd.
Elektrische signalen die de gewenste stand van de bundelsectormodulatoren representeren, worden op bekende wijze verschaft door de detectiemiddelen 11, die zich achter het te onderzoeken lichaam bevindt, De van de detectiemiddelen afkomstige signalen worden, eventueel na vergelijking met een eerste referentiesignaal in een verschilversterker 22, als referentiesignaal S]_ aan een eerste ingang van een verschilversterker 23, die aan de andere ingang een de werkelijke stand van de bundelsectormodulator van de desbetreffende sector representerend signaal S£ ontvangt.
Het signaal S2 is het uitgangssignaal van een inrichting 24 die de uitgangssignalen van de eerste en tweede stralingsdetector ontvangt via leidingen 25 en 26 en deze signalen sectorgewijze met elkaar kan vergelijken voor het per sector verschaffen van een signaal S2 dat de werkelijke stand van de bij de betreffende sector behorende bundelsectormodulator representeert.
De inrichting 24 kan bijv. een verschilversterker zijn of een deler.
De uitgangssignalen S3 van de verschilversterker 23 wordt tenslotte gebruikt als stuursignalen voor de bundelsectormodulatoren en via een leiding 27 aan de desbetreffende bundelsectormodulatoren, of aan de besturings-organen daarvoor, toegevoerd.
De stralingsdetectoren 20 en 21 kunnen met de aftastbeweging van de röntgenbron meebewegen. Als alternatief kunnen de stralingsdetectoren 20 en 21 als tweedimensionale detectoren zijn uitgevoerd, zoals reeds eerder voor de detector 11 werd aangegeven.
Ook is het mogelijk bijv. de eerste stralingsdetector 20 als meebewegende ééndimensionale detector uit te voeren en de tweede detector 21 als tweedimensionale detector uit te voeren, bijv. zoals beschreven in aanvrager's oudere Nederlandse octrooiaanvrage 8701122.
Deze en soortgelijke modificaties liggen na het voorgaande voor de deskundige voor de hand en worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
Volgens een alternatieve uitwerking van de uitvindings-gedachte kunnen momentane werkelijke standen van de bundelsector modulatoren ook op andere wijze gedetecteerd worden. Ofschoon bij voorkeur van contactloze positiebepa-lingsmethoden gebruik wordt gemaakt is het in beginsel mogelijk elke bundelsectormodulator mechanisch te koppelen met bijv. de loper van een instelbare weerstand of de beweegbare plaat van een instelbare condensator. Ook kan gebruik gemaakt worden van diverse bekende typen verplaatsingsmeters, zoals bijv. coaxiale capacitieve verplaatsingsmeters met een centrale elektrode, die binnen een samenstel van cilindrische elektroden kan bewegen in overeenstemming met de beweging van een voelerarm. Ook een inductieve meetmethode, waarbij elke bundelsector modulator met een beweegbare spoelkern is gekoppeld, kan worden toegepast.
Ook is het mogelijk elke bundelsectormodulator zelf als elektrode van een condensator te gebruiken, dan wel van een condensatorelektrode te voorzien om met bëhulp van een geschikte tegenelektrode en een geschikte meetspanning de momentane stand van elke bundelsectormodulator op capacitieve wijze te bepalen.
In fig. 3 is bij wijze van voorbeeld schematisch een methode aangegeven waarbij een tongvormige bundelsectormodulator 30 een beweegbare condensatorelektrode vormt, die met een vaste condensatorelektrode 31 samenwerkt. Tussen de elektroden 30 en 31 kan een geschikt meetsignaal worden aangelegd, bijv. een door een meetspanningsbron 32 verschaft hoogfrequente meetspanning. De impedantie van de de variabele condensator 30,31 omvattende keten hangt af van de stand van de elektrode 30. Dit kan op één der daartoe bekende wijzen met behulp van een geschikte detector 33 worden gemeten. De detector 33 is zodanig ingericht, dat deze een signaal S2 afgeeft dat representatief is voor de momentane werkelijke stand van de bundelsector- modulator en dat, evenals in het voorbeeld van fig.
2, aan een verschilversterker 23 worden toegevoerd.
In een praktische uitvoeringsvorm kan de elektrode 31 een strookvormige gemeenschappelijke elektrode voor alle bundelsectormodulatoren zijn en kunnen de bundelsec-tormodulatoren opeenvolgend met de meetsignaalbron 32 verbonden worden middels een elektronisch of mechanisch aftaststelsel.
Fig. 4 toont bij wijze van voorbeeld schematisch een methode om optisch de momentane stand van een bundel-sectormodulator te bepalen. De in het getoonde voorbeeld meer tongvormige bundelsectormodulatoren 40 worden door een lichtbron 41 belicht. Aan de andere zijde van de bundelsectormodulatoren bevindt zich voor elke bundelsectormodulator een lichtdetector 42, bijv. een lichtgevoelig halfgeleiderlement, dat afhankelijk van de grootte van het door de bundelsectormodulator veroorzaakte schaduwgebied 43 een elektrisch signaal S2 afgeeft, dat weer aan een verschilversterker 23 wordt toegevoerd op de reeds eerder beschreven wijze.
Voor zowel de uitvoeringsvorm van fig. 3 als de uitvoeringsvorm van fig. 4 geldt, dat de getoonde methoden met voor de deskundige voor de hand liggende aanpassingen voor anders gevormde bundelsectormodulatoren geschikt is. Ook kan de stand van een vast met de bundelsectormodulator gekoppeld orgaan bepaald worden in plaats van de stand van een bundelsectormodulator zelf.
Deze en soortgelijke modificaties liggen na het voorgaande voor de deskundige voor de hand.

Claims (18)

1. Werkwijze voor spleetradiografie, waarbij met behulp van een röntgenbron en een voor de röntgenbron geplaatst spieetvormig diafragma een waaiervormige röntgen-bundel wordt gevormd, waarmee een te onderzoeken lichaam althans deels wordt afgetast in een richting dwars op de langsrichting van de spleet van het spieetvormige diafragma voor het vormen van een röntgenschaduwbeeld c? een achter het lichaam geplaatste röntgendetector, welke waaiervormige röntgenbundel wordt gevormd door een aantal naast elkaar gelegen sectoren, en waarbij in bedrijf per sector van de waaiervormige bundel middels met het spleetdiafragma samenwerkende bestuurbare bundel-sectormodulatoren momentaan tijdens de aftastbeweging de doorgelaten röntgenstraling wordt beïnvloed, en waarbij tijdens de aftastbeweging momentaan per sector van de röntgenbundel de door het lichaam doorgelaten hoeveelheid straling met behulp van detectiemiddelen wordt gemeten en het meetresultaat wordt gebruikt om de bundelsectormodu-latoren te besturen, met het kenmerk, dat in bedrijf voortdurend de momentane stand van elke bundelsectormodu-lator wordt gedetecteerd; dat voor elke bundelsectormodulator een de momentane stand representerend elektrisch signaal wordt opgewekt; dat het de momentane stand representerende elektrische signaal wordt vergeleken met het door de detectiemiddelen verschafte, bij de desbetreffende bundel-sector behorende meetresultaat; en dat uit het meetresultaat en het de momentane stand representerende signaal een stuursignaal voor de desbetreffende bundelsectormodulator wordt gevormd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het de momentane stand representerende signaal wordt verkregen met behulp van een stelsel van stralingsdetectoren, met een eerste stralingsdetector die tussen de röntgenbron en de bundelsectormodulatoren wordt geplaatst en een tweede stralingsdetector, die voorbij de bundelsectormodulatoren wordt geplaatst.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het de momentane stand representerende signaal wordt verkregen met behulp van een elektrische meetmethode waarbij de beweging van elke bundelsectormodulator een impedantiewijziging in een meetketen teweegbrengt, welke impedantiewijziging wordt gedetecteerd en wordt omgezet in een de momentane stand representerend signaal.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het de momentane stand representerende signaal wordt verkregen met behulp van een optische meetmethode, waarbij de beweging van elke bundelsectormodulator een verandering van de van een lichtbron afkomstige lichtinval op een bijbehorende lichtdetector bewerkstelligt, en waarbij elke lichtdetector een met de invallende hoeveelheid licht corresponderend elektrisch signaal verschaft.
5. Inrichting voor spleetradiografie, omvattend een röntgenbron, die via een spleet van een spleetdiafragma met een waaiervormige bundel een te onderzoeken lichaam althans deels kan aftasten in een richting dwars op de langsrichting van de spleet voor het vormen van een röntgenschaduwbeeld op een röntgendeteetor; met het spleetdiafragma samenwerkende bundelsectormodulatoren, die in bedrijf tijdens de aftastbeweging de waaiervormige bundel per sector momentaan kunnen beïnvloeden, teneinde de in elke sector op het te onderzoeken lichaam vallende röntgenstraling te kunnen regelen; en detectiemiddelen, die zijn ingericht om tijdens een aftastbeweging van de röntgenbundel momentaan per sector de door het lichaam doorgelaten hoeveelheid röntgenstraling te detecteren en om te zetten in corresponderende signalen, gekenmerkt door middelen die in bedrijf de momentane stand van elke bundelsectormodulator kunnen detecteren en met de gedetecteerde standen corresponderende elektrische signalen kunnen verschaffen, en door middelen, die uit de genoemde elektrische signalen en de door de detectiemid-delen voor de door een lichaam doorgelaten hoeveelheid straling verschafte signalen stuursignalen voor de bundel-sectormodulatoren kunnen vormen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het detecteren van de momentane stand van de bundelsectormodulatoren een eerste stralings-detector, geplaatst tussen de röntgenbron en de bundelsectormodulatoren, en een tweede stralingsdetector, geplaatst tussen de bundelsectormodulatoren en het te onderzoeken lichaam.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat ten minste één stralingsdetector bestaat uit een langwerpige ionisatiekamer die in met de bundelsectoren overeenkomende secties is verdeeld.
8. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat ten minste één stralingsdetector bestaat uit een tweedimensionale ionisatiekamer, die in de met de bundelsector overeenkomende secties is verdeeld.
9. Inrichting volgens een der conclusies 6 t/m 8, gekenmerkt door een vergelijkingsinrichting die per bundelsector de door de eerste en tweede stralingsdetectoren verschafte signalen met elkaar vergelijkt en cortesponderendê uitgangssignalen verschaft, welke uitgangssignalen worden toegevoerd aan een eerste ingang van een verschilversterker, die aan de andere ingang signalen ontvangt welke de in de corresponderende sector door de detectiemiddelen gedetecteerde, door het te onderzoeken lichaam doorgelaten, hoeveelheid straling representeren, welke verschilversterker aan de uitgang stuursignalen voor de bij de desbetreffende sector behorende bundelsectormodulator verschaft.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de vergelijkingsinrichting een deler omvat.
11. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de vergelijkingsinrichting een verschilversterker omvat.
12. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het detecteren van de momentane stand van de bundelsectormodulatoren voor elke bundelsectormodulator een meetketen omvatten, welke van een meetsig-naalbron en een variabel elektrisch impedantie-element is voorzien, waarbij het bedieningsorgaan van het variabele elektrische impedantie-element mechanisch is gekoppeld met de desbetreffende bundelsectormodulator voor het I overbrengen van de beweging van de bundelsectormodulator.
13. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het detecteren van de momentane stand van de bundelsectormodulatoren voor elke bundelsectormodulator een meetketen omvatten, welke van een meetsig-naalbron en een variabel elektrisch impedantie-element is voorzien, waarbij het elektrische impedantie-element een reactieve impedantie vormt, die contactloos gewijzigd kan worden.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de reactieve impedantie een spoel met relatief t.o.v. de spoel beweegbare kern omvat.
15. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de reactieve impedantie een condensator met een beweegbare elektrode en een vaste tegenelektrode omvat.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de vaste tegenelektrode een voor althans een aantal bundelsectormodulatoren gemeenschappelijke tegenelektrode is.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat elke bundelsectormodulator zelf, een beweegbare elektrode belichaamt.
18. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het detecteren van de momentane stand van de bundelsectormodulatoren belichtingsmiddelen voor elke bundelsectormodulator of een daarmee gekoppeld licht onderscheppend orgaan omvatten, alsmede lichtdetec- tormiddelen, die door grootte van de door elke bundelsec-tormodulator geworpen schaduw kunnen detecteren en omzetten in een elektrisch signaal.
NL8900553A 1989-03-07 1989-03-07 Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie. NL8900553A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900553A NL8900553A (nl) 1989-03-07 1989-03-07 Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie.
US07/752,636 US5210782A (en) 1989-03-07 1990-02-26 Method and apparatus for split radiography
DE69015624T DE69015624T2 (de) 1989-03-07 1990-02-26 Verfahren und vorrichtung für röntgenaufnahmen mit schlitzblenden.
JP2503904A JP2994742B2 (ja) 1989-03-07 1990-02-26 スリットラジオグラフィー装置
PCT/EP1990/000338 WO1990010939A1 (en) 1989-03-07 1990-02-26 Method and apparatus for slit radiography
EP90903810A EP0462133B1 (en) 1989-03-07 1990-02-26 Method and apparatus for slit radiography
IL9366590A IL93665A (en) 1989-03-07 1990-03-06 Method and device for halved radiography
CN90101205A CN1021948C (zh) 1989-03-07 1990-03-07 用于狭缝射线照相的方法及设备
JP11206819A JP2000126174A (ja) 1989-03-07 1999-07-21 スリットラジオグラフィ―装置の運転方法

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900553A NL8900553A (nl) 1989-03-07 1989-03-07 Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie.
NL8900553 1989-03-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900553A true NL8900553A (nl) 1990-10-01

Family

ID=19854254

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900553A NL8900553A (nl) 1989-03-07 1989-03-07 Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US5210782A (nl)
EP (1) EP0462133B1 (nl)
JP (2) JP2994742B2 (nl)
CN (1) CN1021948C (nl)
DE (1) DE69015624T2 (nl)
IL (1) IL93665A (nl)
NL (1) NL8900553A (nl)
WO (1) WO1990010939A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9100182A (nl) * 1991-02-01 1992-09-01 Optische Ind De Oude Delft Nv Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie.
US5483072A (en) * 1994-08-04 1996-01-09 Bennett X-Ray Technologies Automatic position control system for x-ray machines
DE19638145A1 (de) * 1996-09-18 1998-03-26 Siemens Ag Röntgendiagnostikgerät
DE10222701C1 (de) * 2002-05-22 2003-10-30 Siemens Ag Verfahren zur Messung der Dosisverteilung in einem Computer-Tomographen
DE10348796B4 (de) * 2003-10-21 2007-09-27 Siemens Ag Vorrichtung zur räumlichen Modulation eines Röntgenstrahlbündels und Röntgenbildsystem

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2983819A (en) * 1958-06-05 1961-05-09 Gen Electric Radiation gauge
NL8401411A (nl) * 1984-05-03 1985-12-02 Optische Ind De Oude Delft Nv Inrichting voor spleetradiografie.
DE3517460A1 (de) * 1985-05-14 1986-11-20 Mannesmann AG, 4000 Düsseldorf Greifer
NL8502910A (nl) * 1985-10-24 1987-05-18 Sipko Luu Boersma Roentgen doorlichtings beeldvormer.
CA1244971A (en) * 1985-11-14 1988-11-15 Shih-Ping Wang X-ray radiography method and system
NL8601678A (nl) * 1986-06-26 1988-01-18 Optische Ind De Oude Delft Nv Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie.
DE3704795A1 (de) * 1987-02-16 1988-08-25 Philips Patentverwaltung Roentgenuntersuchungsanordnung mit einem bildaufnehmer
NL8700781A (nl) * 1987-04-02 1988-11-01 Optische Ind De Oude Delft Nv Werkwijze en inrichting voor contrastharmonisatie van een roentgenbeeld.
DE3901655C2 (de) * 1988-01-20 1993-11-11 Fraunhofer Ges Forschung Werkzeugsystem mit wechselbaren Werkzeug-Elementen
KR0130647B1 (ko) * 1988-08-03 1998-04-17 아마다 미쯔아끼 공작 기계

Also Published As

Publication number Publication date
EP0462133A1 (en) 1991-12-27
US5210782A (en) 1993-05-11
CN1021948C (zh) 1993-08-25
IL93665A (en) 1994-06-24
JP2000126174A (ja) 2000-05-09
CN1045502A (zh) 1990-09-19
DE69015624D1 (de) 1995-02-09
WO1990010939A1 (en) 1990-09-20
IL93665A0 (en) 1990-12-23
JP2994742B2 (ja) 1999-12-27
EP0462133B1 (en) 1994-12-28
JPH04503910A (ja) 1992-07-16
DE69015624T2 (de) 1995-05-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0162512B1 (en) Apparatus for slit radiography
JPS6457557A (en) Electron microscope
NL8900553A (nl) Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie.
US5062129A (en) Device for slit radiography with image equalization
US5481586A (en) Automatic position control system for x-ray machines
EP0395447B1 (en) Surface potential measuring system
US5241276A (en) Surface potential measuring system
CA1311607C (en) Non-contact optical gauge
US5030986A (en) Film printing and reading system
JPH05346710A (ja) X線画像走査装置
US5640012A (en) Precision-controlled slit mechanism for electron microscope
DE3509710C2 (de) Elektrostatisches Voltmeter
EP0757269A1 (en) Autofocusing device with a capacitive feedback loop, and method for autofocusing
US5625449A (en) Apparatus for simultaneously measuring the thickness of, and the optical intensity transmitted through, a sample body
US3865494A (en) Absorption photometer
JPH0618448A (ja) X線光学系用mtf 計測装置
JPH0572322A (ja) 非接触型広範囲一次元位置測定方法及び装置
Goldberg A method of measuring vibratory displacements in terms of a light wavelength
JPS6253049B2 (nl)
US20020150203A1 (en) X-ray image converter, device and method for recording, processing and illustrating images using X-rays and other rays
NL8902117A (nl) Inrichting voor spleetradiografie.
JPS62218804A (ja) 非接触変位測定装置
NL9100182A (nl) Werkwijze en inrichting voor spleetradiografie.
NL8503150A (nl) Inrichting voor spleetradiografie.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed